gepubliceerd op 24 april 2017
Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Internationaal instituut voor democratie en electorale bijstand, gedaan te Brussel op 15 mei 2014 (2)(3)
15 MAART 2017. - Wet houdende instemming met het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Internationaal instituut voor democratie en electorale bijstand, gedaan te Brussel op 15 mei 2014 (1)(2)(3)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Het Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Internationaal instituut voor democratie en electorale bijstand, gedaan te Brussel op 15 mei 2014, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 15 mei 2014.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 15 maart 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-2121.
Integraal verslag : (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 30/10/2015 (Belgisch Staatsblad van 26/11/2015), Decreet van de Franse Gemeenschap van 21/04/2016 (Belgisch Staatsblad van 04/05/2016), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 21/09/2015 (Belgisch Staatsblad van 14/10/2015), Decreet van het Waalse Gewest van 03/03/2016 (Belgisch Staatsblad van 15/03/2016), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 08/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016), (3) Inwerkingtreding : 1 mei 2017 (art.34)
Zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het Internationaal Instituut voor Democratie en Electorale Bijstand Het Koninkrijk België, hierna genoemd "België", vertegenwoordigd door : - de Federale Regering, - de Vlaamse Regering, - de Franse Gemeenschapsregering, - de Duitstalige Gemeenschapsregering, - de Waalse Regering, - de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; en Het Internationaal Instituut voor Democratie en Electorale Bijstand, hierna genoemd "IDEA";
Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van het Internationaal instituut voor democratie en electorale bijstand, aangenomen door de deelnemende Staten aan de Oprichtingsconferentie van IDEA te Stockholm op 27 februari 1995, zoals gewijzigd op 24 januari 2006 hierna genoemd "de Overeenkomst";
Gelet op artikel X van de Overeenkomst;
Tegemoetkomend aan de wens van IDEA om een Bureau in België te vestigen, hierna genoemd "het Bureau";
Verlangend een overeenkomst te sluiten teneinde de voorrechten en immuniteiten, die vereist zijn voor het functioneren van het Bureau en voor de goede uitvoering door het personeel van zijn opdracht, nader te bepalen;
Overwegend dat België de internationale rechtspersoonlijkheid van IDEA erkent;
Overwegend dat deze voorrechten en immuniteiten aan het Bureau en zijn personeel worden toegekend in het belang van zijn onafhankelijkheid en goede werking in België, en dat het Bureau en zijn personeel steeds gehouden zijn om de Belgische wetgeving en regelgeving na te leven;
Zijn overeengekomen als volgt : HOOFDSTUK I. - Rechtspersoonlijkheid, voorrechten en immuniteiten van het verbindingsbureau van IDEA Artikel 1 In dit Akkoord wordt verstaan onder : a) "het Bureau" : het bureau van IDEA, officieel in België gevestigd;b) "de officiële werkzaamheden van het Bureau" : de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening in België door het Bureau van de doelstellingen en de statutaire opdrachten van algemeen belang die door IDEA, in overeenstemming met de bepalingen van de Overeenkomst, aan het Bureau werden opgedragen;c) "het officieel gebruik" : de activiteiten evenals de verwerving van goederen of diensten die onontbeerlijk zijn voor de uitoefening door het Bureau van zijn officiële werkzaamheden in België, of die noodzakelijk zijn voor zijn goede werking, en waarvan de kosten uiteindelijk door IDEA worden betaald;d) "het archief" : alle dossiers, correspondentie, documenten, manuscripten, computer- en mediagegevens, databanken, foto's, films, video- en geluidsopnamen die het Bureau of zijn personeel in het kader van zijn officiële werkzaamheden bezit of bewaart;e) "de gebouwen van het Bureau" : het terrein en de gebouwen of delen van gebouwen die uitsluitend worden gebruikt voor de officiële werkzaamheden van het Bureau;f) "de Directeur van het Bureau" : de ambtenaar met de hoogste rang van het Bureau;g) "ambtenaren van het Bureau" : de personen rechtstreeks aangeworven door IDEA in een vaste betrekking in overeenstemming met het IDEA Personeelsreglement;h) "lokaal aangeworven personeelsleden" : de personen aangeworven door IDEA in overeenstemming met het Belgisch arbeidsrecht, en die geen vaste betrekking bekleden bij IDEA gelet op de opdracht en de statutaire regels van deze Organisatie. Artikel 2 Het Bureau bezit rechtsbekwaamheid, met name om : - overeenkomsten te sluiten; - roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden; - in rechte op te treden.
Artikel 3 In het kader van zijn officiële werkzaamheden geniet het Bureau immuniteit van rechtsmacht en van executie behoudens : a) voor zover het Bureau in een bijzonder geval uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van deze immuniteit;b) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende personen of goederen, voor zover die rechtsvordering niet rechtstreeks samenhangt met de officiële werkzaamheden van het Bureau;c) met betrekking tot een door derden ingediende rechtsvordering betreffende schade veroorzaakt door een motorvoertuig dat toebehoort aan het Bureau of namens deze wordt gebruikt, of in geval van een met voormeld voertuig begane verkeersovertreding;d) voor beslag, in uitvoering van een rechterlijke beslissing, op salarissen en emolumenten verschuldigd door IDEA aan een ambtenaar van het Bureau : e) met betrekking tot een tegenvordering rechtstreeks verbonden aan een hoofdvordering ingeleid door het Bureau;f) voor de uitvoering van een arbitrale uitspraak uitgesproken krachtens artikel 32 van dit Akkoord. Artikel 4 1. De goederen en bezittingen van IDEA, gebruikt voor de uitoefening van de officiële werkzaamheden van het Bureau kunnen niet het voorwerp uitmaken van enige vorm van opvordering, verbeurdverklaring, inbewaringstelling of een andere vorm van beslaglegging of dwang.2. Indien een onteigening mocht nodig zijn, worden alle gepaste schikkingen getroffen om te verhinderen dat de uitoefening van de werkzaamheden van het Bureau in het gedrang komt.In zodanig geval zou België zijn medewerking verlenen aan de wederinstallatie van het Bureau.
Artikel 5 Het archief van het Bureau is onschendbaar.
Artikel 6 1. De gebouwen van het Bureau zijn onschendbaar.De instemming van de Directeur van het Bureau is vereist voor de toegang tot zijn gebouwen. 2. Deze toestemming wordt evenwel geacht verkregen te zijn in geval van schade die onmiddellijke beschermingsmaatregelen vergt.3. België zal alle gepaste maatregelen nemen om de gebouwen van het Bureau te beschermen tegen indringers of tegen het toebrengen van schade en om te vermijden dat de rust van het Bureau wordt verstoord of zijn waardigheid wordt aangetast. Artikel 7 Het recht van het Bureau om voor officiële doeleinden verbindingen te onderhouden is gewaarborgd. De officiële briefwisseling van het Bureau is onschendbaar.
Artikel 8 1. Onverminderd de toepasselijke internationale en Europeesrechtelijke bepalingen mag het Bureau om het even welke valuta in bezit hebben en rekeningen hebben in welke munteenheid ook voor zover dit nodig is voor de officiële werkzaamheden van het Bureau.2. België verbindt er zich toe de nodige toelatingen te verlenen om volgens het bepaalde in de toepasselijke nationale reglementen en internationale overeenkomsten, het fondsenverkeer te verzekeren dat nodig is voor de oprichting, de werkzaamheden of de sluiting van het Bureau. Artikel 9 1. Het Bureau, zijn bezittingen, inkomsten en andere goederen zijn vrijgesteld van alle directe belastingen.2. Geen enkele vrijstelling van directe belasting wordt verleend voor de inkomsten van het Bureau die afkomstig zijn van een economische, industriële of handelsactiviteit, die wordt uitgeoefend door het Bureau of door een lid van het Bureau dat voor diens rekening handelt. Artikel 10 Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en uit de toepassing van de wetten en voorschriften inzake de openbare orde en veiligheid, volksgezondheid of openbare zeden, kan het Bureau alle goederen en publicaties invoeren die bestemd zijn voor officieel gebruik.
Artikel 11 Wanneer het Bureau aanzienlijke aankopen van roerend of onroerend goed doet of belangrijke diensten laat uitvoeren die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden en waarvan de prijs indirecte rechten of btw bevat, worden, telkens wanneer mogelijk de nodige schikkingen getroffen met het oog op de kwijtschelding of terugbetaling van het bedrag van deze rechten en belastingen.
Artikel 12 Het Bureau is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op goederen die door het Bureau of in zijn naam worden ingevoerd, verworven of uitgevoerd voor officieel gebruik.
Artikel 13 Het Bureau is vrijgesteld van alle indirecte belastingen op de officiële publicaties die voor het Bureau bestemd zijn of die het naar het buitenland verstuurt.
Artikel 14 Om te vermijden dat de toepassing van de vrijstellingen oorzaak zou zijn van concurrentievervalsing wordt geen vrijstelling van rechten of van indirecte belastingen toegekend voor activiteiten of voor verwerving van goederen of diensten, indien zij bestemd zijn : - hetzij voor een andere beroepsactiviteit dan het officieel gebruik van het Bureau; - hetzij voor een economische, industriële of handelsactiviteit, uitgeoefend door het Bureau door een van zijn leden voor rekening van het Bureau, voor rekening van IDEA of voor een Lidstaat van IDEA; - hetzij voor een activiteit uitgevoerd in het kader van een programma van een andere internationale organisatie; - hetzij voor de persoonlijke belangen van de personeelsleden.
Artikel 15 De goederen die eigendom zijn van het Bureau kunnen in België niet worden vervreemd, tenzij dit gebeurt onder de in de Belgische wetten en voorschriften bepaalde voorwaarden.
Artikel 16 Het Bureau is niet vrijgesteld van belastingen, heffingen en rechten die alleen de vergoeding van diensten van openbaar nut betreffen.
Artikel 17 Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, worden de voorwaarden en procedures voor de toepassing van de artikelen 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 vastgelegd door de bevoegde Belgische autoriteiten. HOOFDSTUK II. - Statuut van het personeel Artikel 18 1. De leden van de Raad van IDEA, van de Commissie van Adviseurs en bezoekende ambtenaren van IDEA, genieten tijdens vergaderingen samengeroepen door IDEA, bij de uitoefening van hun taken en tijdens de reizen van en naar de vergaderplaats, de volgende voorrechten en immuniteiten : a) immuniteit van arrestatie of gevangenhouding;b) immuniteit van enige rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens de vervulling van hun functies gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen;deze immuniteit blijft ook gelden na het uitdoven van hun functies; c) onschendbaarheid van alle papieren, documenten en officiële stukken;d) het recht codes te gebruiken en papieren, briefwisseling of officiële stukken te versturen of te ontvangen per koerier of in verzegelde tassen;e) vrijstelling met betrekking tot henzelf en hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen ten laste, van immigratiebeperkingen, van vreemdelingenregistratie en van alle verplichtingen van nationale dienstplicht gedurende hun verblijf op het Belgisch grondgebied of wanneer ze er op doorreis zijn in de uitoefening van hun functies;f) dezelfde faciliteiten met betrekking tot valuta- en wisselbeperkingen als degene die worden toegekend aan vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen op tijdelijke officiële zending;g) dezelfde immuniteiten en faciliteiten met betrekking tot hun persoonlijke bezittingen als degene die worden toegekend aan de leden van vergelijkbare rang van diplomatieke missies.2. De voorrechten en immuniteiten worden aan de in lid 1 van dit artikel vermelde personen niet toegekend voor hun persoonlijk voordeel, maar met het doel de onafhankelijke uitoefening van hun functies in verband met IDEA te verzekeren.Derhalve hebben alle personen die de voornoemde voorrechten en immuniteiten genieten, de plicht in alle andere opzichten de Belgische wetten en reglementen na te komen. 3. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op Belgische staatsburgers of op permanente verblijfshouders in België. Artikel 19 1. De Directeur van het Bureau en diens adjunct genieten dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten als de diplomatieke personeelsleden van de diplomatieke missies.Hun samenwonende wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, genieten dezelfde voordelen als de echtgeno(o)t(e) en de minderjarige kinderen van de leden van het diplomatiek personeel. 2. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op Belgische staatsburgers. Artikel 20 1. Alle ambtenaren van het Bureau genieten : a) vrijstelling van belastingen op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die hen door IDEA worden gestort;België behoudt zich het recht voor deze salarissen, emolumenten en vergoedingen in aanmerking te nemen voor de berekening van de belasting die moet worden geheven op uit andere bronnen afkomstige belastbare inkomsten; b) wat de monetaire of wisselreglementeringen betreft, de faciliteiten die worden toegekend aan ambtenaren van internationale organisaties.2. De ambtenaren van het Bureau genieten : a) vrijstelling van rechtsvervolging voor daden die ze in hun officiële hoedanigheid hebben verricht, met inbegrip van hun woorden en geschriften;deze immuniteit blijft van kracht na de beëindiging van hun functies; b) onschendbaarheid voor al hun officiële papieren en documenten.3. Alle ambtenaren van het Bureau, evenals hun samenwonende wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, zijn niet onderworpen aan de maatregelen tot beperking van de immigratie of aan de registratieformaliteiten voor vreemdelingen.Deze afwijking wordt toegekend overeenkomstig de Belgische wetgeving ter zake. 4. Voor de uitoefening van hun officiële functies bij het Bureau zijn de ambtenaren van het Bureau niet onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten.5. Het Bureau stelt de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in kennis van de aankomst en het vertrek van haar ambtenaren en doet mededeling van alle hierna nader omschreven gegevens omtrent haar ambtenaren : a) naam en voornaam b) geboorteplaats en -datum c) geslacht d) nationaliteit e) hoofdverblijfplaats (gemeente, straat, nummer) f) burgerlijke staat g) samenstelling van het gezin h) het stelsel van sociale zekerheid gekozen door het personeelslid Elke wijziging van de bovenstaande gegevens, evenals elke wijziging van de sociale zekerheidsstelsels die van toepassing zijn op de ambtenaren van IDEA, moeten binnen twee weken ter kennis worden gebracht van de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Artikel 21 1. Het bepaalde in artikel 20.1 a) is niet van toepassing op de pensioenen en rentes die IDEA betaalt aan haar vroegere ambtenaren in België of aan hun rechthebbenden, noch op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die IDEA of het Bureau betaald hebben aan de ambtenaren van het Bureau die werden aangeworven voor de duur van minder dan een jaar, en aan de lokaal aangeworven personeelsleden. 2. De bevoegde Minister van Financiën legt de voorwaarden en procedures voor de toepassing vast van artikel 20.1 a), evenals van dit artikel.
Artikel 22 1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, genieten de ambtenaren van het Bureau, behalve die als vermeld in artikel 19, het recht om tijdens een periode van twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij voor de eerste maal hun functie hebben opgenomen, hun meubelen en hun persoonlijk voertuig vrij van douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde in te voeren of aan te kopen.2. De bevoegde Minister van Financiën legt de grenzen en toepassingsvoorwaarden van dit artikel vast.3. België is niet verplicht de in paragraaf 1 van dit artikel vastgelegde voordelen aan eigen staatsburgers of permanente verblijfhouders toe te kennen. Artikel 23 1. Voor 1 maart van elk jaar zal het Bureau aan alle begunstigden een fiche overhandigen waarop hun naam en adres, het bedrag van de salarissen, emolumenten, vergoedingen, pensioenen of rentes staan vermeld die hen gedurende het voorgaande jaar door IDEA of door het Bureau werden gestort.2. Wat de lonen, emolumenten en vergoedingen betreft die zijn onderworpen aan een belasting ten voordele van IDEA, vermeldt deze fiche eveneens het bedrag van deze belasting.3. Het dubbel van de fiches zal door IDEA vóór voornoemde datum rechtstreeks aan de bevoegde Belgische fiscale administratie worden doorgestuurd. Artikel 24 België is niet verplicht de in dit Akkoord opgenomen voorrechten en immuniteiten, behalve deze waarin de artikels 20.1 a) en 20.2 voorzien, aan eigen staatsburgers of permanente verblijfhouders toe te kennen.
Artikel 25 1. De ambtenaren van het Bureau die geen Belgisch staatsburger zijn of hun hoofdverblijfplaats niet in België hebben, en er geen enkele andere winstgevende activiteit uitoefenen dan die welke door hun officiële functies is vereist, kunnen kiezen voor aansluiting bij de sociale zekerheidsstelsels die door IDEA worden toegepast op de ambtenaren van het Bureau.Dit keuzerecht moet door de ambtenaar worden uitgeoefend binnen de twee weken volgend op zijn indiensttreding. Het moet, binnen dezelfde termijn, worden medegedeeld aan Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. 2. Het Bureau dient ervoor te zorgen dat zijn personeelsleden die Belgisch staatsburger zijn of hun hoofdverblijfplaats in België hebben, alsmede de personeelsleden die niet gekozen hebben voor de sociale zekerheidsstelsels die door IDEA worden toegepast op de ambtenaren van het Bureau, worden aangesloten bij het Belgische sociale zekerheidsstelsel.3. IDEA verbindt zich ertoe de ambtenaren van het Bureau die hebben gekozen voor de sociale zekerheidsstelsels die door IDEA worden toegepast op de ambtenaren van het Bureau, evenals aan hun samenwonende wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, voordelen te garanderen die gelijk zijn aan die waarin het Belgische sociale zekerheidsstelsel voorziet.4. België kan van het Bureau of van IDEA de kosten terugbetaald krijgen van elke bijstand van sociale aard die het mocht hebben verleend aan de ambtenaren van het Bureau, die aangesloten zijn bij de sociale zekerheidsstelsels die door IDEA worden toegepast op de ambtenaren van het Bureau.Deze bepaling is eveneens van toepassing op hun samenwonende wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste. HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen Artikel 26 De voorrechten en immuniteiten worden uitsluitend toegekend aan de ambtenaren van het Bureau in het belang van IDEA en niet tot hun persoonlijk voordeel. De Directeur van het Bureau dient de immuniteit op te heffen in alle gevallen waarin ze een belemmering kan vormen voor de rechtsbedeling en voor zover ze kan worden opgeheven zonder de goede werking van het Bureau in gevaar te brengen.
Artikel 27 IDEA, het Bureau en al hun ambtenaren dienen zich te houden aan de Belgische wetten en voorschriften en aan de te hunnen opzichte gedane uitspraken.
Artikel 28 Het Bureau en al zijn ambtenaren werken te allen tijde samen met de bevoegde Belgische autoriteiten om de goede rechtsbedeling te vergemakkelijken, de naleving van het politiereglement te waarborgen en elk misbruik te vermijden waartoe de voorrechten, immuniteiten en faciliteiten waarin dit Akkoord voorziet, kunnen aanleiding geven.
Artikel 29 1. De personen vermeld in de artikelen 19 en 20 van dit Akkoord, genieten geen enkele immuniteit van rechtsmacht voor de gevallen van inbreuk op de reglementering inzake het zich in het verkeer begeven van voertuigen of schade berokkend door een motorvoertuig.2. Het Bureau en zijn personeelsleden dienen zich te houden aan alle verplichtingen die de Belgische wetgeving betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen oplegt. Artikel 30 Onverminderd de aan het Bureau en aan zijn ambtenaren verleende rechten, behoudt België het recht om alle nuttige voorzorgen te nemen in het belang van zijn veiligheid en van de openbare orde.
Artikel 31 België draagt ten aanzien van de werkzaamheden van het Bureau op zijn grondgebied generlei internationale aansprakelijkheid voor een daad of nalatigheid van het Bureau dan wel voor een daad of nalatigheid van de ambtenaren van het Bureau die in het kader van hun functie een daad stellen of nalaten te stellen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen Artikel 32 1. Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van dit Akkoord die niet geregeld konden worden middels rechtstreeks overleg tussen de Partijen, kunnen door één van de Partijen worden voorgelegd aan een scheidsgerecht, bestaande uit drie leden.2. De Partijen benoemen elk een lid van het scheidsgerecht.3. Het derde lid van het scheidsgerecht wordt benoemd door beide Partijen na overleg.4. Het derde lid wordt Voorzitter van het scheidsgerecht.5. Ingeval geen overeenstemming kan worden bereikt aangaande de persoon van het derde lid van het scheidsgerecht, wordt deze laatste op verzoek van de Partijen benoemd door de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof.6. Een Partij maakt een zaak bij het scheidsgerecht aanhangig door middel van een verzoekschrift.7. Het scheidsgerecht legt zijn eigen procedure vast. Artikel 33 Het Bureau informeert de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken van het einde van zijn werkzaamheden in België drie maanden vóór zijn sluiting.
Artikel 34 Elke partij stelt de andere partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van dit Akkoord vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.
Het Akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving, met terugwerking tot de datum van ondertekening, tenzij voor wat betreft de immuniteit van rechtsmacht voorzien in de artikels 3, 18.1 b), 19.1 en 20.2 a) van dit Akkoord.
Dit Akkoord kan op verzoek van een partij worden herzien.
Ten blijke waarvan de vertegenwoordigers van het Koninkrijk België en van het Internationaal instituut voor democratie en electorale bijstand dit Akkoord hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel, op 15 mei 2014, in tweevoud, in de Nederlandse, Engelse en Franse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.