Etaamb.openjustice.be
Wet van 15 juli 2018
gepubliceerd op 20 september 2019

Wet houdende instemming met de Regeling tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de rechtspositie van sommige personeelscategorieën van de agentschappen van de NAVO die op het grondgebied van het Koninkrijk België gevestigd zijn, gedaan te Brussel op 20 mei 2016 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2019011250
pub.
20/09/2019
prom.
15/07/2018
ELI
eli/wet/2018/07/15/2019011250/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

15 JULI 2018. - Wet houdende instemming met de Regeling tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de rechtspositie van sommige personeelscategorieën van de agentschappen van de NAVO die op het grondgebied van het Koninkrijk België gevestigd zijn, gedaan te Brussel op 20 mei 2016 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt:

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Regeling tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de rechtspositie van sommige personeelscategorieën van de agentschappen van de NAVO die op het grondgebied van het Koninkrijk België gevestigd zijn, gedaan te Brussel op 20 mei 2016, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.De beslissingen, die overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de Regeling tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie betreffende de rechtspositie van sommige personeelscategorieën van de agentschappen van de NAVO die op het grondgebied van het Koninkrijk België gevestigd zijn, gedaan te Brussel op 20 mei 2016, genomen worden, zullen volkomen gevolg hebben.

Art. 4.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2012.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld: De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54 - 3057.

Integraal verslag: 31/05/2018. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 20/04/2018 (Belgisch Staatsblad van 16/05/2018), Decreet van de Franse Gemeenschap van 14/3/2019 (Belgisch Staatsblad van 17/6/2019), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 15/10/2018 (Belgisch Staatsblad van 16/11/2018), Decreet van het Waalse Gewest van 31/01/2019 (Belgisch Staatsblad van 29/05/2019), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 15/11/2018 (Belgisch Staatsblad van 28/11/2018), (3) Inwerkingtreding datum: 01/10/2019 (art.6)

REGELING TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE NOORD-ATLANTISCHE VERDRAGSORGANISATIE BETREFFENDE DE RECHTSPOSITIE VAN SOMMIGE PERSONEELSCATEGORIEEN VAN DE AGENTSCHAPPEN VAN DE NAVO DIE OP HET GRONDGEBIED VAN HET KONINKRIJK BELGIE GEVESTIGD ZIJN HET KONINKRIJK BELGIE vertegenwoordigd door: de Federale Regering, de Vlaamse Regering, de Waalse Regering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, EN DE NOORD-ATLANTISCHE VERDRAGSORGANISATIE, Hierna te noemen « de Partijen » GELET op het Noord-Atlantisch Verdrag ondertekend te Washington op 4 april 1949;

GELET op de Overeenkomst betreffende de rechtspositie van de Organisatie van het Noord-Atlantische Verdrag, van de nationale vertegenwoordigers en van het internationaal personeel, ondertekend te Ottawa op 20 september 1951, hierna te noemen "de Conventie van Ottawa";

GELET op het Verdrag tussen de bij het Noord-Atlantisch Verdrag aangesloten Staten betreffende de rechtspositie van hun krijgsmachten, ondertekend te Londen op 19 juni 1951, hierna te noemen "het Verdrag van Londen";

GELET op het Protocol nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend te Parijs op 28 augustus 1952, hierna te noemen "het Protocol";

GELET op de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Strijdkrachten in Europa inzake de bijzondere voorwaarden voor de vestiging en het functioneren van dit Hoofdkwartier op het grondgebied van het Koninkrijk België, ondertekend te Brussel op 12 mei 1967, en gelet op de Overeenkomst tot wijziging en aanvulling van voornoemde Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 10 september 2013, hierna te noemen de "Overeenkomst België-SHAPE";

GELET op de Regeling tussen het Koninkrijk België en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie aangaande de rechtspositie van het personeel van de Internationale Militaire Staf van het Militair Comité van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie gevestigd op het grondgebied van het Koninkrijk België, ondertekend te Brussel op 13 februari 1968, hierna te noemen « de IMS-Regeling »;

GELET op het Overeenkomst tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de andere Staten die toetreden tot het Partnerschap voor de Vrede inzake het statuut van hun strijdkrachten, en het Aanvullend Protocol, en het Nader Aanvullend Protocol, gedaan te Brussel respectievelijk op 19 juni 1995 en 19 december 1997, hierna te noemen « PfP SOFA »;

GELET op de beslissing van de Noord-Atlantische Raad van 19 juni 2012 inzake de oprichting van het NATO Communications and Information Agency (NCI Agency) als een subsidiair orgaan dat deel uitmaakt van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie;

OVERWEGENDE de nood aan specifieke bepalingen voor bepaalde categorieën personeelsleden die bij de agentschappen of subsidiaire organen van de NAVO zijn aangesteld en die de rechtspositie van krijgsmachten hebben conform de beslissing van de Noord-Atlantische Raad en/of een Regeling tussen de partijen en voor het personeel van agentschappen en subsidiaire organen van de NAVO die de rechtspositie van krijgsmachten hebben en die zijn aangesteld bij een verbindingsbureau van een agentschap gevestigd bij een subsidiair orgaan van de NAVO of van een internationaal militair hoofdkwartier dat in België gevestigd is;

OVERWEGENDE de verbintenis van de NAVO en van het NATO Communications and Information Agency (NCI Agency) om het hoofdkantoor van het NCI Agency (ongeveer 400 personen) bij de NAVO in België te behouden en ongeveer 700 personeelsleden van de NCI Agency toe te wijzen te Bergen op de SHAPE-vestiging, is er nood aan een aantal specifieke overgangsbepalingen voor een aantal categorieën burgerpersoneel die op het tijdstip van de oprichting van het NCI Agency op 1 juli 2012 al in België waren aangesteld of die vóór 1 maart 2014 waren aangesteld bij dat deel van het NCI Agency dat op de SHAPE-vestiging is of zal worden geïnstalleerd of die naar België worden overgeplaatst vanuit andere landen waar ze meer voorrechten genoten dan de voorrechten waarin de Conventie van Ottawa voorziet, Zijn het volgende overeengekomen: TITEL I : Specifieke bepalingen voor militair- en burgerpersoneel van de krijgsmachten

Artikel 1.Onder Titel I van deze Overeenkomst, dient te worden verstaan onder: 1. « Agentschap of subsidiair orgaan van de NAVO », elk subsidiair orgaan van de NAVO dat de Noord-Atlantische Raad opricht op basis van artikel 9 van het Noord-Atlantisch Verdrag en dat onder de toepassing valt van de Conventie van Ottawa;2. « Verbindingsbureau », het verbindingsbureau van een agentschap of subsidiair orgaan van de NAVO gevestigd bij SHAPE of dat om functionele redenen in verband met de rechtstreekse en dagelijkse samenwerking in België gevestigd is; 3 « Leden van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau », het militair personeel dat deel uitmaakt van de landmacht, de zeemacht of de luchtmacht van een van de overeenkomstsluitende partijen bij het Verdrag van Londen of bij het PfP SOFA dat zich voor de uitvoering van zijn dienstopdracht op het Belgische grondgebied bevindt en het burgerpersoneel dat is tewerkgesteld bij een van de legers van een overeenkomstsluitende partij bij het Verdrag van Londen of het PfP SOFA, voor zover deze Leden: a] bestaan uit onderdanen van een Staat die partij is bij het Verdrag van Londen of bij het PfP SOFA; b] en aangesteld zijn bij een agentschap of subsidiair orgaan van de NAVO of bij een verbindingsbureau zoals omschreven in artikel 1, leden 1 en 2 hiervoor.

Art. 2.1. Onverminderd het bepaalde in deze Regeling en conform de beslissing die de Noord-Atlantische Raad ten opzichte van hen heeft genomen, kunnen a] de Leden van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau, zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van deze Regeling, op wie de omschrijving van leden van een « krijsmacht » in de zin van artikel 1, lid 1, letter a], van het Verdrag van Londen van toepassing is, de rechtspositie en voorrechten genieten waarin het Verdrag van Londen en het Protocol voor deze personeelscategorie voorzien; b] de Leden van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van deze Regeling, op wie de omschrijving van « burgerlijk element » in de zin van artikel 1, lid 1, letter b], van het Verdrag van Londen van toepassing is, de rechtspositie en voorrechten genieten waarin het Verdrag van Londen en het Protocol voor deze personeelscategorie voorzien; c] de echtgenotes(-genoten) en de kinderen ten laste van de leden van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van deze Regeling de rechtspositie van « personen ten laste » genieten waarin het Verdrag van Londen en het Protocol voorzien. 2. Zodra de Noord-Atlantische Raad de beslissing heeft genomen waarvan sprake in lid 1 van dit artikel, is het bepaalde in artikel 18 e) en f) en artikel 19 van de Conventie van Ottawa niet langer van toepassing op de betreffende leden van het agentschap, het subsidiair orgaan van de NAVO of het verbindingsbureau.3. Onverminderd het bepaalde in deze Regeling kan de Belgische Regering op verzoek van de Noord-Atlantische Raad of van de Secretaris-generaal van de NAVO, beslissen om de voorrechten waarin de Overeenkomst België-SHAPE of de IMS-Regeling voorziet, geheel of gedeeltelijk toe te passen op de leden van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau, dat voldoet aan de voorwaarden die worden vermeld in artikel 1, lid 3, van onderhavige titel.4. Conform de beslissing van de Belgische Regering in toepassing van lid 3 van dit artikel, zullen de betreffende leden van het agentschap, het subsidiair orgaan van de NAVO of het verbindingsbureau geheel of gedeeltelijk dezelfde voorrechten en immuniteiten kunnen genieten als die waarin artikel 9, leden 4, 5 bis, 6 en 7 van de Overeenkomst België-SHAPE voorzien.In dat geval gelden de voorwaarden, beperkingen en toepassingsmodaliteiten van voornoemde Overeenkomst of worden deze vastgesteld door de Belgische Regering met betrekking tot de toekenning van deze voorrechten conform het bepaalde in artikel 9, lid 10, van voornoemde Overeenkomst.

Art. 3.1. Op de datum van ondertekening van deze Regeling, stelt de Secretaris-generaal van de NAVO of diens vertegenwoordiger dan wel het hoofd van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau de Belgische Regering in kennis van het totale aantal personeelsleden van de agentschappen, subsidiaire organen van de NAVO en verbindingsbureaus, die op het Belgische grondgebied gevestigd zijn of zich er zullen vestigen, die voor de toepassing van deze Regeling in aanmerking komen. 2. De Secretaris-generaal van de NAVO of diens vertegenwoordiger dan wel het hoofd van een agentschap, een subsidiair orgaan van de NAVO of een verbindingsbureau, stelt de Belgische Regering, telkens wanneer deze hierom verzoekt, in kennis van het totale aantal personeelsleden van de agentschappen, subsidiaire organen van de NAVO en verbindingsbureaus die voor de toepassing van deze Regeling in aanmerking komen. TITEL II : Overgangsbepalingen

Art. 4.1. Bij wijze van overgangsbepalingen en tot 1 januari 2023 de onderstaande overgangsmaatregelen genieten, de leden van het internationaal burgerpersoneel van het NCI Agency waarop het bepaalde in de Conventie van Ottawa van toepassing is, met inbegrip van de leden van NPC Glons, die op het tijdstip van de oprichting van het NCI Agency op 1 juli 2012 in België waren aangesteld of er werden aangesteld vóór 1 maart 2014 en die zijn tewerkgesteld bij het deel van het NCI Agency dat op de SHAPE-vestiging is geïnstalleerd of zal worden geïnstalleerd of bij NPC Glons alsmede de leden van het internationaal burgerpersoneel van het NCI Agency die onder de toepassing vallen van het bepaalde in de Conventie van Ottawa, die werden overgeplaatst vanuit een ander land waar ze meer voordelen genoten dan de voordelen waarin de Conventie van Ottawa voorziet naar het deel van het NCI Agency bij SHAPE dat op de SHAPE-vestiging of bij NPC Glons is geïnstalleerd, ongeacht de datum van het opnemen van hun functies in België. De personeelsleden in kwestie: 1.1. Kunnen aankopen ten persoonlijke titel doen in de SHAPE-kantines met inachtneming van de voorwaarden, beperkingen en toepassingsmodaliteiten zoals vastgelegd in artikel 9, leden 4 en 5bis, van de Overeenkomst België-SHAPE of zoals bepaald door de Belgische Regering conform artikel 9, lid 10, van voornoemde Overeenkomst. 1.2. Zijn vrijgesteld van de verkeersbelasting op een voertuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de verplaatsingen tussen de plaats van tewerkstelling en hun privé-woning.

Deze vrijstelling is beperkt tot één voertuig per begunstigde. Ze geldt niet voor voertuigen die eigendom zijn van Belgische onderdanen. 1.3. Genieten een vrijstelling van rechten en heffingen die overeenkomt met de vrijstelling die aan leden van SHAPE wordt toegekend voor een redelijke hoeveelheid brandstof die wordt gebruikt voor de verplaatsingen met een privé-voertuig tussen de plaats van tewerkstelling bij het NCI Agency en hun privé-woning. 1.4. Genieten op het ogenblik van hun eerste aankomst om hun functie te aanvaarden in België in de omstandigheden zoals omschreven in lid 1 van deze paragraaf, van een vrijstelling van douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde op de invoer en de aankoop van goederen voor hun persoonlijke gebruik in België onder dezelfde toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten als deze voorzien voor de leden van SHAPE. 2. Goederen ingevoerd of aangekocht met vrijstelling van rechten en belastingen door toepassing van paragraaf 1, mogen niet worden overgedragen.3. De Belgische Regering bepaalt de voorwaarden, grenzen en toepassingsmodaliteiten van de voorgaande paragrafen overeenkomstig die welke gelden voor de leden van SHAPE. TITEL III : Slotbepalingen

Art. 5.Alle uiteenlopende standpunten aangaande de toepassing of interpretatie van deze Regeling worden geregeld middels rechtstreeks overleg tussen de Partijen of langs diplomatieke weg.

Art. 6.1. Deze Regeling treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de NAVO in kennis werd gesteld van de bekrachtiging door België maar met uitwerking op 1 juli 2012. 2. De Regeling blijft van toepassing zolang het personeel van de agentschappen, de subsidiaire organen van de NAVO en de verbindingsbureaus in België is geïnstalleerd.3. Deze Regeling kan op verzoek van een van de partijen worden gewijzigd. TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Regeling hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel op 20 mei 2016, in tweevoud in het Nederlands, het Frans en het Engels, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

^