Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 december 2023
gepubliceerd op 14 juni 2024

Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg over de gezamenlijke exploitatie van A400M-transportvliegtuigen binnen een binationale eenheid, gedaan te Luxemburg op 31 augustus 2021 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2024000709
pub.
14/06/2024
prom.
17/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2023. - Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg over de gezamenlijke exploitatie van A400M-transportvliegtuigen binnen een binationale eenheid, gedaan te Luxemburg op 31 augustus 2021 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg over de gezamenlijke exploitatie van A400M-transportvliegtuigen binnen een binationale eenheid, gedaan te Luxemburg op 31 augustus 2021, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 december 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, L. DEDONDER De Minister van Buitenlandse Zaken, H. LAHBIB Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota's (1 ) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 55-3574 Integraal verslag : 5/10/2023 (2) Dit verdrag is in werking getreden op 1 juni 2024, overeenkomstig zijn artikel 11.

VERDRAG TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG OVER DE GEZAMENLIJKE EXPLOITATIE VAN A400M-TRANSPORTVLIEGTUIGEN BINNEN EEN BINATIONALE EENHEID HET KONINKRIJK BELGIE, EN HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, Hierna "de partijen" genoemd, OVERWEGENDE het Handvest van de Verenigde Naties ondertekend in San Francisco op 26 april 1945;

OVERWEGENDE het Noord-Atlantisch Verdrag ondertekend in Washington op 4 april 1949;

OVERWEGENDE de Verdragen betreffende de Europese Unie en betreffende de werking van de Europese Unie ondertekend respectievelijk in Maastricht op 7 februari 1992, in het bijzonder titel V ervan, en in Rome op 25 maart 1957, in het bijzonder titel VII ervan, en ieder volgend instrument;

OVERWEGENDE de Slotakte van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, ondertekend in Helsinki op 1 augustus 1975;

GELET op het Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, ondertekend te Londen op 19 juni 1951, hierna te noemen NAVO-Statusverdrag;

GELET op het Verdrag tussen het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk België betreffende de samenwerking op het vlak van defensie en veiligheid, ondertekend te Brussel op 5 februari 2015;

DE VRIENDSCHAPSBANDEN indachtig die bestaan tussen het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk België;

ZICH VERHEUGEND over de successen van de samenwerking die de voorbije decennia tot stand is gekomen, met name de gezamenlijke aankoop van zeven Belgische A400M-vliegtuigen en één Luxemburgs A400M-vliegtuig;

GELEID door de wens als concreet voorbeeld te dienen voor de uitvoering van de concepten van de NAVO en de Europese Unie ter bevordering van sterkere multinationale samenwerking;

GELET op de bereidheid om de Luxemburgse A400M en de zeven Belgische A400M's gezamenlijk te exploiteren in het kader van een Belgisch-Luxemburgse binationale eenheid, waarin de acht A400M-vliegtuigen door binationale bemanningen zullen worden bediend, volgens gemeenschappelijke regels;

GELET op de talrijke samenwerkingsverbanden die reeds zijn aangegaan op het gebied van de vorming van het varend personeel, de aanschaf en de exploitatie van een vluchtsimulator en de totstandbrenging van een onderhoudsinfrastructuur;

GELEID door de wens een passend juridisch kader vast te stellen voor de oprichting van deze binationale eenheid;

GELET op de technische regeling tussen de minister van Defensie van het Koninkrijk België en de minister van Defensie van het Groothertogdom Luxemburg betreffende de gezamenlijke exploitatie van de A400M-transportvliegtuigen in de binationale vloot, ondertekend te Brussel op 12 juli 2018, waarvoor dit verdrag in de plaats komt;

ZIJN DE VOLGENDE BEPALINGEN OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1 - Voorwerp Het voorwerp van dit verdrag is een binationale eenheid op te richten die verantwoordelijk is voor de exploitatie van de vloot Belgische en Luxemburgse A400M-vliegtuigen ten behoeve van beide partijen, en de beginselen voor de werking van deze binationale eenheid vast te stellen.

Artikel 2 - Toepassingsgebied 1. Dit verdrag vormt het kader voor de gezamenlijke exploitatie van de A400M-vliegtuigen binnen de binationale eenheid.2. Technische regelingen voor de implementatie van dit verdrag kunnen tussen de partijen worden gesloten.3. Geen enkele van dergelijke technische regelingen, die krachtens dit verdrag worden afgesloten, mag in strijd zijn met de bepalingen van dit verdrag.In geval van een conflict tussen de bepalingen van dit verdrag en de bepalingen van een technische regeling, hebben de bepalingen van dit verdrag voorrang.

Artikel 3 - Oprichting van de binationale eenheid 1. Er wordt een Belgisch-Luxemburgse militaire luchttransporteenheid opgericht die wordt geëxploiteerd vanaf de luchtmachtbasis van Melsbroek in België, hierna de binationale eenheid te noemen.Deze zal bestaan uit een vloot van zeven Belgische A400M-vliegtuigen en één Luxemburgs A400M-vliegtuig, materieel en zowel varend als niet-varend personeel van beide partijen. 2. De exploitatie van de A400M-vliegtuigen en de werking en het beheer van de binationale eenheid vinden plaats op basis van gemeenschappelijke procedures, richtlijnen en verordeningen.3. Als land van inschrijving zal de Belgische partij de verantwoordelijkheden op zich nemen in verband met de inschrijving en markering van de acht A400M-vliegtuigen die binnen de binationale eenheid worden gebruikt.Het Luxemburgse luchtvaartuig zal zijn nationale insigne dragen. 4. Besluiten betreffende de werking van de binationale eenheid, in het bijzonder die met financiële implicaties, worden in onderlinge overeenstemming tussen de partijen genomen, overeenkomstig de bepalingen van de technische regelingen tussen de partijen.5. De configuratie van de A400M-vliegtuigen van de binationale eenheid blijft voor de duur van hun gezamenlijke exploitatie op elkaar afgestemd. Artikel 4 - Operationele werking en inzet van de binationale eenheid 1. De binationale eenheid is opgeleid, uitgerust en in staat een breed scala van militaire luchttransportzendingen uit te voeren, nationaal, multilateraal, of ter ondersteuning van een internationale of regionale organisatie, zoals de NAVO, de EU of de Verenigde Naties.2. De binationale eenheid staat onder de operationele controle van het European Air Transport Command (EATC).Overeenkomstig de procedurevoorschriften houdende inrichting van het EATC kunnen de partijen evenwel te allen tijde, bij voorkeur binnen een redelijke termijn en zonder opgave van redenen, de overdracht van commando voor de aan het EATC toegewezen taken intrekken. 3. De operationele werking van de binationale eenheid wordt uitvoerig beschreven in een operationeel concept dat door de partijen in onderlinge overeenstemming wordt goedgekeurd.4. Elk A400M-vliegtuig waaruit de binationale eenheid is samengesteld, alsmede de afzonderlijke binationale bemanningen, kunnen worden ingezet bij de door de binationale eenheid uitgevoerde transportzendingen, zonder onderscheid van oorsprong of nationaliteit.5. In afwijking van de voorgaande paragrafen kan elke partij enig nationaal voorbehoud maken of enige nationale beperking opleggen ten aanzien van het gebruik van haar nationale luchtvaartuig(en) en/of personeel voor specifieke zendingen of operaties.Elke partij wijst onder haar leden een autoriteit aan, "red card holder" genoemd, die verantwoordelijk is voor het garanderen van de conformiteit van de door de binationale eenheid uitgevoerde zendingen, overeenkomstig de nationale instructies en beperkingen die door haar hiërarchie zijn uitgevaardigd.

In het kader van politiek gevoelige transportzendingen, zoals vastgesteld tussen de partijen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het vervoer van gevangenen, vluchtelingen of de inroeping van artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag, geeft elke partij toestemming voor het gebruik van haar luchtvaartuigen en/of varend personeel.

De partijen streven er evenwel naar enig voorbehoud of enige beperking op nationaal vlak tot een minimum te beperken. 6. Voor de deelname van de partijen aan operaties, met inbegrip van vredeshandhavingsoperaties die worden geleid door een internationale of regionale organisatie, verleent elke partij toestemming voor het inzetten van het luchtvaartuig en het varend personeel overeenkomstig de bepalingen van haar nationale wetgeving.7. Indien een van de partijen niet wenst deel te nemen aan een zending of deze niet wenst te steunen door zich te beroepen op een uitsluitingsclausule (opt-outclausule genoemd), mag de andere partij de zending uitvoeren met haar eigen luchtvaartuig en personeel.Ze mag gebruikmaken van het luchtvaartuig van de partij die zich op de opt-outclausule heeft beroepen, tenzij die partij uitdrukkelijk bezwaar heeft gemaakt tegen een dergelijk gebruik.

Artikel 5 - Beheer van de binationale eenheid De Belgische partij is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de binationale eenheid en de luchtmachtbasis van Melsbroek. Zij is verantwoordelijk voor de training en vorming, de technisch-logistieke ondersteuning, de configuratie en de luchtwaardigheid van de A400M-vliegtuigen waaruit de binationale eenheid bestaat, ten bate van beide partijen.

Artikel 6 - Statuut van het personeel 1. De Luxemburgse partij draagt bij aan de binationale eenheid met varend en niet-varend personeel en draagt de kosten daarvan.2. Dit Luxemburgse personeel zal worden geïntegreerd in de 15 Wing van de Belgische Luchtcomponent.3. Het statuut van dit personeel wordt geregeld door alle internationale bepalingen die de partijen binden en, daarnaast, door het NAVO-Statusverdrag.4. In de bestaande regelingen en in de technische regelingen die de partijen ingevolge artikel 2 van dit verdrag zullen sluiten, worden, waar nodig, de praktische modaliteiten voor de integratie van dit personeel vastgesteld. Artikel 7 - Verdeling van de kosten 1. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, draagt de Belgische partij zeven achtste en de Luxemburgse partij één achtste van de kosten voor de exploitatie, de werking en de ondersteuning tijdens de dienst van de A400M-vliegtuigen en de binationale eenheid.2. In de bestaande regelingen en in de technische regelingen die de partijen ingevolge artikel 2 van dit verdrag zullen sluiten, wordt de wijze van verdeling van de gemeenschappelijke kosten tussen de partijen geregeld volgens de in de voorgaande paragraaf vervatte verdeelsleutel. Artikel 8 - Uitwisseling van geclassificeerde informatie en geclassificeerd materieel 1. De ingevolge dit verdrag uitgewisselde of geproduceerde geclassificeerde informatie en materieel worden gebruikt, verwerkt, overgedragen en beschermd overeenkomstig de bepalingen in de Overeenkomst tussen het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk België inzake de uitwisseling en wederzijdse bescherming van geclassificeerde informatie van 9 februari 2012, alsmede overeenkomstig de wet- en regelgeving van de partijen inzake veiligheid.2. De partijen verbinden zich ertoe de nodige maatregelen te nemen om alle informatie te kunnen uitwisselen die nodig is om de goede werking van de eenheid te waarborgen. Artikel 9 - Schade en vorderingen 1. De vorderingen tot schadevergoeding voor schade geleden in het kader van dit verdrag worden tussen de partijen geregeld overeenkomstig artikel VIII van het NAVO-Statusverdrag.2. Voor de toepassing van de voorgaande paragraaf en in het bijzonder van de bepalingen van artikel VIII, 5.e. i. en ii. van het NAVO-Statusverdrag inzake schade toegebracht aan derden, komen de partijen de volgende bepalingen overeen: Aansprakelijk gestelde Staat van herkomst betekent: i. De partij waarvan de fout van een personeelslid belast met dienst het ongeval of incident heeft veroorzaakt. ii. De partij die eigenaar is van het gebruikte materieel of luchtvaartuig, wanneer de oorzaak van de schade te wijten is aan een defect aan het materieel of luchtvaartuig of in geval van diefstal, brand of als gevolg van toeval of overmacht. 3. In geval van door een derde veroorzaakte schade is de partij die eigenaar is van het beschadigde materieel of het beschadigde luchtvaartuig, verantwoordelijk voor het verhalen van de eventuele schade op de aansprakelijke derde, tenzij in regelingen tussen de partijen uitdrukkelijk anders is bepaald.4. Vorderingen die niet onder het NAVO-Statusverdrag vallen, worden door de betrokken partijen behandeld en per geval beslecht overeenkomstig andere toepasselijke overeenkomsten en/of het toepasselijke nationale en internationale recht.5. Elk ongeval of incident waarbij een luchtvaartuig betrokken is, wordt door de Belgische partij uitvoerig onderzocht en gerapporteerd overeenkomstig de in België geldende wetgeving.Het verslag wordt toegezonden aan de Luxemburgse partij.

Artikel 10 - Regeling der geschillen Ieder geschil met betrekking tot de toepassing of de interpretatie van dit verdrag wordt uitsluitend via overleg tussen de partijen geregeld.

Artikel 11 - Slotclausules 1. Dit verdrag wordt voor onbepaalde termijn afgesloten.2. De bepalingen van dit verdrag hebben voorrang op alle regelingen die tussen de partijen in het kader van de binationale eenheid worden gesloten.3. Dit verdrag treedt in werking op de datum van de laatste langs diplomatieke weg gestuurde schriftelijke notificatie, waarmee de partijen elkaar op de hoogte brengen van het feit dat de nationale procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van dit verdrag werden vervuld.4. Dit verdrag kan te allen tijde schriftelijk worden gewijzigd in onderling overleg tussen de partijen.De wijzigingen van dit verdrag treden in werking op de datum van de laatste langs diplomatieke weg gestuurde schriftelijke notificatie, waarmee de partijen elkaar op de hoogte brengen van het feit dat de nationale procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van de wijziging werden vervuld. 5. Iedere partij kan dit verdrag te allen tijde beëindigen, mits een schriftelijke opzegging van één (1) jaar aan de andere partij in acht wordt genomen.6. De partijen kunnen dit verdrag ook te allen tijde in onderling overleg beëindigen.7. De beëindiging van dit verdrag ontslaat de partijen niet van de nakoming van de verplichtingen die zij voor de duur van de toepassing ervan zijn aangegaan. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, die behoorlijk gemachtigd zijn door hun respectieve regeringen, dit verdrag hebben ondertekend.

Gedaan te Luxemburg, op 31 augustus 2021, in twee originele exemplaren die in de Franse taal zijn opgemaakt.


^