gepubliceerd op 25 december 1997
Wet tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen
10 JULI 1997. Wet tot wijziging van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.In de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, wordt een artikel 7bis ingelast, luidend als volgt : « Art. 7bis § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 7, kan de Koning, in afwijking van het bepaalde in artikel 11 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, op eensluidend advies van een wetenschappelijke commissie die bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu wordt opgericht, het voorschrijven verbieden van geneesmiddelen en magistrale bereidingen voor menselijk gebruik, mits de werking ervan schadelijk is voor de gezondheid, zelfs bij normaal gebruik.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder magistrale bereiding, elk geneesmiddel dat in de apotheek volgens een recept voor een bepaalde patiënt wordt bereid. § 2. De Koning bepaalt de werking van de in § 1 bedoelde wetenschappelijke commissie.
Deze commissie is samengesteld uit : 1° drie vertegenwoordigers van de Geneesmiddelencommissie, 2° twee vertegenwoordigers van de Orde van Geneesheren, 3° twee vertegenwoordigers van de Orde van Apothekers, 4° één vertegenwoordiger van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde, 5° één vertegenwoordiger van de Académie Royale de Médecine. Deze commissie wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid. Deze heeft in de commissie een raadgevende stem.
De commissie kan deskundigen raadplegen.
Het secretariaat van deze commissie wordt waargenomen door een ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. § 3. De in § 1 bedoelde wetenschappelijke commissie handelt op verzoek van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid, op eigen initiatief, of op vraag van derden die zich tot haar richten. § 4. Het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu neemt de nodige maatregelen om het medisch corps te informeren over het verbod van voorschrijven genomen in uitvoering van deze wet. »
Art. 3.In artikel 16, § 3 van dezelfde wet, wordt het 1° vervangen door wat volgt : « 1° hij die de bepalingen overtreedt van artikel 6, met uitzondering van die bedoeld in §§ 1 en 2, van de artikelen 9 en 10, van de uitvoeringsbesluiten ervan of van de uitvoeringsbesluiten van de artikelen 6ter, § 1, eerste lid, 7, 7bis en 8. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, op 10 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld