Etaamb.openjustice.be
Wet van 12 januari 1999
gepubliceerd op 11 december 1999

Wet houdende instemming met het Vijfde Protocol bij de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten, gedaan te Genève op 27 februari 1998 (2)

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
1999015027
pub.
11/12/1999
prom.
12/01/1999
ELI
eli/wet/1999/01/12/1999015027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 1999. - Wet houdende instemming met het Vijfde Protocol bij de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten, gedaan te Genève op 27 februari 1998 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Vijfde Protocol bij de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten, gedaan te Genève op 27 februari 1998, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 12 januari 1999.

De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE. De Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota Zitting 1997-1999 : Senaat Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 30 september 1998, nr. 1-1102/1 Verslag, nr. 1-1102/2 Tekst aangenomen in vergadering en overgezonden aan de Kamer, nr.

Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1-1102/3 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 18/11/98 Stemming, vergadering van 19/11/98 Kamer Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 1836/1 Verslag, nr.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 1836/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 3 december 1998.

Stemming, vergadering van 3 december 1998. (2) Dit Protocol is in werking getreden op 1 maart 1999. Vijfde protocol bij de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten De Leden van de Wereldhandelsorganisatie (hierna te noemen de « WTO ») waarvan de Lijsten van specifieke verbintenissen en de Lijsten van vrijstellingen van de in artikel II van de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten vervatte verplichtingen inzake financiële diensten, aan dit Protocol zijn gehecht (hierna te noemen de « betrokken Leden »), Hebbende onderhandelingen gevoerd overeenkomstig het bepaalde in het Tweede Besluit betreffende financiële diensten, genomen door de Raad voor de Handel in Diensten op 21 juli 1995 (S/L/9), Komen het volgende overeen : 1. Een aan dit Protocol gehechte Lijst van specifieke verbintenissen en een Lijst van vrijstellingen van de in artikel II vervatte verplichtingen betreffende financiële diensten die op een Lid rusten komen, op het tijdstip dat dit Protocol ten aanzien van bedoeld Lid in werking treedt, in de plaats van de secties betreffende financiële diensten van de Lijst van specifieke verbintenissen en de Lijst van vrijstellingen van de op dit Lid rustende verplichtingen die in artikel II zijn vervat.2. Dit Protocol staat tot 29 januari 1999 open voor aanvaarding, door ondertekening of op andere wijze, door de betrokken Leden.3. Dit Protocol treedt in werking op de dertigste dag volgend op de datum waarop het door alle betrokken Leden is aanvaard.Indien het Protocol tegen 30 januari 1999 niet door alle betrokken leden is aanvaard, kunnen de Leden die het vóór die datum wel hebben aanvaard binnen de volgende 30 dagen een beslissing nemen omtrent de inwerkingtreding van het Protocol. 4. Dit Protocol wordt nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de WTO.Overeenkomstig lid 3 verstrekt de Directeur-Generaal van de WTO onverwijld een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit Protocol en een kennisgeving van de aanvaarding ervan aan elk Lid van de WTO. 5. Dit Protocol wordt geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties. Gedaan te Genève, op zevenentwintig februari negentienhonderd achtennegentig, in één exemplaar, in de Engelse, de Franse en de Spaanse taal, zijnde elke tekst authentiek, andersluidende bepalingen betreffende de aan dit Protocol gehechte Lijsten buiten beschouwing gelaten.

Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten Lijst van specifieke verbintenissen Wijze van levering : (1) Grensoverschrijdende levering (2) Consumptie in het buitenland (3) Commerciële aanwezigheid (4) Aanwezigheid natuurlijke personen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijkomende verbintenissen van de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten VERZEKERINGEN a) De Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten nemen nota van de nauwe samenwerking die tot stand is gekomen tussen de autoriteiten van de Lid-Staten die belast zijn met de regelgeving en het toezicht op het gebied van verzekeringen en steunen de inspanningen die ze, met het oog op het bevorderen van de bijgestuurde controlevoorschriften, hebben geleverd.b) De Lid-Staten doen al het mogelijke om de aanvragen binnen zes maand nadat ze op de voorgeschreven wijze door de onder de wetgeving van een derde land ressorterende bedrijven werden ingediend met het oog op het krijgen van de vergunningen die vereist zijn ten behoeve van de dienstverlening op het stuk van directe verzekeringen via de vestiging van een dochtermaatschappij in een Lid-Staat, overeenkomstig de wetgeving van bedoelde Staat.Wanneer de aanvragen worden afgewezen, doet de autoriteit van de Lid-Staat al het mogelijke om de bedrijven die de aanvraag indienden hiervan in kennis te stellen en de redenen die aan de afwijzing ten grondslag liggen, toe te lichten. c) De autoriteiten van de Lid-Staten die met het toezicht zijn belast, doen al het mogelijke om de onder de wetgeving van een derde land ressorterende bedrijven zonder onnodige vertraging de inlichtingen te verstrekken waarom ze hebben verzocht in verband met de voortgang van het onderzoek van hun op de voorgeschreven wijze opgestelde aanvraag die ze indienden met het oog op het krijgen van de vergunningen die vereist zijn ten behoeve van de dienstverlening op het stuk van directe verzekeringen via de vestiging van een dochtermaatschappij in een Lid-Staat, overeenkomstig de wetgeving van bedoelde Staat.d) De Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten doen al het mogelijke om elke kwestie die verband houdt met het degelijk functioneren van de interne verzekeringsmarkt te onderzoeken en alle vraagstukken die op deze markt een uitwerking kunnen hebben, nader te bestuderen.e) De Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten nemen er nota van dat, wat de autoverzekering betreft, de premies aan de hand van verschillende risicofactoren mogen worden berekend, overeenkomstig de op 31 december 1997 van toepassing zijnde communautaire wetgeving en onverminderd de toekomstige wetgeving.f) De Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten nemen er nota van dat, overeenkomstig de op 31 december van toepassing zijnde communautaire wetgeving en onverminderd de toekomstige wetgeving, de voorafgaande goedkeuring door de met het toezicht belaste nationale autoriteiten van de polisvoorwaarden en de premietarieven die een verzekeringsmaatschappij voornemens is te hanteren, doorgaans niet vereist is.g) De Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten nemen er nota van dat, overeenkomstig de op 31 december 1997 van toepassing zijnde communautaire wetgeving en onverminderd de toekomstige wetgeving, de voorafgaande goedkeuring door de met het toezicht belaste nationale autoriteiten van de premieverhogingen doorgaans niet vereist is. ANDERE FINANCIELE DIENSTEN a) In toepassing van de desbetreffende communautaire richtlijnen zullen de Lid-Staten al het mogelijke doen om de aanvragen die door de onder de wetgeving van een derde land ressorterende bedrijven op de voorgeschreven wijze werden ingediend, met het oog op het krijgen van de vergunningen die ten behoeve van het verlenen van bancaire diensten via de vestiging van een dochtermaatschappij in een Lid-Staat vereist zijn, overeenkomstig de wetgeving van bedoelde Staat, binnen een tijdspanne van 12 maanden te onderzoeken.Wanneer de aanvragen worden afgewezen, doet de autoriteit van de Lid-Staat al het mogelijke om de bedrijven die de aanvraag indienden hiervan in kennis te stellen en de redenen die aan de afwijzing ten grondslag liggen, toe te lichten. b) De Lid-Staten doen al het mogelijke om de onder de wetgeving van een derde land ressorterende bedrijven zonder onnodige vertraging de inlichtingen te verstrekken waarom ze hebben verzocht in verband met de voortgang van het onderzoek van hun op de voorgeschreven wijze opgestelde aanvraag die ze indienden met het oog op het krijgen van de vergunningen die ten behoeve van het verlenen van bancaire diensten via de vestiging van een dochtermaatschappij in een Lid-Staat vereist zijn, overeenkomstig de wetgeving van bedoelde Staat.c) In toepassing van de desbetreffende communautaire richtlijnen zullen de Lid-Staten al het mogelijke doen om de aanvragen binnen zes maand nadat ze op de voorgeschreven wijze door de onder de wetgeving van een derde land ressorterende bedrijven werden ingediend met het oog op het krijgen van de vergunningen die ten behoeve van het verlenen van diensten aangaande investeringen in effecten, als omschreven in de Richtlijn inzake de diensten aangaande investeringen, via de vestiging van een dochtermaatschappij in een Lid-Staat vereist zijn, overeenkomstig de wetgeving van bedoelde Staat.Wanneer de aanvragen worden afgewezen, doet de autoriteit van de Lid-Staat al het mogelijke om de bedrijven die de aanvraag indienden hiervan in kennis te stellen en de redenen die aan de afwijzing ten grondslag liggen, toe te lichten. d) De Lid-Staten doen al het mogelijke om de onder de wetgeving van een derde land ressorterende bedrijven zonder onnodige vertraging de inlichtingen te verstrekken waarom ze hebben verzocht in verband met de voortgang van het onderzoek van hun op de voorgeschreven wijze opgestelde aanvraag die ze indienden met het oog op het krijgen van de vergunningen die ten behoeve van het verlenen van diensten aangaande investeringen in effecten via de vestiging van een dochtermaatschappij in een Lid-Staat vereist zijn, overeenkomstig de wetgeving van bedoelde Staat. _______ Nota (1) In tegenstelling tot dochtermaatschappijen van buitenlandse vennootschappen, zijn de rechtstreeks door een niet-communautaire financiële instelling in een Lid-Staat gevestigde filialen, op enkele beperkte uitzonderingen na, niet onderworpen aan de op communautair niveau geharmoniseerde prudentiële voorschriften volgens welke dergelijke dochtermaatschappijen meer faciliteiten genieten om in heel de Gemeenschap nieuwe vestigingen op te zetten en grensoverschrijdende diensten te verlenen.Deze filialen zijn dus gemachtigd op het grondgebied van een Lid-Staat werkzaam te zijn onder dezelfde voorwaarden als die welke op de nationale financiële instellingen van deze Lid-Staat van toepassing zijn en kunnen verplicht zijn te voldoen aan een aantal specifieke prudentiële voorschriften zoals, in het geval van banken en diensten aangaande de belegging in effecten, een afzonderlijk kapitaal, en andere voorschriften met betrekking tot de solvabiliteit en de voorlegging en publicatie van rekeningen dan wel, in het geval van verzekeringsmaatschappijen, bijzondere vereisten inzake garantieverlening en deposito, een afzonderlijk kapitaal, en de vestiging in de desbetreffende Lid-Staat, van de vermogensbestanddelen die de technische reserves en ten minste één derde van de solvabiliteitsmarge omvatten. De Lid-Staten mogen de in deze lijst vermelde beperkingen alleen toepassen ten aanzien van de directe vestiging van een commerciële aanwezigheid uit een derde land of ten aanzien van het verlenen van grensoverschrijdende diensten vanuit een derde land; het is een Lid-Staat dan ook niet toegestaan deze beperkingen, met inbegrip van de vestigingsbeperkingen, toe te passen op dochtermaatschappijen van vennootschappen uit derde landen die in andere Lid-Staten van de Gemeenschap gevestigd zijn, tenzij deze beperkingen overeenkomstig de communautaire wetgeving ook van toepassing zijn op maatschappijen of onderdanen van andere Lid-Staten. (2) I : De verstrekking en doorgifte van financiële informatie en de bewerking van financiële gegevens die het verhandelen van financiële instrumenten tot gevolg hebben kunnen, worden verboden wanneer de bescherming van de investeerders hierdoor ernstig dreigt te worden aangetast.Alleen de banken en der erkende investeringsmaatschappijen zijn verplicht de voorschriften inzake bedrijfsvoering in acht te nemen, wanneer ze investeringsadvies verstrekken omtrent de financiële instrumenten en de ondernemingen adviseren met betrekking tot de kapitaalstructuur, de bedrijfsstrategie en aanverwante kwesties alsmede wanneer ze met betrekking tot fusies of overnames advies verstrekken en diensten verlenen. Het beheer van activa wordt geacht geen deel uit te maken van de adviesdiensten. (3) I : Personen die bevoegd zijn voor het beheer van collectieve activa worden aansprakelijk geacht voor de door hun plaatsvervangers verleende diensten aangaande investeringen (beheer van collectieve activa, met uitzondering van de instellingen voor collectieve beleggingen in effecten).

^