gepubliceerd op 01 september 2001
Wet tot aanvulling van artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek
10 JUNI 2001. - Wet tot aanvulling van artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 30 juni 1994, wordt aangevuld als volgt : « 22° van alle geschillen betreffende de uitoefening door de minister tot wiens bevoegdheid de Maatschappelijke Integratie behoort, of zijn gemachtigde, van het opeisingsrecht inzake verlaten gebouwen, bedoeld in artikel 74 van de wet van 2 januari 2001 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Wetsvoorstel van de heer Erdman, nr. 1193/1. - Verslag van 8 mei 2001 van Mevr. Lalieux, nr. 1193/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1193/3.
Parlementaire handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 10 mei 2001.
Senaat.
Parlementaire stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 744/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 744/2.