gepubliceerd op 13 juni 2024
Wet tot invoering van een sociaaltariefpremie
15 MEI 2024. - Wet tot invoering van een sociaaltariefpremie (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL II.- Sociaaltariefpremie
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 2.De termijnen bedoeld in deze titel en in de uitvoeringsbesluiten ervan worden berekend overeenkomstig artikel 1.7 van het Burgerlijk Wetboek.
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 3.Voor de toepassing van deze titel moet worden verstaan onder: 1° Gaswet: de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen;2° Elektriciteitswet: de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;3° EAN-code: European Article Numbering Code, uniek numeriek veld van 18 posities voor de identificatie van een aansluitingspunt op een energiedistributienet;4° energiedistributienet: elk geheel van gasdistributie-installaties zoals bedoeld in artikel 1, 12° bis, van de Gaswet, elk distributienet zoals bedoeld in artikel 2, 12°, van de Elektriciteitswet of de netten voor warmtevoorziening op afstand zoals bedoeld in artikel 1, 79°, van de Gaswet;5° energielevering: verkoop, wederverkoop daaronder begrepen, van aardgas, elektriciteit of warmte aan afnemers;6° aansluitingspunt: de verbinding met een energiedistributienet, inclusief bijhorende apparaten, met volgende kenmerken: a) aangelegd met het oog op energielevering;b) identificeerbaar aan de hand van een EAN-code, of een gelijkaardig uniek identificatienummer en;c) met meting van het energieverbruik op de locatie van de verbinding door een distributienetbeheerder of een warmtebedrijf;7° collectief aansluitingspunt: een aansluitingspunt van een residentieel geheel of een aansluitingspunt van een gebied zonder individuele aansluiting met als kenmerk dat via dit aansluitingspunt energieleveringen plaatsvinden die ten goede komen aan meer dan één wooneenheid;8° wooneenheid: een huis, appartement, studio of andere constructie die beschikt over ten minste een toilet, een bad of douche en een kookgelegenheid en in de kadastrale documentatie geïdentificeerd is als gekadastreerd gebouwd onroerend goed of een onderdeel daarvan met een eigen kadastraal patrimoniumperceel of valt onder een maatregel inzake gebieden zonder individuele aansluiting, zoals bedoeld in de bepaling onder 10°, a) tot en met c);9° residentieel geheel: een onroerend goed bestaande uit wooneenheden, gemeenschappelijke delen, technische lokalen en eventueel andere percelen, ongeacht hun kadastrale aard;10° gebied zonder individuele aansluiting: terrein met wooneenheden gekenmerkt door de afwezigheid van individuele aansluiting van de wooneenheden op een energiedistributienet, én dat door toepasselijke regelgeving inzake ruimtelijke ordening: a) in het Vlaamse Gewest, wordt aangeduid als "woongebied" of waarvoor ten persoonlijke titel een tijdelijk of aanvullend recht tot permanente bewoning wordt toegekend in toepassing van titel V, hoofdstuk IV "Aanpak permanente bewoning weekendverblijven" van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; b) in het Waalse Gewest, wordt aangeduid als "habitat vert" in toepassing van artikel D.II.25bis van de Code du Développement territorial; c) in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, wordt onderworpen aan gelijkaardige regelgeving zoals deze bedoeld in de bepalingen onder a) en b);11° beheerder van een collectief aansluitingspunt: de rechtspersoon of natuurlijke persoon die de leveringsovereenkomst afsloot voor afname van energie op het collectief aansluitingspunt; 12° FOD Economie: de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 13° Rijksregister: het Rijksregister van de natuurlijke personen, ingesteld door de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;14° Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid: openbare instelling met rechtspersoonlijkheid, ingesteld door de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; 15° Kruispuntbank van Ondernemingen: het register opgericht bij artikel III.15 van het Wetboek van Economisch Recht; 16° gezin: de persoon of groep van personen die op basis van de gegevens betreffende de samenstelling van het gezin in het Rijksregister een gezin vormt;17° commissie: de Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG), zoals gedefinieerd in artikel 2, 26°, van de Elektriciteitswet en in artikel 1, 28°, van de Gaswet;18° sociaal tarief: de toepassing van de maximumprijzen zoals bedoeld in artikel 15/10, §§ 2 en 2/1, van de Gaswet of zoals bedoeld in artikel 20, § 2, van de Elektriciteitswet;19° de sociaaltariefpremie aardgas: de trimestriële premie zoals bedoeld in hoofdstuk 3;20° de sociaaltariefpremie elektriciteit: de trimestriële premie zoals bedoeld in hoofdstuk 4;21° de sociaaltariefpremie warmte: de trimestriële premie zoals bedoeld in hoofdstuk 5;22° de sociaaltariefpremies: de sociaaltariefpremie aardgas, de sociaaltariefpremie elektriciteit en de sociaaltariefpremie warmte;23° de rechthebbende: de natuurlijke persoon die voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op een sociaaltariefpremie krachtens de artikelen 4, § 1, eerste lid, artikel 5, § 1, eerste lid, of artikel 6, § 1, eerste lid;24° kadastraal patrimoniumperceel: de gegevens bijgehouden door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën zoals gedefinieerd in artikel 11 van het Koninklijk besluit van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2018 pub. 09/10/2018 numac 2018013235 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie en tot vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels sluiten betreffende het aanleggen en bijhouden van de kadastrale documentatie en tot vaststelling van de modaliteiten voor het afleveren van kadastrale uittreksels.25° Thesaurie: de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën. HOOFDSTUK 3. - Sociaaltariefpremie aardgas
Art. 4.§ 1. Een natuurlijk persoon, wiens gezin een wooneenheid binnen een residentieel geheel of in een gebied zonder individuele aansluiting betrekt als hoofdverblijfplaats, heeft recht op een trimestriële sociaaltariefpremie aardgas, onder de volgende voorwaarden: 1° de natuurlijke persoon of een gezinslid geniet een toekenningsbeslissing zoals bedoeld in artikel 15/10, § 2/2, eerste lid, van de Gaswet;2° het gezin van de natuurlijke persoon staat leveringen van aardgas voor diens wooneenheid toe via een collectief aansluitingspunt;en 3° het gezin van de natuurlijke persoon draagt de kosten van het aardgasverbruik van diens wooneenheid zoals aangerekend door de beheerder van het collectief aansluitingspunt of in opdracht daarvan door een derde partij. Het recht op een sociaaltariefpremie van een natuurlijk persoon die voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, ontstaat vanaf de eerste dag van het trimester waarin de aanvraag daartoe is ingediend bij de FOD Economie, tot en met de laatste dag van het trimester waarin de natuurlijke persoon niet langer voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid.
Natuurlijke personen binnen hetzelfde gezin, kunnen slechts één recht laten gelden op de toekenning van de sociaaltariefpremie aardgas per betreffend gezin. § 2. Een recht op een sociaaltariefpremie aardgas bestaat niet: 1° voor verblijfplaatsen andere dan de hoofdverblijf- plaats;2° voor de occasionele klanten en de tijdelijke aansluitingen;3° voor de gemeenschappelijke delen en technische lokalen van het residentieel geheel of van het gebied zonder individuele aansluiting waarbinnen de wooneenheid van de in paragraaf 1 vermelde natuurlijke persoon zich bevindt;4° voor de aardgasleveringen via eenzelfde aansluitingspunt die in aanmerking komen voor de toepassing van het sociaal tarief zoals bedoeld in artikel 15/10, §§ 2 en 2/2, tweede lid, van de Gaswet. HOOFDSTUK 4. - Sociaaltariefpremie elektriciteit
Art. 5.§ 1. Een natuurlijk persoon, wiens gezin een wooneenheid binnen een residentieel geheel of binnen een gebied zonder individuele aansluiting betrekt als hoofdverblijfplaats, heeft recht op een trimestriële sociaaltariefpremie elektriciteit, onder de volgende voorwaarden: 1° de natuurlijke persoon of een gezinslid geniet een toekenningsbeslissing zoals bedoeld in artikel 20, § 2/1, van de Elektriciteitswet;2° het gezin van de natuurlijke persoon staat leveringen van elektriciteit voor diens wooneenheid toe via een collectief aansluitingspunt;en 3° het gezin van de natuurlijke persoon draagt de kosten van het elektriciteitsverbruik van diens wooneenheid zoals aangerekend door de beheerder van het collectief aansluitingspunt of in opdracht daarvan door een derde partij. Het recht op een sociaaltariefpremie van een natuurlijk persoon die voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, ontstaat vanaf de eerste dag van het trimester waarin de aanvraag daartoe is ingediend bij de FOD Economie, tot en met de laatste dag van het trimester waarin de natuurlijke persoon niet langer voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid.
Natuurlijke personen binnen hetzelfde gezin, kunnen slechts één recht laten gelden op de toekenning van de sociaaltariefpremie elektriciteit per betreffend gezin. § 2. Een recht op een sociaaltariefpremie elektriciteit bestaat niet: 1° voor verblijfplaatsen andere dan de hoofdverblijfplaats;2° voor de occasionele klanten en tijdelijke aansluitingen;3° Voor de gemeenschappelijke delen en technische lokalen van het residentieel geheel of van het gebied zonder individuele aansluiting waarbinnen de wooneenheid van de in paragraaf 1 vermelde natuurlijke persoon zich bevindt;4° voor de elektriciteitsleveringen via eenzelfde aansluitingspunt die in aanmerking komen voor de toepassing van het sociaal tarief zoals bedoeld in artikel 20, § 2, van de Elektriciteitswet. HOOFDSTUK 5. - Sociaaltariefpremie warmte
Art. 6.§ 1. Een natuurlijk persoon, wiens gezin een afzonderlijke wooneenheid binnen een residentieel geheel of binnen een gebied zonder individuele aansluiting betrekt als hoofdverblijfplaats, heeft recht op een trimestriële sociaaltariefpremie warmte, onder de volgende voorwaarden: 1° de natuurlijke persoon of een gezinslid geniet een toekenningsbeslissing zoals bedoeld in artikel 15/10, § 2/2, eerste lid, van de Gaswet;2° het gezin van de natuurlijke persoon staat levering van warmte door middel van netten voor warmtevoorziening voor diens wooneenheid toe via een collectief aansluitingspunt;en 3° het gezin van de natuurlijke persoon draagt de kosten van het warmteverbruik van diens wooneenheid zoals aangerekend door de beheerder van het collectief aansluitingspunt of, voor zijn rekening, door een derde. Het recht op een sociaaltariefpremie van een natuurlijk persoon die voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, ontstaat vanaf de eerste dag van het trimester waarin de aanvraag daartoe is ingediend bij de FOD Economie, tot en met de laatste dag van het trimester waarin de natuurlijke persoon niet langer voldoet aan de voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid.
Natuurlijke personen binnen hetzelfde gezin, kunnen slechts één recht laten gelden op de toekenning van de sociaaltariefpremie warmte per betreffend gezin. § 2. Een recht op een sociaaltariefpremie warmte bestaat niet: 1° voor verblijfplaatsen andere dan de hoofdverblijfplaats;2° voor de occasionele klanten en tijdelijke aansluitingen;3° Voor de gemeenschappelijke delen en technische lokalen van het residentieel geheel of van het gebied zonder individuele aansluiting waarbinnen de wooneenheid van de in paragraaf 1 vermelde natuurlijke persoon zich bevindt;4° voor de leveringen van warmte door middel van netten voor warmtevoorziening op afstand via eenzelfde aansluitingspunt die in aanmerking komen voor de toepassing van het sociaal tarief zoals bedoeld in artikel 15/10, §§ 2/1, eerste lid, en 2/2, tweede lid, van de Gaswet. HOOFDSTUK 6. - Modaliteiten van de sociaaltariefpremies
Art. 7.Na advies van de commissie, bepaalt de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de berekeningswijzen van de sociaaltariefpremies.
De sociaaltariefpremies worden trimestrieel vastgesteld door de commissie en bekendgemaakt op haar website en in het Belgisch Staatsblad. Tegelijkertijd deelt de commissie de sociaaltariefpremies mee aan de minister bevoegd voor Economie en aan de minister bevoegd voor Energie.
Art. 8.§ 1. De Koning stelt de regels en modaliteiten vast rond de aanvraag en de toekenning van de sociaaltariefpremies. Deze regels stellen minstens het volgende vast: 1° de wijze waarop rechthebbenden een aanvraag voor een sociaaltariefpremie kunnen indienen;2° de gegevens, met inbegrip van de persoonsgegevens bedoeld in artikel 13, § 2, eerste lid, 1°, die op straffe van niet-ontvankelijkheid in de aanvraag opgenomen dienen te zijn;3° de documenten en gegevens die als bewijs aanvaard worden om aan te tonen dat de kosten voor de betreffende energielevering voor het aandeel van de wooneenheid gedragen worden door het gezin van de rechthebbende;4° de verplichtingen die rusten op de beheerder van een collectief aansluitingspunt in het kader van de toekenning van een sociaaltariefpremie en in het kader van de controle op de toekenning daarvan;5° de nadere regels inzake de toekenning aan de rechthebbende;6° de kennisgeving door de FOD Economie van diens beslissingen inzake de toekenning van de sociaaltariefpremies aan de Thesaurie. § 2. De Koning kan voorzien dat in het kader van de toekenning van de sociaaltariefpremie een weerlegbaar wettelijk vermoeden wordt ingesteld zoals bedoeld in artikel 8.7 van het Burgerlijk Wetboek. Op basis hiervan kan de FOD Economie vaststellen dat een natuurlijke persoon niet langer als rechthebbende voor de betreffende sociaaltariefpremie in aanmerking komt tot het tegendeel is bewezen.
Dit weerlegbaar wettelijk vermoeden is minstens gebaseerd op een wijziging van één van de volgende gegevens in het Rijksregister, in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid of in het informatiesysteem van de FOD Economie voor de automatische toekenning van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit, warmte en aardgas zoals bedoeld in Titel II, hoofdstuk II van de Programmawet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201505 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten: 1° het collectief aansluitingspunt;2° de hoofdverblijfplaats van de rechthebbende;3° de samenstelling van het gezin van de rechthebbende;4° de in de aanvraag vermelde toekenningsbeslissing zoals bedoeld in: a) artikel 15/10, § 2/2, eerste lid, van de Gaswet;of b) artikel 20, § 2/1, van de Elektriciteitswet;5° de erkenning als beschermde residentiële afnemer krachtens: a) artikel 15/10, § 2, van de Gaswet;b) artikel 15/10, § 2/1, van de Gaswet;c) artikel 15/10, § 2/2, tweede lid, van de Gaswet;of d) artikel 20, § 2, van de Elektriciteitswet.
Art. 9.De rechthebbenden die na een verzoek van de FOD Economie tot het overmaken van betaalgegevens in het kader van de uitbetaling van een sociaaltariefpremie, geen betaalgegevens versturen binnen een door de Koning bepaalde termijn, komen na het verstrijken van deze termijn niet in aanmerking voor de toekenning van de betreffende sociaaltariefpremie voor dat trimester tot het eerstvolgende trimester volgend op de dag waarbij de nodige betaalgegevens voor de uitbetaling van een sociaaltariefpremie worden overgemaakt.
Art. 10.De sociaaltariefpremies zijn niet vatbaar voor overdracht of voor beslag. Zij worden toegekend aan de rechthebbende, niettegenstaande elke toestand van samenloop of insolvabiliteit van diezelfde rechthebbende.
HOOFDSTUK 7. - Financiering, uitbetaling en monitoring
Art. 11.De financiering van de sociaaltariefpremies komt ten laste van de staatsbegroting.
De FOD Economie is gelast te zorgen voor de toekenning van de sociaaltariefpremies rekening houdende met de haar daartoe toegekende middelen, zoals bedoeld in het eerste lid.
De Thesaurie is belast met de trimestriële uitbetaling van de sociaaltariefpremies.
Art. 12.De commissie voert een permanente monitoring van de middelen benodigd in uitvoering van deze titel en brengt hierover jaarlijks verslag uit aan de ministers bevoegd voor Economie, Energie en Begroting. Het eerste verslag wordt uitgebracht uiterlijk op 1 maart 2025.
Daartoe kan de commissie inlichtingen vragen aan de FOD Economie over het aantal ingediende aanvragen voor sociaaltariefpremies en het aantal effectief toegekende sociaaltariefpremies.
HOOFDSTUK 8. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. 13.§ 1. In de schoot van de FOD Economie wordt een gegevensbestand opgericht met het oog op de uitwisseling, omzetting en koppeling van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de toepassing van hoofdstukken 3, 4, 5, 7 en 9. De FOD Economie organiseert en coördineert dit gegevensbestand met de Thesaurie, de leveranciers van elektriciteit, aardgas of warmte via collectieve aansluitingspunten, beheerders van een collectief aansluitingspunt, de beheerders van een energiedistributienet, het Rijksregister, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de Kruispuntbank van Ondernemingen en de commissie. § 2. De FOD Economie verwerkt de volgende gegevens ter behandeling van aanvragen en toekenning van de sociaaltariefpremies alsook ter controle en toezicht hierop overeenkomstig Hoofdstuk 9 : 1° de volgende gegevens die worden verstrekt in het kader van de aanvragen voor de toekenning van de sociaaltariefpremies zoals bepaald door de Koning krachtens artikel 8, § 1;a) de naam en de voornaam van de aanvrager;b) het Rijksregisternummer van de aanvrager;c) het adres van de hoofdverblijfplaats van de aanvrager;d) het bankrekeningnummer van de aanvrager;e) het email-adres of telefoonnummer van de aanvrager;f) alle persoonsgegevens die de betrokkene op eigen initiatief wenst te delen;2° de volgende gegevens van beheerders van een collectief aansluitingspunt: a) de naam en voornaam, desgevallend de bedrijfsnaam;b) desgevallend het ondernemingsnummer;c) desgevallend de naam en het ondernemingsnummer van de vereniging van mede-eigenaars verbonden aan het betreffende collectief aansluitingspunt;d) het email-adres en het telefoonnummer;e) de EAN-code of een gelijkaardig uniek identificatienummer van het collectief aansluitingspunt;f) de postcode;g) de straatnaam en alle huisnummers van de wooneenheden aan welke het energieverbruik, via het betreffende collectief aansluitingspunt, wordt aangerekend;h) de naam van de energieleverancier waarmee een leveringsovereenkomst werd afgesloten alsook het klantnummer;i) de aanduiding of er al dan niet via het betreffende collectief aansluitingspunt het sociaal tarief wordt toegepast krachtens artikel 15/10, § 2/2, tweede lid, van de Gaswet;j) de energie die via het collectief aansluitingspunt wordt geleverd, zijnde: aardgas, elektriciteit of warmte;3° de volgende gegevens zoals meegedeeld door het Rijksregister overeenkomstig de nadere regels vastgesteld of vast te stellen door de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken overeenkomstig de artikelen 5 en 8 van de Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en gekopieerd in het gegevensbestand bedoeld in paragraaf 1: a) de naam en voornamen;b) de hoofdverblijfplaats;c) de geboortedatum;d) de overlijdensdatum;e) de samenstelling van het gezin;f) het Rijksregisternummer;g) de datum van de laatste bijwerking;4° de volgende gegevens, meegedeeld door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid overeenkomstig de nadere regels vastgesteld of vast te stellen door de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het Informatieveiligheidscomité overeenkomstig artikel 46 van de Wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid en gekopieerd in het gegevensbestand bedoeld in paragraaf 1: a) de aanduiding van het statuut van de eindafnemer behorend tot de categorie zoals bedoeld in artikel 15/10, § 2/2, eerste lid, of tweede lid, van de Gaswet of artikel 20, § 2/1, eerste lid, van de Elektriciteitswet;b) informatie met betrekking tot de eventuele bijwerking en de geldigheidsduur van de in a) bedoelde vermelding;5° de volgende gegevens, meegedeeld door de Kruispuntbank van Ondernemingen en gekopieerd in het gegevensbestand bedoeld in paragraaf 1: de naam, NACE-handelsregisternomenclatuur en het ondernemingsnummer van de syndicus van de desgevallend onder 2°, c), bedoelde verenigingen van mede-eigenaars.6° de niet-gepersonaliseerde gegevens noodzakelijk voor het beheer van het gegevensbestand;7° de gegevens die aanwezig zijn in het informatiesysteem van de FOD Economie zoals bedoeld in Titel II, hoofdstuk II van de Programmawet van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/04/2007 pub. 08/05/2007 numac 2007201505 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten en die toelaten om te controleren of het sociaal tarief reeds wordt toegepast met betrekking tot het betreffende gezin, waaronder in het bijzonder: a) de naam en voornaam;b) de EAN-code of een gelijkaardig uniek identificatienummer van het aansluitingspunt;c) de hoofdverblijfplaats;d) het adres van energielevering;e) de begin- en einddatum van de energielevering waarbij het sociaal tarief van toepassing is;f) de naam van de energieleverancier waarmee een leveringsovereenkomst werd afgesloten alsook het klantnummer;g) of de energielevering betrekking heeft op elektriciteit, aardgas of warmte; De FOD Economie kan indien noodzakelijk voor de toepassing van hoofdstukken 3, 4, 5, 7 en 9 of voor de optimalisatie van het in paragraaf 1 bedoelde gegevensbestand de volgende gegevens opvragen: 1° bij de leveranciers van aardgas, elektriciteit, de warmtebedrijven en desgevallend de distributienetbeheerders: a) de EAN code of gelijkaardig uniek identificatienummer van een collectief aansluitingspunt;b) de naam en voornaam van de afnemer die een leveringsovereenkomst afsloot voor een collectief aansluitingspunt;c) het leveringsadres van een collectief aansluitingspunt dat het sociaal tarief geniet krachtens artikel 15/10, § 2/2, tweede lid, van de Gaswet;d) het energieverbruik in kWh van een of meerdere collectieve aansluitingspunten.2° het kadastraal patrimoniumperceel bij de Federale Overheidsdienst Financiën. De Koning bepaalt de eventuele regelmaat waarmee de in het tweede lid voorziene gegevens worden aangeleverd.
De Koning kan de opname van bijkomende gegevens, waaronder ook persoonsgegevens, in het gegevensbestand bedoeld in paragraaf 1 en de raadpleging van andere authentieke informatieverwerkingssystemen voorzien indien noodzakelijk voor de toepassing van hoofdstukken 3, 4, 5, 7 en 9. De Koning kan met betrekking tot persoonsgegevens de bijkomende verwerking voorzien van persoonsgegevens die voldoen aan volgende voorwaarden: 1° het betreft persoonsgegevens van volgende personen: a) van elk personeelslid en van elke persoon die lid is van het bestuurs-, beheers- of toezichthoudend orgaan, of die daar een vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, van een onderneming of groep van ondernemingen die betrokken zijn bij een van de doelen voor de verwerking van gegevens bedoeld in het eerste of tweede lid;b) van elke natuurlijke persoon of elk personeelslid van een onderneming, aangesteld door een onderneming of groep van ondernemingen die betrokken is bij een van de doelen voor de verwerking van gegevens bedoeld in het eerste of tweede lid, met het oog op het verrichten van een dienst voor rekening van die onderneming of groep van ondernemingen in het kader van energielevering;c) van elk personeelslid en van elke persoon die lid is van het bestuurs-, beheers- of toezichthoudend orgaan, of die daar een vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, van de overheidsorganen, de commissie of de beheerder van een energiedistributienet die geconsulteerd kunnen worden in het kader van een van de doelen voor de verwerking van gegevens bedoeld in het eerste of tweede lid;d) van elke persoon die een aanvraag indient voor een sociaaltariefpremie;2° het betreft volgende categorieën van persoonsgegevens van de personen bedoeld in 1° : a) de persoonlijke identificatiegegevens: naam, voornaam, e-mail adres, telefoonnummer, hoofdverblijfplaats, ondernemingsnummer, b) identificatiegegevens van het collectief aansluitingspunt;c) bewijsstukken;d) alle persoonsgegevens die de betrokkene op eigen initiatief wenst te delen. § 3. De FOD Economie actualiseert regelmatig de gegevens die noodzakelijk, relevant en proportioneel zijn voor de samenstelling van het gegevensbestand voor de toekenning van de sociaaltariefpremies en het toezicht daarop zoals bedoeld in hoofdstuk 3, 4, 5, 7 en 9.
Art. 14.De beheerder van een collectief aansluitingspunt verstrekt de gegevens zoals bedoeld in artikel 13, § 2, eerste lid, 2°, via een informaticaplatform aan de FOD Economie en doet dit voor het eerste binnen een termijn van vier maanden volgend op de inwerkingtreding van deze titel.
De Koning kan een andere termijn bepalen dan deze vermeld in het eerste lid, zonder dat deze korter kan zijn dan één maand.
De Koning bepaalt wanneer en op welke wijze deze gegevens worden verstrekt volgend op de eerste keer dat deze worden verstrekt overeenkomstig het eerste en tweede lid.
Art. 15.De FOD Economie houdt de gegevens verbonden aan elke aanvraag voor een sociaaltariefpremie bij gedurende tien jaren na de eerste dag van het trimester waarin het recht ophoudt te bestaan.
De FOD Economie is de verwerkingsverantwoordelijke voor het beheer van de gegevens waarover hij beschikt of die hem ter beschikking worden gesteld krachtens deze titel.
HOOFDSTUK 9. - Toezicht
Art. 16.Onverminderd de strafrechtelijke feiten die zijn vastgesteld, worden beheerders van een collectief aansluitingspunt, leveranciers van aardgas of elektriciteit, warmtebedrijven of distributienetbeheerders bestraft met een administratieve geldboete van 500 tot 10.000 euro, indien zij die de gegevens bedoeld in artikel 13, § 2, eerste lid, 2°, en tweede lid, 1°, bewust onvolledig verschaffen, onnauwkeurig verschaffen of deze gegevens niet verschaffen binnen de termijn bepaald in of krachtens de artikelen 13, § 2, derde lid, en 14.
De directeur-generaal van de Algemene Directie Energie van de FOD Economie, of bij delegatie, de door hem aangeduide adviseur-generaal, kan overeenkomstig deze titel het bedrag van de administratieve geldboete bepalen.
De ambtenaren van de FOD Economie hiertoe aangesteld door de Koning, namelijk de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de FOD Economie, waar nodig met de hoedanigheid van officier van gerechtelijk politie, of de ambtenaren van de Algemene Directie Energie van de FOD Economie zijn belast met de toepassing van het eerste lid.
Art. 17.Bij twijfel over de waarachtigheid van de aanvraag ingediend overeenkomstig artikel 8, § 1, of van de gegevens bedoeld in artikel 13, § 2, eerste lid, 2°, en tweede lid, 1°, kunnen de ambtenaren aangeduid in artikel 16, derde lid, controles uitvoeren in de door de aanvrager van de sociaal tariefpremie aangeduide hoofdverblijfplaats, inclusief de gemeenschappelijke delen en de technische lokalen van het gebouw waarin de aangeduide hoofdverblijfplaats zich bevindt.
In de uitoefening van het eerste lid hebben de ambtenaren aangeduid in artikel 16, derde lid, de bevoegdheden zoals opgesomd in artikel XV.3, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5° en in artikel XV.4 van het Wetboek van economisch recht.
Art. 18.§ 1. In geval van herhaling binnen de drie jaar na een administratieve beslissing kan de administratieve geldboete op het dubbele van de maximale bedragen worden gebracht. De voornoemde termijn van drie jaar vangt aan op de dag waarop de administratieve beslissing niet langer vatbaar is voor beroep. § 2. Er kan geen administratieve geldboete meer opgelegd worden meer dan tien jaar na de feiten die de inbreuk uitmaakten waarop ze is gebaseerd.
Art. 19.De FOD Economie oefent de bevoegdheden zoals bedoeld in dit hoofdstuk uit in omstandigheden die de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid waarborgen.
De betreffende ambtenaren nemen noch een beslissing in een dossier waarin zij reeds in een andere hoedanigheid zijn tussengekomen, noch hebben zij een rechtstreeks of onrechtstreeks belang in de ondernemingen of instellingen die het onderwerp zijn van de procedure.
Art. 20.Wanneer een niet-naleving bedoeld in artikel 16, eerste lid, wordt vastgesteld of vermoed, brengt de respectievelijke ambtenaar aangeduid overeenkomstig artikel 16, derde lid, de overtreder bij een ter post aangetekende brief daarvan op de hoogte, alsook van de feiten die daaraan ten grondslag liggen met verwijzing naar het betreffende proces-verbaal en van diens voornemen om een administratieve geldboete op te leggen. De overtreder wordt in voornoemde brief verzocht om binnen een termijn van dertig dagen zijn verweermiddelen in te dienen.
Als er geen verweermiddelen binnen deze termijn ingediend worden, wordt de inbreuk geacht vast te staan. Indien er verweermiddelen worden ingediend neemt de FOD Economie een beslissing over het al dan niet opleggen van een administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 16 en 18, binnen een termijn van vijftien dagen na de ontvangst van de verweermiddelen.
HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen
Art. 21.De commissie is belast met een raadgevende taak ten behoeve van de overheid inzake de toepassing van deze titel. Te dien einde zal de commissie: 1° gemotiveerde adviezen geven en voorstellen voorleggen in de gevallen bepaald door deze titel of de uitvoeringsbesluiten ervan, of op verzoek van de minister van energie;2° op eigen initiatief of op verzoek van de minister bevoegd voor energie onderzoeken en studies uitvoeren in verband met de sociaaltariefpremies.In dit kader waakt de commissie over het vrijwaren van de vertrouwelijkheid van de commercieel gevoelige gegevens en/of persoonsgegevens en onthoudt zich derhalve ervan deze openbaar te maken.
De verwerking van persoonsgegevens geschiedt in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. De commissie is verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens die zij verwerkt krachtens deze titel.
De verwerking en bewaring van persoonsgegevens is beperkt tot de periode die nodig is om het doel te bereiken waarvoor de gegevens worden verwerkt, en deze periode mag niet langer zijn dan tien jaar na het laatste advies, onderzoek of studie bedoeld in het eerste lid waarvoor de betreffende persoonsgegevens werden verwerkt.
Art. 22.Het recht op een sociaaltariefpremie geldt vanaf 1 juli 2024.
Art. 23.Deze titel treedt in werking op 1 augustus 2024.
De Koning kan voor iedere bepaling ervan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
TITEL III. - Wijziging van artikel 7undecies van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
Art. 24.In artikel 7undecies van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, ingevoegd bij de wet van 15 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een paragraaf 11/1 ingevoegd, luidende: " § 11/1.De Koning bepaalt bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad: 1° de CO2-emissiegrenswaarden waarvan de naleving een voorwaarde vormt voor het recht op een capaciteitsvergoeding en op grond waarvan het recht wordt verleend tot deelname aan de veiling bedoeld in paragraaf 10 en aan de secundaire markt, waarbij minstens de CO2-emissiegrenswaarden bepaald overeenkomstig artikel 22, lid 4, eerste alinea, a) en b) van de Verordening (EU) nr.2019/943 van toepassing zijn; 2° de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen met het oog op het herleiden van de netto-uitstoot tot nul of bereiken van negatieve emissies tegen ten laatste 2050, met inbegrip van tussentijdse doelstellingen of verplichtingen, alsook de soorten van capaciteit die onderworpen zijn aan deze bepalingen, waarvan de naleving een voorwaarde vormt voor het recht op een capaciteitsvergoeding en op grond waarvan het recht wordt verleend tot deelname aan de veiling bedoeld in paragraaf 10 en aan de secundaire markt; Indien naar aanleiding van de controle bedoeld in paragraaf 14 wordt vastgesteld dat de voorwaarden zoals vastgesteld overeenkomstig het eerste lid niet worden nageleefd, wordt de betreffende capaciteitsleverancier in gebreke gesteld door de netbeheerder met verwijzing naar de beslissing overeenkomstig paragraaf 14.
De netbeheerder schort het recht op iedere betaalde en nog te betalen capaciteitsvergoedingen op overeenkomstig de nadere regels bepaald in de Werkingsregels bedoeld in paragraaf 12, met betrekking tot deze capaciteit die de CO2-emissiegrenswaarden of de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen niet naleeft, vanaf de kennisgeving van de ingebrekestelling bedoeld in het tweede lid, gedurende de redelijke regularisatietermijn bepaald krachtens paragraaf 14.
Indien na de regularisatieperiode de naleving van de CO2-emissiegrenswaarden en de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, bepaald overeenkomstig het eerste lid na de regularisatietermijn bedoeld in het derde lid, wordt vastgesteld aan de hand van een controle overeenkomstig paragraaf 14: 1° blijft het recht op capaciteitsvergoeding gevrijwaard voor de periode(n) van voldoening van de CO2-emissiegrenswaarden en de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, bepaald overeenkomstig het eerste lid;2° is er verlies van het recht op capaciteitsvergoeding voor de periode(n) van niet voldoening van de CO2-emissiegrenswaarden of de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, bepaald overeenkomstig het eerste lid, voor de betreffende capaciteit, onverminderd de sancties die daartoe kunnen worden opgelegd overeenkomstig paragraaf 14. Indien de niet-naleving van de CO2-emissie-grenswaarden of de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, bepaald overeenkomstig het eerste lid, wordt vastgesteld overeenkomstig paragraaf 14 na de regularisatietermijn bedoeld in het derde lid, verliest de capaciteitsleverancier het recht op iedere capaciteitsvergoeding voor de betreffende capaciteit, onverminderd de sancties die daartoe kunnen worden opgelegd overeenkomstig paragraaf 14. Het vaststaan van het verlies van het recht op iedere capaciteitsvergoeding leidt tot het verval van het capaciteitscontract bedoeld in paragraaf 11.Het verlies van het recht op iedere capaciteitsvergoeding staat vast indien de administratieve beslissing tot vaststelling van de niet-naleving van de CO2-emissiegrenswaarden of de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, bepaald overeenkomstig het eerste lid, na de regularisatietermijn bedoeld in het derde lid, niet langer vatbaar is voor beroep of wanneer de rechterlijke beslissing over een ingesteld beroep kracht van gewijsde heeft gekregen. De Algemene Directie Energie stelt de commissie en de netbeheerder in kennis wanneer het verlies van het recht op iedere capaciteitsvergoeding vaststaat.
De netbeheerder vordert na het verlies van het recht op capaciteitsvergoeding zoals bedoeld in het vierde lid, 2°, of het vijfde lid de terugbetaling van de onrechtmatig verkregen capaciteitsvergoedingen inclusief rente overeenkomstig de Europese referentierentevoet voor terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun die wordt toegepast vanaf het tijdstip van toekenning van de steun, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in de Werkingsregels bedoeld in paragraaf 12."; 2° in paragraaf 12, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het derde lid, 2°, wordt de bepaling onder b) opgeheven; b) het derde lid wordt aangevuld met de bepaling onder 12°, luidende: "12° De nadere regels van de procedure inzake de opschorting of het verlies van het recht van een capaciteitsleverancier op de capaciteitsvergoeding en de terugvordering van de onrechtmatig verleende staatsteun overeenkomstig paragraaf 11/1;"; 3° in paragraaf 14 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende als volgt: "4° de verplichtingen inzake de CO2-emissiewaarden en de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig paragraaf 11/1 of de werkingsregels bedoeld in paragraaf 12;" b) tussen het vierde en het vijfde lid worden drie leden ingevoegd, luidende: "De naleving van de verplichtingen inzake CO2-emissiegrenswaarden en de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen bedoeld in het eerste lid, 4°, wordt beoordeeld door ambtenaren bedoeld in het eerste lid.Een advies kan gevraagd worden aan de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu die zijn advies verstrekt uiterlijk 30 werkdagen na de adviesaanvraag. Indien het advies niet wordt verstrekt binnen deze termijn, wordt het advies geacht het voorstel te volgen dat de ambtenaren bedoeld in het eerste lid in de adviesaanvraag hadden geformuleerd.
De Koning kan de nadere regels bepalen voor de ex ante controle tijdens de prekwalificatieprocedure, de ex post controle na de periode van capaciteitslevering en de controle na de regularisatietermijn, van de naleving van de CO2-emissiegrenswaarden en de bepalingen omtrent de reductie van de uitstoot van broeikasgassen bedoeld in het eerste lid, 4°, waaronder in het bijzonder de nadere regels die de Algemene Directie Energie of capaciteitsleverancier in staat stellen een persoon aan te wijzen die in zijn naam en voor zijn rekening taken op het gebied van toezicht en rapportering uitvoert, alsook de nadere regels voor het vaststellen van de niet-naleving van de verplichtingen in het eerste lid, 4°, en van de administratieve boete.
Met een administratieve boete die niet lager mag zijn dan 1.240 euro, noch hoger mag zijn dan 50.000 euro, worden bestraft degenen die de verplichtingen bepaald in het eerste lid, 4°, niet naleven."; c) in het vroegere tiende lid, dat het dertiende lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht: i.de woorden "dat de inbreuk vaststaat of" worden ingevoegd tussen de woorden "binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de ter kennisgeving van de beslissing" en de woorden "waarin de administratieve boete wordt opgelegd."; ii. de woorden "derde en vierde lid" worden vervangen door de woorden "derde lid, vierde lid en zevende lid".
HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepalingen en slotbepalingen
Art. 25.§ 1. Tot de inwerkingtreding van het besluit genomen krachtens artikel 7undecies, § 11/1, eerste lid van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna te noemen "de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten", zoals ingevoegd krachtens artikel 24, 1°, gelden de bepalingen met betrekking tot de CO2-emissiegrenswaarden en de bepalingen met betrekking tot de reductie van de uitstoot van broeikasgassen vastgesteld in de Werkingsregels bedoeld in artikel 7undecies, § 12, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. § 2. Artikel 7undecies, § 11/1, tweede tot zesde lid, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals ingevoegd krachtens artikel 24, 1° is van toepassing op de capaciteitscontracten zoals bedoeld in artikel 7undecies, § 11, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, afgesloten na 29 maart 2021.
De CO2-emissiegrenswaarden en de engagementen met betrekking tot de reductie van de uitstoot van broeikasgassen bedoeld in artikel 7undecies, § 11/1, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals ingevoegd krachtens artikel 24, 1°, die van toepassing zijn op de capaciteitscontracten, zoals bedoeld in artikel 7undecies, § 11, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, die zijn afgesloten voor de inwerkingtreding van het besluit genomen krachtens artikel 7undecies, § 11/1, eerste lid, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals ingevoegd krachtens artikel 24, 1°, zijn deze die in de Werkingsregels bedoeld in artikel 7undecies, § 12, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten zijn vastgesteld en van toepassing zijn op het moment dat het capaciteitscontract is afgesloten.
Art. 26.Deze titel treedt in werking op 1 juni 2024 De Koning kan voor iedere bepaling ervan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
TITEL IV. - Invoeging van artikel 12quinquies van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
Art. 27.In de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wordt artikel 12quinquies, opgeheven bij de wet van 23 oktober 2022, hersteld als volgt: "
Art. 12quinquies.Indien uit de in artikel 22bis bedoelde studie en advies van de commissie blijkt dat dit noodzakelijk is om het concurrentievermogen van de energiefactuur van bepaalde categorieën industriële verbruikers ten opzichte van de buurlanden te vrijwaren, bepaalt de Koning bij een in de Ministerraad overlegd besluit, na raadpleging van de commissie, dat de tarieven van bepaalde categorieën van transmissienetgebruikers gedeeltelijk door de netbeheerder worden vergoed, alsmede de criteria en de procedures voor deze vergoeding.
In de mate dat de vergoeding bedoeld in het eerste lid de vermindering van de elektriciteitsfactuur van de ondernemingen beogen, slaan deze criteria onder meer op een engagement om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren en het versnellen van de energietransitie.
Desgevallend kan het voldoen aan die twee specifieke criteria door de Koning worden gelijkgesteld met het deelnemen aan of toetreden tot een door een Gewest ingesteld beleidsinstrument. De Koning kan ook geval per geval voorzien in een evaluatie van deze criteria voor bedrijven die niet deelnemen aan of zich niet houden aan een beleidsinstrument dat door een Gewest is ingevoerd.
De in het eerste lid bedoelde verplichting van de netbeheerder vormt een openbare dienstverplichting waarvan de kosten worden gefinancierd overeenkomstig de procedures van artikel 21quinquies, eerste lid.
Het in het eerste lid bedoelde besluit bepaalt tevens de berekeningswijze en de wijze van controle van de kosten van de in het eerste lid bedoelde vergoedingen voor elk jaar. Deze kosten worden vastgesteld volgens de volgende procedure: 1° uiterlijk op 1 november van elk jaar maakt de commissie een raming van de maandelijkse kosten van de vergoedingen bedoeld in het eerste lid voor het volgende jaar.Daartoe bezorgt de netbeheerder de commissie uiterlijk op 31 augustus een verslag met de relevante gegevens; 2° uiterlijk op 1 juni van elk jaar bepaalt de commissie het bedrag van een aanpassing voor het voorgaande jaar op basis van de werkelijke kosten die in dat voorgaande jaar zijn gemaakt als gevolg van de in het eerste lid bedoelde vergoeding.Daartoe dient de netbeheerder uiterlijk op 15 april bij de commissie een verslag in met de relevante gegevens. Indien er een saldo wordt vastgesteld, moet de verrekening met de Federale Staat plaatsvinden uiterlijk op 1 juli van het jaar waarin het saldo is vastgesteld; 3° de commissie houdt een inventaris bij van de geraamde en de werkelijke jaarlijkse kosten van de vergoeding bedoeld in het eerste lid. De Federale Staat, de netbeheerder en de commissie sluiten een protocol om de nadere regels vast te leggen voor het maandelijks ter beschikking stellen van middelen om te voldoen aan de verplichting bedoeld in het tweede lid, en om alle gerelateerde en andere rechten en plichten van de contracterende partijen te specificeren. Deze nadere regels zorgen ervoor dat de netbeheerder over de nodige middelen beschikt om de nettokosten die voortvloeien uit de in het eerste lid bedoelde vergoeding tijdig te betalen en om voorfinanciering van deze nettokosten door de netbeheerder te voorkomen.".
Art. 28.In artikel 21quinquies, eerste lid, van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 24/06/2016 numac 2016000390 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011161 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de gasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 02/12/1999 numac 1999022438 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de oprichting van een federaal Borstvoedingscomité type wet prom. 29/04/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999000502 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 77, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/02/2014 numac 2014000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2021, worden de woorden "of artikel 12quinquies" ingevoegd tussen de woorden "krachtens artikel 7duodecies" en de woorden ", belast wordt,".
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-3983 (2023/2024) Integraal Verslag : 8 mei 2024