gepubliceerd op 12 juli 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, houdende de wijziging van de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2017, met registratienummer 144658/CO/301.01
23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, houdende de wijziging van de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2017, met registratienummer 144658/CO/301.01 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, houdende de wijziging van de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2017, met registratienummer 144658/CO/301.01.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2019 Wijziging van de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2017, met registratienummer 144658/CO/301.01 (Overeenkomst geregistreerd op 22 maart 2019 onder het nummer 151118/CO/301.01)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, en op de havenarbeiders, de logistieke werknemers met veiligheidscertificaat en op de vaklui.
Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel het sectorale pensioenstelsel in overeenstemming te brengen met diverse wettelijke bepalingen, waaronder de wet van 18 december 2015 tot wijziging van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen.
De nieuwe pensioen- en solidariteitsreglementen alsook de bijlage aan het pensioenreglement met betrekking tot de bescherming van de persoonsgegevens worden in bijlage opgenomen en maken integraal deel uit van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 3.Duur van de overeenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in op 1 januari 2019 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij heeft dezelfde opzeggingsmodaliteiten en termijnen als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt.
Partijen zullen de algemeen verbindend verklaring vragen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, houdende de wijziging van de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2017, met registratienummer 144658/CO/301.01 Sectoraal sociaal aanvullend pensioenreglement ten gunste van de werknemers van het NPCHA HOOFDSTUK I. - Kader 1. Voorwerp van de overeenkomst 1.1. Onderhavig pensioenreglement omvat de rechten en verplichtingen van de inrichter, van de werkgevers, van de aangeslotenen en hun rechthebbenden, van de pensioeninstelling, de aansluitingsvoorwaarden, alsook de regels inzake de uitvoering van het sectorale pensioenstelsel voor de arbeiders ingericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2004 gesloten binnen het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen (PSC 301.01). 1.2. Dit reglement is onderworpen aan de toepasselijke sociale en prudentiële reglementering en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze reglementering vervangt en/of aanvult.
Onder andere leeft het reglement de bepalingen na van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid alsook van het koninklijk uitvoeringsbesluit ervan.
Deze wet en het uitvoeringsbesluit ervan worden hierna "wet betreffende de aanvullende pensioenen" en "koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de aanvullende pensioenen" genoemd. 1.3. De uitvoering van deze pensioentoezegging wordt toevertrouwd aan de verzekeringsmaatschappij AXA Belgium, met aanvang op 1 januari 2012. Daartoe wordt een groepsverzekering afgesloten tussen de inrichter en AXA Belgium. 2. Definities Voor de toepassing van dit pensioenreglement wordt verstaan onder : 2.1. NPCHA Het Paritair Subcomité 301.01 voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd. 2.2. CEPA De werkgeversorganisatie "Centrale der Werkgevers aan de Haven van Antwerpen cvba", erkend door het koninklijk besluit van 4 september 1985, die in de hoedanigheid van lasthebber van de werkgevers alle verplichtingen vervult die krachtens de individuele en collectieve arbeidswetgeving en de sociale zekerheidswetgeving voortvloeien uit de tewerkstelling van havenarbeiders. 2.3. Aanvullend pensioen Het rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden van de aangeslotene vóór of na de pensionering, of de daarmee overeenstemmende kapitaalswaarde, die op basis van de in dit pensioenreglement bepaalde verplichte stortingen worden toegekend ter aanvulling van een krachtens een wettelijke sociale zekerheidsregeling vastgesteld pensioen. 2.4. Pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden in uitvoering van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van het NPCHA betreffende het sectorale pensioenstelsel, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sectorale pensioenstelsel. 2.5. Pensioenstelsel Een collectieve pensioentoezegging. 2.6. Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid - Haven van Antwerpen", gevestigd te 2000 Antwerpen, Brouwersvliet 33 bus 7, handelend in de hoedanigheid van inrichter van het sectorale pensioenstelsel en daartoe aangeduid door het NPCHA. 2.7. Werkgever Elke werkgever die arbeiders tewerkstelt vallende onder het toepassingsgebied van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van het NPCHA betreffende het sectorale pensioenstelsel, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sectorale pensioenstelsel. 2.8. Aangeslotene Het sectorale aanvullende pensioenstelsel van het NPCHA betreft de werknemers die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2004 vallen, te weten de havenarbeiders, de logistieke werknemers met veiligheidscertificaat en de vaklui.
Een aangeslotene is ofwel één van deze werknemers die aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoet (overeenkomstig artikel 6), ofwel een gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het reglement.
Vier deelgroepen worden onderscheiden : - De actieven : De actieve werknemers die vallen onder het toepassingsgebied van het NPCHA. Sinds 1 januari 2016 kunnen de werknemers die gepensioneerd zijn en een beroepsactiviteit uitoefenen, niet genieten van een pensioentoezegging; - De uitgetredenen : de vroegere aangeslotenen die uit de sector zijn uitgetreden en die nog steeds uitgestelde rechten genieten overeenkomstig het pensioenreglement; - De gepensioneerden (rentegenieters) : de personen die op 31 december 2004 aan volgende voorwaarden voldeden : i) in leven zijn; ii) het wettelijke pensioen genieten; iii) een lijfrente genieten ingevolge het stelsel van de "jaarlijkse premie" voorzien door de voormalige collectieve arbeidsovereenkomst(en); iv) iedere beroepsactiviteit hebben stopgezet; - De eventuele rentegenieters sedert 1 januari 2005, die voor de omzetting van hun kapitaal in rente kozen. 2.9. Pensioeninstelling AXA Belgium, naamloze vennootschap van verzekeringen toegelaten onder het nr. 0039 voor de verzekeringsverrichtingen leven en niet-leven (koninklijk besluit van 4 juli 1979, Belgisch Staatsblad van 14 juli 1979) met maatschappelijke zetel gevestigd te 1000 Brussel, Troonplein 1 daartoe aangeduid bij artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2011 betreffende het sectorale pensioenstelsel. 2.10. De "IBP Havenarbeiders Antwerpen" "Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening Havenarbeiders Antwerpen", organisme voor de financiering van pensioenen naar Belgisch recht, toegelaten door de FSMA onder nummer 50574, pensioeninstelling die de pensioentoezegging van het NPCHA tot 31 december 2011 heeft uitgevoerd. 2.11. Uittreding De beëindiging van de erkenning als havenarbeider (zoals geregeld door het koninklijk besluit van 5 juli 2004 betreffende de erkenning van havenarbeiders) of van de inschrijving als vakman of logistieke werknemer met veiligheidscertificaat, anders dan door overlijden of pensionering. 2.12. Verworven prestaties De prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken overeenkomstig het pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat. 2.13. Verworven reserves De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig het pensioenreglement. 2.14. Pensioenleeftijd De normale pensioenleeftijd van de aangeslotene is op 65 jaar vastgesteld. De einddatum van de pensioentoezegging wordt vastgelegd op de eerste dag van maand volgend op de pensioenleeftijd van de aangeslotene.
Aan de hand van het koninklijk besluit van 5 juli 2004 betreffende de erkenning van havenarbeiders, kan enkel een vakman of een logistieke werknemer met veiligheidscertificaat nog ingeschreven blijven na 65 jaar.
Blijft een vakman of een logistieke werknemer met veiligheidscertificaat in dienst binnen de sector na de leeftijd van 65 jaar zonder zijn wettelijk pensioen op te nemen, dan wordt de pensioenleeftijd telkenmale met één jaar verdaagd. De einddatum wordt vastgelegd op de eerste dag van de maand volgend op de "nieuwe" pensioenleeftijd van de aangeslotene.
Voor de vaklui en de logistieke werknemers met veiligheidscertificaat die onder het toepassingsgebied van het NPCHA vallen en die tot het plan toetreden na de leeftijd van 65 jaar zonder wettelijk gepensioneerd te zijn, wordt de pensioenleeftijd vastgesteld op de leeftijd die de aangeslotene zal hebben op de eerste verjaardag volgend op zijn aansluiting. Blijft de aangeslotene in dienst na deze pensioenleeftijd zonder zijn wettelijk pensioen op te nemen, dan wordt de pensioenleeftijd telkens met één jaar verdaagd.
Voor de werknemers die vanaf 1 januari 2019 in dienst zijn genomen, mag de pensioenleeftijd niet lager zijn dan de wettelijke pensioenleeftijd. 2.15. Individuele rekening De binnen de pensioeninstelling per aangeslotene voorziene rekening waarop de bijdrage per actieve aangeslotene wordt gestort. 2.16. Financieringsfonds Collectieve reserve die in het kader van het sectorale pensioenstelsel bij de pensioeninstelling wordt gevestigd in aanvulling op de rechtstreekse financiering van de verschillende verbintenissen. 2.17. Collectief fonds Collectieve reserve die in het kader van het sectorale pensioenstelsel bij de pensioeninstelling wordt gevestigd met als doel de financiering van de verbintenissen ten opzichte van de aangeslotenen aan het sectorale pensioenstelsel van het NPCHA in dienst vóór 1 januari 2005. 2.18. Waardedatum Datum die wordt toegekend aan elke verrichting die wordt uitgevoerd op een rekening en die bepaalt met welke datum rekening wordt gehouden voor de intrestberekening. 2.19. Premievrijmaking Bij stopzetting van de betaling van de bijdrage wordt de individuele rekening premievrij gemaakt. Onder "de premievrijmaking van de individuele rekening" wordt verstaan : dat de individuele rekening blijft voortduren voor de premievrije waarde. Deze premievrije waarde is gelijk aan de prestaties die verzekerd blijven zonder dat nog een bijdrage wordt betaald. 2.20. In aanmerking te nemen lonen : - Brutoloon Het door de werkgevers aan CEPA opgegeven brutoloon voor gepresteerde taken; - Aanvullend brutoloon Alle andere lonen en vergoedingen onderhevig aan RSZ-bijdragen, andere dan onder de definitie van brutoloon en van enkelvoudig vakantiegeld; - Enkelvoudig vakantiegeld Het enkelvoudige vakantiegeld zoals gedefinieerd in de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. 2.21. Pensionering Effectieve ingang van het wettelijk rustpensioen van de aangeslotene in het stelsel van de werknemers. De pensioeninstelling wordt op de hoogte gebracht van de ingang van het wettelijk rustpensioen van de aangeslotene door de vzw Sigedis. HOOFDSTUK II. Verplichtingen van de partijen 3. Verplichtingen van de inrichter en van de werkgever(s) 3.1. Algemeen De inrichter verbindt zich ertoe alle inspanningen te doen die nodig zijn voor een goede uitvoering van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van het NPCHA betreffende het sectorale pensioenstelsel, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van het sectorale pensioenstelsel. 3.2. Betaling van de bijdrage aan de pensioeninstelling De inrichter stort driemaandelijks de bijdragen beschreven in artikelen 7, 8, 12 en 19 van dit reglement aan de pensioeninstelling.
Maandelijks stort de inrichter de voorschotten aan de pensioeninstelling zodanig dat aan het einde van elk trimester de pensioeninstelling de bijdragen voor het desbetreffende trimester heeft ontvangen.
De bijdragen vallen financieel ten laste van de werkgever(s). 3.3. Mededeling van gegevens aan de pensioeninstelling De pensioeninstelling is enkel tot de uitvoering van haar verplichtingen jegens de aangeslotene gehouden, voor zover zij vanwege de inrichter tijdig de volgende gegevens ontvangt : 1° naam, voorna(a)m(en), adres (straat, huisnummer, busnummer, postcode, stad/gemeente, land), geboortedatum, taalstelsel, geslacht, nationaliteit, burgerlijke staat, rijksregisternummer, het werkboeknummer en de categoriegroep van de aangeslotene;2° de datum van overlijden;3° data van in- en uitdiensttreding van een werknemer in/uit de sector;4° het bedrag van het brutoloon, het aanvullend brutoloon en het enkelvoudig vakantiegeld;5° de wettelijke pensioendatum;6° alle andere gegevens die voor de pensioeninstelling nodig zijn voor de goede uitvoering van haar verplichtingen. Bovendien is de inrichter ertoe gehouden de pensioeninstelling tijdig alle nuttige inlichtingen mee te delen zodanig dat de pensioeninstelling haar verplichtingen jegens de aangeslotenen en de inrichter kan uitvoeren.
De pensioeninstelling voert haar verbintenissen uit op basis van de in haar bezit zijnde gegevens.
De werkgever is ertoe gehouden aan de inrichter, op diens eenvoudig verzoek, alle nodige gegevens en inlichtingen mee te delen die deze laatste nodig acht voor de goede uitvoering van het sectorale pensioenstelsel. 3.4. Informatie aan de aangeslotene De inrichter bezorgt aan de aangeslotene die nog niet is uitgetreden jaarlijks de pensioenfiche opgesteld door de pensioeninstelling, en op diens eenvoudig verzoek de verschillende verslagen vermeld in artikel 24, alsook de tekst van het pensioenreglement. 3.5. Mededeling aan de aangeslotene De inrichter deelt aan de aangeslotene vanaf zijn aansluiting aan deze pensioentoezegging, alle informatie mee die vastgelegd is door artikel 14 van de Europese Verordening 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (AVG) en opgenomen in een bijlage aan dit pensioenreglement. 4. Verplichtingen van de aangeslotene 4.1. Algemeen De aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van het onderhavige pensioenreglement. 4.2. Mededeling van inlichtingen en gegevens De aangeslotene machtigt de inrichter en CEPA alle inlichtingen te verschaffen die nodig zijn voor de opmaak en de uitvoering van de individuele rekeningen.
In voorkomend geval verstrekt de aangeslotene of bij overlijden van de aangeslotene, de begunstigde(n) aan de pensioeninstelling op haar eenvoudig verzoek de gegevens die nodig zouden zijn voor de uitvoering van de pensioentoezegging. 5. Verplichtingen van de pensioeninstelling 5.1. Aanpassingen van de rekeningen Elk trimester gaat de pensioeninstelling over tot de aanpassing van de individuele rekeningen van de aangeslotenen op basis van de gegevens die de pensioeninstelling op dat ogenblik van de inrichter heeft ontvangen.
Elk jaar gaat de pensioeninstelling over tot de aanpassing van de collectieve financiering van bepaalde voormalige verbintenissen. 5.2. Uitbetaling van de voordelen Na ontvangst van de aanvragen tot uitbetaling van de gewaarborgde prestaties gaat de pensioeninstelling over tot de berekening van het verschuldigde bruto bedrag van de uitkeringen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in het artikel 17, alsook van het daarmee overeenstemmende netto bedrag.
De pensioeninstelling staat in voor het verrichten van de fiscale en sociale inhoudingen op de uitkeringen, voor de uitbetaling van de netto bedragen aan de aangeslotenen of aan de begunstigde(n) bedoeld in artikel 16, evenals voor de opstelling van de verschillende aangiftes. 5.3. Informatie voor de inrichter De pensioeninstelling bezorgt jaarlijks de pensioenfiches opgesteld per aangeslotene en de verschillende verslagen vermeld in artikel 24. HOOFDSTUK III. - Beschrijving van de pensioentoezegging 6. Algemeen 6.1. Verplichte aansluiting Alle werknemers die op 1 januari 2012 of later onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2004 van het NPCHA vallen, worden gedekt in het kader van deze pensioentoezegging en dit ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst. De toetreding gebeurt onmiddellijk ongeacht de leeftijd en zonder medisch onderzoek.
De werknemers die in dienst komen of blijven bij een werkgever na de ingang van het wettelijk pensioen worden echter niet aangesloten bij het sectoraal pensioenstelsel. Hierop geldt één uitzondering : de gepensioneerde werknemers die op 1 januari 2016 reeds aangesloten waren bij het sectoraal pensioenstelsel blijven aangesloten voor de verdere ononderbroken duur van hun arbeidsovereenkomst zoals van toepassing op 1 januari 2016.
Worden ook gedekt, de uitgetreden werknemers en de renteniers die op 31 december 2011 aangesloten waren aan het sectorale pensioenstelsel van het NPCHA. Worden ook verzekerd, de havenarbeiders waarvan de erkenning geschorst werd omwille van het verwerven van het statuut havenbediende of vakbondsafgevaardigde.
Worden evenwel niet gedekt in het kader van deze pensioentoezegging, de personen tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid alsook de gelegenheidsarbeiders. 6.2. Ogenblik van de aansluiting De aansluiting heeft plaats op de eerste dag van de maand waarop de werknemer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en ten vroegste op 1 januari 2012.
De individuele rekening van de aangeslotene treedt automatisch in werking op het moment dat voldaan wordt aan de hierboven gedefinieerde aansluitingsvoorwaarden.
Telkenmale dat de werknemer na zijn uittreding uit het sectoraal pensioenstelsel opnieuw wordt aangesloten bij het sectoraal pensioenstelsel, wordt hij als een nieuwe aangeslotene beschouwd. 6.3. Werknemers die in dienst blijven na de pensioenleeftijd De werknemers die na het bereiken van de pensioenleeftijd (zonder dat zij het wettelijk pensioen opnemen) onder het toepassingsgebied van het NPCHA vallen, blijven bij het aanvullende pensioenplan aangesloten en kunnen aanspraak maken op verworven reserves en prestaties.
De bijdragen zoals hierna bepaald blijven verder gestort op de individuele rekening van de actieve aangeslotene. 7. Algemene kenmerken van de toezegging 7.1. Verbintenissen Het huidige pensioenreglement waarborgt, in aanvulling op de wettelijke sociale zekerheidsregeling inzake pensioen, een voordeel betaalbaar : - aan de aangeslotene, in leven op het ogenblik van zijn pensionering; - aan de begunstigde(n) bedoeld in het artikel 16, in geval van overlijden van de aangeslotene vóór zijn pensionering. 7.2. Aard van de pensioentoezegging Het pensioenreglement bestaat uit verschillende luiken : - het huidige "vaste bijdragen" stelsel, van toepassing vanaf 1 januari 2012 (zie hoofdstuk IV); - voor de werknemers die reeds onder het toepassingsgebied van het NPCHA vielen vóór 1 januari 2012, voordelen uit een "cash balance" plan gerelateerd aan hun loopbaan vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2011 (zie hoofdstuk V); - voor de werknemers die reeds onder het toepassingsgebied van het NPCHA vielen vóór 1 januari 2005, voordelen uit een "vaste prestaties" plan gerelateerd aan hun diensttijd tot en met 31 december 2004 (zie hoofdstuk V).
De twee laatste luiken werden vóór de aanvang van deze overeenkomst en sinds 1 januari 2005 via een IBP Havenarbeiders Antwerpen uitgevoerd.
Het derde luik werd tot 31 december 2004 intern beheerd in het fonds voor bestaanszekerheid "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid - Haven van Antwerpen".
Naast de pensioentoezegging bestaat ook een solidariteitstoezegging die geen deel uitmaakt van onderhavig pensioenreglement. 7.3. Financiering Overeenkomstig de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van het NPCHA betreffende het sectorale pensioenstelsel, bedraagt de totale bijdrage aan het sectorale pensioen- en solidariteitsstelsel per werknemer : a) voor de lonen tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012 : 1,0 pct. van de brutolonen vermeerderd met de aanvullende brutolonen en de enkelvoudige vakantiegelden, + 1,9 pct. van de brutolonen; b) voor de lonen tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013 : 1,1 pct. van de brutolonen vermeerderd met de aanvullende brutolonen en de enkelvoudige vakantiegelden, + 1,9 pct. van de brutolonen; c) voor de lonen tussen 1 januari 2014 en 30 juni 2014 : 1,25 pct.van de brutolonen vermeerderd met de aanvullende brutolonen en de enkelvoudige vakantiegelden, + 1,9 pct. van de brutolonen; d) voor de lonen tussen 1 juli 2014 en 30 september 2016 : 1,3 pct. van de brutolonen vermeerderd met de aanvullende brutolonen en de enkelvoudige vakantiegelden, + 1,85 pct. van de brutolonen; e) éénmalige toekenning van 100 EUR op de individuele rekening van elke actieve aangeslotene in oktober 2016;f) voor de lonen vanaf 1 oktober 2016 : 1,65 pct.van de brutolonen vermeerderd met de aanvullende brutolonen en de enkelvoudige vakantiegelden, + 1,50 pct. van de brutolonen; g) voor de lonen vanaf 1 januari 2018 : 1,75 pct.van de brutolonen vermeerderd met de aanvullende brutolonen en de enkelvoudige vakantiegelden, + 1,40 pct. van de brutolonen.
Deze totale bijdrage wordt hierna "het budget" genoemd.
Uit het budget worden alle kosten van deze pensioentoezegging alsook van de solidariteitstoezegging betaald. In deze kosten zijn onder andere begrepen : - de bruto bijdragen aan de groepsverzekering; - de patronale sociale zekerheidsbijdrage op het aanvullende pensioen (8,86 pct. op de aanvangsdatum); - het solidariteitsluik (dit wordt weliswaar niet geviseerd door deze pensioentoezegging); - de eventuele fiscale en parafiscale lasten op de pensioenbijdragen verschuldigd door de pensioeninstelling of de inrichter; - de beheerskosten en -toeslagen.
Het is de bedoeling van de inrichter om met dit budget de pensioentoezegging te financieren. Echter, indien dit vereist is om de rechten van de aangeslotenen onder deze pensioentoezegging te voldoen, zal de inrichter bijdragen storten bovenop dit budget.
De bijdragen vallen volledig ten laste van de werkgever(s). 7.4. Ingebrachte reserves Elke aangeslotene kan reserves die hij opgebouwd heeft bij een vorige inrichter in het kader van aanvullende pensioenopbouw inbrengen. Als gevolg ervan heeft hij recht op de verworven reserves en prestaties voortkomend uit deze individuele reserves die hij rechtstreeks heeft ingebracht bij de pensioeninstelling, of die hij had ingebracht in de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening en die vervolgens werden overgedragen naar de pensioeninstelling. Deze reserves worden op een aparte, persoonlijke rekening gezet volgens de regels bepaald onder artikel 22 (het contract "Onthaalstructuur"). HOOFDSTUK IV. - "Vaste bijdragen" stelsel 8. Bijdrage Voor de diensttijd vanaf 1 januari 2012 bedraagt de jaarlijkse werkgeversbijdrage van het "vaste bijdragen" stelsel : a) voor de diensttijd tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012 : 1,0 pct.van het brutoloon verhoogd met het aanvullende brutoloon en het enkelvoudige vakantiegeld; b) voor de diensttijd tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013 : 1,1 pct.van het brutoloon verhoogd met het aanvullende brutoloon en het enkelvoudige vakantiegeld; c) voor de diensttijd tussen 1 januari 2014 en 30 juni 2014 : 1,25 pct.van het brutoloon verhoogd met het aanvullende brutoloon en het enkelvoudige vakantiegeld; d) voor de diensttijd tussen 1 juli 2014 en 30 september 2016 : 1,3 pct.van het brutoloon verhoogd met het aanvullende brutoloon en het enkelvoudige vakantiegeld; e) éénmalige toekenning van 100 EUR op de individuele rekening van elke actieve aangeslotene in oktober 2016;f) voor de diensttijd vanaf 1 oktober 2016 : 1,65 pct.van het brutoloon verhoogd met het aanvullende brutoloon en het enkelvoudige vakantiegeld; g) voor de diensttijd vanaf 1 januari 2018 : 1,75 pct.van het brutoloon verhoogd met het aanvullende brutoloon en het enkelvoudige vakantiegeld.
Deze bijdrage wordt verminderd met de eventuele fiscale lasten en de door de pensioeninstelling aangerekende beheerstoeslagen. 9. Verzekeringscombinatie De bijdragen worden door de pensioeninstelling voor elke actieve aangeslotene gestort op een individuele rekening, alsook de bijhorende toegekende winstdeelnemingen. De individuele rekeningen worden uitgegeven in de verzekeringscombinatie "Uitgesteld kapitaal met terugbetaling van het spaartegoed" (UKMS).
Deze combinatie voorziet in de uitkering van een kapitaal bij leven van de aangeslotene op de pensioenleeftijd of een kapitaal gelijk aan het opgebouwde spaartegoed op de rekeningen bij overlijden vóór de pensioenleeftijd. 10. Verworven rechten en prestatie in geval van vertrek uit de sector 10.1. Verworven reserves De verworven reserves van een aangeslotene zijn de reserves opgebouwd op al zijn individuele pensioenrekeningen. 10.2. Wettelijke rendementsgarantie (volgens de wet betreffende de aanvullende pensioenen) De wettelijke rendementsgarantie stemt overeen met het bedrag opgebouwd door de kapitalisatie, tegen de overeenkomstig de wet betreffende de aanvullende pensioenen vastgelegde en door de FSMA gepubliceerde rentevoet(en) (zijnde 1,75 pct. op 1 januari 2018), van de werkgeversbijdragen die op de individuele rekeningen gestort worden en verminderd met de kosten beperkt tot 5 pct. van de bijdragen.
Evenwel, indien de uittreding van de aangeslotene, zijn pensionering, de vervroegde betaling van de prestaties vóór zijn pensionering of de opheffing van onderhavige pensioentoezegging plaatsvindt in de eerste vijf jaar van zijn aansluiting aan het sectorale pensioenstelsel, wordt de kapitalisatie van de hierboven bepaalde werkgeversbijdragen vervangen door een indexering, indien deze leidt tot een lager resultaat. De indexering gebeurt op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen van de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen, conform de wet van 2 augustus 1971.
De toegepaste kapitalisatiemethode is de zogenaamde "horizontale" methode.
Volgens deze methode, in geval van wijziging van de rentevoet van de wettelijke rendementsgarantie, is de oude rentevoet van toepassing op de bijdragen die verschuldigd zijn vóór de wijziging van de rentevoet tot de eerste van de volgende gebeurtenissen : uittreding van de aangeslotene, pensionering of betaling van de prestaties vóór pensionering, opheffing van de pensioentoezegging, en is de nieuwe rentevoet van toepassing op de bijdragen die verschuldigd zijn vanaf de wijziging ervan tot de eerste van de volgende gebeurtenissen : uittreding van de aangeslotene, pensionering of betaling van de prestaties vóór pensionering, opheffing van de pensioentoezegging. 10.3. Verworven rechten in geval van uittreding van de aangeslotene uit de sector De aangeslotene heeft bij zijn uittreding, zijn pensionering, de vervroegde betaling van de prestaties vóór zijn pensionering of in geval van opheffing van de pensioentoezegging, recht op het hoogste van de volgende bedragen : 1. de hierboven vermelde verworven reserves;2. de hierboven beschreven wettelijke rendementsgarantie, vastgelegd op de datum van de gebeurtenis. 10.4. Financiering van de wettelijke rendementsgarantie Indien op het ogenblik van de uittreding, de pensionering, de vervroegde betaling van prestaties vóór pensionering of de opheffing van het sectorale pensioenstelsel zich een tekort zou voordoen ten opzichte van de wettelijke rendementsgarantie bedoeld in de voorgaande leden, moet de inrichter deze tekorten aanzuiveren. HOOFDSTUK V. - Voormalige "vaste prestaties" stelsels 1 1. Pensioentoezegging Voor de werknemers die reeds onder het toepassingsgebied van het NPCHA vielen vóór de aanvang van de groepsverzekering, wordt het gedeelte van de loopbaan van vóór de aanvang van de groepsverzekering in twee stukken opgesplitst: de diensttijd tot en met 31 december 2004 en die vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2011. Het aanvullende pensioen voor de periode tot en met 31 december 2004 werd gedefinieerd onder de vorm van "vaste prestaties" en voor de loopbaan vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2011 volgens het type "cash balance". 11.1. Luik 1 : "vaste prestaties" - jaren tot 31 december 2004 De "vaste prestatie" bestaat erin dat per gepresteerd jaar van erkenning als aangeslotene, een kapitaal van 255,97 EUR wordt uitbetaald op het ogenblik van zijn pensionering. Dit bedrag, dat van toepassing was voor het jaar 2005, wordt vanaf 1 januari 2006 jaarlijks geïndexeerd volgens de stijging van de gezondheidsindex volgens de formule gegeven in punt 11.6.. 11.2. Luik 2 : "cash balance" - jaren vanaf 1 januari 2005 en tot 31 december 2011 Maandelijks werd tot december 2011 een bijdrage gestort op individuele rekeningen.
Ter gelegenheid van de wijziging van het sectorale pensioenstelsel op 1 januari 2012, worden de beschikbare reserves op 31 december 2011 overgedragen naar de individuele rekeningen van de betrokken aangeslotenen, zonder verdere herwaardering en met behoud van de verzekeringscombinatie (situatie op 31 december 2011). 11.3. Luik 3 : "overkoepelend plan" Voor de aangeslotenen in dienst gekomen vóór 1 januari 2005, worden de voordelen als volgt vervolledigd : Indien de pensioentoezegging (vanuit de twee hierboven beschreven luiken, alsook van het "vaste bijdragen" stelsel), uitgedrukt in een jaarlijkse constante bruto rente, enkel berekend op het hoofd van de aangeslotene, lager is dan de referentie minimum bruto jaarrente die resulteert uit hetgeen toegezegd werd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2004 tot wijziging van de Codex van het fonds voor bestaanszekerheid "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid - Haven van Antwerpen", wordt voor de aangeslotene het verschil bijgepast.
De referentie minimum bruto jaarrente wordt bepaald in functie van het aantal jaren anciënniteit (erkende dienst).
Jaren erkende dienst/ Années service reconnu
Opgebouwde rente/ Rente constituée
Jaren erkende dienst/ Années service reconnu
Opgebouwde rente/ Rente constituée
1
35,95
21
564,66
2
71,89
22
569,45
3
107,84
23
574,25
4
143,79
24
579,04
5
179,74
25
583,83
6
215,68
26
587,26
7
251,63
27
590,69
8
287,58
28
594,13
9
323,53
29
597,56
10
359,47
30
600,99
11
395,42
31
606,49
12
431,37
32
611,98
13
467,32
33
617,48
14
503,26
34
622,97
15
539,21
35
628,47
16
543,34
36
633,87
17
547,47
37
639,27
18
551,61
38
644,67
19
555,74
39
650,07
20
559,87
40
655,47
In geval van niet-gehele anciënniteit dient de desbetreffende rente bekomen te worden door lineaire interpolatie tussen de twee dichtstbijzijnde anciënniteiten.
De hierboven vermelde bedragen zijn deze voor 2005. Deze bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast met een percentage gelijk aan de stijging van de gezondheidsindex volgens de formule gegeven in punt 11.6..
De omzetting van de kapitalen (uit de verschillende luiken) naar rente gebeurt volgens de bepalingen van artikel 13 met betrekking tot de berekeningswijze van de verworven reserves van het luik 1 "Vaste prestaties voor de loopbaan vóór 1 januari 2005" (interestvoet 6,00 pct. en sterftetafel "MR" voor de mannen en "FR" voor de vrouwen). 11.4. Luik 4 : reeds vóór 31 december 2004 gepensioneerde werknemers Voor deze groep van (ex-)werknemers werden levenslange lijfrenten voorzien en betaald, overeenkomstig de pensioenregeling van het sectorale pensioenstelsel van het NPCHA. De pensioeninstelling neemt deze bestaande verplichtingen van de IBP Havenarbeiders Antwerpen over, in uitvoering van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2011.
De renten zijn driemaandelijks betaalbaar op vervallen termijn.
Deze bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast met een percentage gelijk aan de stijging van de gezondheidsindex volgens de formule gegeven in punt 11.6.
Deze indexering wordt gefinancierd vanuit het solidariteitsluik, volgens de regels hierna beschreven. 11.5. Rentegenieters sedert 1 januari 2005 Vanaf 1 januari 2005 worden de uitkeringen voorzien in kapitaal.
Blijven niettemin aangeslotene, de eventuele rentegenieters sedert 1 januari 2005 die voor de omzetting van hun kapitaal in rente kozen. De verzekerde bedragen zijn deze afgesproken op individuele basis bij de omzetting in rente. 11.6. Indexeringsformule De prestaties vermeld onder punten 1, 3 en 4 van dit artikel worden jaarlijks op 1 januari aangepast met een percentage gelijk aan de stijging van de gemiddelde gezondheidsindex over de periode van oktober tot oktober volgens onderstaande formule : Index oktober afgelopen jaar - index oktober jaar daarvoor Index oktober jaar daarvoor 12. Verzekeringscombinatie en financiering 12.1. Luik 1 : "vaste prestaties" Om een financieringstype en een budget te behouden die vergelijkbaar zijn met deze die vóór 1 januari 2012 bestonden, maakt de groepsverzekering gebruik van de techniek van "collectieve kapitalisatie". In collectieve kapitalisatie wordt er bij de pensioeninstelling een collectieve reserve opgebouwd op een collectieve rekening, "collectief fonds" genaamd.
Dit collectief fonds wordt gestijfd : - bij aanvang, door de som van de reeds opgebouwde reserves in de IBP Havenarbeiders Antwerpen voor de "actieve" en "slapende" aangeslotenen die onder het pensioenplan van het type "vaste prestaties" vallen; - daarna, door een jaarlijkse dotatie om, in naleving van de wettelijke richtlijnen, de verworven rechten te dekken die voortvloeien uit de toepassing van het pensioenreglement en die beschreven zijn onder artikel 13; - en door het financiële rendement voortvloeiende uit het financiële beheer van het collectief fonds.
De jaarlijkse dotatie wordt als volgt bepaald : - Eén keer per jaar vergelijkt de pensioeninstelling de wettelijke minimum verworven reserves zoals beschreven in artikel 13, met de reeds opgebouwde reserves van het collectief fonds op dezelfde datum.
De vergelijking heeft betrekking op het geheel van de aangeslotenen, te weten de actieven en de uitgetredenen die, bij hun uittreding, gekozen hebben voor het behoud van hun verworven reserves in de pensioentoezegging van het NPCHA; - Ingeval de activa van het collectief fonds niet voldoende zouden zijn om de verworven rechten te dekken, zal een bijkomende bijdrage worden gevorderd door de pensioeninstelling aan de inrichter, binnen de grenzen van het beschikbare budget bepaald in artikel 7.3.. Bij overschrijding van het budget zal het tekort gefinancierd worden door een heffing in het financieringsfonds, zoals voorzien in artikel 19.
Mocht het beschikbare budget en het financieringsfonds niet voldoende zijn, dan zal een bijkomende bijdrage worden gevorderd door de pensioeninstelling aan de inrichter, boven de grenzen van het beschikbare budget; - Deze bijdrage wordt verhoogd met de eventuele fiscale lasten en de door de pensioeninstelling aangerekende beheerstoeslagen, met uitzondering van het gedeelte van de bijdrage gefinancierd door een heffing in het financieringsfonds.
Het collectief fonds wordt door de pensioeninstelling gebruikt : - voor de betaling van de uitkeringen (de vestigingskapitalen) bij leven van de aangeslotenen op het ogenblik van hun pensionering; - alsook voor de betaling van de overdrachtswaarden (minimum verworven rechten) in geval van uittreding met beslissing van de aangeslotene om zijn reserves niet in het plan te behouden.
Het collectief fonds wordt eveneens gebruikt ter financiering van de andere verbintenissen die reeds vóór 1 januari 2012 bestonden, behalve deze van de "cash balance".
De algemene bepalingen met betrekking tot het collectief fonds worden in artikel 20 beschreven. 12.2. Luik 2 : "cash balance" De individuele rekeningen worden bij de pensioeninstelling uitgegeven ofwel in de verzekeringscombinatie "Uitgesteld kapitaal met terugbetaling van het spaartegoed" (UKMS), ofwel in de verzekeringscombinatie "Uitgesteld kapitaal zonder terugbetaling van het spaartegoed" (UKZT) volgens de keuze welke de aangeslotene in het verleden gemaakt heeft (situatie op 31 december 2011).
De combinatie "Uitgesteld kapitaal met terugbetaling van het spaartegoed" (UKMS) voorziet in de uitkering van een kapitaal bij leven van de aangeslotene op de pensioenleeftijd of een kapitaal gelijk aan het opgebouwde spaartegoed op de rekeningen bij overlijden vóór de pensioenleeftijd.
De combinatie "Uitgesteld kapitaal zonder terugbetaling van het spaartegoed" (UKZT) voorziet enkel in de uitkering van een kapitaal bij leven van de aangeslotene op de pensioenleeftijd.
De financiering wordt beperkt tot de storting bij aanvang van de reeds opgebouwde reserves in de IBP Havenarbeiders Antwerpen. 12.3. Luik 3 : "overkoepelend plan" Deze aanvullende voordelen van het type "vaste prestaties" worden samen met het luik 1 en luik 4 beheerd in het collectief fonds.
De regels inzake financiering zijn vergelijkbaar met deze van het luik "vaste prestaties". 12.4. Luik 4 : reeds vóór 31 december 2004 gepensioneerde werknemers Deze levenslange lijfrenten worden samen met het luik 1 en luik 3 beheerd in het collectief fonds. Het collectief fonds wordt gebruikt voor de betaling van de rente-uitkeringen bij leven van de aangeslotenen na de pensionering. Eventuele tekorten van reserves van de renten worden via dit fonds gefinancierd.
De financiering van de levenslange lijfrenten betaalbaar vanaf 1 januari 2012, met uitzondering van de toekomstige indexaties, wordt gestijfd door de storting bij aanvang in het collectief fonds van de reeds opgebouwde reserves bij de IBP Havenarbeiders Antwerpen.
De indexering van de renten wordt gefinancierd vanuit het solidariteitsluik, voor zover het financiële evenwicht van de solidariteitstoezegging niet in gedrang wordt gebracht door deze financiering. 13. Verworven rechten en prestatie in geval van vertrek uit de sector 13.1. Minimale verworven reserves van het "vaste prestaties" luik De prestaties met betrekking tot het aanvullende pensioen die op ieder ogenblik als basis dienen voor de berekening van de minimale verworven reserves, zijn gelijk aan : t/n * (N * Vaste prestatie per jaar) met : t = effectieve periode van aansluiting aan het sectorale pensioenstelsel van het NPCHA, vanaf de datum van oprichting van de IBP Havenarbeiders Antwerpen en uitgedrukt in jaren en maanden; n = totale periode van aansluiting aan het sectorale pensioenstelsel van het NPCHA vanaf de datum van oprichting van de IBP Havenarbeiders Antwerpen, tot aan de leeftijd van 60 jaar, uitgedrukt in jaren en maanden. "n" zal in alle gevallen minstens gelijk zijn aan 1;
N = de periode van erkenning als aangeslotene vóór 1 januari 2005, uitgedrukt in jaren en maanden.
Vaste prestatie per jaar = het bedrag zoals vermeld in artikel 11, luik 1 en als bijkomende maatregel dat de breuk t/n maximaal gelijk is aan 1.
Deze regel is het gevolg van het interne beheer tot 31 december 2004 in het fonds voor bestaanszekerheid "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid - Haven van Antwerpen", en de daaropvolgende overname door de IBP Havenarbeiders Antwerpen.
In geval van uittreding heeft de aangeslotene recht op de hierboven vermelde prestaties. De verworven reserves op een bepaald ogenblik zijn gelijk aan de geactualiseerde waarde van deze verworven prestaties, volgens de regel hierna beschreven : - De berekening van de verworven rechten gebeurt op basis van een interestvoet van 6,00 pct. en de sterftetafel "MR" voor de mannen en "FR" voor de vrouwen; 13.2. Minimale verworven reserves van het "cash balance" luik Wat betreft de rechten voor de dienstjaren tussen 1 januari 2005 en 31 december 2011, zijn de regels in verband met verworven reserves, wettelijke rendementsgarantie en rechten in geval van uittreding, conform aan deze hierboven beschreven onder artikel 10 voor het "vaste bijdragen" stelsel (mits uitsluiting voor een cash balance van de inhouding van maximum 5 pct. kosten). 13.3. Minimale verworven reserves van het "overkoepelende plan" (luik 3) De aangeslotenen die reeds onder het toepassingsgebied van het NPCHA vielen vóór 1 januari 2005, hebben voor de loopbaan gepresteerd na december 2004 minstens recht : - Op het vestigingskapitaal van het verschil tussen de twee volgende renten : (1) de rente die, volgens de tabel vermeld in het punt 11.3., overeenstemt met de loopbaan gepresteerd op moment van de berekening voor de actieve aangeslotenen en op moment van uittreding voor de uitgetreden aangeslotenen; (2) de rente die, volgens de tabel vermeld in het punt 11.3., overeenstemt met de loopbaan gepresteerd op 31 december 2004; - En in dit inbegrepen de rechten voortkomend uit de verschillende luiken voor de loopbaan gepresteerd na december 2004 (luik 2 "cash balance" en luik "vaste bijdragen").
Het vestigingskapitaal wordt bepaald volgens de technische basissen van het luik 1 "vaste prestaties", zijnde de sterftetafel "MR" voor de mannen en "FR" voor de vrouwen en een interestvoet van 6,00 pct..
De verworven reserves van het "overkoepelende plan" komen overeen met : - het vestigingskapitaal van het verschil tussen renten geactualiseerd volgens de actuariële regels hierboven bepaald onder punt 13.1. alinea 2; - verminderd met de reserves van twee van de basisdekkingen (luik 2 "cash balance" en luik "vaste bijdragen").
De verworven prestaties van het "overkoepelende plan" komen overeen met : - het vestigingskapitaal van het verschil van renten; - verminderd met de verworven prestaties van twee van de basisdekkingen (luik 2 "cash balance" en luik "vaste bijdragen"). 13.4. Reeds vóór 31 december 2004 gepensioneerde werknemers (luik 4) De verworven reserves op een bepaald ogenblik zijn gelijk aan de geactualiseerde waarde van de toekomstige rentebetalingen, op basis van een interestvoet van 6,00 pct. en de sterftetafel "MR" voor de mannen en "FR" voor de vrouwen. 13.5. Verworven rechten in geval van uittreding van de aangeslotene uit de sector De aangeslotene heeft bij zijn uittreding, zijn pensionering, de vervroegde betaling van de prestaties vóór pensionering of in geval van opheffing van de pensioentoezegging, recht op de hierboven vermelde verworven reserves.
Voor het luik "cash balance" heeft hij recht op het hoogste van de verworven reserves en van de wettelijke rendementsgarantie, vastgelegd op de datum van de gebeurtenis. HOOFDSTUK VI. - Werking van de pensioentoezegging 1 4. Aanpassing van de rekeningen 14.1. Voor de individuele rekeningen De aanpassingen van de individuele rekeningen door de pensioeninstelling gebeuren elk trimester na ontvangst van de geïnformatiseerde databestanden van de inrichter en voor zover de daarin vermelde gegevens volledig en correct zijn.
De berekende bijdrage wordt als premie op de individuele rekeningen geplaatst met als waardedatum de eerste dag van de maand volgend op de meeste recente maand opgenomen in de geïnformatiseerde databestanden van de inrichter. 14.2. Voor de collectieve rekeningen Het financieringsfonds wordt maandelijks gestijfd op basis van de maandelijkse voorschotten op de bijdragen, met als doel de voorfinanciering bedoeld in artikel 19.
Het collectief fonds wordt jaarlijks aangepast op basis van de gestorte bedragen en van de controle van de dekking van de verworven rechten, met waardedatum 1 januari van het jaar. 15. Rechten op rekeningen 15.1. Voorschotten op polis en inpandgeving De individuele en collectieve rekeningen geven geen recht op voorschotten, noch op inpandgevingen. 15.2. Vervroegde uitkering De uitgetreden aangeslotene heeft de mogelijkheid om in de volgende omstandigheden de uitkering van zijn voordelen vóór zijn pensionering te vragen : - Vanaf het moment dat hij voldoet aan de voorwaarden om zijn, al dan niet vervroegd, wettelijk rustpensioen van loontrekkende te genieten; - Indien hij in aanmerking komt voor de overgangsbepalingen voorzien door de wet betreffende de aanvullende pensioenen (voor de aangeslotenen geboren in 1958 of ervoor, vanaf 60 jaar, voor de aangeslotenen geboren in 1959, vanaf 61 jaar, voor de aangeslotenen geboren in 1960, vanaf 62 jaar, voor de aangeslotenen geboren in 1961, vanaf 63 jaar); - Vanaf de leeftijd 60 jaar, indien hij ten vroegste op de leeftijd van 55 jaar ontslagen wordt met het oog op de aanvang van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van een herstructureringsplan opgemaakt en gecommuniceerd aan de regionale of federale minister van werk vóór 1 oktober 2015.
De uitbetaling van de verworven rechten kan niet worden opgevraagd zolang de aangeslotene erkend is als havenarbeider of ingeschreven is als vakman of logistieke werknemer met veiligheidscertificaat, behalve op 65 jaar indien hij ervoor kiest om zijn pensionering niet aan te vragen. Voor de individuele rekeningen van het type "Uitgesteld kapitaal zonder terugbetaling van het spaartegoed" (UKZT), alsook de voordelen gefinancierd door het collectief fonds moet bovendien één van de twee volgende voorwaarden vervuld zijn : - De aangeslotene heeft zijn aanvraag van vereffening bij de pensioeninstelling ingediend ter gelegenheid van zijn vervroegde pensionering of binnen de daaropvolgende maand; - De aangeslotene heeft zijn aanvraag van vereffening bij de pensioeninstelling ingediend meer dan één maand na zijn vervroegde pensionering maar ten minste 6 maanden vóór de gewenste aanvangsdatum van de afkoop.
Er is geen afkooprecht voor de lijfrenten. 16. Begunstigden 16.1. Prestatie in geval van leven De prestaties bij leven voortvloeiende uit het sectoraal pensioenstelsel worden verplicht uitbetaald door de pensioeninstelling op het moment van de pensionering van de aangeslotene. De pensionering betekent de effectieve ingang van het wettelijk rustpensioen van de aangeslotene in het stelsel van de werknemers. De pensioeninstelling wordt op de hoogte gebracht van de ingang van het wettelijk pensioen van de aangeslotene door de vzw Sigedis.
De begunstigde(n) van de voordelen in geval van leven van de aangeslotene op het moment van de pensionering zijn de aangeslotenen. 16.2. Prestatie in geval van overlijden van de aangeslotene vóór zijn pensionering (in het voortkomende geval van dekking bij overlijden) In geval van overlijden van de aangeslotene vóór zijn pensionering, worden, ongeacht de oorzaak, de omstandigheden of de plaats van het overlijden, de prestaties uitgekeerd aan de begunstigde(n) op basis van de volgende rangorde zoals die voorzien is in het pensioenreglement.
De voorziening bij overlijden dient aan de volgende begunstigde(n) uitbetaald te worden : - de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner; - bij ontstentenis, de door de aangeslotene aangeduide begunstigde; - bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene, in gelijke delen; - bij ontstentenis, het financieringsfonds van het pensioenplan.
De aanduiding van de natuurlijke persoon of de personen als begunstigde bij overlijden waarin het pensioenreglement voorziet, dient aan de pensioeninstelling te worden meegedeeld door de aangeslotene via het formulier "Aanduiding van afwijking begunstigde".
Na invulling en ondertekening maakt de aangeslotene dit formulier aan de pensioeninstelling over bij aangetekend schrijven.
In zoverre er geen schriftelijke aanvaarding van begunstiging is, kan de aanduiding van de begunstigde worden herroepen. Deze herroeping dient volgens dezelfde procedure als hoger vermeld te worden gedaan, behalve indien de aangeslotene in het huwelijk treedt of een verklaring van wettelijke samenwoning aflegt, in welk geval de herroeping automatisch gebeurt. 17. Uitbetalingsvorm en uitbetaling van de voordelen 17.1. Uitbetalingsvorm van de voordelen Zowel het voordeel bij leven als het voordeel bij overlijden worden in kapitaal uitbetaald.
De aangeslotene of, in geval van overlijden, zijn rechthebbende(n) heeft (hebben) evenwel het recht om de omvorming van het kapitaal in een rente te vragen. - Van het recht om een uitkering in rente in plaats van in kapitaal te vragen, wordt de aangeslotene door de pensioeninstelling in kennis gesteld 2 maanden vóór de pensionering. In geval van pensionering van de aangeslotene vóór de wettelijke pensioenleeftijd brengt de pensioeninstelling de aangeslotene van dit recht op de hoogte binnen de 2 weken nadat de pensioeninstelling door de aangeslotene van de pensionering vóór de wettelijke pensioenleeftijd op de hoogte is gebracht.
In geval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensionering brengt de pensioeninstelling de begunstigde(n) van dit recht op de hoogte binnen de 2 weken nadat de pensioeninstelling door de begunstigde(n) van het overlijden schriftelijk in kennis werd gesteld; - De omvorming in rente is evenwel niet mogelijk indien het jaarlijkse bedrag van de te betalen rente niet meer bedraagt dan 500,00 EUR bruto. Dit bedrag van 500,00 EUR bruto wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Opdat de uitkering in rente zou gebeuren, dient (dienen) de aangeslotene of de begunstigde(n) de keuze voor een uitkering in rente aan te duiden op het aangifteformulier zoals voorzien in punt 17.2. van dit artikel. Bij gebreke aan deze schriftelijke aanduiding van keuze gebeurt de uitkering aan de aangeslotene of aan de begunstigde(n) in kapitaal. - Indien de aangeslotene of de begunstigde(n) zou(den) kiezen voor de omvorming van het kapitaal in rente, dan voert de pensioeninstelling de berekening van de omvorming van kapitaal in rente uit en past hiervoor de technische grondslagen toe die bij de pensioeninstelling van kracht zijn op de datum van de omvorming, zoals bepaald in artikel 3.3. van de verzekeringsovereenkomst. Indien het aldus berekende bedrag lager zou liggen dan de wettelijke minimumrente waarop de aangeslotene of de begunstigde(n) recht heeft (hebben) overeenkomstig artikel 19 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, dan is dit verschil ten laste van de inrichter. - Voor een uitkering bij leven, wordt de omvorming van het kapitaal in rente op de volgende basissen geregeld : i) bij elke jaarlijkse verjaardag van de aanvang van de rente, wordt deze laatste geherwaardeerd ten belope van maximum 2 pct.van zijn bedrag; ii) indien de aangeslotene gehuwd of wettelijke samenwonend is, wordt de rente opgemaakt op 2 hoofden, met overdraagbaarheid van maximum 80 pct. op het hoofd van de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner. - Bij omvorming in rente wordt de rente beheerd op een individuele rekening die blijft deel uitmaken van de pensioentoezegging en van de groepsverzekering.
Indien de vereffening van de individuele rekeningen gebeurt in rente, zijn de volgende bepalingen van toepassing : - Om haar verplichting na te komen, kan de pensioeninstelling op elke rentetermijnvervaldag een getuigschrift van leven van de begunstigde van de rente of een gelijkwaardig bewijs vragen; - Het recht op de bij overlijden verzekerde rente gaat in op de eerste dag van de maand waarin de aangeslotene is overleden; - De rente-uitkeringen zijn betaalbaar per maandelijkse termijnen achteraf, tot en met de rentetermijnvervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de rentegenieter. 17.2. Uitbetaling van de voordelen bij leven A. Aanvraag : Om van het voordeel bij leven te kunnen genieten, dient de aangeslotene het aangifteformulier, ingevuld en ondertekend, aan de pensioeninstelling over te maken, vergezeld van de volgende documenten : - een recto verso fotokopie van de identiteitskaart; - een kopie van de bankkaart; - een bewijs afkomstig van de Federale Pensioendienst (FPD) van de pensionering van de aangeslotene in het stelsel van de loontrekkenden of een bewijs dat de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om een vereffening vóór de pensionering te genieten; - indien de aangeslotene onder een regime van onbekwaamheid of onder gerechtelijke bescherming is geplaatst, een officieel document waarin de naam, de hoedanigheid en het adres van de wettelijke vertegenwoordiger(s) vermeld staan, alsook een attest van de bank dat aangeeft dat de rekening begunstigde geopend is op naam van de onbekwame en dat deze rekening geblokkeerd is tot het opheffen van de onbekwaamheid; - voor de aangeslotene die, vanaf 55 jaar, is toegetreden tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten inzake SWT binnen het Paritair Subcomité voor de Haven van Antwerpen, die de uitbetaling vraagt vóór de wettelijke pensioenleeftijd op basis van een overgangsmaatregel voorzien in artikel 63/3 van de wet betreffende de aanvullende pensioenen (dat is SWT in het kader van een herstructureringsplan opgemaakt en gecommuniceerd aan de regionale en federale minister van werk vóór 1 oktober 2015), een bewijs dat de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om een vereffening vóór de pensionering te genieten, voor zover de pensioeninstelling de informatie van deze documenten al niet in zijn bezit had.
De inrichter deelt de gegevens betreffende de eventuele ontbrekende maanden mee, voor zover deze gekend zijn.
B. Uitkering : Na de ontvangst van het formulier en de bijhorende documenten gaat de pensioeninstelling over tot de berekening van de bijdrage op basis van de bepalingen in artikel 17.4..
De bijkomende bijdragen nodig voor de opbouw van de uitkering worden op de individuele rekening geplaatst.
De pensioeninstelling gaat over tot de uitbetaling van de prestaties aan de aangeslotene volgens de aanduiding van zijn keuze voor een uitkering in kapitaal, dan wel in rente.
De pensioeninstelling bezorgt aan de aangeslotene een vereffeningsafrekening met de vermelding van de bruto en netto bedragen van het kapitaal of van de rente, alsook van de fiscale en parafiscale inhoudingen die door de pensioeninstelling worden verricht.
C. Informatie van de inrichter : Maandelijks stelt de pensioeninstelling de inrichter in kennis van de uitbetalingen verricht in de voorgaande maand.
D. Overgangsmaatregel : De voordelen bij leven zijn in principe betaalbaar vanaf 1 januari 2012, maar ten vroegste drie maanden na de ontvangst van het eerste geïnformatiseerd databestand van de inrichter.
De rente-uitkeringen blijven ten laste van de IBP Havenarbeiders Antwerpen tot 31 maart 2012, en zijn als gevolg daarvan betaalbaar door de pensioeninstelling voor de eerste keer in juni 2012. 17.3. Uitbetaling van de voordelen bij overlijden (in het voortkomende geval van dekking bij overlijden) A. Aanvraag : Opdat de pensioeninstelling tot de uitkering zou kunnen overgaan, dient (dienen) de begunstigde(n) het aangifteformulier, ingevuld en ondertekend, aan de pensioeninstelling over te maken, vergezeld van de volgende documenten : - een uittreksel uit de overlijdensakte; - een recto verso fotokopie van de identiteitskaart van de begunstigde(n); - een kopie van de bankkaart van de begunstigde(n); - indien de prestatie gestort wordt aan een minderjarige of aan een persoon die onder een regime van onbekwaamheid of onder gerechtelijke bescherming is geplaatst, een officieel document waarin de naam, de hoedanigheid en het adres van de wettelijke vertegenwoordiger(s) vermeld staan, alsook een attest van de bank dat aangeeft dat de rekening begunstigde geopend is op naam van de minderjarige of de onbekwame en dat deze rekening geblokkeerd is tot de meerderjarigheid of het opheffen van de onbekwaamheid; - een attest of een akte van erfopvolging die de hoedanigheid en de rechten van de begunstigde(n) vermeldt; indien geen aanwijzing bij naam van de begunstigde(n) gebeurde en de begunstigde niet de langstlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner is, voor zover de pensioeninstelling de informatie van deze documenten al niet in zijn bezit had.
De inrichter deelt de gegevens betreffende de eventuele ontbrekende maanden mee, voor zover deze gekend zijn.
De pensioeninstelling kan aan de begunstigde(n) desgevallend bijkomende documenten vragen die zij nodig heeft om tot de uitkering te kunnen overgaan.
B. Uitkering : Na de ontvangst van het formulier en de bijhorende documenten gaat de pensioeninstelling over tot de berekening van de bijdrage op basis van de bepalingen in artikel 17.4..
De bijkomende bijdragen nodig voor de opbouw van de uitkering worden op de individuele rekening geplaatst.
De pensioeninstelling gaat over tot de uitbetaling van de prestaties bij overlijden aan de begunstigde(n) volgens de aanduiding van zijn keuze voor een uitkering in kapitaal, dan wel in rente.
De pensioeninstelling bezorgt aan de begunstigde(n) een vereffeningsafrekening met de vermelding van de bruto en netto bedragen van het kapitaal of van de rente, alsook de fiscale en de parafiscale inhoudingen die door de pensioeninstelling worden verricht.
C. Informatie van de inrichter : Maandelijks stelt de pensioeninstelling de inrichter in kennis van de uitbetalingen verricht in de voorgaande maand.
D. Overgangsmaatregel : De voordelen bij overlijden zijn in principe betaalbaar vanaf 1 januari 2012, maar ten vroegste drie maanden na de ontvangst van het eerste geïnformatiseerd databestand van de inrichter. 17.4. Berekening van de premie op het ogenblik van de uitbetaling van de voordelen Indien de loongegevens betreffende maanden voorafgaand aan de uitbetaling bij pensionering, de vervroegde betaling van prestaties wanneer dit mogelijk is, het overlijden of de overdracht van verworven reserves in geval van uittreding van de aangeslotene ontbreken, neemt de inrichter alle nodige maatregelen om de ontbrekende gegevens te bekomen en deze mee te delen aan de pensioeninstelling.
De ontbrekende bijdrage wordt als premie op de individuele rekening geplaatst. 18. Uittreding van de aangeslotene Via de geïnformatiseerde databestanden brengt de inrichter de pensioeninstelling op de hoogte van de uittreding van de aangeslotene. 18.1. Procedure Bij de beëindiging van de erkenning als havenarbeider of van de inschrijving als vakman of logistieke werknemer met veiligheidscertificaat, is de inrichter verantwoordelijk om de pensioeninstelling op de hoogte te brengen. Driemaandelijks verwerkt de pensioeninstelling de uittredingen, op basis van de gegevens meegedeeld door de inrichter.
De aangeslotene kan ook zelf de pensioeninstelling schriftelijk in kennis stellen van zijn uittreding.
Binnen de 30 dagen na deze mededeling, deelt de pensioeninstelling aan de aangeslotene het bedrag van de verworven prestaties, de verworven reserves, de wettelijke rendementsgarantie en de verschillende keuzemogelijkheden waarover de aangeslotene beschikt, mee.
De aangeslotene beschikt eveneens over 30 dagen om de pensioeninstelling de bestemming van de verworven reserves schriftelijk mee te delen. De aangeslotene heeft de keuze tussen de volgende mogelijkheden : 1. Zijn verworven reserves, eventueel verhoogd tot het bedrag van de wettelijke rendementsgarantie, bij de pensioeninstelling laten, a) zonder wijziging van de pensioentoezegging (met behoud van de verworven prestaties) conform het huidige pensioenreglement;b) voor de aangeslotene die de verzekeringscombinatie "Uitgesteld kapitaal zonder terugbetaling van een spaartegoed" (UKZT) heeft gekozen, met een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves.In dat geval worden de verworven prestaties herberekend op basis van de verworven reserves om rekening te houden met de overlijdensdekking. De begunstigden bij overlijden zijn die welke vermeld staan in het pensioenreglement of die welke de aangeslotene heeft aangeduid in het kader van de overlijdensdekking van de pensioentoezegging; 2. Kosteloos zijn verworven reserves, eventueel verhoogd tot het bedrag van de wettelijke rendementsgarantie, overdragen naar de pensioeninstelling van zijn nieuwe inrichter, voor zover hij/zij aangesloten is bij de pensioentoezegging van deze inrichter.Deze overdracht kan gebeuren ofwel naar deze pensioentoezegging, ofwel naar het contract "Onthaalstructuur" conform het pensioenreglement van de nieuwe inrichter; 3. Zijn verworven reserves, eventueel verhoogd tot het bedrag van de wettelijke rendementsgarantie, overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst verdeelt onder de aangeslotenen en de kosten beperkt volgens de door de Koning bepaalde regels. 18.2. Overdracht van de verworven reserves Wanneer de aangeslotene kiest voor de overdracht van zijn reserves, voert de pensioeninstelling deze overdracht uit binnen 30 dagen volgend op de datum waarop zij van de beslissing van de aangeslotene in kennis werd gesteld. Bij overschrijding van deze termijn worden de overgedragen reserves verhoogd met de wettelijke intresten voor de periode van overschrijding.
Zonder schriftelijke beslissing van de aangeslotene meegedeeld aan de pensioeninstelling binnen de voormelde termijn van 30 dagen, worden de verworven reserves bij de pensioeninstelling in het huidige pensioenreglement behouden zonder wijziging van de pensioentoezegging.
De aangeslotene behoudt de mogelijkheid om een overlijdensdekking te vragen die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves, en dit binnen een termijn van 12 maanden na de mededeling van de pensioeninstelling (optie 1, b)).
De aangeslotene behoudt ook altijd de mogelijkheid om later alsnog de overdracht van zijn reserves te vragen naar een pensioeninstelling bedoeld in punten 2 en 3.
Ongeacht de beslissing van de aangeslotene mag op het ogenblik van de uittreding geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelneming te zijnen laste worden gelegd, noch van zijn verworven reserves worden afgetrokken. 18.3. Overlijden van de aangeslotene na zijn uittreding Indien na de uittreding, de reserves van de aangeslotene verder beheerd worden door de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioentoezegging, worden de dekkingen bij overlijden opgezegd of premievrij gemaakt, zonder afbreuk te doen aan het recht voor de aangeslotene om een overlijdensdekking te vragen die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves (conform optie 1, b) hierboven).
Echter, indien de aangeslotene overlijdt in de 3 maanden die volgen op zijn uittreding, zonder vooraf aan de pensioeninstelling zijn beslissing betreffende het lot van zijn verworven reserves te hebben meegedeeld, zal de pensioeninstelling aan de begunstigden van de aangeslotene een prestatie overlijden storten waarvan het bedrag minstens overeenstemt met de verworven reserves berekend op de datum van de uittreding. 19. Financieringsfonds 19.1. Principe Er wordt bij de pensioeninstelling een financieringsfonds opgericht met het oog op het financieren van de lasten van de inrichter voortvloeiende uit het onderhavige pensioenreglement. Het financieringsfonds dekt alle aangeslotenen en alle luiken van de pensioentoezegging.
Dit financieringsfonds wordt door de pensioeninstelling als een wiskundige inventarisreserve beheerd.
Het financieringsfonds maakt integraal deel uit van de groepsverzekering en is daardoor onderworpen aan de wettelijke bepalingen die de groepsverzekering reglementeren. 19.2. Financiering Het financieringsfonds wordt gefinancierd door : - de maandelijkse voorschotten op de premie, bedoeld in artikel 3.2., 2de alinea van dit reglement; - de dotaties van de inrichter bestemd om de activa van het financieringsfonds aan te vullen, overeenkomstig de regels hierna beschreven onder punt 19.3.; - het financiële rendement voortvloeiende uit het financiële beheer van het financieringsfonds.
Het financieringsfonds wordt belegd in hetzelfde fonds (gescheiden beheer van activa) als de individuele rekeningen en het collectief fonds, en geniet uitsluitend van het rendement voortkomend uit het beheer van het financieringsfonds.
De stortingen in het financieringsfonds zijn onderworpen aan de eventuele fiscale lasten en de door de pensioeninstelling aangerekende beheerstoeslagen. 19.3. Voorfinanciering Om een financieringstype en een budget te behouden die vergelijkbaar zijn met deze die vóór 1 januari 2012 bestonden, maakt de groepsverzekering gebruik van de techniek van voorfinanciering via een actief financieringsfonds, in aanvulling op het collectief fonds.
De jaarlijkse werkgeversdotatie aan het financieringsfonds bedraagt : - het budget bepaald in artikel 7.3. gebaseerd op de lonen van alle aangeslotenen, die vóór of na 1 januari 2005 toegetreden zijn; - verminderd met de patronale sociale zekerheidsbijdrage op het aanvullende pensioen, de kost van het solidariteitsluik en de eventuele fiscale en parafiscale lasten op de pensioenbijdragen; - verminderd nog met de bijdragen en dotaties voor alle aangeslotenen, volgens artikelen 8 en 12.
Deze dotatie dient op een prospectieve basis gegrond te worden, met als doel een nivellering van de lasten in de toekomst. Mocht deze premie op een bepaald moment niet hoog genoeg zijn om de toekomstige lasten te dekken, dan zal de pensioeninstelling het financieringsniveau herzien aan de hand van de meeste recente hypothesen. 19.4. Bestemming Het financieringsfonds kan voor volgende doeleinden gebruikt worden : - de financiering van het tekort, indien de totale bijdragen en aanverwante lasten voor een periode hoger zou zijn dan het budget bepaald in artikel 7.3.; - de betaling van de wettelijke rendementsgarantie die niet gedekt is door de individuele rekeningen; - de betaling van de wettelijke minimale rente die niet gedekt is door de individuele rekeningen; - een herwaardering van de ingegane pensioenen (renten van de gepensioneerde vóór 31 december 2004, luik 4 van artikel 11) indien de financiering van hun indexaties door het solidariteitsluik onvoldoende zou zijn; - de financiering van eventuele nieuwe aanvullende verbintenissen ten voordele van alle aangeslotenen. 19.5. Vereffening Indien het financieringsfonds zou moeten worden opgesplitst, zal deze opsplitsing gebeuren naar rato van de verworven reserves waarop de splitsing betrekking heeft, en in voorkomend geval de vestigingskapitalen van de lopende rentes.
Het financieringsfonds mag noch geheel, noch gedeeltelijk terug in het vermogen van de inrichter worden opgenomen.
In geval van definitieve beëindiging van de groepsverzekering, of ingeval van het verdwijnen van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de bedragen die niet langer nodig zijn voor het beheer van de groepsverzekering aangewend : - zoals voorzien in een collectieve sectorale arbeidsovereenkomst (koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de aanvullende pensioenen, artikel 14-4); - en bij gebrek, voor een toekenning aan de individuele rekeningen van de aangeslotenen naar rato van hun verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag van de wettelijke rendementsgarantie. 20. Collectief fonds 20.1. Principes Naast het financieringsfonds wordt er een collectief fonds opgericht bij de pensioeninstelling met het oog op het financieren van de lasten van de inrichter voortvloeiend uit de luiken "vaste prestaties" (luiken 1 en 3 van artikel 11) en uit de renten van de gepensioneerde vóór 31 december 2004 (luik 4 van artikel 11) van het pensioenreglement.
De collectieve rekening wordt uitgegeven in de verzekeringscombinatie "collectieve kapitalisatie", met een onbeperkte duur, en wordt door de pensioeninstelling als een wiskundige inventarisreserve beheerd.
Het collectief fonds maakt integraal deel uit van de groepsverzekering en is daardoor onderworpen aan de wettelijke bepalingen die de groepsverzekering reglementeren. 20.2. Werking en financiering De regels van toepassing voor onderhavig plan worden in artikelen 12 en 13 beschreven. 20.3. Vereffening De regels met betrekking tot vereffening van toepassing op het financieringsfonds, vermeld in punt 19.5., zijn ook van toepassing op het collectief fonds. Bij opsplitsing van het fonds, dient de verdeling te gebeuren tussen de aangeslotenen in dienst vóór 1 januari 2005.
Bovendien zal de pensioeninstelling, in geval van opheffing van het plan, een vergelijking tussen de verworven rechten en de reeds opgebouwde reserves van het collectief fonds opmaken, en zal de inrichter het eventuele tekort dekken, volgens de bepalingen van artikel 12.1.. 21. Niet-betaling van de bijdragen 21.1. Procedure Alle bijdragen die in uitvoering van het huidige pensioenreglement verschuldigd zijn, dienen door de inrichter aan de pensioeninstelling te worden gestort binnen de daartoe voorziene termijnen, zoals bepaald in punt 3.2. van artikel 3.
In geval van niet-betaling van deze bijdragen wordt de inrichter, ten vroegste 30 dagen na het verstrijken van deze termijnen, bij aangetekende brief door de pensioeninstelling in gebreke gesteld waarbij de inrichter op de gevolgen van de niet-betaling van de bijdragen binnen de bepaalde termijn wordt gewezen.
Indien binnen de 30 dagen na deze ingebrekestelling de inrichter niet overgaat tot betaling van de ontbrekende bedragen, dan zal de pensioeninstelling binnen de daarop volgende 30 dagen iedere actieve aangeslotene van deze niet-betaling bij gewone brief in kennis stellen. 21.2. Gevolgen voor de individuele rekeningen De individuele rekeningen worden premievrij gemaakt. Zij blijven verder onderworpen aan het onderhavige pensioenreglement en delen verder in de winst.
Zij zullen slechts opnieuw worden gestijfd wanneer de inrichter aan de pensioeninstelling alle verschuldigde bijdragen, die nodig zijn om op de individuele rekeningen te plaatsen, voldaan heeft. 21.3. Terug in werking stellen van de individuele rekeningen De inrichter mag vragen dat de individuele rekeningen die wegens de niet-betaling van de voorschotten en de bijdragen premievrij werden gemaakt, terug in werking worden gesteld.
Iedere terug inwerkingstelling die meer dan 3 jaar na de datum van de premievrijmaking van de individuele rekeningen wordt gevraagd, is onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de pensioeninstelling.
Het terug in werking stellen van de individuele rekeningen gebeurt door de bijdragen aan te passen rekening houdend met de theoretische afkoopwaarde van de individuele rekeningen op het ogenblik van het terug in werking stellen. 22. Contract "Onthaalstructuur" 22.1. Bestemming Er wordt een contract "Onthaalstructuur" georganiseerd bij de pensioeninstelling.
Het contract "Onthaalstructuur" wordt opgezet om de inkomende reserves te ontvangen die de aangeslotenen hebben opgebouwd krachtens een aanvullend pensioenstelsel of een pensioenovereenkomst van hun vorige werkgever (buiten de sector) en die, bij hun toetreding tot deze pensioentoezegging, kiezen voor de overdracht van hun verworven reserves naar de pensioeninstelling die de pensioentoezegging van het NPCHA uitvoert.
Voor elke aangeslotene die de overdracht van zijn reserves bij zijn vorige werkgever heeft gevraagd, wordt door de pensioeninstelling voorzien in : - een rekening voor de reserves voortkomend uit de bijdragen ten laste van hun vorige werkgever; - een rekening voor de reserves voortkomend uit de verplichte persoonlijke bijdragen ingehouden door hun vorige werkgever. 22.2. Voorwaarden Het contract "Onthaalstructuur" is een verzekeringscontract verschillend van de groepsverzekering die de pensioentoezegging uitvoert.
Het contract "Onthaalstructuur" wordt beheerd in het kader van het algemeen fonds ("Main Fund") - tak 21 van de pensioeninstelling.
De individuele rekeningen worden uitgegeven in de verzekeringscombinatie "Uitgesteld kapitaal met terugbetaling van het spaartegoed" (UKMS), die voorziet in de storting van een kapitaal in geval van leven op het ogenblik van de afloop van het contract of een kapitaal betaalbaar aan de begunstigde(n) gelijk aan de theoretische afkoopwaarde in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de afloop.
De afloop van deze contracten is vastgesteld op de 65 jaar van de aangeslotenen.
Bij zijn voortijdig overlijden zullen de reserves aan de begunstigde(n) vermeld in artikel 16 worden uitgekeerd. 22.3. Ingebrachte reserves overgedragen van de IBP Havenarbeiders Antwerpen Elke aangeslotene kon reserves inbrengen opgebouwd bij een vorige inrichter in het kader van aanvullende pensioenopbouw. Deze reserves werden op een aparte, persoonlijke rekening gezet, onder de verzekeringsvorm "Uitgesteld kapitaal met terugbetaling van het spaartegoed" (UKMS) en werden gekapitaliseerd aan het rendement van het beleggingsfonds van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening.
Deze rekeningen worden overgedragen zonder instapkosten naar de hierboven vermelde onthaalstructuur. 23. Persoonlijke stortingen Er bestaat geen mogelijkheid bij de pensioeninstelling tot het onderschrijven van een facultatieve persoonlijke overeenkomst in het kader van de groepsverzekering.24. Jaarlijkse informatie aan de aangeslotenen Met het oog op het correct informeren van de aangeslotenen betreffende de uitvoering van de pensioentoezegging en de voordelen die eruit voortvloeien, stelt de pensioeninstelling jaarlijks per aangeslotene die nog niet is uitgetreden een pensioenfiche op, waarop onder meer het bedrag van de verworven reserves op 1 januari van het betrokken jaar en het bedrag van de verworven prestaties op 1 januari van het betrokken jaar worden vermeld. De pensioenfiches worden door de pensioeninstelling opgesteld voor elke aangeslotene die nog niet is uitgetreden en worden via de inrichter aan de betrokkene aangeslotenen gecommuniceerd.
Bovendien stelt de pensioeninstelling jaarlijks de volgende documenten ter beschikking van de inrichter die ze op hun eenvoudig verzoek aan de aangeslotenen zal bezorgen : - een beheersverslag van de pensioentoezegging (genaamd "transparantieverslag"); - een verklaring betreffende de basisprincipes van haar beleggingsbeleid; - de jaarrekeningen en jaarverslagen van de pensioeninstelling alsook, in voorkomend geval, die met betrekking tot de pensioentoezegging. HOOFDSTUK VII. - Diverse bepalingen 2 5. Toezichtscomité Er wordt een toezichtscomité opgericht dat is samengesteld uit de effectieve leden van de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid "Fonds voor bestaanszekerheid voor de solidariteitstoezegging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel". Dit toezichtscomité ziet toe op de uitvoering van de pensioentoezegging en wordt in het bezit gesteld van het transparantieverslag en van de verklaring inzake de beleggingsbeginselen, zoals bedoeld in artikel 24, nog vóór de mededeling ervan aan de inrichter. 26. Beëindiging of wijziging van de sectorale pensioentoezegging Het pensioenreglement kan enkel gewijzigd of opgezegd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten binnen het NPCHA. Een wijziging of stopzetting van het pensioenreglement brengt op zich geen wijziging of stopzetting van de groepsverzekeringsovereenkomst tussen de inrichter en AXA Belgium met zich mee. Hiertoe is een uitdrukkelijke wijziging of stopzetting van de groepsverzekeringsovereenkomst vereist. 27. Fiscale bepalingen 27.1. Overeenkomstig artikel 59 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, mag het pensioen voortvloeiende uit het sectorale pensioenstelsel, winstdeling inbegrepen, vermeerderd met : - het wettelijk pensioen naar aanleiding van de pensionering; - de andere buitenwettelijke uitkeringen van dezelfde aard, doch met uitzondering van de individuele levensverzekering en het pensioensparen, uitgedrukt in jaarlijkse renten, niet meer bedragen dan 80 pct. van de laatste normale bruto jaarbezoldiging, rekening houdend met een normale duurtijd van de beroepsactiviteit.
De normale duurtijd van de beroepsactiviteit is op 40 jaar vastgesteld.
De laatste normale bruto jaarbezoldiging is de bruto jaarbezoldiging die, gelet op de vorige bezoldigingen van de aangeslotene, als normaal kan worden beschouwd en die hem betaald of toegekend werd gedurende het laatste jaar vóór zijn oppensioenstelling waarin hij een normale beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.
Bij wijziging van deze fiscale bepalingen, zullen de nieuwe wettelijke bepalingen terzake van toepassing zijn. 27.2. Overeenkomstig artikel 171 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen genieten de prestaties uitgekeerd in kapitaal van een afzonderlijke aanslag in de personenbelasting. De belastingvoet varieert in functie van de aard van de prestatie (pensioen/overlijden), de oorsprong van de financiering en de leeftijd van de aangeslotene op het ogenblik van de toekenning van het kapitaal.
Indien de prestatie uitgekeerd wordt in een rente, wordt de netto prestatie van het kapitaal gestort op een rentecontract tegen storting met afstand van vestigingskapitaal. Een bedrag gelijk aan 3 pct. van de netto prestatie wordt dan in principe beschouwd als recurrent roerend inkomen (per jaar).
De winstdeelnemingen worden niet onderworpen aan de personenbelasting. 28. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 28.1. Hoofdmaatregelen De inrichter en de pensioeninstelling verbinden zich ertoe om de Europese Verordening 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (AVG) na te leven.
De inrichter en de pensioeninstelling erkennen en verklaren zich expliciet akkoord over het feit dat ze elk autonoom "verantwoordelijke voor de verwerking" zijn in de zin van artikel 4.7. van het AVG voor wat betreft de verwerking van de persoonsgegevens die hun eigen zijn.
Zij zullen de persoonsgegevens waarvan zij kennis krijgen in het kader van de uitvoering van onderhavig pensioenreglement slechts mogen verwerken in overeenstemming met het voorwerp van dit pensioenreglement.
De inrichter en de pensioeninstelling verbinden zich ertoe om de gegevens bij te werken, te verbeteren, alsook de onjuiste of overbodige gegevens te verwijderen, met uitzondering evenwel van de gegevens die van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid werden ontvangen en die niet mogen worden gewijzigd.
Zij zullen de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, het toevallige verlies, de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van de persoonsgegevens.
In geval van een vordering gebaseerd op een inbreuk op de wetgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ingesteld tegen de inrichter of de pensioeninstelling, verbinden de inrichter en de pensioeninstelling zich ertoe elkaar te vrijwaren, in zoverre geen van beide zelf een vordering heeft ingesteld. 28.2. Verwerkingen De meegedeelde gegevens mogen door de inrichter en de pensioeninstelling worden verwerkt in kader van de uitvoering van het huidige pensioenreglement, het beheer van de individuele rekeningen, alsook de uitbetaling van de voordelen.
Alle informatie zal met de grootste discretie worden behandeld en mag niet met het oog op direct marketing worden verwerkt.
Sectoraal solidariteitsreglement Bijlage aan het sectoraal sociaal aanvullend pensioenreglement ten gunste van de werknemers van het NPCHA 0. Preambule In uitvoering van de CAO van 6 december 2004 : - heeft de inrichter een stelsel van solidariteitsprestaties ingevoerd ten gunste van de werknemers die voldoen aan de definitie van "aangeslotene" in artikel 3, 11);en - heeft hij de uitvoering daarvan toevertrouwd aan de IBP Havenarbeiders Antwerpen.
Bij CAO van 21 december 2011 werd beslist : - om de uitvoering van het stelsel van solidariteitsprestaties te onttrekken aan de IBP Havenarbeiders Antwerpen en deze uitvoering toe te vertrouwen aan het FBZbis; en - om de IBP Havenarbeiders Antwerpen te ontbinden en vereffenen.
Rekening houdende met deze wijzigingen, wensen partijen het reglement aan te passen. 1. Doel en voorwerp van het stelsel van solidariteitsprestaties In uitvoering van de CAO van 6 december 2004 voert de inrichter een stelsel van solidariteitsprestaties in ten gunste van de werknemers die voldoen aan de definitie van "aangeslotene" in artikel 3, 11). Het doel van het reglement bestaat in het definiëren van de voorwaarden en modaliteiten van de solidariteitsprestaties, hierbij rekening houdend met de wettelijke verplichtingen.
Zowel het financiële en het administratieve beheer als de dekking van sommige risico's van dit stelsel van solidariteitsprestaties worden toevertrouwd aan het FBZbis. De modaliteiten hiervan zullen het voorwerp uitmaken van een "beheersovereenkomst" gesloten tussen de inrichter en het FBZbis rekening houdend met de principes van het reglement. 2. Werking in de tijd Het stelsel van solidariteitsprestaties vangt aan op 1 januari 2005. Het voortbestaan ervan gaat samen met het stelsel van aanvullend pensioen, zoals ingesteld bij de CAO van 6 december 2004. 3. Definities De in dit reglement gebruikte termen hebben dezelfde betekenis als de termen gebruikt in het sectoraal sociaal aanvullend pensioenreglement waarvan dit reglement een bijlage is, behoudens wanneer dit reglement een afwijkende definitie voorziet.1) CAO Collectieve arbeidsovereenkomst. 2) NPCHA Het Paritair Subcomité 301.01 voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd. 3) CEPA De werkgeversorganisatie "Centrale der Werkgevers aan de Haven van Antwerpen cvba", erkend door het koninklijk besluit van 4 september 1985, die in de hoedanigheid van lasthebber van de werkgevers alle verplichtingen vervult die krachtens de individuele en collectieve arbeidswetgeving en de sociale zekerheidswetgeving voortvloeien uit de tewerkstelling van havenarbeiders.4) De inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Compensatiefonds voor bestaanszekerheid -Haven van Antwerpen", met maatschappelijke zetel te Brouwersvliet 33, 2000 Antwerpen.5) Fonds voor bestaanszekerheid bis (FBZbis) Het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de solidariteitstoezegging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel" (afgekort FBZbis) ingericht bij de CAO van 21 december 2011 en met maatschappelijke zetel te Brouwersvliet 33, 2000 Antwerpen.6) De "IBP Havenarbeiders Antwerpen" Organisme voor de financiering van pensioenen naar Belgisch recht, toegelaten door de FSMA onder nummer 50574, pensioeninstelling die de pensioentoezegging en de solidariteitstoezegging van het NPCHA tot 31 december 2011 heeft uitgevoerd.7) Stelsel van aanvullend pensioen Het sectorale stelsel van aanvullend pensioen, ingericht bij de CAO van 6 december 2004, nadien gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 november 2005, 15 januari 2008, 14 januari 2009, 21 december 2011, 18 juni 2012, 26 mei 2014, 2 februari 2015, 10 oktober 2016, 12 december 2017 en 27 februari 2019.8) Solidariteitstoezegging Het sectorale stelsel van solidariteitsprestaties ingericht bij de CAO van 6 december 2004.9) Reglement Dit reglement alsook elk bijvoegsel of wijziging ervan.10) Werkgever Elke werkgever die arbeiders tewerkstelt vallende onder het toepassingsgebied van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van het NPCHA betreffende het sectorale solidariteitsstelsel, alsook - in voorkomend geval - van de collectieve arbeidsovereenkomst(en) tot wijziging en coördinatie van dit stelsel.11) Aangeslotene Elke werknemer die onder het toepassingsgebied valt van de CAO van 6 december 2004 gesloten in de schoot van het NPCHA, alsook de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het reglement.Sinds 1 januari 2016 kunnen de werknemers die gepensioneerd zijn en een beroepsactiviteit uitoefenen, niet genieten van een pensioentoezegging. Hierop geldt één uitzondering : de gepensioneerde werknemers die op 1 januari 2016 reeds aangesloten waren bij het sectoraal pensioenstelsel blijven aangesloten voor de verdere ononderbroken duur van hun arbeidsovereenkomst zoals van toepassing op 1 januari 2016. 12) Solidariteitsbijdrage Het bedrag, betaald door de inrichter aan het FBZbis, dat dient tot financiering van de solidariteitstoezegging.13) Solidariteitsfonds Stelsel van collectieve reserves binnen het FBZbis, dat wordt beheerd overeenkomstig de in het reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen.Dit stelsel wordt door het FBZbis volledig afzonderlijk van de eventuele andere activiteiten beheerd. 14) Referentieloon - Voor de gelijkgestelde periodes van werkloosheid : 66 pct.van het basisdagtaakloon van een havenarbeider algemeen werk; - Voor alle andere gelijkgestelde periodes : het basisdagtaakloon per beroepscategorie. 15) FSMA Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, verantwoordelijk voor de controle op de pensioeninstellingen en het toezicht op de sociale bepalingen van de WAP.16) WAP De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten.17) KB-Solidariteitsstelsel Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties.18) KB-Financiering van het solidariteitsstelsel Koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van een solidariteitstoezegging.19) Aangewezen actuaris De door de FSMA erkende actuaris aangeduid door het FBZbis die verantwoordelijk is voor de rapportering voorzien in artikel 5 van het KB-Financiering van het solidariteitsstelsel.20) Asset manager Financiële instelling(en) die het beleggingsbeleid van het FBZbis stu(urt)(ren) en uitvoer(t)(en) in navolging van het reglement.21) Risicotarief Dit tarief houdt rekening met de voorvalswetten van de hier te verzekeren waarborgen.4. Solidariteitstoezegging Er worden volgende solidariteitsprestaties voorzien : (1) De verdere financiering van het aanvullende pensioen tijdens : - de periodes van tijdelijke werkloosheid in de zin van de artikelen 49, 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de werkloosheid ten gevolge van overmacht, staking of lock-out of ten gevolge van een sluiting wegens jaarlijkse vakantie; - de periodes van onvrijwillige werkloosheid, zonder dat een ononderbroken periode van 12 maanden wordt overschreden. Vanaf 1 januari 2006 werd deze periode verlengd tot 24 maanden en vanaf 1 januari 2007 tot 36 maanden; - de vergoede periodes van primaire arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, bevallings- of zwangerschapsrust, en de periodes die worden gedekt door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte.
De verdere financiering van het aanvullend pensioen heeft betrekking op de bijdragen te storten op de individuele rekeningen ter uitvoering van het pensioenreglement van sectoraal stelsel van de haven van Antwerpen. (2) De indexering van lopende pensioenrenten of overlevingsrenten : Deze renten uitgekeerd in uitvoering van het aanvullend pensioenstelsel van het NPCHA worden jaarlijks en voor de eerste keer op 1 januari 2006 geïndexeerd volgens de stijging van de gemiddelde gezondheidsindex over de periode van oktober tot oktober volgens de onderstaande formule : Index oktober afgelopen jaar - index oktober jaar daarvoor Index oktober jaar daarvoor Het geheel van de solidariteitstoezeggingen is een middelenverbintenis.Dit wil zeggen dat de niveaus van de solidariteitsprestaties door de inrichter aan de bestaande en verwachte beschikbare middelen kunnen worden aangepast.
Dit gebeurt met het oog op het behouden van het financieel evenwicht, overeenkomstig de bepalingen van de WAP, het KB-Solidariteitsstelsel en het KB-Financiering van het solidariteitsstelsel en in overleg met de aangewezen actuaris van het FBZbis. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt bij de inrichter. 5. Solidariteitsfonds Het solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen. Indien een werkgever of werknemer om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van het NPCHA (zie artikel 3, punten 1, 10 en 11), kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het solidariteitsfonds.
Inkomsten van het solidariteitsfonds De inkomsten van het solidariteitsfonds bestaan uit : 1. een éénmalige dotatie afkomstig uit de IBP Havenarbeiders Antwerpen;2. de solidariteitsbijdrage Het bedrag nodig voor de financiering van de solidariteitstoezegging wordt berekend door de beheerder van het FBZbis op basis van statistische gegevens die door de inrichter ter beschikking worden gesteld om tot betekenisvolle resultaten te komen.De modaliteiten van deze benodigde statistische gegevens worden bepaald in de beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de beheerder van het FBZbis.
De solidariteitsbijdragen komen minstens overeen met 4,40 pct. van de stortingen voor het stelsel van het aanvullend pensioen.
De financiering zal rekening houden met mogelijke stijgingen van de kosten en het FBZbis kan reserves aanleggen om de kosten van de vergrijzing, fluctuaties van risico's, afwijkingen en dergelijke op te vangen; 3. de financiële opbrengsten van de activa van het solidariteitsfonds. Uitgaven van het solidariteitsfonds Het vermogen van het solidariteitsfonds wordt uitsluitend aangewend : - om de bij dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties uit te keren; - om de premies voor het aanvullend pensioen te financieren van de in het reglement bepaalde solidariteitsprestaties die door het FBZbis op basis van een risicotarief worden gedekt; - om de beheerskosten te betalen nodig voor het beheer van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en het FBZbis.
De solidariteitsprestaties worden beheerd overeenkomstig de bepalingen van het KB-Financiering van het solidariteitsstelsel. 6. Financieel evenwicht Ingeval de activa van het solidariteitsfonds niet langer toereikend zijn om aan de wettelijk verplichte voorzieningen en de schulden te voldoen, zal het FBZbis aan de FSMA een herstelplan voorleggen in het kader van artikel 6 van het KB-Financiering van het solidariteitsstelsel. Teneinde het financieel evenwicht te herstellen, kan de inrichter beslissen zijn bijdragen te verhogen of de solidariteitsprestaties te verminderen. In laatste instantie kan de inrichter beslissen de solidariteitstoezegging definitief stop te zetten en tot vereffening van het FBZbis over te gaan overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V van de statuten van het FBZbis. 7. Formaliteiten Wanneer volgens artikel 4 de aangeslotene recht heeft op solidariteitsprestaties, zal de inrichter het FBZbis hiervan verwittigen en de nodige gegevens daartoe meedelen zoals voorzien in de beheersovereenkomst waarvan sprake in artikel 1. De prestatie die betrekking heeft op de financiering van de bijdragen van het aanvullende pensioen zal op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene gestort worden.
De prestatie die betrekking heeft op de financiering van de indexaties van de renten zal in het collectieve fonds van de groepsverzekering ten voordele van de betrokken aangeslotenen gestort worden. 8. Diverse bepalingen De inrichter stelt aan de aangeslotene op eenvoudig verzoek de volledige tekst van het reglement ter beschikking.9. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Om het solidariteitsstelsel te beheren, verstrekt de inrichter de nodige persoonlijke gegevens aan het FBZbis. Het FBZbis behandelt deze gegevens vertrouwelijk en met het uitsluitend doel tot het beheren van het solidariteitsstelsel met uitsluiting van elk ander, al dan niet commercieel, oogmerk.
De inrichter en het FBZbis verbinden zich ertoe om de Europese Verordening 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (AVG) na te leven.
De inrichter en het FBZbis erkennen en verklaren zich expliciet akkoord over het feit dat ze elk autonoom "verantwoordelijke voor de verwerking" zijn in de zin van artikel 4.7. van het AVG voor wat betreft de verwerking van de persoonsgegevens die hun eigen zijn.
Zij zullen de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, het toevallige verlies, de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van de persoonsgegevens.
In geval van een vordering gebaseerd op een inbreuk op de wetgeving ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ingesteld tegen de inrichter of het FBZbis, verbinden de inrichter en het FBZbis zich ertoe elkaar te vrijwaren, in zoverre geen van beide zelf een vordering heeft ingesteld.
Iedere aangeslotene waarvan persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels schriftelijk verzoek aan het FBZbis met toevoeging van een kopie van de identiteitskaart. 10. Toepasselijk recht Op het reglement en alles dat ermee verband houdend is het Belgisch recht van toepassing.Eventuele geschillen tussen de partijen in dit verband behoren tot de bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Antwerpen. 11. Slotbepaling Het reglement wordt overeengekomen op basis van de thans gekende bepalingen en toepassingen van de WAP en haar uitvoeringsbesluiten. Het vangt aan op 1 januari 2019 en vervangt alle vorige reglementen.
Bijlage aan het sectoraal sociaal aanvullend pensioenreglement ten gunste van de werknemers van het NPCHA Bescherming van de persoonsgegevens in hoofde van de pensioeninstelling De betrokken personen zijn de aangeslotenen en alle fysieke personen waarvan de pensioeninstelling de persoonsgegevens heeft geregistreerd in het kader van de uitvoering van dit contract.
De aangeslotene informeert de begunstigde(n) bij naam aangeduid dat zijn/hun persoonsgegevens het voorwerp uitmaken van een verwerking (Verordening Gegevensbescherming).
Verantwoordelijke voor de verwerking AXA Belgium nv, met maatschappelijke zetel te Troonplein 1, 1000 Brussel, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0404.483.367 (hierna "de pensioeninstelling" genoemd).
Functionaris voor de gegevensbescherming De functionaris voor de gegevensbescherming van de pensioeninstelling kan gecontacteerd worden op de volgende adressen : per post : AXA Belgium - Data Protection Officer (TR1/884) Troonplein 1 1000 Brussel via e-mail : privacy@axa.be Doeleinden van de gegevensverwerking en bestemmelingen van de gegevens De persoonsgegevens die door de betrokkene zelf worden meegedeeld of die op legitieme wijze door de pensioeninstelling worden ontvangen van ondernemingen van de groep AXA, van ondernemingen die in relatie staan met deze ondernemingen, van de werkgever van de betrokkene of van derden, mogen door de pensioeninstelling verwerkt worden voor de volgende doeleinden : - Het beheer van het personenbestand : - dit zijn verwerkingen die uitgevoerd worden om de databases, in het bijzonder de identificatiegegevens, met betrekking tot alle natuurlijke en rechtspersonen die in relatie staan met de pensioeninstelling, samen te stellen en up-to-date te houden; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en voor de naleving van een wettelijke verplichting; - Het beheer van de verzekeringsovereenkomst : - dit betreft de verwerking die wordt uitgevoerd met het oog op de, al dan niet geautomatiseerde, aanvaarding of weigering van risico's vóór het sluiten van de verzekeringsovereenkomst of bij latere herwerkingen ervan; op de opmaak, bijwerking en beëindiging van de verzekeringsovereenkomst; op de, al dan niet geautomatiseerde, inning van de onbetaalde premies; op het beheer van de schadegevallen en de regeling van de verzekeringsprestaties; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en voor de naleving van een wettelijke verplichting; - De dienstverlening aan de klanten : - dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd in het kader van de digitale diensten die, bijkomend aan de verzekeringsovereenkomst, worden verleend aan de klanten (bijvoorbeeld de ontwikkeling van een digitale klantenzone); - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst en/of van deze bijkomende digitale diensten; - Het beheer van de relatie tussen de pensioeninstelling en de verzekeringstussenpersoon : - dit betreft verwerkingen uitgevoerd in het kader van de samenwerking tussen de pensioeninstelling en de verzekeringstussenpersoon; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de pensioeninstelling die bestaan uit de uitvoering van de overeenkomsten tussen de pensioeninstelling en de verzekeringstussenpersoon; - De opsporing, preventie en bestrijding van fraude : - dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd om, al dan niet op geautomatiseerde wijze, verzekeringsfraude op te sporen, te voorkomen en te bestrijden; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de pensioeninstelling die bestaan uit de vrijwaring van het technische en financiële evenwicht van het product, de tak of de verzekeringsmaatschappij zelf; - De bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme : - dit betreft verwerkingen die worden uitgevoerd om, al dan niet op geautomatiseerde wijze, het witwassen van geld en de financiering van terrorisme op te sporen, te voorkomen en te bestrijden; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van een wettelijke verplichting die de pensioeninstelling moet naleven; - Bewaking van de portefeuille : - dit betreft verwerkingen die uitgevoerd worden om, al dan niet op geautomatiseerde wijze, het technische en financiële evenwicht van de verzekeringsportefeuilles te controleren en in voorkomend geval te herstellen; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de pensioeninstelling die bestaan uit de vrijwaring of het herstel van het technische en financiële evenwicht van het product, de tak of de verzekeringsmaatschappij zelf; - Statistische studies : - dit betreft verwerkingen uitgevoerd door de pensioeninstelling of een derde met het oog op statistische studies voor diverse doeleinden, zoals aanvaarding van risico's en tarifering; - deze verwerkingen zijn noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van de pensioeninstelling die bestaan uit het maatschappelijke engagement, het streven naar efficiëntie en de verbetering van de kennis van haar vakgebieden;
In de mate dat de mededeling van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de hiervoor opgesomde doeleinden, mogen de persoonsgegevens meegedeeld worden aan andere ondernemingen van de AXA Groep en aan ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan (advocaten, experts, adviserende artsen, herverzekeraars, medeverzekeraars, verzekeringstussenpersonen, dienstverleners, andere verzekeringsmaatschappijen, vertegenwoordigers, follow-up bureaus voor tarifering, schaderegelingsbureaus, Datassur).
Deze gegevens mogen ook meegedeeld worden aan de controle-instanties, aan de bevoegde overheidsdiensten en aan elk ander overheids- of privéorganisme waarmee de pensioeninstelling persoonsgegevens kan uitwisselen in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving.
Als de betrokkene ook klant is van AXA Bank Belgium, mogen deze persoonsgegevens door de pensioeninstelling verwerkt worden in gezamenlijke bestanden met het oog op het beheer van het personenbestand, en meer bepaald het beheer en de update van de identificatiegegevens.
Overdracht van gegevens buiten de Europese Unie De andere ondernemingen van de AXA Groep, de ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan en aan wie de persoonsgegevens worden meegedeeld, kunnen zich zowel in de Europese Unie als erbuiten bevinden. In geval van overdracht van persoonsgegevens naar derden die zich buiten de Europese Unie bevinden, houdt de pensioeninstelling zich aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht zijn voor dergelijke overdrachten. De pensioeninstelling waarborgt namelijk een adequaat beschermingsniveau voor de aldus overgedragen persoonsgegevens, op basis van de door de Europese Commissie ingestelde alternatieve mechanismen, zoals de standaard contractuele voorwaarden of ook de bindende ondernemingsregels voor de AXA Groep in geval van overdrachten binnen de groep (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 2014, p. 78547).
De betrokkene kan van de door de pensioeninstelling getroffen maatregelen om persoonsgegevens te mogen overdragen buiten de Europese Unie een kopie verkrijgen door zijn aanvraag te sturen naar de pensioeninstelling op het hierna vermelde adres (paragraaf "Contact opnemen met de pensioeninstelling").
Gegevensbewaring De pensioeninstelling bewaart de persoonsgegevens die verzameld worden met betrekking tot de verzekeringsovereenkomst tijdens de hele duur van de contractuele relatie of van het beheer van de schadedossiers, met bijwerking ervan telkens de omstandigheden dit vereisen, dit verlengd met de wettelijke bewaartermijn of met de verjaringstermijn om het hoofd te kunnen bieden aan een vordering of eventueel verhaal, ingesteld na het einde van de contractuele relatie of na de afsluiting van het schadedossier.
De pensioeninstelling bewaart de persoonsgegevens met betrekking tot geweigerde offertes of offertes waaraan de pensioeninstelling geen gevolg heeft gegeven tot vijf jaar na de uitgifte van de offerte of de weigering om een contract af te sluiten.
Noodzaak om persoonsgegevens mee te delen De persoonsgegevens met betrekking tot de betrokkene die de pensioeninstelling vraagt om mee te delen, zijn noodzakelijk voor de afsluiting en de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst. De niet-mededeling van deze gegevens kan de afsluiting of de goede uitvoering van de verzekeringsovereenkomst onmogelijk maken.
Vertrouwelijkheid De pensioeninstelling heeft alle vereiste maatregelen getroffen om de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens te vrijwaren en om zich te wapenen tegen niet-gemachtigde toegang, misbruik, wijziging of wissing van deze gegevens.
De pensioeninstelling volgt hiertoe de standaarden inzake veiligheid en continuïteit van de dienstverlening en evalueert regelmatig het veiligheidsniveau van zijn processen, systemen en toepassingen, alsook dat van zijn partners.
Rechten van de betrokkene De betrokkene heeft het recht : - om van de pensioeninstelling de bevestiging te krijgen of de hem betreffende persoonsgegevens verwerkt of niet verwerkt worden, en om deze gegevens, indien ze verwerkt worden, te raadplegen; - om zijn persoonsgegevens die onjuist of onvolledig zijn, te laten rechtzetten en in voorkomend geval te laten aanvullen; - om zijn persoonsgegevens in bepaalde omstandigheden te laten wissen; - om de verwerking van zijn persoonsgegevens in bepaalde omstandigheden te laten beperken; - om zich, om redenen die verband houden met zijn specifieke situatie, te verzetten tegen een verwerking van de persoonsgegevens op basis van de gerechtvaardigde belangen van de pensioeninstelling. De verantwoordelijke voor de verwerking verwerkt dan de persoonsgegevens niet langer, tenzij hij aantoont dat er rechtmatige en dwingende redenen voor de verwerking zijn die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene; - om zich te verzetten tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens met het oog op direct marketing, met inbegrip van de profilering die wordt verricht met het oog op direct marketing; - om bezwaar te maken tegen een beslissing die uitsluitend gebaseerd is op een geautomatiseerde verwerking, met inbegrip van profilering, waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of die hem aanmerkelijk treft; als deze geautomatiseerde verwerking echter noodzakelijk is voor de afsluiting of de uitvoering van een contract, heeft de persoon het recht op een menselijke tussenkomst van de pensioeninstelling, om zijn standpunt te uiten en om de beslissing van de pensioeninstelling te betwisten; - om zijn persoonsgegevens die hij aan de pensioeninstelling heeft meegedeeld, te ontvangen in een gestructureerd, gangbaar en machine leesbaar formaat; om deze gegevens door te zenden aan een andere verwerkingsverantwoordelijke, als (i) de verwerking van zijn persoonsgegevens gebaseerd is op zijn toestemming of noodzakelijk is voor de uitvoering van een contract en (ii) de verwerking gebeurt aan de hand van geautomatiseerde processen; en te verkrijgen dat zijn; persoonsgegevens rechtstreeks van de ene naar de andere verwerkingsverantwoordelijke worden doorgezonden, als dat technisch haalbaar is; - om zijn toestemming te allen tijde in te trekken, zonder afbreuk te doen aan de verwerkingen die rechtmatig gebeurden vóór de intrekking ervan, als de verwerking van zijn persoonsgegevens gebaseerd is op zijn toestemming.
Contact opnemen met de pensioeninstelling Als de betrokkene klant is bij de pensioeninstelling, kan hij zijn Klantenzone op AXA.be raadplegen en daar zijn persoonsgegevens en zijn voorkeuren inzake direct marketing beheren, en ook zijn persoonsgegevens raadplegen.
De betrokkene kan de pensioeninstelling contacteren om zijn rechten uit te oefenen, door invulling van het formulier beschikbaar op de pagina "Ons contacteren" via de knop "Bescherming van uw gegevens", toegankelijk via een hyperlink onderaan op de homepagina op de site AXA.be.
De betrokkene die zijn rechten wil uitoefenen, kan de pensioeninstelling ook contacteren door per post een gedateerde en ondertekende brief te sturen, vergezeld van een recto verso fotokopie van zijn identiteitskaart, naar het adres : AXA Belgium - Data Protection Officer (TR1/884), Troonplein 1, 1000 Brussel.
De pensioeninstelling zal de aanvragen verwerken binnen de wettelijk voorziene termijnen. Behoudens duidelijk ongegronde of overmatige aanvragen, zal geen enkele betaling gevorderd worden voor de verwerking van zijn aanvragen.
Klacht indienen Als de betrokkene meent dat de pensioeninstelling de reglementering ter zake niet naleeft, wordt hij verzocht eerst contact op te nemen met de pensioeninstelling.
De betrokkene kan ook een klacht indienen bij de Autoriteit voor de Bescherming van Persoonsgegevens op het volgende adres : Drukpersstraat 35 1000 Brussel Tel. +32 2 274 48 00 Fax +32 2 274 48 35 contact@apd-gba.be De betrokkene kan ook klacht indienen bij de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS