Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 augustus 2017
gepubliceerd op 25 augustus 2017

Wet tot wijziging van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging, de wet van 2 juni 2012 betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen en de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2017020579
pub.
25/08/2017
prom.
11/08/2017
ELI
eli/wet/2017/08/11/2017020579/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

11 AUGUSTUS 2017. - Wet tot wijziging van de wet van 5 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007014022 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de maritieme beveiliging sluiten betreffende de maritieme beveiliging, de wet van 2 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2012 pub. 18/06/2012 numac 2012014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen sluiten betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen en de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 25 van de wet van 5 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/02/2007 pub. 27/04/2007 numac 2007014022 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de maritieme beveiliging sluiten betreffende de maritieme beveiliging worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden in de bepaling onder 1° de woorden ", personeelsleden van het Ministerie van Landsverdediging, de door de Nationale Autoriteit voor Maritieme Beveiliging aangeduide personeelsleden van een waterwegbeheerder of haven, het ADCC" ingevoegd tussen de woorden "federale politie" en "en de havenkapiteins"; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende : "3° de door de Koning aangewezen met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren voor wat betreft het toezicht aan boord van schepen en het toezicht op de havenfaciliteiten."; 3° in paragraaf 2, derde lid, paragraaf 3 en paragraaf 4, eerste lid, worden telkens de woorden "en 3° " ingevoegd tussen de woorden "in § 1, 2° " en de woorden "bedoelde ambtenaren";4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : " § 5.De in paragraaf 1, 3°, bedoelde ambtenaren rapporteren aan de voorzitter van de nationale autoriteit voor maritieme beveiliging.".

Art. 3.In artikel 3 van de wet van 2 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2012 pub. 18/06/2012 numac 2012014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen sluiten betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 6° worden de woorden "de havens van de kust en de Beneden-Zeeschelde, de haven van Gent, het Belgische gedeelte van het kanaal van Terneuzen naar Gent, de havens gelegen aan het Belgische gedeelte van het kanaal van Terneuzen naar Gent waarvan de grenzen door de Koning worden vastgesteld en de kanalen Zeebrugge-Brugge en Oostende-Brugge;" vervangen door de woorden "en de havens van de kust"; 2° in de bepaling onder 29° wordt het woord "Belgische" opgeheven;3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 30° tot 33°, luidende : "30° schip onder vreemde vlag: een schip dat geen Belgisch schip is;31° bestuur van een haven: de publiekrechtelijke rechtspersoon die als taak heeft het beheer en de exploitatie van de haven;32° Schip/haven-raakvlak: de interacties die plaatsvinden wanneer een schip rechtstreeks en onmiddellijk betrokken is bij de acties die gepaard gaan met de verplaatsing van personen of goederen, dan wel de verlening van havendiensten aan of vanuit het schip; 33° MLC: het verdrag betreffende maritieme arbeid goedgekeurd door de Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie op 23 februari 2006.".

Art. 4.In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet wordt de bepaling onder 3° opgeheven.

Art. 5.Artikel 8, § 2, van dezelfde wet, wordt opgeheven.

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 14/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 14/1.Wanneer de FOSO overeenkomstig artikel 9, § 1, een veiligheidsonderzoek instelt naar een scheepvaartongeval waarbij een zeevarende op wie MLC van toepassing is, overleden is of ernstige verwondingen heeft opgelopen, is dit tevens een onderzoek overeenkomstig voorschrift 5.1.6 van MLC.".

Art. 7.In dezelfde wet wordt in de plaats van artikel 15, vernietigd bij arrest nr. 158/2013 van het Grondwettelijk Hof, het als volgt luidende artikel 15 ingevoegd : " Art. 15. § 1. Met het oog op de dekking van oprichtings-, personeels-, en werkingskosten van de FOSO is aan de FOSO een bijdrage verschuldigd.

De bijdrage bedoeld in het eerste lid is verschuldigd door de exploitanten van Belgische schepen en door de exploitanten van schepen onder vreemde vlag die de haven van Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Oostende of Zeebrugge aandoen. § 2. De bijdrage van de exploitanten van een Belgische schip is elk kalenderjaar verschuldigd.

De bijdrage is hoofdelijk verschuldigd door de exploitanten van het Belgisch schip.

De bijdrage van de exploitanten bedraagt 0,013 euro per brutotonnenmaat van het Belgisch schip waarvan zij de exploitant zijn op 1 januari van het kalenderjaar waarin de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

De jaarlijkse bijdrage van de exploitanten bedoeld in het eerste lid wordt afgerond naar boven op de euro als het decimale gedeelte gelijk aan of meer dan vijftig cent is. Het bedrag wordt naar onder op de euro afgerond als dit gedeelte minder is dan vijftig cent.

De jaarlijkse bijdrage van de exploitanten bedraagt minimaal 25 euro en maximaal 1.500 euro per Belgisch schip waarvan zij exploitant zijn. § 3. De bijdrage van een vreemd schip dat de haven van Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Oostende of Zeebrugge aandoet wordt berekend volgens de volgende formule: (250.000 - BE)/JA waarbij BE = totale bijdrage van exploitanten van Belgische schepen bedoeld in artikel 15, § 2, derde lid.

JA = totaal aantal aanlopen van schepen onder vreemde vlag in de havens van Antwerpen, Brussel, Gent, Luik Oostende en Zeebrugge in de periode van 1 oktober van het vorige kalenderjaar tot 30 september van het lopende kalenderjaar waarin de bijdrage verschuldigd is.

De bijdrage is hoofdelijk verschuldigd door de exploitanten van het schip onder vreemde vlag. § 4. De bedragen in paragraaf 2, derde en vijfde lid, en paragraaf 3 worden jaarlijks geïndexeerd volgens de volgende formule : Bedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het bedrag wordt aangepast overeenkomstig het eerste lid.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de gezondheidsindex van november 2016.

Het bekomen resultaat voor de bedragen bedoeld in § 2, vijfde lid, en § 3, wordt afgerond naar de hogere euro indien het deel in decimalen groter of gelijk is aan vijftig cent. De afronding gebeurt naar de lagere euro indien dit deel kleiner is dan vijftig cent. § 5. De FOSO is belast met de inning van de bijdragen bedoeld in paragraaf 2 en paragraaf 3.

De FOSO zendt de aanslagen voor de inning van de bijdrage bedoeld in het eerste lid aan de bijdrageplichtigen toe vanaf 1 oktober van het kalenderjaar waarin de bijdrage verschuldigd is. De bijdrage is uitvoerbaar binnen 30 dagen na het versturen van de aanslag door de FOSO. Met het oog op de inning van de bijdragen bedoeld in § 3, kan de Minister een samenwerkingsovereenkomst sluiten met het bestuur van de betrokken havens. § 6. Voor de toepassing van dit artikel wordt een als een aanloop in een haven elk schip dat een interactie schip/haven-raakvlak verricht beschouwd.

Het aantal aanlopen per individueel schip en per haven waarvoor overeenkomstig paragraaf 3 de bijdrage verschuldigd is, wordt beperkt tot het aantal aanlopen per jaar die nodig zijn voor het verlenen van een door het bevoegde gewest toe te kennen "pilot exemption certificate", ongeacht of het vaartuig loodsplichtig is of niet.

Art. 8.In artikel 21 van dezelfde wet worden de woorden "als de directeur van de FOSO bedoeld in artikel 8, § 2, nodig oordeelt" vervangen door de woorden "als de FOSO nodig acht".

Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 34/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 34/1.In afwijking van artikel 15 is voor het kalenderjaar van de inwerkingtreding van dit artikel, slechts dat deel van de bijdrage verschuldigd in verhouding tot het resterende deel van dat kalenderjaar.".

Art. 10.In rubriek 33/12 van de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van de begrotingsfondsen, ingevoegd bij wet van 2 juni 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2012 pub. 18/06/2012 numac 2012014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen sluiten, worden de woorden "De jaarlijkse bijdrage die door de exploitanten van de Belgische schepen en met betrekking tot de schepen onder vreemde vlag door de havens van Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Oostende en Zeebrugge verschuldigd is" vervangen door de woorden "De jaarlijkse bijdrage die door de exploitanten van de Belgische schepen en de exploitanten van de schepen onder vreemde vlag die de haven van Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Oostende of Zeebrugge aandoen verschuldigd is".

Art. 11.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Gegeven te Brussel, 11 augustus 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Defensie, S. VANDEPUT De Minister van Begroting, S. WILMES De Staatssecretaris voor Noordzee, Ph. DE BACKER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54-2511 Integraal verslag : 19 en 20 juli 2017

^