Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 september 2001
gepubliceerd op 30 januari 2002

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 14 mei 2001 tot regeling van de debetrente op zichtrekeningen

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000829
pub.
30/01/2002
prom.
07/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/07/2001000829/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 14 mei 2001 tot regeling van de debetrente op zichtrekeningen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van de wet van 14 mei 2001 tot regeling van de debetrente op zichtrekeningen, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van de wet van 14 mei 2001 tot regeling van de debetrente op zichtrekeningen.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage MINISTERIUM DER WIRTSCHAFFANGELEGENHEITEN 14. MAI 2001 - Gesetz zur Regelung der Debetzinsen auf Sichtkonten ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 78 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.

Art. 2 - Vorliegendes Gesetz findet Anwendung auf alle Sichtkonten in Belgischen Franken oder in Euro, die ein Verbraucher bei einem Kreditinstitut oder bei der Post eröffnet hat und die einen Debetsaldo aufweisen, auf den das Gesetz vom 12. Juni 1991 über den Verbraucherkredit nicht anwendbar ist.

Unter « Verbraucher » ist jede natürliche Person zu verstehen, die bei den im vorliegenden Gesetz geregelten Geschäften zu einem Zweck handelt, der nicht ihrer gewerblichen, beruflichen oder handwerklichen Tätigkeit zugerechnet werden kann.

Art. 3 - Der durch vorliegendes Gesetz erwähnte jährliche Debetzinssatz auf Sichtkonten darf nicht höher als der maximale jährliche effektive Jahreszins sein, der in Anwendung des Gesetzes vom 12. Juni 1991 über den Verbraucherkredit für Krediteröffnungen für unbestimmte Zeit bis 50 000 Belgische Franken festgelegt ist, wobei die Kosten der Zahlungs- oder Legitimationskarte nicht in den Gesamtkosten des Kredits inbegriffen sein müssen. Kein anderer Betrag als derjenige, der auf der Grundlage des festgelegten Debetzinssatzes berechnet wird, darf dem Verbraucher für die Verwendung des Überziehungsbetrags angerechnet werden. Bei Überschreitung des zugelassenen Überziehungsbetrags darf vom Verbraucher als alleinige Sanktion nur eine Entschädigung von höchstens zehn Prozent über den vereinbarten Debetzinssatz hinaus verlangt werden, berechnet auf den Betrag, der über der zugelassenen Überziehungsgrenze liegt.

Art. 4 - Die Debetzinsen müssen gemäss der versicherungsmathematischen Methode berechnet werden.

Wenn die Debetzinsen periodisch berechnet werden, muss der angewandte periodische versicherungsmathematische Zinssatz ebenfalls angegeben werden.

Art. 5 - Verstösse gegen die Bestimmungen der Artikel 3 und 4 werden gemäss den Bestimmungen der Artikel 81 bis 84 und 101 bis 105 des Gesetzes vom 12. Juni 1991 über den Verbraucherkredit ermittelt, festgestellt, verfolgt und bestraft.

Unbeschadet der gemeinrechtlichen Sanktionen wird der Kunde von Rechts wegen von der Zahlung der Debetzinsen befreit, die sich auf den Zeitraum beziehen, während dessen der Verstoss erfolgt ist.

Art. 6 - Vorliegendes Gesetz tritt am ersten Tag des vierten Monats nach dem Monat seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Es findet ebenfalls Anwendung auf Sichtkonten, die vor seinem In-Kraft-Treten eröffnet worden sind.

Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird.

Gegeben zu Brüssel, den 14. Mai 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaft Ch. PICQUE Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz M. VERWILGHEN

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^