gepubliceerd op 31 mei 2000
Wet tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, alsook de gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932
14 MEI 2000. - Wet tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, alsook de gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de nieuwe gemeentewet
Art. 2.Artikel 5 van de nieuwe gemeentewet wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.De rangschikking van de gemeenten overeenkomstig de artikelen 8 en 16 wordt bij elke volledige vernieuwing van de gemeenteraden door de Koning in overeenstemming gebracht met het bevolkingscijfer. Het in aanmerking te nemen inwonertal is het aantal personen dat ingescheven is in het Rijksregister van de natuurlijke personen die op 1 januari van het jaar vóór dat van de volledige vernieuwing van de gemeenteraden hun hoofdverblijfplaats in de desbetreffende gemeente hadden.
Het bevolkingscijfer dat vastgesteld is overeenkomstig het eerste lid, is eveneens van toepassing op dezelfde datum, op de rangschikkingen bedoeld in de artikelen 28 tot 30 evenals, voor zover zij verwijzen naar een klasse van gemeenten die gebaseerd is op het bevolkingscijfer, in de artikelen 19, § 1, 24, § 1, 33, 42, 52, 65, § 1, 67, 74, 78, 146, § 1, 171, 235, § 2, en 265, § 2.
De minister van Binnenlandse Zaken maakt de bevolkingscijfers van de gemeenten van het Rijk, vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, ten laatste op 1 mei van het jaar waarin de volledige vernieuwing van de gemeenteraden plaatsvindt bekend in het Belgisch Staatsblad ».
Art. 3.Artikel 6 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 4.Artikel 19, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 28 december 1989 en bij de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van de artikelen 12 en 19, § 1, van de nieuwe gemeentewet, wordt vervangen als volgt : « Het bevolkingscijfer van de gemeenten die krachtens artikel 29 bij een hogere klasse zijn ingedeeld, wordt geacht gelijk te zijn aan het rekenkundig gemiddelde van de nieuwe klasse ».
Art. 5.In artikel 29 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid vervallen de woorden « zoals dit blijkt uit de in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte jongste algemene volkstelling »;2° het derde lid wordt opgeheven.
Art. 6.Artikel 30, vierde lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « De gemeenten worden in klassen ingedeeld naar hun bevolkingscijfer, behalve wanneer zij bij een hogere klasse zijn ingedeeld op grond van artikel 29 ».
Art. 7.In artikel 52, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 17 oktober 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1° en 2° en 3°, vervallen de woorden « volgens de algemene volkstelling »;2° in het tweede lid, vervallen de woorden « de dag dat de uitslagen van de algemene volkstelling in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt ».
Art. 8.In artikel 78, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 mei 1989, vervallen de woorden « volgens de gegevens die blijken uit de laatste algemene volkstelling ».
Art. 9.In artikel 146, § 1, eerste lid, 1°, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 mei 1989, vervallen de woorden « blijkens de jongste algemene telling ».
Art. 10.In artikel 171, vierde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 15 juli 1992, vervalt de tweede zin.
Art. 11.In artikel 235, § 2, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 mei 1989 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1991, vervallen de woorden « volgens de gegevens van de jongste algemene volkstelling ».
Art. 12.In artikel 265, § 2, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 4° van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 mei 1989, vervallen de woorden « volgens de jongste algemene telling ». HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de gemeentekieswet
Art. 13.In artikel 7, tweede lid, van de gemeentekieswet, gecoördineerd op 4 augustus1932, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, vervallen de woorden « en in de nieuwe plaatsen die ingesteld zijn ten gevolge van de herziening van de rangschikking der gemeenten ».
Art. 14.In artikel 23, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 5 juli 1976, worden de woorden « blijkt uit de jongste algemene volkstelling » vervangen door de woorden « vastgesteld wordt conform artikel 5, eerste lid, van de nieuwe gemeentewet ». HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling
Art. 15.Artikel 3, B, van de wet van 4 mei 1999 tot verbetering van de bezoldigingsregeling en van het sociaal statuut van de lokale verkozenen wordt opgeheven.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met Land's zegel gezegeld, De Minister van Justitie M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp, nr. 451/1. - Amendementen, nr. 451/2. - Verslag, nr. 451/3. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 451/4. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 451/5.
Handelingen van de Kamer. - Bespreking en aanneming, vergadering van 23 maart 2000.
Senaat.
Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-388/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 2-388/2.