Etaamb.openjustice.be
Wet van 15 maart 2021
gepubliceerd op 19 maart 2021

Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 22 april 2019 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2021030693
pub.
19/03/2021
prom.
15/03/2021
ELI
eli/wet/2021/03/15/2021030693/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

15 MAART 2021. - Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

Art. 2.In artikel 2 van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatst gewijzigd bij de wet van 12 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepalingen onder 58° en 59° worden opgeheven;2° in de bepaling onder 75°, worden de woorden "die is" ingevoegd tussen de woorden "capaciteitshouder" en het woord "geselecteerd", en worden de woorden "of die, mits te zijn geprekwalificeerd, deelneemt aan de secundaire markt" ingevoegd tussen de woorden "een veiling" en de woorden ", die een capaciteit beschikbaar stelt";3° in de bepaling onder 85° worden de woorden "maar in een aangrenzende lidstaat van de Europese Unie waarvan het elektriciteitsnet middels een interconnectie aangesloten is op het Belgische elektriciteitsnet" ingevoegd tussen de woorden "de Belgische regelzone" en de woorden "bevindt die";4° in de bepaling onder 86° worden de woorden "maar in een aangrenzende lidstaat van de Europese Unie" ingevoegd tussen de woorden "buiten het Belgisch grondgebied," en de woorden "maar via een specifieke kabel", en worden de woorden "maar via een specifieke kabel enkel en alleen verbonden met de Belgische regelzone" vervangen door de woorden "en die via een specifieke kabel enkel en alleen aangesloten is op de Belgische regelzone of waarvan de capaciteitshouder zich ertoe verbindt om de capaciteit via een specifieke kabel enkel en alleen en uiterlijk de eerste dag van de periode van capaciteitslevering aan te sluiten op de Belgische regelzone,";5° het enige lid wordt aangevuld met de bepalingen onder 88°, 89°, 90° en 91°, luidende: "88° "Verordening (EU) nr.2019/943": de Verordening (EU) nr. 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit; 89° "leveringspunt": een (toekomstig) punt op een elektriciteitsnet of binnen de elektrische installaties van een gebruiker van dat elektriciteitsnet, waar de dienst wordt of zal worden geleverd.Dit punt is of zal verbonden zijn aan een of meer meettoestellen die de netbeheerder in staat stellen de levering van de dienst te controleren en te meten; 90° "niet bewezen capaciteit": capaciteit die op het tijdstip van indiening van het prekwalificatiedossier nog niet kan worden gelinkt aan een specifiek leveringspunt;91° "pay-as-bid"-methode": de veilingsmethode waarbij de geprekwalificeerde capaciteitshouder die deelneemt aan de veiling een recht op een capaciteitsvergoeding kan verkrijgen in overeenstemming met het niveau van het door hem ingediende bod; 92° "secundaire markt": de capaciteitsmarkt, onderscheiden van de veilingen bedoeld in 73°, waar een overdracht van rechten en verplichtingen die voortvloeien uit een capaciteitscontract kan plaatsvinden tussen twee capaciteitsleveranciers.".

Art. 3.In hoofdstuk IIbis van dezelfde wet, wordt een afdeling 2 met titel "Afdeling 2. - Capaciteitsvergoedings-mechanisme" ingevoegd.

Art. 4.In dezelfde wet, wordt onder afdeling 2, ingevoegd door artikel 3, een artikel 7undecies ingevoegd, luidende: "

Artikel 7undecies.§ 1. Er wordt een capaciteitsvergoedingsmechanisme ingesteld.

Het capaciteitsvergoedingsmechanisme functioneert op basis van periodieke veilingen met het oog op de toekenning van de capaciteitsvergoeding.

Het capaciteitsvergoedingsmechanisme is zodanig ontworpen dat de kostprijs ervan zo laag mogelijk blijft. § 2. De Koning bepaalt bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met welke parameters het volume van de aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, op voorstel van de commissie, na raadpleging van de marktspelers, en na advies van de Algemene Directie Energie.

De Koning bepaalt bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de andere dan de in het eerste lid bedoelde parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, d.w.z. de reductiefactoren, de referentieprijs, de intermediaire prijslimiet(en) die van toepassing is / zijn op bepaalde capaciteiten die beantwoorden aan specifieke criteria, en de uitoefenprijs, inclusief hun berekeningsmethode, op voorstel van de netbeheerder, dat wordt opgesteld na raadpleging van de marktdeelnemers, en na advies van de commissie.

De Koning bepaalt bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en), na raadpleging van de marktdeelnemers. Een individuele uitzondering wordt toegekend door de commissie. § 3. Op basis van de door de Koning overeenkomstig paragraaf 2, eerste lid, bepaalde parameters en hun berekeningsmethoden, stelt de netbeheerder een verslag op met de berekeningen die nodig zijn voor het opstellen van het in paragraaf 4 bedoelde voorstel.

Op basis van de door de Koning in toepassing van paragraaf 2, tweede lid, bepaalde parameters en berekeningsmethoden, doet de netbeheerder een voorstel voor de reductiefactoren, de referentieprijs, de intermediaire prijslimiet(en) en de uitoefenprijs voor de veilingen vier jaar en één jaar voor de periode van de capaciteitslevering, alsook voor het maximale volume aan capaciteit dat in het kader van de betreffende veiling kan gecontracteerd worden met alle houders van niet bewezen capaciteit.

Uiterlijk op 15 november van ieder jaar worden het verslag en het voorstel van de netbeheerder bedoeld in het eerste en tweede lid overgemaakt aan de minister, de commissie en de Algemene Directie Energie.

Uiterlijk op 1 februari van ieder erop volgend jaar, geeft de commissie een advies aan de minister over het voorstel van de netbeheerder bedoeld in het tweede lid. § 4. Uiterlijk op 1 februari van ieder erop volgend jaar, doet de commissie aan de minister, een voorstel over de specifieke waarden van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, met het oog op de organisatie van de veilingen vier jaar en één jaar voor de periode van capaciteitslevering, en bezorgt daarvan een kopie aan de Algemene Directie Energie en de netbeheerder. De commissie doet dat voorstel na toepassing van de betreffende berekeningsmethode bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, en op basis van de berekeningen van het in paragraaf 3, lid 1, bedoelde verslag van de netbeheerder. Dit voorstel bevat eveneens een voorstel voor het minimale volume dat moet worden gereserveerd voor de veiling die één jaar voor de periode van capaciteitslevering plaatsvindt. Dit minimaal te reserveren volume is minstens gelijk aan de capaciteit die gemiddeld minder dan 200 draaiuren heeft per jaar teneinde de totale piekcapaciteit af te dekken. § 5. Uiterlijk op 1 maart van ieder jaar geven de Algemene Directie Energie en de netbeheerder een advies aan de minister over het voorstel van de commissie bedoeld in paragraaf 4. § 6. Uiterlijk op 31 maart van ieder jaar, op basis van de voorstellen en de adviezen bedoeld in de paragrafen 3, 4 en 5, met het oog op het verzekeren van het vereiste niveau aan bevoorradingszekerheid zoals bepaald in paragraaf 7, na overleg in de Ministerraad, geeft de minister instructie aan de netbeheerder om de veilingen te organiseren voor de onderzochte perioden van capaciteitslevering, stelt de parameters vast die nodig zijn voor hun organisatie, bepaalt het maximale volume aan capaciteit dat in het kader van de betreffende veiling kan gecontracteerd worden met alle houders van niet bewezen capaciteit, en bepaalt het minimaal te reserveren volume voor de veiling die één jaar voor de periode van capaciteitslevering georganiseerd wordt. Dit minimaal te reserveren volume is minstens gelijk aan de capaciteit die gemiddeld minder dan 200 draaiuren heeft per jaar teneinde de totale piekcapaciteit af te dekken.

De Koning kan bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepalen dat voor het jaar 2021 de datum vermeld in het eerste lid, vervangen wordt door 30 april.

De minister heft de instructie, bedoeld in het eerste lid, op binnen tien dagen vanaf de ontvangst vanwege de Europese Commissie van haar beslissing dat de steunmaatregelen bedoeld in deze afdeling onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Die opheffing impliceert het verbod tot organisatie van een prekwalificatieprocedure en/of van een veiling in het kader van het capaciteitsvergoedings-mechanisme of hun onmiddellijke annulering.

In ieder geval sluit de netbeheerder slechts capaciteitscontracten bedoeld in paragraaf 11, waarin het recht op de capaciteitsvergoeding wordt verleend, na de ontvangst door de Belgische Staat van de beslissing van de Europese Commissie volgens dewelke de steunmaatregelen bedoeld in deze afdeling geen onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Ten laatste tien werkdagen na ontvangst van voornoemde beslissing van de Europese Commissie in het kader van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, laat de minister in het Belgisch Staatsblad een bericht publiceren met een samenvatting en een verwijzing naar voornoemde beslissing van de Europese Commissie.

De besluiten genomen krachtens het eerste en het tweede lid, worden gepubliceerd op de website van de Algemene Directie Energie uiterlijk 1 werkdag nadat voornoemde besluiten werden genomen. § 7. Het niveau van bevoorradingszekerheid te bereiken door het capaciteitsvergoedings-mechanisme, komt overeen met de betrouwbaarheidsnorm. De vraagcurves voor de veilingen worden zodanig gekalibreerd dat deze betrouwbaarheidsnorm bereikt wordt.

Op voorstel van de commissie, gebaseerd op de methode bedoeld in artikel 23(6) van de Verordening (EU) nr. 2019/943, bepaalt de Koning, na advies van de Algemene Directie Energie en van de netbeheerder, bij een besluit overlegd in Ministerraad, de betrouwbaarheidsnorm. Hetgeen bepaald wordt in artikel 7bis, § 2, geldt als betrouwbaarheidsnorm totdat de Koning de betrouwbaarheidsnorm heeft bepaald krachtens dit lid.

De Algemene Directie Energie, in samenwerking met het Federaal Planbureau en de commissie, wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit om de enkele raming vast te stellen van de waarde van de verloren belasting, bedoeld in artikel 11 van de Verordening (EU) 2019/943 en, voor het eerst, binnen de zes maanden na de publicatie van het goedgekeurde voorstel, bedoeld in artikel 23, lid 6, ervan.

Elke enkele raming, vastgesteld door de Algemene Directie Energie in uitvoering van deze Verordening, wordt goedgekeurd door de Koning bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

De Algemene Directie Energie wordt aangewezen om de kosten voor een nieuwe toegang te bepalen, bedoeld in artikel 23, lid 6, van de Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit. De kost van een nieuwe toegang wordt goedgekeurd door de Koning bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

Voor de opmaak van het verslag, de adviezen, de voorstellen en van de beslissing bedoeld in de paragrafen 2 tot en met 6 wordt rekening gehouden met de betrouwbaarheidsnorm die in werking is op 15 september van het jaar voorafgaand aan het jaar van de veiling. § 8. De Koning bepaalt, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de ontvankelijkheidscriteria wat betreft het recht tot deelname aan de prekwalificatieprocedure. Deze criteria omvatten onder meer: 1° de voorwaarden waaronder de capaciteitshouders die genieten of genoten hebben van steunmaatregelen, het recht hebben tot deelname aan de prekwalificatieprocedure;2° de minimumdrempel in MW, na toepassing van de reductiefactoren, waaronder de capaciteitshouders niet kunnen deelnemen aan de prekwalificatieprocedure;3° de voorwaarden en modaliteiten waaronder de houders van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit kunnen deelnemen aan de prekwalificatieprocedure.Deze voorwaarden en nadere regels worden vastgesteld uiterlijk voor het eerste leveringsjaar, na advies van de commissie en van de netbeheerder; zij houden rekening met de verwachte effectieve bijdrage van deze capaciteit tot de bevoorradingszekerheid van België en met het afsluiten van akkoorden onder de betrokken netbeheerders.

Iedere houder van productiecapaciteit gelokaliseerd in de Belgische regelzone die voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in het eerste lid, is verplicht om een prekwalificatiedossier in te dienen.

Het is elke andere capaciteitshouder gelokaliseerd in de Belgische regelzone en elke houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit die voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in het eerste lid, toegestaan om een prekwalificatiedossier in te dienen.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid van het prekwalificatiedossier, beschikt een capaciteitshouder die met toepassing van artikel 4, § 1, vergunningsplichtig is, over een productievergunning, zoals bedoeld in artikel 4 voor de betreffende capaciteit, of heeft voornoemde capaciteitshouder een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een productievergunning voor deze capaciteit uiterlijk binnen vijftien dagen volgend op de publicatie van de instructie tot organisatie van een veiling bedoeld in paragraaf 6, eerste lid.

Elke houder van rechtstreekse buitenlandse capaciteit die voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, heeft het recht om een prekwalificatiedossier in te dienen, voor zover: 1° het interfacepunt, bedoeld in artikel 2, § 1, 33°, van het technisch reglement, van de betreffende rechtstreekse buitenlandse capaciteit zich op het Belgisch grondgebied bevindt of, ingevolge de uitvoering van het in het kader van de veiling geselecteerde project, op het Belgisch grondgebied zal bevinden uiterlijk de eerste dag van de betrokken periode van capaciteitslevering;2° de betreffende capaciteit zich bevindt of zich zal bevinden in een aangrenzende lidstaat van de Europese Unie waarmee België een schriftelijke overeenkomst voor deelname van rechtstreekse buitenlandse capaciteiten aan het Belgische capaciteitsvergoedingsmechanisme heeft gesloten, die verzekert dat de deelname van elke rechtstreekse buitenlandse capaciteit afhankelijk is van een verklaring van de aangrenzende lidstaat van de Europese Unie, dat: a) de betreffende capaciteit voldoet of zal voldoen aan de technische, organisatorische en financiële eisen die in de overeenkomst staan vermeld en dat alle vereiste vergunningen voor de betreffende capaciteit rechtmatig en onvoorwaardelijk afgeleverd zijn of dit binnen een redelijke termijn zullen zijn;b) de deelname van deze capaciteit geen ernstige problemen veroorzaakt op het gebied van bevoorradingszekerheid van de betreffende aangrenzende lidstaat van de Europese Unie of hen onmisbare infrastructuur zou ontnemen om op gepaste wijze de gekende congestieproblemen op te vangen;3° de verklaring bedoeld onder 2°, wordt voor de betrokken capaciteit voorafgaand aan de minister, aan de commissie en aan de netbeheerder overgemaakt. Voorafgaand aan de sluiting van de schriftelijke overeenkomst bedoeld in het derde lid, wordt het advies van de netbeheerder en de commissie gevraagd.

De netbeheerder is belast met de prekwalificatie van de capaciteiten.

De capaciteitshouder dient het prekwalificatiedossier in uiterlijk op 15 juni van hetzelfde jaar waarin de veiling plaatsvindt. De netbeheerder deelt het resultaat van de prekwalificatieprocedure aan de capaciteitshouders, aan de Algemene Directie Energie en aan de commissie mee uiterlijk vijftien dagen voor de uiterste indieningsdatum van de biedingen in het kader van de veiling bedoeld in paragraaf 11. § 9. Gelijktijdig met de indiening van het prekwalificatiedossier, waarin wordt aangetoond in welke mate voldaan is aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in paragraaf 8 en de prekwalicatiecriteria bedoeld in paragraaf 12, tweede lid, 2°, dient de capaciteitshouder die een capaciteitscontract wenst te verkrijgen voor meer dan één periode van capaciteitslevering, een ten opzichte van de criteria bepaald krachtens het vierde lid gemotiveerd en gedetailleerd investeringsdossier in bij de commissie.

Na onderzoek van het investeringsdossier, bepaalt de commissie de klassering van de capaciteit in een capaciteitscategorie.

De commissie deelt haar beslissing aan de capaciteitshouder en aan de netbeheerder mee uiterlijk vijftien dagen voor de uiterste indieningsdatum van de biedingen in het kader van de veiling bedoeld in paragraaf 10. De commissie kan haar beslissing over het investeringsdossier motiveren op basis van de afwijzing van het prekwalificatiedossier door de netbeheerder. De netbeheerder verstrekt de commissie alle nodige informatie in dit verband met de nodige zorgvuldigheid.

Op voorstel van de commissie, opgesteld na openbare raadpleging en na advies van de netbeheerder, legt de Koning de criteria vast voor het in aanmerking komen van de investeringskosten, die toelaten om elke capaciteit in een capaciteitscategorie te klasseren, de investeringsdrempels die deze categorieën onderscheiden, alsook de procedure van klassering. § 10. Voor iedere periode van capaciteitslevering worden twee veilingen georganiseerd door de netbeheerder: een eerste veiling vier jaar voor de periode van capaciteitslevering, en een tweede veiling één jaar voor de periode van capaciteitslevering. In uitvoering van een instructie bedoeld in paragraaf 6, organiseert de netbeheerder een veiling waarvoor biedingen worden toegestaan uiterlijk tot en met 30 september, en waarvoor ten laatste op 31 oktober de resultaten van de veiling worden gepubliceerd op de website van de netbeheerder, behoudens toepassing van paragraaf 13. De netbeheerder deelt de resultaten van de veilingen mee aan de minister. Indien de commissie op grond van haar toezichthoudende bevoegdheden overeenkomstig paragraaf 13 de veiling annuleert, organiseert de netbeheerder een nieuwe veiling, waarvoor ten laatste op 30 november de resultaten van de veiling worden gepubliceerd op de website van de netbeheerder.

Elke capaciteitshouder wiens dossier voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in paragraaf 8 en eveneens voldoet aan de prekwalificatiecriteria, bedoeld in paragraaf 12, tweede lid, 2°, heeft het recht op deelname aan de veiling bedoeld in het eerste lid. De houder van een niet bewezen capaciteit heeft echter slechts recht op deelname aan een veiling die wordt georganiseerd vier jaar voorafgaand aan de periode van capaciteitslevering waarop die veiling betrekking heeft, en heeft dus geen recht op deelname aan een veiling die wordt georganiseerd één jaar voorafgaand aan de periode van capaciteitslevering waarop die veiling betrekking heeft. Indien de beoogde investering een activiteit impliceert waarvoor een vergunningsplicht geldt krachtens artikel 4, § 1, beschikt de indiener van het prekwalificatiedossier over een productievergunning bedoeld in artikel 4, uiterlijk twintig dagen voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van de biedingen in het kader van de veiling bedoeld in paragraaf 10.

Een geprekwalificeerde capaciteitshouder kan beslissen om geen bieding in te dienen in het kader van de veiling, op voorwaarde dat hij de netbeheerder er uiterlijk op 30 september van het betreffende kalenderjaar van op de hoogte brengt. De netbeheerder houdt rekening met deze niet-aangeboden capaciteit voor de veiling, overeenkomstig de werkingsregels bedoeld in paragraaf 12.

De veilingen worden georganiseerd op basis van de "pay-as-bid"-methode, waarvan de nadere regels worden bepaald in de werkingsregels, bedoeld in paragraaf 12. De Koning kan een andere methode van toepassing maken, op grond van een tweejaarlijks verslag dat wordt opgemaakt door de netbeheerder en betrekking heeft op de reeds gehouden veilingen, en op voorstel van de commissie voor zover er wordt vastgesteld dat middels de "pay-as-bid"-methode niet de meest kostenefficiënte selectie van capaciteiten bereikt wordt en dat van een andere methode een meer kostenefficiënte selectie van capaciteiten kan worden verwacht. Indien een andere methode van toepassing wordt gemaakt, dan worden de nadere regels daarvan bepaald in de werkingsregels bedoeld in paragraaf 12. § 11. De netbeheerder sluit een capaciteitscontract af met de capaciteitsleveranciers.

Het capaciteitscontract beschrijft de rechten en de verplichtingen van de netbeheerder en van de capaciteitsleverancier, met name de verplichtingen vóór de periode van capaciteitslevering, de beschikbaarheidsverplichting en de verplichting tot het terugbetalen aan de netbeheerder van het positieve verschil tussen de referentieprijs en de uitoefenprijs. Het capaciteitscontract is in overeenstemming met de werkingsregels bedoeld in paragraaf 12. Het standaardcapaciteitscontract wordt goedgekeurd door de commissie, op voorstel van de netbeheerder, en wordt gepubliceerd op de website van de netbeheerder. Gedurende de hele periode van capaciteitslevering gaat de netbeheerder de beschikbaarheid na van de gecontracteerde capaciteit, in overeenstemming met de werkingsregels bedoeld in paragraaf 12.

Als tegenprestatie voor de verplichtingen vervat in het capaciteitscontract, kent de netbeheerder aan de capaciteitsleveranciers een capaciteitsvergoeding toe (in euro/MW/jaar). Deze capaciteitsvergoeding wordt maandelijks betaald, vanaf de eerste maand van de periode van capaciteitslevering. De nadere financieringsregels zoals beschreven in paragraaf 15 stellen de netbeheerder in staat om over de noodzakelijke middelen te beschikken om de maandelijkse capaciteitsvergoedingen te betalen.

Het aantal perioden van capaciteitslevering waarvoor de leverancier een capaciteitsvergoeding ontvangt, zoals bepaald in het capaciteitscontract, bedraagt maximaal één, drie, acht of vijftien perioden, in functie van de capaciteitscategorie waartoe de gecontracteerde capaciteit behoort, en maximaal één periode voor onrechtstreekse buitenlandse capaciteiten en voor niet bewezen capaciteiten.

In geval de commissie overeenkomstig artikel 7undecies, § 2, derde lid, de individuele derogatie van de intermediaire prijslimiet weigert, wordt de capaciteitsvergoeding van rechtswege aangepast. Deze beslissing doet geen afbreuk aan het resultaat van de veiling. § 12. De commissie stelt, op voorstel van de netbeheerder die voorafgaand de marktdeelnemers raadpleegt, de werkingsregels van het capaciteitsvergoedingsmechanisme vast.

Deze werkingsregels beogen: 1° de concurrentie in de veilingen zoveel mogelijk te stimuleren;2° elke marktmanipulatie, elk concurrentiebeperkend gedrag en elke oneerlijke handelspraktijk, te voorkomen;3° de economische efficiëntie van het capaciteitsvergoedingsmechanisme te verzekeren door ervoor te zorgen dat de toegekende capaciteitsvergoedingen passend en evenredig zijn en dat de mogelijke negatieve effecten op de goede werking van de markt zo beperkt mogelijk zijn;4° de technische beperkingen van het net te respecteren en rekening te houden met de bepalingen van het technisch reglement betreffende de indiening en de behandeling van aanvragen voor aansluiting aan het transmissienet en het afsluiten van aansluitingscontracten, onverminderd de technische beperkingen en verplichtingen die van toepassing zijn voor capaciteiten die aangesloten worden op andere netten. De werkingsregels omvatten in het bijzonder: 1° een expliciete verwijzing naar de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in paragraaf 8, wat betreft het recht tot deelname aan de prekwalificatieprocedure;2° de criteria en nadere regels inzake prekwalificatie op grond waarvan het recht wordt verleend tot deelname aan de veiling bedoeld in paragraaf 10, en aan de secundaire markt.In ieder geval gelden de volgende criteria als prekwalificatiecriteria: a) indien de beoogde investering een activiteit impliceert waarvoor een vergunningsplicht geldt krachtens artikel 4, § 1, beschikt de indiener van het prekwalificatiedossier over een productievergunning bedoeld in artikel 4, uiterlijk twintig dagen voorafgaand aan de uiterste indieningsdatum van de biedingen in het kader van de veiling bedoeld in paragraaf 10;b) de naleving van de CO2-emissiegrenswaarden, bepaald overeenkomstig art 22, § 4 a) en b) van de Verordening (EU) nr.2019/943; 3° de modaliteiten met betrekking tot de kennisgeving omtrent niet-aangeboden capaciteit bedoeld in paragraaf 10, voorlaatste lid;4° de veilingsmodaliteiten onverminderd de toepassing van de veilingsmethode bepaald in of in overeenstemming met paragraaf 10, laatste lid;5° de beschikbaarheidsverplichtingen en de verplichtingen voorafgaand aan de periode van capaciteitslevering voor de capaciteitsleveranciers, en de boetes voor het niet naleven van deze verplichtingen;6° de financiële garanties die de capaciteitsleveranciers moeten leveren;7° ten laatste één jaar voor de eerste periode van capaciteitslevering, de mechanismen ter organisatie van de secundaire markt;8° de nadere regels voor de uitwisseling van informatie en de regels die de transparantie van het capaciteitsvergoedingsmechanisme waarborgen;9° de uiterlijke datum waarop iedere houder van niet bewezen capaciteit zijn dossier vervolledigt met de betreffende leveringspunten. De netbeheerder dient jaarlijks uiterlijk op 1 februari bij de commissie en de Algemene Directie Energie zijn voorstel in voor de werkingsregels. Uiterlijk op 15 mei publiceren de commissie en de netbeheerder de werkingsregels op hun website.

De werkingsregels hebben slechts uitwerking na goedkeuring door de Koning en bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. De Koning kan de werkingsregels wijzigen of, in de plaats van de commissie optreden indien deze in gebreke blijft de werkingsregels vast te stellen.

Na het standpunt te hebben ontvangen van de marktspelers, de netbeheerder en de Algemene Directie Energie, publiceert de commissie minstens elke twee jaar volgend op de eerste veiling een evaluatieverslag over de werking van het capaciteitsvergoedingsmechanisme. Dit verslag omvat desgevallend suggesties voor wenselijke structurele of punctuele verbeteringen. § 13. Met uitzondering van het toezicht op de naleving van de verplichtingen bedoeld in paragraaf 14, wordt het toezicht op de goede werking van het capaciteitsvergoedingsmechanisme toevertrouwd aan de commissie, die daartoe over de bevoegdheden beschikt die haar bij deze wet zijn toegekend. In dit verband gaat de commissie met name na of de prekwalificatieprocedures, de veilingen en de transacties op de secundaire markt regelmatig zijn en of er geen sprake is van concurrentieverstorend gedrag of oneerlijke handelspraktijken.

Onverminderd de leden 2 tot en met 5, kan de Koning, na advies van de commissie, de nadere regels van deze controle bepalen, in het bijzonder de nadere regels die de commissie in staat stellen een persoon aan te wijzen die in zijn naam en voor zijn rekening taken op het gebied van toezicht en rapportering uitvoert.

Elke marktmanipulatie in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme is verboden.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder marktmanipulatie verstaan: 1° het uitbrengen van een bod of biedingen, of het nalaten van deelname aan een veiling en tegelijk het nalaten van het verrichten van een "opt-out"-kennisgeving bedoeld in paragraaf 10, voorlaatste lid, of het overmaken van enige andere informatie aan de netbeheerder of enige andere persoon, of het ondernemen van enige actie, of het afzien van enige actie die: a) onjuiste of misleidende informatie geeft of waarschijnlijk zal geven over het aanbod, de vraag of de prijs van de op een veiling of op de secundaire markt verhandelde capaciteit;b) de prijs die wordt toegekend aan een capaciteit in het kader van een veiling of het bedrag van een transactie op een veiling of op de secundaire markt door toedoen van een of meer in onderling overleg handelende personen op een kunstmatig niveau vaststelt of tracht vast te stellen, tenzij de betrokken persoon aantoont dat zijn beweegredenen gerechtvaardigd en in overeenstemming zijn met de gebruikelijke marktpraktijken;of c) een oneigenlijke constructie of enige andere vorm van bedrog of misleiding gebruikt of tracht te gebruiken die onjuiste of misleidende signalen geeft of kan geven met betrekking tot het aanbod van of de vraag naar capaciteit op een veiling of op de secundaire markt, of de veilingprijs van een veiling of het bedrag van een transactie op een veiling of op de secundaire markt;of, 2° het verspreiden van informatie via de media, met inbegrip van internet, of via andere kanalen, die onjuiste of misleidende signalen geeft of waarschijnlijk zal geven met betrekking tot het aanbod, de vraag of de waarschijnlijke prijs van de capaciteit op een veiling of transactie op de secundaire markt geeft of kan geven, waarvan de persoon die deze informatie heeft verspreid, wist of had moeten weten dat de informatie onjuist of misleidend was. Wanneer zij een dergelijke marktmanipulatie vaststelt, kan de commissie de in artikel 31 bedoelde maatregelen op de betrokken persoon toepassen.

De netbeheerder en de capaciteitshouders en -leveranciers melden elk vermoeden van marktmanipulatie, concurrentieverstorend gedrag of oneerlijke handelspraktijken op eigen initiatief aan de commissie. § 14. De Koning duidt de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Economie, kmo, Middenstand en Energie aan die belast zijn met de controle van de naleving en sanctionering van niet-naleving van de volgende verplichtingen: 1° de voorwaarden waaronder de capaciteitshouders die genieten of genoten hebben van steunmaatregelen het recht hebben tot deelname aan de prekwalificatieprocedure;2° de verplichting voor iedere houder van productiecapaciteit gelokaliseerd in de Belgische regelzone en die voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria bedoeld in paragraaf 8, tot indiening van een prekwalificatiedossier. De netbeheerder verstrekt aan de Algemene Directie Energie alle informatie in haar bezit die nodig is om deze controle mogelijk te maken. De Koning bepaalt de nadere regels van die controle en stelt de wijze vast van betaling en inning van de administratieve geldboetes.

Onverminderd de verplichting tot terugbetaling van de onrechtmatig verkregen subsidies inclusief rente, worden degenen die de verplichtingen bepaald in het eerste lid, 1°, niet naleven bestraft met een administratieve boete die niet lager mag zijn dan 1 240 euro, noch hoger mag zijn dan 50 000 euro of indien dat hoger zou zijn dan 50 000 euro: tien procent van de omzet die de betrokken persoon heeft gerealiseerd op de Belgische elektriciteitsmarkt tijdens het laatste afgesloten boekjaar. In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast vanaf het tijdstip van toekenning van de steun.

Met een administratieve boete die niet lager mag zijn dan 1 240 euro, noch hoger mag zijn dan 50 000 euro, worden bestraft degenen die de verplichtingen bepaald in het eerste lid, 2°, niet naleven.

In geval van herhaling binnen de drie jaar na een administratieve beslissing kan de administratieve geldboete op het dubbele van de maximale bedragen worden gebracht. De voornoemde termijn van drie jaar vangt aan op de dag waarop de administratieve beslissing niet langer vatbaar is voor beroep.

Er kan geen administratieve geldboete meer opgelegd worden meer dan tien jaar na de feiten die de inbreuk uitmaakten waarop ze is gebaseerd.

De bevoegde administratie alsook de ambtenaren binnen deze administratie die door de Koning aangeduid zijn om de administratieve boetes op te leggen, oefenen deze bevoegdheid uit in omstandigheden die hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen.

Deze ambtenaren nemen geen beslissing in een dossier waarin zij reeds in een andere hoedanigheid zijn tussengekomen, noch hebben zij een rechtstreeks of onrechtstreeks belang in de ondernemingen of instellingen die het onderwerp zijn van de procedure.

Wanneer een niet-naleving wordt vastgesteld of vermoed, brengt de respectievelijke ambtenaar aangeduid overeenkomstig het eerste lid, de overtreder bij een ter post aangetekende brief daarvan op de hoogte, alsook van de feiten die daaraan ten grondslag liggen met verwijzing naar het betreffende proces-verbaal en van diens voornemen om een boete op te leggen. De overtreder wordt in voornoemde brief verzocht om binnen een termijn van dertig dagen zijn verweermiddelen in te dienen. Als er geen verweermiddelen binnen deze termijn ingediend worden, wordt de inbreuk geacht vast te staan.

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die een administratieve boete opgelegd krijgt, kan een beroep indienen tegen deze beslissing. Dit beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, ingesteld voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de ter kennisgeving van de beslissing waarin de administratieve boete wordt opgelegd. Het beroep wordt bij tegensprekelijk verzoekschrift ingediend op basis van de artikelen 1034bis en volgende van het Gerechtelijk Wetboek. Dit beroep schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing. Het beroep is slechts ontvankelijk indien een kopie van het verzoekschrift uiterlijk op de datum van neerlegging van het verzoekschrift bij de rechtbank bij aangetekende brief wordt gezonden aan de ambtenaar aangeduid overeenkomstig het eerste lid. De rechtbank kan, wanneer verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, het bedrag van een opgelegde administratieve geldboete onder het tweede en derde lid vermelde minimumbedragen verminderen, zonder dat de geldboete lager mag zijn dan 70 % van deze minimumbedragen. De beslissing heeft uitvoerbare kracht na het verstrijken van een termijn van zestig dagen vanaf haar kennisgeving, behoudens wanneer beroep wordt aangetekend. De inbreuken op paragraaf 8, eerste lid, 1°, die komen vast te staan, leiden tot de nietigheid van het capaciteitscontract bedoeld in paragraaf 11. Een inbreuk staat vast indien de administratieve beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete niet langer vatbaar is voor beroep of wanneer de rechterlijke beslissing over een ingesteld beroep kracht van gewijsde heeft gekregen. § 15. De opdrachten waarmee de netbeheerder krachtens het capaciteitsvergoedingsmechanisme bedoeld in deze afdeling en in voorkomend geval, de opdrachten bedoeld in afdeling 3, wordt belast, maken openbare dienstverplichtingen uit waarvan de kosten overeenkomstig artikel 12, § 5, 11°, worden verrekend in de tarieven, na aftrek van de eventuele inkomsten gegenereerd krachtens het capaciteitsvergoedingsmechanisme bedoeld in deze afdeling en bedoeld in afdeling 3 en onverminderd de regels inzake toewijzing van specifieke inkomsten bedoeld in artikel 26, lid 9, van de Verordening (EU) 2019/943, en rekening houdend met de tariefmethodologie die werd opgesteld door de commissie krachtens artikel 12, § 5.

De kosten van de openbare dienstverplichtingen, vermeld in het eerste lid, omvatten onder meer de redelijke en billijke kosten die worden gemaakt door de buitenlandse transmissienetbeheerders waarmee een overeenkomst als bedoeld in paragraaf 8, eerste lid, 3°, is gesloten voor de ontwikkeling en de uitvoering van de deelname door de onrechtstreekse buitenlandse capaciteit aan het Belgische capaciteitsvergoedingsmechanisme voor zover, in het geval dat een capaciteitsvergoedingsmechanisme werd geïmplementeerd in de aangrenzende lidstaat van de Europese Unie waar de onrechtstreekse buitenlandse capaciteit gesitueerd is, tussen de netbeheerders van de twee betreffende lidstaten van de Europese Unie een akkoord werd gesloten dat werd goedgekeurd minstens door de commissie met daarin opgenomen de voorafgaandelijke aanvaarding dat de kosten van de netbeheerder die verband houden met de deelname van de Belgische capaciteit aan het capaciteitsvergoedingsmechanisme van de betrokken Staat, rechtstreeks of onrechtstreeks via het capaciteitsvergoedingsmechanisme van deze Staat worden gedragen.

Het tarief bedoeld in het eerste lid is verschuldigd door de op het Belgische grondgebied gevestigde eindafnemers alsook de in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht gevestigde eindafnemer op elke kWh die ze voor eigen gebruik van het net afnemen.

De eerste toepassing van de financieringswijze, bedoeld in het eerste lid, vindt vanaf 1 januari 2025 plaats. In afwachting van de toepassing van het in lid 1 bedoelde tarief, worden de kosten die de netbeheerder in verband met zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel en, in voorkomend geval, afdeling 3 maakt, gedekt door de in artikel 7octies bedoelde tarief voor de openbare dienstverplichting. § 16. De overeenkomstig artikel 25, § 5, goedgekeurde jaarbegroting van de commissie houdt specifiek rekening met de taken die haar door deze afdeling zijn opgedragen, en in voorkomend geval, door afdeling 3. § 17. Als de Koning of minister beslist om van de voorstellen bedoeld in dit artikel af te wijken, dan vermeldt hij uitdrukkelijk de redenen daarvan in zijn beslissing, vastgesteld na overleg in Ministerraad.

Art. 5.In hoofdstuk IIbis van dezelfde wet, wordt een afdeling 3 met titel "Afdeling 3. - Gerichte veilingen" ingevoegd.

Art. 6.In afdeling 3, ingevoegd door artikel 5, wordt een artikel 7duodecies ingevoegd, luidende: "

Artikel 7duodecies.§ 1. In het geval de minister vaststelt dat de implementatie van het capaciteitsvergoedingsmechanisme bedoeld in artikel 7undecies niet binnen een redelijke en gepaste termijn kan gerealiseerd worden en/of vaststelt dat een manifest risico voor de bevoorradingszekerheid van de Belgische regelzone bestaat in de periode voor 2025, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een gerichte veiling organiseren. In voorkomend geval, bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het beoogde volume aan capaciteit in het kader van de veilingen, alsook de andere parameters en nadere regels die noodzakelijk zijn voor de organisatie van de veiling.

De Koning heft de instructie bedoeld in het eerste lid op binnen tien dagen vanaf de kennisgeving door de Europese Commissie van haar beslissing dat de steunmaatregelen bedoeld in deze afdeling onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Die opheffing impliceert het verbod tot organisatie van de gerichte veiling of de onmiddellijke annulering.

In ieder geval wordt slechts het recht op een capaciteitsvergoeding of het recht op enige andere vorm van subsidie toegekend, na de verkrijging door de Belgische Staat van de beslissing van de Europese Commissie volgens dewelke de steunmaatregelen bedoeld in deze afdeling geen onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of na het verstrijken van de termijnen bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Ten laatste tien dagen na ontvangst van een beslissing van de Europese Commissie in het kader van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of na het verstrijken van de termijnen bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2015/1589, laat de minister in het Belgisch Staatsblad een bericht publiceren met een samenvatting en verwijzing naar voornoemde beslissing van de Europese Commissie of waarbij het bericht het verstrijken van voornoemde termijn vaststelt. § 2. De procedure van gerichte veilingen is waar mogelijk gebaseerd op de principes van het capaciteitsvergoedingsmechanisme bedoeld in artikel 7undecies, §§ 2 tot 14. Indien de gerichte veiling plaatsvindt voor de volledige invoering van een capaciteitsvergoedingsmechanisme bedoeld in artikel 7undecies, is deze veiling slechts een gedeeltelijke implementatie die moet worden vervolledigd door het organiseren van aanvullende veilingen zodat het volledige volume van de benodigde capaciteit kan worden bereikt. § 3. De kosten die voortvloeien uit de gerichte veiling bedoeld in paragraaf 1 worden gefinancierd overeenkomstig het financieringsmechanisme bedoeld in artikel 7undecies, § 15.".

Art. 7.In hoofdstuk IIbis van dezelfde wet, wordt een afdeling 4 met titel "Afdeling 4. - Uitbouw van nieuwe capaciteiten" ingevoegd.

Art. 8.In afdeling 4, ingevoegd door artikel 7, wordt een artikel 7terdecies ingevoegd, luidende: "

Artikel 7terdecies.Bij besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de netbeheerder en de commissie, kan de Koning iedere andere maatregel nemen die rechtstreeks of onrechtstreeks leidt tot de uitbouw van nieuwe capaciteiten, teneinde 's lands bevoorradingszekerheid te verzekeren. Dit besluit kan slechts genomen worden wanneer blijkt dat de maatregelen bedoeld in de artikelen 7undecies en 7duodecies niet tot het gewenste resultaat hebben geleid.

Het besluit bedoeld in het eerste lid, wordt geacht nooit uitwerking te hebben gehad, indien het niet bij wet bekrachtigd is binnen twaalf maanden na de datum van zijn inwerkingtreding.

De Koning heft de beslissing genomen in toepassing van het eerste lid, op binnen tien dagen vanaf de kennisgeving door de Europese Commissie van haar beslissing dat de steunmaatregelen bedoeld in dit artikel onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Die opheffing impliceert het verbod op het nemen van een maatregel krachtens dit artikel die rechtstreeks of onrechtstreeks leidt tot de uitbouw van nieuwe capaciteiten, teneinde 's lands bevoorradingszekerheid te verzekeren.

In ieder geval wordt slechts het recht op een capaciteitsvergoeding of het recht op enige andere vorm van subsidie toegekend na de verkrijging door de Belgische Staat van de beslissing van de Europese Commissie volgens dewelke de steunmaatregelen bedoeld in dit artikel geen onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of na het verstrijken van de termijnen bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De Koning bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van de commissie en de netbeheerder, de financieringswijze van de maatregelen die krachtens dit artikel worden genomen. Dat besluit wordt geacht nooit uitwerking te hebben gehad, indien het niet bij wet bekrachtigd is binnen twaalf maanden na de datum van zijn inwerkingtreding.".

Art. 9.In artikel 23, § 2, tweede lid, van dezelfde wet, wordt de bepaling onder 4° bis ingevoegd, luidende: "4° bis overeenkomstig artikel 7undecies, § 13, toezicht houden op en controleren van, de handel in het kader van de markt van de capaciteitsvergoeding, ingesteld door afdeling 2 van hoofdstuk IIbis, alsook desgevallend, deze bedoeld in artikel 7duodecies, met inachtneming van de bevoegdheden van de Belgische mededingingsautoriteit;".

Art. 10.In artikel 26, § 1ter, van dezelfde wet, wordt het eerste lid vervangen als volgt: "In het kader van de artikelen 3, 4 en 5 van de Verordening (EU) nr. 1227/2011, en van artikel 7undecies, § 13, en desgevallend, artikel 7duodecies van deze wet, beschikt de commissie over de bevoegdheid om binnen een redelijke termijn informatie op te vragen aan alle betrokken natuurlijke of rechtspersonen, de bevoegdheid om een bezoek ter plaatse te brengen, waarbij zij alle informatie en documenten kan raadplegen die nodig zijn voor de uitvoering van de taken die haar op grond van bovengenoemde bepalingen zijn toevertrouwd, en deze in voorkomend geval kan kopiëren, alsook over de bevoegdheid hen op te roepen en te horen, op voorwaarde dat zij haar verzoek motiveert en dat dit verzoek aansluit op het kader en het doel van haar onderzoek.".

Art. 11.In artikel 30bis, § 3, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "7undecies, § 13, desgevallend op artikel 7duodecies, op artikel" ingevoegd tussen de woorden "inbreuken op artikel" en de woorden "23, § 2, 3°, 3° bis, 4°, 5°, 19° tot 22°, 25° et 29°, ";2° in het tweede lid worden de woorden "4° bis," ingevoegd tussen de woorden "artikel 23, § 2, 3°, 3° bis," en de woorden "4°, 5°, 19° tot 22°, 25° et 29°, ";3° in het tweede lid worden de woorden "7undecies, § 13, desgevallend op artikel 7duodecies, op artikel" ingevoegd tussen de woorden "wat betreft de uitvoering van de opdrachten van de commissie bedoeld in artikel" en de woorden "23, § 2, 3°, 3° bis, 19° tot 22°, 25° en 29°, ";4° in het tweede lid worden de woorden "4, 4° bis," ingevoegd tussen de woorden "23, § 2, 3°, 3° bis," en de woorden ", 19° tot 22°, 25° et 29°, "; 5° het vierde lid wordt vervangen als volgt: "Wanneer die daden de kenmerken van een huiszoeking hebben, mogen zij alleen met toestemming van de onderzoeksrechter of de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg waar de zaak aanhangig is gemaakt, worden gesteld.".

Art. 12.Afdeling 5 van hoofdstuk IIbis van dezelfde wet, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen

Art. 13.De artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 14 van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/2019 pub. 16/05/2019 numac 2019012267 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen sluiten tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen, worden opgeheven.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 maart 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-1779 (2020/2021) Integraal Verslag : 11 maart 2021.

^