gepubliceerd op 26 april 2016
Wet betreffende het werken op afstand binnen Defensie
10 APRIL 2016. - Wet betreffende het werken op afstand binnen Defensie (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Deze wet is van toepassing op de militairen van het actief kader die, in periode van vrede, zich in de deelstand "in normale dienst" bevinden met uitzondering van de militair die : 1° in mobiliteit of gebezigd is;2° ter beschikking gesteld is, hetzij van de geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, hetzij van een openbare dienst;3° een functie bekleedt waarvan de bezoldiging niet gedragen wordt door de begroting van Defensie;4° tewerkgesteld is in een internationaal of intergeallieerd organisme. In het kader van studeren op afstand kan het werken op afstand evenwel toegestaan worden voor de kandidaat-militairen die zich in de deelstand "in vorming" bevinden.
Art. 3.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 1° "werker op afstand" : elke militair bedoeld in artikel 2 die werken op afstand verricht;2° "satellietkantoor" : nabijheidsinfrastructuur van Defensie, ter beschikking gesteld van de werkers op afstand door Defensie;3° "dienst" : de verschillende aanwezige entiteiten binnen de organen en onderafdelingen van de krijgsmacht;4° "studeren op afstand" : het gebruik van de nieuwe multimediatechnologieën en internet om de kwaliteit van de scholing te verbeteren door de toegang tot hulpbronnen en diensten, evenals de afstandsuitwisseling en de medewerking te vergemakkelijken;5° "gewone plaats van het werk" : de militaire of burgerlijke inrichting waar de militair zijn betrekking gewoonlijk en werkelijk uitoefent; De noties "kandidaat-militair" en "post" worden gebruikt overeenkomstig de definities bedoeld in artikel 3, 13° en 24°, van de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht.
Art. 4.§ 1. Het werken op afstand omvat drie vormen van organisatie van het werk : 1° het telewerken;2° het thuiswerken;3° het werken in een satellietkantoor. Het telewerken is elke vorm van organisatie of uitvoering van het werk, die het gebruik van informatietechnologie vereist, waarbij een werk dat ook in een infrastructuur van Defensie kan worden uitgevoerd, gebeurt in de woonplaats van de werker op afstand of op om het even welke andere door hem gekozen private plaats buiten de infrastructuren van Defensie.
Het thuiswerken is elke vorm van organisatie of uitvoering van het werk, die het gebruik van informatietechnologie niet vereist, waarbij een werk dat ook in een infrastructuur van Defensie kan worden uitgevoerd, gebeurt in de woonplaats van de werker op afstand of op om het even welke andere door hem gekozen private plaats buiten de infrastructuren van Defensie.
Het werken in een satellietkantoor is elke vorm van organisatie of uitvoering van het werk, waarbij een werk dat op de gewone plaats van het werk van de werker op afstand kan worden uitgevoerd, gebeurt in een gekozen satellietkantoor. § 2. Het werken op afstand kan worden verricht op regelmatige en/of incidentele wijze, per volledige dag of per halve dag, mits de voorafgaandelijke toestemming van de door de Koning aangewezen overheid.
De drie vormen van werken op afstand kunnen gecumuleerd worden overeenkomstig de voorwaarden bedoeld in artikel 14, § 1.
Art. 5.De militair in werkelijke dienst die aan de in artikel 2 bedoelde voorwaarden voldoet, kan een aanvraag indienen om op afstand te werken.
Art. 6.De Koning bepaalt de nadere regels wat betreft de procedure om het werken op afstand aan te vragen, te hernieuwen, te schorsen, te beëindigen en in te trekken.
De Koning wijst de overheid aan die bevoegd is om vast te stellen dat de voorwaarden om op afstand te werken vervuld zijn, alsook de overheid bevoegd om de aanvraag om op afstand te werken toe te staan.
Art. 7.§ 1. De toelating om op afstand te werken wordt uitgedrukt onder de vorm van een schriftelijke aanvraag opgesteld in onderling akkoord tussen de werker op afstand en de overheid aangewezen door de Koning.
Het model van aanvraag wordt door de Koning bepaald en moet ten minste vermelden : 1° de vorm van werken op afstand en de plaats of de plaatsen waar dit wordt uitgevoerd;2° de dagen gedurende dewelke men het werken op afstand uitvoert en volgens welke vorm;3° de ogenblikken waarop of de periodes tijdens dewelke de werker op afstand bereikbaar moet zijn en via welke middelen;4° de manier waarop aan de werker op afstand de te realiseren taken en de te realiseren objectieven worden aangewezen evenals de meetmethode van het geleverde werk;5° de ogenblikken en de nadere regels waarop de werker op afstand een beroep kan doen op technische ondersteuning;6° de duur van de toestemming;7° de nadere regels voor de schorsing, de intrekking en de hernieuwing van de toestemming van werken op afstand. § 2. In het geval van incidenteel werken op afstand gebeurt de vermelding van de dagen waarop het werken op afstand wordt verricht bedoeld in § 1, tweede lid, 2°, door uitwisseling van elektronische briefwisseling.
Deze dient ten laatste voor het begin van de werkdag te gebeuren, en moet het schriftelijk voorafgaand akkoord van de door de Koning aangewezen overheid hebben gekregen. HOOFDSTUK 2. - Rechten en plichten
Art. 8.§ 1. Het werken op afstand gebeurt op vrijwillige basis.
De organisatie van het werken op afstand in een dienst creëert geen enkele verplichting voor de door de Koning aangewezen overheid om alle militairen van deze dienst toe te laten hiervan gebruik te maken.
Evenzeer creëert het feit dat het werken op afstand veralgemeend wordt in een dienst, geen enkel recht voor de militair om de toestemming te krijgen om op afstand te werken. § 2. Geen enkele verhoging of vermindering van de arbeidstijd mag eraan verbonden worden.
Art. 9.De werkers op afstand behouden dezelfde rechten en plichten als de andere militairen, zoals inzake : 1° de opleiding;2° de mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling;3° de evaluaties;4° de werklast;5° de vakbondsvertegenwoordiging en deelneming aan het vakbondsleven alsook inzake de sociale dienst;6° ongevallen of ziektes opgelopen in en door de dienst;7° de verlofregeling en de arbeidstijdregeling. De werker op afstand is gehouden om : 1° in geval van ziekte, zijn diensthoofd te verwittigen overeenkomstig de voorziene modaliteiten;2° bij een ongeval in dienst en door de dienst, zo vlug mogelijk de overheid bepaald door de Koning te verwittigen en hem alle gegevens te bezorgen die nuttig zijn voor de kwalificatie van het ongeval als ongeval in dienst en door de dienst.
Art. 10.De overheid aangewezen door de Koning neemt de nodige maatregelen zodat de werker op afstand toegang heeft tot nodige informatie betreffende zijn organisatie en de dienst.
Art. 11.§ 1. De overheid aangewezen door de Koning informeert de werker op afstand omtrent de beschermings- en preventiemaatregelen die van kracht zijn inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de aandachtspunten inzake beeldschermapparatuur.
De werker op afstand past die maatregelen toe. § 2. De bevoegde interne preventiediensten hebben toegang tot de werkplek van het werken op afstand om de correcte toepassing na te gaan van de regelgevingen inzake gezondheid en veiligheid. Indien het werken op afstand wordt verricht in een privaat lokaal, moet dit bezoek op voorhand worden aangekondigd en moet de werker op afstand ermee instemmen.
De werker op afstand kan zowel een advies als een inspectiebezoek van diezelfde diensten aanvragen.
Art. 12.§ 1. Indien de apparatuur gebruikt door de werker op afstand wordt geleverd door de overheid aangewezen door de Koning, is deze verantwoordelijk voor het onderhoud ervan.
De overheid aangewezen door de Koning vergoedt de kosten die verband houden met het telewerken, onder de vorm van een forfaitaire vergoeding van 0,62 euro per dag van telewerken, volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.
Het bedrag bedoeld in het tweede lid wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het bedrag stemt overeen met de spilindex 138,01 (basis 1981 = 100).
De overheid aangewezen door de Koning stelt de werker op afstand een behoorlijke technische dienstverlening ter beschikking. § 2. De werker op afstand gaat zorgvuldig om met de hem toevertrouwde apparatuur. § 3. In geval van materiaal geleverd door de overheid aangewezen door de Koning, zijn de kosten die voortvloeien uit verlies of beschadiging van de door de werker op afstand gebruikte apparatuur en gegevens in het kader van het werken op afstand, voor rekening van Defensie, behalve bij bedrog of zware schuld van de werker op afstand.
In geval van beschadiging door derden of van diefstal, verschaft de werker op afstand aan de overheid aangewezen door de Koning de informatie waarover hij beschikt en die van aard is om de werkgever toe te laten het herstel van de geleden schade te bekomen. § 4. De werker op afstand brengt onmiddellijk de overheid aangewezen door de Koning op de hoogte van een defect aan de door hem gebruikte apparatuur geleverd door de overheid aangewezen door de Koning of van een geval van overmacht waardoor hij zijn werk niet kan verrichten.
De voormelde overheid kan vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de gewone plaats van het werk voorzien.
Art. 13.De overheid aangewezen door de Koning neemt de maatregelen, in het bijzonder ten aanzien van het uitbatingssysteem, om de bescherming van de gegevens die door de werker op afstand voor professionele doeleinden worden gebruikt en verwerkt te waarborgen.
De overheid aangewezen door de Koning informeert de werker op afstand : 1° over de wetgeving en de in de instelling geldende regels inzake de bescherming van gegevens die de werker op afstand moet naleven;2° in het bijzonder, over het naleven van de door de overheid aangewezen door de Koning opgelegde informaticaveiligheidsmaatregelen, de beperkingen ten aanzien van het gebruik van informatica-apparatuur of -programma's en de sancties ingeval de werker op afstand zich niet aan die beperkingen houdt. De werker op afstand verzamelt of verspreidt via internet geen gegevens die geen verband vertonen met de arbeid. Hij gebruikt het tot zijn beschikking gesteld materiaal niet voor privé doeleinden. HOOFDSTUK 3. - De toestemming, de hernieuwing, de schorsing, de intrekking en de beëindiging van het werken op afstand
Art. 14.§ 1. Het werken op afstand mag over een periode van een kalendermaand, niet meer dan drie vijfde van de arbeidstijd innemen.
Per kalenderweek mag het werken op afstand evenwel niet meer innemen dan : 1° drie dagen voor de werkers op afstand die prestaties verrichten in voltijds regime;2° twee dagen voor de werkers op afstand die prestaties verrichten in de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek;3° anderhalve dag voor de werkers op afstand die prestaties verrichten in de regeling van de halftijds vervroegde uitstap. § 2. De toestemming om te werken op afstand is geldig voor de duur vermeld in artikel 7, § 1, tweede lid, 6°, zolang de beschrijving van de post van de betrokkene onveranderd blijft.
Art. 15.De toestemming om op afstand te werken bedoeld in artikel 7 wordt ambtshalve geschorst voor de vereiste duur : 1° in geval van plaatsing in een van de deelstanden : "in operationele inzet", "in hulpverlening", "in militaire bijstand" en "in intensieve dienst";2° bij het op preadvies stellen voor een situatie bedoeld in 1° ;3° wanneer de periode van crisis wordt afgekondigd;4° in geval van deelname aan een cursus, een vorming of een examen;5° wanneer het belang of de organisatie van de dienst het vereist. De toestemming om op afstand te werken bedoeld in artikel 7 kan, na analyse, met onmiddellijke ingang worden geschorst door de overheid aangewezen door de Koning wanneer de werker op afstand zich niet aan de richtlijnen betreffende het werken op afstand houdt of de in deze toestemming gestelde objectieven niet haalt.
Art. 16.Mits een vooropzeg waarvan de duur wordt bepaald door de Koning, mogen zowel de werker op afstand als de overheid aangewezen door de Koning een einde stellen aan het werken op afstand. De vooropzeg die uitgaat van de werker op afstand mag de duur van een maand niet overschrijden.
De toelating van de werker op afstand kan evenwel zonder vooropzeg ingetrokken worden door de overheid aangewezen door de Koning wanneer hij een opzettelijke fout, een zware fout of een lichte fout die bij hem gewoonlijk voorkomt, begaat. HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 17.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet voor 31 december 2016.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Laken, 10 april 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, S. VANDEPUT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS ________ (1) Kamer van Volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1639.
Integraal verslag : 17 maart 2016.