gepubliceerd op 13 juni 2001
Wet tot regeling van de debetrente op zichtrekeningen
14 MEI 2001. - Wet tot regeling van de debetrente op zichtrekeningen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Deze wet is van toepassing op alle zichtrekeningen in Belgische frank of in euro die een consument bij een kredietinstelling of De Post heeft geopend en die een debetsaldo vertonen waarop de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet niet van toepassing is.
Onder consument dient te worden verstaan : elke natuurlijke persoon die ten aanzien van de onder deze wet vallende verrichtingen handelt met een oogmerk dat geacht kan worden vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten.
Art. 3.De in deze wet bedoelde jaarlijkse debetrente op de zichtrekeningen mag niet hoger zijn dan het maximale jaarlijkse kostenpercentage dat met toepassing van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet is vastgesteld voor de kredietopeningen voor onbepaalde duur tot 50 000 Belgische frank, waarvoor de kosten verbonden aan de betaal- of legitimatiekaart niet moeten zijn opgenomen in de totale kostprijs van het krediet.
Geen ander bedrag dan dat berekend op basis van de vastgestelde debetrente mag aan de consument worden aangerekend voor het gebruik van het debetbedrag. In geval van overschrijding van het toegestane debetbedrag mag van de consument als enige sanctie een vergoeding worden geëist van maximaal 10 % van de overeengekomen debetrente op het gedeelte dat het toegestane debetbedrag overschrijdt.
Art. 4.De debetrente moet worden berekend volgens de staffelmethode.
Wanneer de debetrente periodiek berekend wordt, moet ook de periodiek toegepaste gestaffelde rentevoet worden vermeld.
Art. 5.Overtreding van de artikelen 3 en 4 wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de artikelen 81 tot 84 en 101 tot 105 van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.
Onverminderd de gemeenrechtelijke sancties wordt de klant van rechtswege vrijgesteld van de betaling van debetrenten die betrekking hebben op de periode tijdens welke de overtreding heeft plaatsgehad.
Art. 6.Deze wet treedt in werking de eerste dag van de vierde maand die volgt op de maand waarin ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Ze is eveneens van toepassing op de zichtrekeningen die zijn geopend vóór de inwerkingtreding ervan.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie;
M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Senaat.
Parlementaire stukken. - Wetsvoorstel van de heer Poty, nr. 2-345/1.
Gewone zitting 2000-2001.
Amendementen, nr. 2-345/2. - Amendement, nr. 2-345/3. - Verslag, nr. 2-345/4. - Tekst geamendeerd door de commissie, nr. 2-345/5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-345/6.
Handelingen van de Senaat : 14 december 2000.
Gewone zitting 2000-2001.
Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 1021/1. - Amendement, nr. 1021/2. - Verslag, nr. 1021/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 1021/4. - Amendement voorgesteld na indiening van het verslag, nr. 1021/5. - Artikelen aangenomen in plenaire vergadering, nr. 1021/6. - Aanvullend verslag, nr. 1021/7. - Tekst verbeterd door de commissie, nr. 1021/8. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 1021/9.
Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - 7, 8 en 15 maart 2001 en 19 april 2001.