gepubliceerd op 22 juli 2009
Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay, ondertekend te Montevideo op 22 november 2006 (2)
12 FEBRUARI 2009. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay, ondertekend te Montevideo op 22 november 2006 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay, ondertekend te Montevideo op 22 november 2006, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 9 van de Overeenkomst, voorzien in artikel 10 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 12 februari 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Sociale Zaken, Mevr.L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, Mevr. M. ARENA Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Nota's (1) Zittingen 2007-2008 en 2008-2009. Senaat.
Documenten.- Ontwerp van wet ingediend op 23 juni 2008, nr. 4-822/1. - Verslag, nr. 4-822/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 6 november 2008. - Stemming, vergadering van 6 november 2008. Kamer van Volksvertegenwoordigers Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-1563/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, Nr. 52-1563/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 27 november 2008. - Stemming, vergadering van 27 november 2008.(2) Overeenkomstig haar artikel 32, treedt deze overeenkomst in werking op 1 augustus 2009. Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay Het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay, bezield met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, zijn de hierna volgende bepalingen overeengekomen : TITEL I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst : a) Verstaat men onder « België » : het Koninkrijk België. Verstaat men onder « Uruguay » : De Oosterse Republiek Uruguay. b) Verstaat men onder « onderdaan » : Voor België : een persoon van Belgische nationaliteit. Voor Uruguay : een legale of natuurlijke burger overeenkomstig de wetgeving van Uruguay. c) Verstaat men onder « wetgeving » : de wetten en verordeningen bedoeld in artikel 2.d) Verstaat men onder « bevoegde autoriteit » : Voor België : de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1 A. Voor Uruguay : de Minister van Werk en Sociale Zekerheid of het gemachtigde orgaan. e) Verstaat men onder « bevoegde instelling » : het orgaan dat of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2 bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen.f) Verstaat men onder « verbindingsorgaan » : het orgaan dat zorgt voor de coördinatie en de informatie tussen de bevoegde instellingen van de beide overeenkomstsluitende Staten die betrokken zijn bij de toepassing van deze Overeenkomst en bij het informeren van de betrokken personen op het vlak van de rechten en verplichtingen die eruit voortvloeien.g) Verstaat men onder « verzekeringstijdvak » : elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving wordt erkend als gelijkgesteld aan een verzekeringstijdvak.h) Verstaat men onder « prestatie » : gelijk welk pensioen of gelijk welke uitkering of verstrekking waarin is voorzien krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2 van deze Overeenkomst, met inbegrip van alle aanvullingen, verhogingen of indexeringen.2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan wordt gegeven in de wetgeving die van toepassing is. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1. Deze Overeenkomst is van toepassing : A.in België, op de wetgevingen betreffende : a) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;b) de invaliditeitsuitkeringen van de werknemers, de zeelieden ter koopvaardij en de zelfstandigen; en, enkel wat Titel II betreft, op de wetgevingen betreffende : c) de sociale zekerheid voor werknemers;d) het sociaal statuut van de zelfstandigen; B. in Uruguay, op de grondwettelijke, wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende : a) de op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties van de sociale zekerheid met betrekking tot de rust- en pensioenregelingen, zowel van het repartitiesysteem als van het systeem van individuele kapitalisatie;b) de uitkeringen en verstrekkingen die de risico's ziekte en moederschap dekken.2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, op voorwaarde dat de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden.
Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen.
Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst van toepassing op de personen op wie de wetgeving van een van beide of van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is, alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen.
Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, hebben de in artikel 3 bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van elke overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.
Artikel 5 Uitvoer van prestaties 1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, mogen de prestaties verworven krachtens de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst worden noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De rust- en overlevingsprestaties die krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de andere Staat die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van eerstgenoemde Staat die wonen op het grondgebied van deze derde Staat. Wat Uruguay betreft worden deze prestaties eveneens uitbetaald wanneer de gerechtigden kunnen bewijzen dat ze een geldige Uruguayaanse identiteitskaart hebben of gehad hebben, tijdens de uitoefening van een overeenkomstig de wetgeving die van kracht is in dit land erkende activiteit.
Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules 1. Elke bepaling inzake vermindering of schorsing van een prestatie waarin de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten voorziet en die van toepassing is in geval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten of door het feit van de uitoefening van beroepsarbeid op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, is eveneens van toepassing op de prestaties verschuldigd krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat of op de inkomsten uit of de winst van een beroepsactiviteit uitgeoefend op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. Voor de toepassing van deze regel wordt er evenwel geen rekening gehouden met gelijkaardige prestaties die worden uitbetaald door de bevoegde organen van de beide overeenkomstsluitende Staten, overeenkomstig de bepalingen van artikelen 12 en 18 van deze Overeenkomst. TITEL II. - Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regels 1. Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 10 van deze Overeenkomst, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen : a) op de persoon die beroepsarbeid verricht op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;b) op de persoon die beroepsarbeid verricht aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze staat van toepassing;c) op de persoon die deel uitmaakt van het vliegend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen verricht en wier zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing.Wanneer de onderneming echter een filiaal of een permanente vertegenwoordiging heeft op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, is op de werknemers die ze tewerkstelt de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan dit filiaal of deze permanente vertegenwoordiging zich bevindt van toepassing; d) op de persoon die gelijktijdig loonarbeid uitoefent op het grondgebied van de beide overeenkomstsluitende Staten, is de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft van toepassing.2. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Uruguay, wordt de activiteit uitgeoefend in Uruguay, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid in België. Artikel 8 Bijzondere regels 1. a) De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten haar hoofdzetel of een filiaal heeft, waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, valt enkel onder de toepassing van de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere werknemer wiens detacheringsperiode is afgelopen.b) De bepalingen van littera a) zijn eveneens van toepassing op de gezinsleden die deze werknemer vergezellen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, tenzij ze loonarbeid of een zelfstandige beroepsbezigheid uitoefenen op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat.2. Artikel 7, paragraaf 1, littera b) is niet van toepassing voor niet gewoonlijk op volle zee tewerkgestelde personen die binnen de territoriale wateren of in een haven van een van de overeenkomstsluitende Staten tewerkgesteld zijn op een schip dat de vlag voert van de andere Staat.Naargelang het geval is artikel 7, paragraaf 1, littera a), of paragraaf 1, littera a), van dit artikel van toepassing.
Artikel 9 Ambtenaren, leden van diplomatieke missies en consulaire posten 1. Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel is de wetgeving van toepassing van de overeenkomstsluitende Staat waaronder de administratie valt die hen tewerkstelt.Deze personen en hun gezinsleden worden, met het oog hierop, beschouwd als wonend op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Staat, zelfs indien ze zich op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat bevinden. 2. a) De personen die als leden van een diplomatieke missie of een consulaire post door de regering van een overeenkomstsluitende Staat worden gezonden naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat zijn onderworpen aan de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.b) De personen die in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van een van de overeenkomstsluitende Staten en naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat worden gezonden, zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde overeenkomstsluitende Staat. De personen die onderdaan zijn van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat kunnen evenwel kiezen voor de toepassing van de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat.
Deze keuze moet gemaakt worden binnen drie maanden vanaf het begin van de activiteit voor de diplomatieke missie of de consulaire post of binnen zes maanden vanaf de datum waarop deze Overeenkomst in werking treedt, naargelang het geval. c) Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van een van de overeenkomstsluitende Staten personen tewerkstelt die overeenkomstig littera b) van deze paragraaf onderworpen zijn aan de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, moet de missie of de post rekening houden met de verplichtingen die de wetgeving van laatstgenoemde overeenkomstsluitende Staat de werkgevers oplegt.d) De bepalingen van littera b) en c) van deze paragraaf zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in littera a) van deze paragraaf.e) De bepalingen van littera a) tot d) van deze paragraaf zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen.f) De bepalingen van deze paragraaf zijn ook toepasselijk op de gezinsleden van de personen bedoeld in littera a) tot d), die thuis wonen, tenzij ze zelf een beroepsbezigheid uitoefenen. Artikel 10 Afwijkingen In het belang van bepaalde verzekerden of categorieën van verzekerden kunnen de bevoegde autoriteiten of de door deze autoriteiten aangewezen instelling, na gemeen overleg, voorzien in afwijkingen van de bepalingen van artikelen 7 tot 9.
TITEL III. - Bepalingen betreffende de prestaties HOOFDSTUK 1. - Samentelling. - Algemene regels Artikel 11 Samentelling van de verzekeringstijdvakken 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 van dit artikel worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde periodes, vervuld overeenkomstig de wetgeving betreffende de prestaties van een van de overeenkomstsluitende Staten, in de nodige mate samengeteld met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen. Wanneer twee periodes die erkend zijn als periodes gelijkgesteld aan een verzekeringstijdvak samenvallen, wordt enkel de periode vervuld in de overeenkomstsluitende Staat waar de betrokkene werkte voor deze periode in aanmerking genomen. 2. Wanneer de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in de andere overeenkomstsluitende Staat werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.3. Wanneer de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien bij de algemene regeling voor Uruguay en bij de algemene regeling voor werknemers voor België. Artikel 12 Berekening van de prestaties 1. Wanneer de persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten zijn vereist om recht te hebben op de prestaties zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent de bevoegde instelling van de betrokken Staat het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in deze overeenkomstsluitende Staat vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de eigen wetgeving. Deze instelling berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regelen voorzien in paragraaf 2 van dit artikel. Er wordt enkel rekening gehouden met het hoogste bedrag.
Wat België betreft, is deze paragraaf enkel van toepassing op de ouderdoms - en overlevingsprestaties. 2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een prestatie waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 11, zijn de volgende regelen van toepassing : a) de betrokken bevoegde instelling berekent het theoretisch bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;b) de betrokken bevoegde instelling berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in littera a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld volgens zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens littera a).3. Het feit alleen dat deze Overeenkomst op hem van toepassing is, kan niet leiden tot de vermindering van de rechten van de betrokkene. HOOFDSTUK 2. - Toepassing van de Uruguayaanse wetgeving Artikel 13 Bijzondere voorwaarden voor de erkenning van het recht 1. Wanneer de Uruguayaanse wetgeving de toekenning van de prestaties geregeld bij dit hoofdstuk afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de werknemer onderworpen is geweest aan voornoemde wetgeving op het ogenblik waarop de aanleiding voor de prestatie ontstaat, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer de werknemer op dat ogenblik verzekerd was onder de Belgische wetgeving of, als dat niet zo was, hij geniet van een gelijkaardige Belgische prestatie of een prestatie van andere aard waarop hij recht heeft.2. Wanneer de Uruguayaanse wetgeving voor de erkenning van de prestatie vereist dat de verzekeringstijdvakken vervuld zijn geweest tijdens een bepaalde periode onmiddellijk voorafgaand aan het feit dat het recht op de prestatie heeft doen ontstaan, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer de betrokkene er het bewijs van levert met betrekking tot de periode die onmiddellijk voorafgaat aan de erkenning van de prestatie in België. Artikel 14 Berekening van de bijdragetijdvakken in de speciale regelingen of de regelingen met bonificaties 1. Wanneer de Uruguayaanse wetgeving het recht op of de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekeringstijdvakken in een beroepsbezigheid die onderworpen is aan een speciale regeling of een regeling met bonificaties, of in een bepaalde beroepsbezigheid of een bepaalde functie, worden de tijdvakken vervuld onder de Belgische wetgeving enkel in aanmerking genomen voor de toekenning van deze prestaties of voordelen indien ze vervuld zijn geweest krachtens een gelijkaardige regeling, of, indien dat niet het geval is, in dezelfde beroepsbezigheid, of, desgevallend, in een beroepsbezigheid met gelijkaardige kenmerken.2. Indien de betrokkene, rekening houdend met de aldus vervulde tijdvakken, niet voldoet aan de voorwaarden om te kunnen genieten van een prestatie van een speciale regeling of een regeling met bonificaties, dan worden deze tijdvakken in aanmerking genomen voor de toekenning van prestaties van de algemene regeling of van een andere speciale regeling of regeling met bonificaties waar de betrokkene aanspraak zou kunnen op maken. Artikel 15 Prestaties bij overlijden De prestatie bij overlijden wordt toegekend door het bevoegd orgaan van Uruguay in het geval de gerechtigde op het ogenblik van het overlijden op het grondgebied van Uruguay woont.
Artikel 16 Prestatieregeling 1. De werknemers die in Uruguay aangesloten zijn bij een « Administratie van pensioenfondsen voor sociale zekerheid » (AFAP - Administradoras de Fondos de Ahorro Previsional) financieren hun prestaties met de sommen gekapitaliseerd op hun individuele rekeningen.2. De prestaties toegekend via de kapitalisatieregeling worden toegevoegd aan de prestaties ten laste van de solidariteitsregeling wanneer de werknemer aan de bij de geldende wetgeving opgelegde voorwaarden voldoet, indien nodig met toepassing van de samentelling van de verzekeringstijdvakken. HOOFDSTUK 3. - Toepassing van de Belgische wetgeving Artikel 17 Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitsprestaties zijn de bepalingen van artikel 11 naar analogie van toepassing.
Artikel 18 1. Indien het recht op Belgische invaliditeitsprestaties enkel ontstaat door samentelling van de verzekeringstijdvakken van Uruguay en van België vervuld overeenkomstig artikel 17, wordt het bedrag van de verschuldigde prestatie vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 12, paragraaf 2.2. Wanneer het recht op de Belgische invaliditeitsprestaties ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 17, en het bedrag opgeleverd door de samentelling van de Uruguayaanse prestatie met de Belgische prestatie berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel, kleiner is dan het bedrag van de prestatie verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent de Belgische bevoegde instelling een supplement toe, dat gelijk is aan het verschil tussen de som van beide voormelde prestaties en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving. Artikel 19 Niettegenstaande de bepalingen van artikel 17, is er, in de gevallen bedoeld in artikel 18, paragraaf 1, geen enkele invaliditeitsprestatie verschuldigd door België wanneer de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving vóór de realisatie van het risico in hun geheel geen jaar bereiken.
Artikel 20 In afwijking van artikel 5 van deze Overeenkomst blijft de rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de Belgische wetgeving verder genieten van deze prestatie tijdens een tijdelijk verblijf in de andere Staat wanneer dit tijdelijk verblijf vooraf werd toegestaan door de Belgische bevoegde instelling. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het tijdelijk verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke de Belgische bevoegde instelling krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.
Artikel 21 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, de variatie van het loonpeil of om andere redenen de Uruguayaanse ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet niet overgegaan worden tot een nieuwe berekening van de Belgische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties.2. Daarentegen, in geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregelen van de rust-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, worden de prestaties opnieuw berekend overeenkomstig artikel 12 of 18. TITEL IV. - Diverse bepalingen Artikel 22 Taken van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen bij administratieve schikking de nodige maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen en de bevoegde instellingen aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 23 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde instellingen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Staat moeten overgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere Staat over te leggen stukken en documenten.3. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden.4. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten en de verbindingsorganen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar te corresponderen.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.
Artikel 24 Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat. In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege.
Een aanvraag of een document mag niet van de hand worden gewezen omdat ze opgesteld zijn in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat.
Artikel 25 Uitbetaling van de prestaties De uitbetalingsinstellingen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.
Overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomstsluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.
De bepalingen van de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat inzake controle op de wisseloperaties mogen geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst.
Artikel 26 Bijleggen van geschillen Geschillen over de interpretatie en de uitvoering van deze Overeenkomst zullen in de mate van het mogelijke bijgelegd worden door de bevoegde autoriteiten.
Artikel 27 Niet-verschuldigde betalingen Wanneer een gerechtigde een niet-verschuldigde betaling heeft ontvangen van een bevoegde instelling van een overeenkomstsluitende Staat en hij een prestatie ontvangt van de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Staat, dan kan de eerstgenoemde bevoegde instelling vragen de niet-verschuldigde betaling te compenseren via achterstallen of bedragen die nog verschuldigd zijn aan de gerechtigde in de laatstgenoemde overeenkomstsluitende Staat. De bevoegde instelling van deze laatstgenoemde Staat houdt het bedrag in overeenkomstig en binnen de grenzen van de wetgeving die ze toepast en maakt het bedrag over aan de bevoegde instelling die recht heeft op de terugbetaling.
TITEL V. - Overgangs- en slotbepalingen Artikel 28 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen recht ontstaan op de betaling van prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van voormelde Overeenkomst toegekende prestatie.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 29 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar de uitbetalingsinstelling zich bevindt, wordt, op verzoek van de belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van voormelde Overeenkomst de vaststelling van een pensioen of een rente hebben verkregen, worden op hun verzoek herzien, rekening gehouden met de bepalingen van voormelde Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de belanghebbenden verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van voormelde Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen belanghebbende mogen ingeroepen worden.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten die vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat. Artikel 30 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende Staat, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.
Artikel 31 Waarborg voor verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens voormelde Overeenkomst gehandhaafd. De overeenkomstsluitende Staten nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.
Artikel 32 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de kennisgeving waarbij de laatste van de twee overeenkomstsluitende Staten de andere overeenkomstsluitende Staat zal medegedeeld hebben dat de wettelijk vereiste formaliteiten vervuld zijn.
Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Opgemaakt te Montevideo, op 22 november 2006, in tweevoud, in de Spaanse, Franse en Nederlandse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.