Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 mei 2019
gepubliceerd op 31 mei 2019

Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019012566
pub.
31/05/2019
prom.
07/05/2019
ELI
eli/wet/2019/05/07/2019012566/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

7 MEI 2019. - Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt betuigd met het samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, Ph. DE BACKER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers: 54-3702.

Integraal Verslag: 24 en 25 april 2019.

ANNEXE - ANHANG - BIJLAGE

Accord de coopération du 31 août 2018 entre l'Etat fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone relatif à la coordination des radiofréquences en matière de radiodiffusion dans la bande de fréquences 87,5-108 MHz conformément à l'article 17 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques

Zusammenarbeitsabkommen vom 31. August 2018 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft und der Deutschsprachigen Gemeinschaft über die Koordinierung von Frequenzen im Rundfunkbereich im 87,5-108 MHz-Band gemäß Artikel 17 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation

Samenwerkingsakkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie

Vu les articles 127 et 130 de la Constitution ;

Aufgrund der Artikel 127 und 130 der Verfassung;

Gelet op de artikelen 127 en 130 van de Grondwet;

Vu les articles 4, 6°, et 92bis, §§ 1er et 5, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles ;

Aufgrund der Artikel 4, 6°, und 92bis, §§ 1 und 5 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen;

Gelet op de artikelen 4, 6°, en 92bis, §§ 1 en 5, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Vu les articles 4, § 1er, et 55bis, de la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone ;

Aufgrund der Artikel 4, § 1, und 55bis des Gesetzes vom 31. Dezember 1983 über institutionelle Reformen für die Deutschsprachige Gemeinschaft;

Gelet op de artikelen 4, § 1, en 55bis, van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap;

Vu l'article 17 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques ;

Aufgrund des Artikels 17 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation;

Gelet op artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;

Considérant que la coordination des radiofréquences en matière de radiodiffusion doit être réglée par un accord de coopération conformément à l'article 17 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques.

In der Erwägung, dass die Koordinierung von Frequenzen im Rundfunkbereich durch ein Zusammenarbeitsabkommen geregelt werden sollte, gemäß Artikel 17 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation;

Overwegende dat de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep moet worden geregeld door een samenwerkingsakkoord overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.

L'Etat fédéral représenté par M. De Croo, Vice-Premier Ministre et Ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste,

Der Föderalstaat vertreten durch Herrn De Croo, Vizepremierminister und Minister für die Digitale Agenda, Telekommunikation und das Postwesen,

De Federale Staat vertegenwoordigd door de heer Alexander De Croo, vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecom en Post,

La Communauté flamande représentée par le Gouvernement flamand, en la personne de M. Bourgeois, Ministre-Président et Ministre de la Politique extérieure et du Patrimoine immobilier et M. Gatz, Ministre de la Culture, des Médias, de la Jeunesse et des Affaires bruxelloises,

Die Flämische Gemeinschaft, vertreten durch die Flämische Regierung in der Person von Herrn Bourgeois, Ministerpräsident und Minister für Außenpolitik und unbewegliches Kulturerbe und von Herrn Gatz, Minister für Kultur, Medien, Jugend und Brüsseler Angelegenheiten,

De Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering in de persoon van de heer Bourgeois, minister-president en minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en de heer Gatz, minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel,

La Communauté française représentée par le Gouvernement de la Communauté française, en la personne de M. Demotte, Ministre-Président et M. Marcourt, Vice-Président et Ministre de l'Enseignement supérieur, de la Recherche et des Médias,

Die Französische Gemeinschaft, vertreten durch die Regierung der Französischen Gemeinschaft in der Person von Herrn Demotte, Ministerpräsident, und von Herrn Marcourt, Vizepräsident und Minister für Hochschulen, Forschung und Medien,

De Franse Gemeenschap vertegenwoordigd door de Franse Gemeenschapsregering in de persoon van de heer Demotte, minister-president en de heer Marcourt, vicepresident en minister van Hoger Onderwijs, Wetenschapsbeleid en Media,

La Communauté germanophone représentée par le Gouvernement de la Communauté germanophone, en la personne de M. Paasch, Ministre-Président, et Mme Weykmans, Vice-Ministre-Présidente et Ministre de la Culture, de l'Emploi et du Tourisme,

Die Deutschsprachige Gemeinschaft, vertreten durch die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft in der Person von Herrn Paasch, Ministerpräsident, und von Frau Weykmans, Vize-Ministerpräsidentin und Ministerin für Kultur, Beschäftigung und Tourismus,

De Duitstalige Gemeenschap vertegenwoordigd door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap in de persoon van de heer Paasch, minister-president en mevrouw Weykmans, viceminister-president en minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme,

ont convenu de soumettre le présent texte à l'approbation de la Chambre des représentants fédérale et des Parlements des Communautés.

vereinbaren, dass vorliegendes Zusammenarbeitsabkommen der föderalen Abgeordnetenkammer und den Gemeinschaftsparlamenten zur Billigung vorgelegt wird:

zijn overeengekomen om de volgende tekst ter goedkeuring aan de federale Wetgevende Kamers en de Parlementen van de Gemeenschappen voor te leggen.

Article 1er. Le présent accord de coopération porte sur une réglementation de la coordination des radiofréquences en matière de radiodiffusion dans la bande de fréquences 87,5-108 MHz conformément à l'article 17 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques.

Artikel 1.Vorliegendes Zusammenarbeitsabkommen bezieht sich auf eine Regelung der Koordinierung von Frequenzen im Rundfunkbereich im 87,5-108 MHz-Band gemäß Artikel 17 des Gesetzes vom 13. Juni 2005 über die elektronische Kommunikation.

Artikel 1.Dit samenwerkingsakkoord betreft een regeling van de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentieband 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie.

Dans le cadre du présent accord de coopération, il faut entendre par :

Im Rahmen des vorliegenden Zusammenarbeitsabkommens gelten folgende Begriffsbestimmungen:

In het kader van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder:

1° « Institut » : l'Institut belge des services postaux et des télécommunications tel que visé à l'article 13 de la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges ; 1° "Institut": das Belgische Institut für Postdienste und Telekommunikation wie in Artikel 13 des Gesetzes vom 17.Januar 2003 über das Statut der Regulierungsinstanz des belgischen Post- und Telekommunikationssektors vorgesehen;

1° "Instituut": het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector; 2° « Assignation » : ensemble des caractéristiques techniques relatives à l'utilisation d'une radiofréquence par une station de radiodiffusion ; 2° "Frequenzzuweisung": alle technischen Merkmale in Bezug auf die Nutzung einer Funkfrequenz durch einen Rundfunksender; 2° "Toewijzing": geheel van de technische karakteristieken met betrekking tot het gebruik van een radiofrequentie door een radio-omroepstation; 3° « Plan national » : la liste comprenant les assignations des trois Communautés ; 3° "Nationaler Plan": die Liste, die die Frequenzzuweisungen der drei Gemeinschaften enthält; 3° "Nationaal plan": de lijst die de toewijzingen van de drie gemeenschappen bevat; 4° « Accord de Genève 1984 » : Accord régional relatif à l'utilisation de la bande 87.5 - 108 MHz pour la radiodiffusion sonore à modulation de fréquence (Région 1 et partie de la Région 3), conclu à Genève le 7 décembre 1984 ;

4° "Genfer Abkommen 1984": Regionales Abkommen über die Nutzung des 87.5 - 108 MHz-Bands für den frequenzmodulierten Rundfunk (Region 1 und ein Teil der Region 3), vereinbart in Genf am 7. Dezember 1984 ;

4° "Akkoord van Genève 1984": regionaal akkoord betreffende het gebruik van de 87.5 - 108 MHz-band voor radio-omroep met frequentiemodulatie (Regio 1 en deel van Regio 3), gesloten te Genève op 7 december 1984;

5° « Administration » : administration au sens du numéro 1002 de la Constitution de l'Union internationale des télécommunications ; 5° "Verwaltung": Verwaltung im Sinne von Ziffer 1002 der Gründungsakte der Internationalen Fernmeldeunion; 5° "Administratie": administratie in de zin van nummer 1002 van de Stichtingsakte van de Internationale Telecommunicatie Unie; 6° « Accord de Hanovre 1985 » : accord relatif à l'application du paragraphe 4.2.3. de l'accord de Genève 1984, conclu à Hanovre du 10 au 14 juin 1985 ;

6° "Abkommen von Hannover 1985": Abkommen über die Anwendung von Absatz 4.2.3. des Genfer Abkommens 1984, vereinbart in Hannover zwischen dem 10 und dem 14. Juni 1985;

6° "Akkoord van Hannover 1985": akkoord betreffende de toepassing van paragraaf 4.2.3. van het akkoord van Genève 1984, gesloten te Hannover van 10 tot 14 juni 1985;

Art. 2 § 1er. Le jour de l'entrée en vigueur du présent accord de coopération, le plan national est constitué des assignations reprises en annexes 1 et 2.

Art. 2 § 1. Am Tag des Inkrafttretens des vorliegenden Zusammenarbeitsabkommens besteht der nationale Plan aus den in den Anhängen 1 und 2 aufgeführten Frequenzzuweisungen.

Art. 2 § 1. De dag van inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord is het nationaal plan samengesteld uit de toewijzingen die opgenomen zijn in de bijlagen 1 en 2.

§ 2. Sur les assignations reprises en annexe 1, un accord technique a pu être trouvé. Ces assignations peuvent être l'objet de modification dans le respect de la procédure de coordination visée à l'article 3 et des trois méthodes de calcul visées à l'article 4.

§ 2. Über die in Anhang 1 aufgeführten Frequenzzuweisungen konnte eine technische Einigung erzielt werden. Diese Frequenzzuweisungen können gemäß dem in Artikel 3 erwähnten Koordinierungsverfahren und den drei in Artikel 4 vorgesehenen Berechnungsmethoden geändert werden.

§ 2. Over de toewijzingen opgenomen in bijlage 1 kon een technisch akkoord worden bereikt. Deze toewijzingen kunnen worden gewijzigd mits de in artikel 3 bedoelde coördinatieprocedure en de drie in artikel 4 bedoelde berekeningsmethoden worden nageleefd.

§ 3. Sur les assignations reprises en annexe 2, aucun accord technique n'a pu être trouvé, mais celles-ci sont cependant gelées. Ces assignations ne peuvent donc être l'objet de modification. Toutefois, dans un cas de force majeure lié à des contraintes immobilières ou urbanistiques indépendantes de la volonté de la Communauté concernée, un déplacement du point d'émission est envisageable à la condition que cette modification n'implique aucune augmentation du champ utilisable existant après calcul selon les trois méthodes de calcul visées à l'article 4 et coordination selon la procédure visée à l'article 3.

§ 3. Zu den in Anhang 2 aufgeführten Frequenzzuweisungen konnte keine technische Einigung erzielt werden. Es bleibt beim Status Quo Diese Frequenzzuweisungen können daher nicht geändert werden. Im Falle höherer Gewalt in Zusammenhang mit Bauauflagen oder städtebaulichen Auflagen, die außerhalb der Kontrolle der betreffenden Gemeinschaft liegen, ist jedoch eine Verlagerung des Senderstandortes möglich, sofern diese Änderung nicht zu einer Erhöhung der bestehenden nutzbaren Feldstärke führt. Die Berechnung erfolgt gemäß den drei in Artikel 4 vorgesehenen Berechnungsmethoden und nach Koordinierung gemäß dem in Artikel 3 vorgesehenen Verfahren.

§ 3. Over de toewijzingen opgenomen in bijlage 2 kon geen technisch akkoord worden bereikt, maar deze zijn evenwel bevroren. Deze toewijzingen kunnen dus niet worden gewijzigd. In een geval van overmacht verbonden aan onroerende of stedenbouwkundige beperkingen buiten de wil van de betrokken gemeenschap kan een verplaatsing van het uitzendpunt echter overwogen worden op voorwaarde dat deze wijziging geen verhoging van het bestaande bruikbare veld impliceert na berekening volgens de drie in artikel 4 bedoelde berekeningsmethoden en coördinatie volgens de in artikel 3 bedoelde procedure.

Art. 3 § 1er. Une Communauté qui souhaite apporter une modification à sa propre partie du plan national introduit une demande de coordination auprès de l'Institut.

Art. 3 § 1. Eine Gemeinschaft, die ihren eigenen Teil des nationalen Plans ändern möchte, reicht dafür einen Koordinierungsantrag beim Institut ein.

Art. 3 § 1. Een gemeenschap die een wijziging wil aanbrengen in het eigen onderdeel van het nationaal plan dient bij het Instituut een coördinatieaanvraag in.

La demande comprend toutes les caractéristiques de l'assignation conformément à ce qui est prévu dans l'accord de Genève 1984.

Der Antrag enthält alle Merkmale der Frequenzzuweisung gemäß dem Genfer Abkommen 1984.

De aanvraag bevat alle karakteristieken van de toewijzing overeenkomstig hetgeen is bepaald in het akkoord van Genève 1984.

Par modification du plan national, on entend :

Unter Änderung des nationalen Plans ist Folgendes zu verstehen:

Onder wijziging van het nationaal plan wordt verstaan:

1° une modification des caractéristiques techniques d'une assignation reprise au plan national suite à un déplacement du point d'émission, une augmentation de la puissance apparente rayonnée et/ou de la hauteur de l'antenne ;ou

1° eine Änderung der technischen Merkmale einer Frequenzzuweisung, die nach einer Verlagerung des Senderstandortes, einer Erhöhung der effektiven Strahlungsleistung und/oder der Höhe der Antenne im nationalen Plan aufgenommen wird;oder

1° een wijziging van de technische karakteristieken van een toewijzing opgenomen in het nationaal plan ten gevolge van een verplaatsing van het uitzendpunt, een verhoging van het effectief uitgestraald vermogen en/of van de hoogte van de antenne;of

2° l'ajout d'une assignation au plan national ;ou

2° das Hinzufügen einer Frequenzzuweisung im nationalen Plan;oder

2° de toevoeging van een toewijzing aan het nationaal plan;of

3° la suppression d'une assignation du plan national. 3° die Streichung einer Frequenzzuweisung aus dem nationalen Plan. 3° de schrapping van een toewijzing uit het nationaal plan. § 2. Dans les sept jours de la réception de la demande, l'Institut transmet la demande de coordination pour consultation aux autres Communautés et à Belgocontrol.

§ 2. Innerhalb von sieben Tagen nach Eingang des Antrags legt das Institut den anderen Gemeinschaften und Belgocontrol den Koordinierungsantrag zur Konsultation vor.

§ 2. Binnen de zeven dagen na de ontvangst van de aanvraag zendt het Instituut de coördinatieaanvraag voor raadpleging over naar de andere gemeenschappen en naar Belgocontrol.

Dans un délai maximum de deux mois à dater de la réception de la demande de coordination, les instances consultées doivent communiquer leurs observations à l'Institut.

Innerhalb von höchstens zwei Monaten nach Eingang des Koordinierungsantrags teilen die konsultierten Instanzen dem Institut ihre Bemerkungen mit.

Binnen een maximumtermijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de coördinatieaanvraag moeten de geraadpleegde instanties hun opmerkingen meedelen aan het Instituut.

§ 3. A la demande de la Communauté qui souhaite une modification à sa propre partie du plan national, l'Institut effectue également la coordination avec les administrations de la République fédérale d'Allemagne, de la France, du Luxembourg, du Royaume des Pays-Bas et du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord, conformément au paragraphe 4.2.3 de l'accord de Genève 1984 et à l'accord de Hanovre 1985.

§ 3. Auf Antrag der Gemeinschaft, die eine Änderung an ihrem eigenen Teil des nationalen Plans wünscht, führt das Institut auch die Koordinierung mit den Frequenzverwaltungen der Bundesrepublik Deutschland, von Frankreich, von Luxemburg, des Königreichs der Niederlande, des Vereinigten Königreichs Großbritannien und Nordirland gemäß Absatz 4.2.3 des Genfer Abkommens 1984 und des Abkommens von Hannover 1985 durch.

§ 3. Op vraag van de gemeenschap die een wijziging in het eigen onderdeel van het nationaal plan wenst, verricht het Instituut ook de coördinatie met de administraties van de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, overeenkomstig paragraaf 4.2.3 van het akkoord van Genève 1984 en het akkoord van Hannover 1985.

Dans les sept jours de la réception de la demande, l'Institut transmet celle-ci pour consultation aux administrations visées à l'alinéa 1er.

Innerhalb von sieben Tagen nach Eingang des Antrags legt das Institut diesen Antrag den in Absatz 1 genannten Verwaltungen zur Konsultation vor.

Binnen de zeven dagen na de ontvangst van de vraag zendt het Instituut deze voor raadpleging over aan de in het eerste lid bedoelde administraties.

Si dans un délai de douze semaines à dater de l'envoi de la demande, une administration visée à l'alinéa 1er n'a pas réagi à la consultation, l'Institut lui adresse sans délai un rappel.

Hat eine in Absatz 1 genannte Verwaltung innerhalb von zwölf Wochen nach der Übermittlung des Antrags nicht auf die Konsultation geantwortet, übermittelt das Institut unverzüglich eine Mahnung.

Indien na een termijn van twaalf weken na het versturen van de vraag een in het eerste lid bedoelde administratie niet heeft gereageerd op de raadpleging stuurt het Instituut daaraan onverwijld een herinnering.

En l'absence de réponse dans les deux semaines qui suivent la date de réception du rappel, l'administration étrangère n'ayant pas répondu est réputée avoir donné son accord sur la demande de modification.

Wenn innerhalb von zwei Wochen nach Eingang der Mahnung keine Antwort eingeht, wird das Einverständnis der ausländischen Verwaltung, die nicht auf den Änderungsantrag geantwortet hat, vorausgesetzt.

Indien er geen antwoord volgt binnen de twee weken na de datum van de ontvangst van de herinnering, wordt ervan uitgegaan dat het buitenlandse bestuur dat niet heeft geantwoord, akkoord gaat met de wijzigingsaanvraag.

§ 4. L'Institut tient informée la Communauté ayant introduit la demande de l'état d'avancement de la coordination.

§ 4. Das Institut informiert die Gemeinschaft, die den Antrag eingereicht hat, über den Stand der Koordinierung.

§ 4. Het Instituut houdt de gemeenschap die de vraag heeft ingediend op de hoogte over de vordering van de coördinatie.

Dès réception des accords ou objections éventuelles des instances consultées, l'Institut communique ceux-ci aux Communautés.

Nach Erhalt der Einverständnisse oder etwaiger Einwände der konsultierten Instanzen übermittelt das Institut diese den Gemeinschaften.

Na ontvangst van het akkoord of van de eventuele bezwaren van de geraadpleegde instanties deelt het Instituut deze onmiddellijk mee aan de gemeenschappen.

§ 5. Lorsqu'une Communauté formule des objections sur la demande de coordination d'une autre Communauté, celles-ci sont motivées sur la base de l'application des trois méthodes de calcul visées à l'article 4 et le cas échéant, d'éléments objectifs supplémentaires (par exemple topographiques).

§ 5. Erhebt eine Gemeinschaft Einwände gegen den Koordinierungsantrag einer anderen Gemeinschaft, so stützen sich diese auf die Anwendung der drei in Artikel 4 vorgesehenen Berechnungsmethoden und gegebenenfalls auf zusätzliche objektive Faktoren (z.B. topografische).

§ 5. Wanneer een gemeenschap bezwaren formuleert over de coördinatieaanvraag van een andere gemeenschap worden deze gemotiveerd op basis van de toepassing van de drie in artikel 4 bedoelde berekeningsmethoden en eventueel, van bijkomende objectieve (bijvoorbeeld topografische) elementen.

La Communauté ayant introduit la demande de coordination peut demander à l'Institut de convoquer une réunion de la Commission de coordination.

Die Gemeinschaft, die den Koordinierungsantrag eingereicht hat, kann das Institut ersuchen, eine Sitzung des Koordinierungsausschusses einzuberufen.

De gemeenschap die de coördinatieaanvraag heeft ingediend kan aan het Instituut vragen om een vergadering van de coördinatiecommissie bijeen te roepen.

La Commission de coordination est composée de :

Der Koordinierungsausschuss besteht aus:

De coördinatiecommissie is samengesteld uit:

1° deux représentants de l'Institut de rôle linguistique différent qui en assurent le secrétariat ; 1. zwei Vertreter des Instituts, die verschiedenen Sprachrollen angehören, und die das Sekretariat stellen; 1° twee vertegenwoordigers van het Instituut van een verschillende taalrol die het secretariaat verzorgen; 2° deux représentants par Communauté. 2° zwei Vertreter pro Gemeinschaft. 2° twee vertegenwoordigers per gemeenschap. Cette Commission est chargée de :

Die Kommission erfüllt folgende Aufgaben:

Deze commissie is ermee belast:

1° s'assurer que les calculs des Communautés selon les trois méthodes de calcul visées à l'article 4 concordent ; 1° sicherstellen, dass die Berechnungen der Gemeinschaften mit den drei in Artikel 4 genannten Berechnungsmethoden übereinstimmen; 1° er voor te zorgen dat de berekeningen van de gemeenschappen volgens de drie in artikel 4 bedoelde berekeningsmethoden met elkaar overeenstemmen; 2° le cas échéant, présenter et analyser des éléments objectifs supplémentaires ; 2° gegebenenfalls zusätzliche objektive Elemente vorlegen und analysieren; 2° eventueel bijkomende objectieve elementen voor te stellen en te analyseren; 3° dégager une solution acceptable par l'ensemble des Communautés, y compris pour l'application de l'article 6 § 1er, alinéa 2 ; 3° eine für alle Gemeinschaften annehmbare Lösung finden, auch für die Anwendung von Artikel 6, § 1, Absatz 2; 3° tot een oplossing te komen die aanvaardbaar is voor alle gemeenschappen, inclusief de toepassing van artikel 6, paragraaf 1, alinea 2; 4° fixer les modalités pratiques d'application du présent accord. 4° die praktischen Anwendungsmodalitäten des vorliegenden Abkommens festlegen. 4° de praktische modaliteiten van toepassing op dit akkoord te bepalen. Les Communautés travaillent de bonne foi et avec transparence en veillant à transmettre tout élément pertinent qui serait demandé par une autre Communauté.

Die Gemeinschaften handeln nach Treu und Glauben und arbeiten transparent, indem sie sicherstellen, dass alle von einer anderen Gemeinschaft angeforderten relevanten Dokumente übermittelt werden.

De gemeenschappen werken te goeder trouw en transparant waarbij erop wordt toegezien dat alle relevante elementen die door een andere gemeenschap zouden worden gevraagd, doorgegeven worden.

S'il est constaté unanimement que les calculs concordent et qu'aucun élément objectif supplémentaire ne peut être pris en compte lors de l'appréciation des brouillages, les atténuations nécessaires sont opérées.

Wenn einstimmig festgestellt wird, dass die Berechnungen übereinstimmen und, dass kein zusätzliches objektives Element bei der Beurteilung der Störungen berücksichtigt werden kann, sind die erforderlichen Dämpfungen vorzunehmen.

Indien unaniem wordt vastgesteld dat de berekeningen met elkaar overeenstemmen en er bij de beoordeling van de storingen geen rekening kan worden gehouden met een bijkomend objectief element, worden de nodige verzwakkingen doorgevoerd.

Lorsque les Communautés éprouvent des difficultés à dégager une solution unanime, l'Institut, a pour rôle, en tant que médiateur, de concilier les points de vue et de soumettre à la discussion des solutions proportionnées et équilibrées.

Wenn die Gemeinschaften Schwierigkeiten haben, zu einer einstimmigen Lösung zu gelangen, besteht die Aufgabe des Instituts als Vermittler darin, die Standpunkte miteinander in Einklang zu bringen und angemessene und ausgewogene Lösungen vorzulegen.

Wanneer de gemeenschappen moeilijkheden ondervinden om tot een unanieme oplossing te komen, heeft het Instituut als bemiddelaar, als rol de standpunten met elkaar te verzoenen en evenredige en evenwichtige oplossingen voor bespreking voor te leggen.

Si, suite à cette médiation, les Communautés restent néanmoins en désaccord, la coordination sera considérée comme refusée et la Communauté concernée ne mettra pas en oeuvre les nouvelles caractéristiques envisagées.

Wenn nach dieser Vermittlung die Gemeinschaften immer noch nicht einverstanden sind, wird die Koordinierung als abgelehnt betrachtet und die neuen vorgeschlagenen Merkmale nicht durch die betroffene Gemeinschaft implementiert.

Indien de gemeenschappen na deze bemiddeling het nog steeds niet eens zijn, zal de coördinatie als geweigerd worden beschouwd en zal de betrokken gemeenschap niet overgaan tot de implementatie van de beoogde karakteristieken.

§ 6. Lorsque les administrations étrangères formulent des objections sur la demande de coordination, la Communauté ayant introduit la demande de coordination peut demander à l'Institut de convoquer une réunion avec les administrations étrangères concernées en vue de dégager une solution.

§ 6. Wenn ausländische Verwaltungen gegen den Koordinierungsantrag Einwände erheben, kann die Gemeinschaft, die den Koordinierungsantrag gestellt hat, das Institut ersuchen, ein Treffen mit den betroffenen ausländischen Verwaltungen einzuberufen, um eine Lösung zu finden.

§ 6. Wanneer de buitenlandse administraties bezwaren formuleren over de coördinatieaanvraag kan de gemeenschap die de coördinatieaanvraag heeft ingediend aan het Instituut vragen om een vergadering bijeen te roepen met de betrokken buitenlandse administraties om tot een oplossing te komen.

§ 7. En cas d`accord entre les Communautés ou en absence de réponse dans les délais visés à l'article 3, § 2, dernier alinéa, la modification est apportée au plan national avec les caractéristiques techniques acceptées par l'ensemble des Communautés. L'Institut informe les Communautés et Belgocontrol de cette modification.

§ 7. Im Falle eines Einverständnisses zwischen den Gemeinschaften oder in Ermangelung einer Antwort innerhalb der in Artikel 3, § 2, letzter Absatz genannten Fristen wird der nationale Plan auf der Grundlage der von allen Gemeinschaften akzeptierten technischen Merkmalen geändert.

Das Institut informiert die Gemeinschaften und Belgocontrol über diese Änderung.

§ 7. In geval van akkoord tussen de gemeenschappen of bij gebrek aan antwoord binnen de in artikel 3, § 2 voorziene termijnen, wordt de wijziging aangebracht in het nationaal plan met de technische karakteristieken die door alle gemeenschappen aanvaard zijn. Het Instituut brengt de gemeenschappen en Belgocontrol op de hoogte van deze wijziging.

Art. 4 § 1er. Pour ce qui concerne les coordinations entre Communautés, le calcul des atténuations demandées est basé sur une augmentation maximale de 0,5 dB du champ utilisable de référence sur base des trois méthodes de calcul décrites aux §§ 2 à 4.

Art. 4 § 1. Bezüglich der Koordinierungen zwischen den Gemeinschaften erfolgt die Berechnung der geforderten Dämpfungen auf der maximalen Erhöhung um 0,5 dB der nutzbaren Feldstärke auf der Grundlage der drei in den §§ 2 bis 4 beschriebenen Berechnungsmethoden.

Art. 4 § 1. Wat de coördinaties tussen gemeenschappen betreft, is de berekening van de gevraagde verzwakkingen gebaseerd op een maximale verhoging met 0,5 dB van het referentie bruikbare veld op basis van de drie berekeningsmethoden die beschreven zijn in de paragrafen 2 tot 4.

Les assignations à prendre en compte pour le calcul du champ utilisable de référence sont les assignations du plan national et les assignations étrangères conformes à l'accord de Genève 1984 :

Die bei der Berechnung der nutzbaren Referenzfeldstärke zu berücksichtigenden Frequenzzuweisungen sind die Frequenzzuweisungen des nationalen Plans und die ausländischen Frequenzzuweisungen gemäß dem Genfer Abkommen von 1984:

De toewijzingen waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van het referentie bruikbare veld zijn de toewijzingen van het nationaal plan en de buitenlandse toewijzingen die voldoen aan het akkoord van Genève 1984:

1° au moment de l'entrée en vigueur du présent accord de coopération, pour une assi-gnation à protéger reprise en annexes 1 et 2;ou

1° zum Zeitpunkt des Inkrafttretens dieses Zusammenarbeitsabkommens, für eine in den Anlagen 1 und 2 aufgenommene zu schützende Frequenzzuweisung;oder

1° op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord, voor een te beschermen toewijzing vermeld in de bijlagen 1 en 2;of

2° au moment de l'ajout de cette assignation au plan national conformément à l'article 3, § 7, pour une assignation à protéger ajoutée au plan national après l'entrée en vigueur du présent accord de coopération à la suite de l'application des dispositions de l'article 3. 2° zum Zeitpunkt des Hinzufügens dieser Zuteilung im nationalen Plan gemäß Artikel 3, § 7, für eine zu schützende Frequenzzuweisung, die nach dem Inkrafttreten dieses Zusammenarbeitsabkommens als Folge der Anwendung der Bestimmungen von Artikel 3 dem nationalen Plan hinzugefügt wird. 2° op het ogenblik van de toevoeging van deze toewijzing aan het nationaal plan overeenkomstig artikel 3, § 7, voor een te beschermen toewijzing die toegevoegd wordt aan het nationaal plan na de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord na de toepassing van de bepalingen van artikel 3. § 2. La méthode 1 est dérivée de l'accord de Genève 1984.

§ 2. Die Methode 1 leitet sich aus dem Genfer Abkommen 1984 ab.

§ 2. Methode 1 is afgeleid van het akkoord van Genève 1984.

Les points tests, pour le calcul de l'augmentation du champ utilisable sont choisis dans la zone de service d'un émetteur, définie comme étant la zone à l'intérieur de laquelle le champ utile est supérieur ou égal au champ utilisable (étant entendu que l'on ne protège que jusqu'aux frontières de l'Etat et linguistiques).

Die Testpunkte zum Berechnen der Erhöhung der nutzbaren Feldstärke werden aus dem Versorgungsbereich eines Senders ausgewählt. Dieser Bereich wird definiert als der Bereich, innerhalb dessen die Nutzfeldstärke größer oder gleich der nutzbaren Feldstärke ist (wobei darauf hinzuweisen ist, dass man nur bis zu den Staatsgrenzen und Sprachgrenzen schützt).

De testpunten voor de berekening van de verhoging van het bruikbare veld worden gekozen binnen de dienstzone van een zender, gedefinieerd als de zone waarbinnen het nuttige veld hoger is dan of gelijk aan het bruikbare veld (mits slechts tot de staatsgrenzen en tot de taalgrenzen wordt beschermd).

Le champ utilisable est calculé par sommation des champs perturbateurs des 20 émetteurs les plus brouilleurs, en utilisant la méthode de multiplication simplifiée, conformément au paragraphe 4.1 de l'annexe 2 de l'accord de Genève 1984.

Die nutzbare Feldstärke wird durch das Zusammenzählen der Störfeldstärken der 20 störendsten Sender nach der vereinfachten Vermehrungsmethode gemäß Anhang 2 Absatz 4.1 des Genfer Abkommens 1984 berechnet.

Het bruikbare veld wordt berekend door optelling van de stoorvelden van de 20 meest storende zenders, gebruikmakend van de vereenvoudigde vermenigvuldigingsmethode, overeenkomstig paragraaf 4.1 van bijlage 2 van het akkoord van Genève 1984.

Le champ perturbateur est calculé sur base d'un brouillage troposphérique (1% du temps) sauf si le champ perturbateur pour un brouillage constant (50% du temps) est supérieur au champ perturbateur pour un brouillage troposphérique.

Die Störfeldstärke wird aufgrund einer troposphärischen Störung (1% der Zeit) berechnet, es sei denn, die Störfeldstärke für eine konstante Störung (50% der Zeit) ist größer als die Störfeldstärke für eine troposphärische Störung.

Het stoorveld wordt berekend op basis van een troposferische storing (1% van de tijd) tenzij het stoorveld voor een constante storing (50% van de tijd) groter is dan het stoorveld voor een troposferische storing.

Le champ perturbateur du ième émetteur brouilleur est déterminé selon la formule Esi=Eni(50,t)+Ai+Bi où :

Die Störfeldstärke des i-ten Störsenders wird nach folgender Formel bestimmt Esi=Eni(50,t)+Ai+Bi, wobei:

Het stoorveld van stoorzender i wordt bepaald volgens de formule Esi=Eni(50,t)+Ai+Bi waarbij:

1° Esi représente le champ perturbateur du ième l'émetteur, exprimé en dB(µV/m) ; 1° Esi die Störfeldstärke des i-ten Senders, ausgedrückt in dB (µV/m) darstellt; 1° Esi staat voor het stoorveld van zender i, uitgedrukt in dB(µV/m); 2° Eni(50,t) représente le champ, exprimé en dB(µV/m), du ièmeémetteur brouilleur.Ce champ est dépassé en 50% des emplacements pendant au moins 50% du temps dans le cas d'un brouillage constant et 1% du temps dans le cas d'un brouillage troposphérique. Les champs brouilleurs sont calculés sur base de la Recommandation ITU-R P. 370-7 avec les paramètres suivants :

2° Eni(50,t) das Feld des i-ten Störsenders, ausgedrückt in dB (-V/m) darstellt.Dieses Feld wird an 50% der Stellen für mindestens 50% der Zeit bei konstanter Störung und 1% der Zeit bei troposphärischer Störung überschritten. Die Störfelder werden aufgrund der Empfehlung ITU-R P. 370-7 mit folgenden Parametern berechnet:

2° Eni(50,t) staat voor het veld, uitgedrukt in dB(µV/m), van stoorzender i.Dat veld wordt overschreden in 50% van de locaties gedurende ten minste 50% van de tijd in geval van een constante storing en 1% van de tijd in geval van een troposferische storing. De stoorvelden worden berekend op basis van de Aanbeveling ITU-R P. 370-7 met de volgende parameters:

a) hauteur de l'antenne de réception au-dessus du niveau du sol : 10m ; a) die Höhe der Empfangsantenne über dem Boden beträgt 10m; a) hoogte van de ontvangstantenne boven het niveau van de grond: 10 m; b) pourcentage de mer (Land-Sea discrimination) : utilisé ; b) die Land-See-Entkopplung kommt zur Anwendung; b) Percentage zee (Land-Sea discrimination): gebruikt; c) angle de dégagement de terrain pour hauteur équivalente négative (Heff < 0) : utilisé. c) der Freiwinkel des Geländes für negative äquivalente Höhen (Heff <0): kommt zur Anwendung. c) Terrein ontruimingshoek voor negatieve effectieve antennehoogte (Heff < 0): gebruikt. 3° Ai représente le rapport de protection en radiofréquence, exprimé en dB, correspondant au ième émetteur brouilleur, figurant au tableau 2.1 de l'annexe 2 de l'Accord de Genève 1984 pour des émissions stéréophoniques ;

3° Ai das in dB ausgedrückte Funkfrequenzschutzverhältnis darstellt, das dem in Tabelle 2.1 des Anhangs 2 des Genfer Abkommens 1984 für Stereosendungen aufgeführten i-ten Störsender entspricht;

3° Ai staat voor de radiofrequentie-beschermingsverhouding uitgedrukt in dB, overeenstemmend met stoorzender i, vermeld in tabel 2.1 van bijlage 2 van het akkoord van Genève 1984 voor stereofonische uitzendingen;

4° Bi représente la discrimination de l'antenne de réception, en dB, calculée conformément au paragraphe 3.8.2 de l'annexe 2 de l'accord de Genève 1984.

4° Bi die Entkopplung aufgrund der Richtwirkung der Empfangsantenne in dB darstellt, berechnet nach Anhang 2 Absatz 3.8.2 des Genfer Abkommens 1984.

4° Bi staat voor de discriminatie van de ontvangstantenne, in dB, berekend overeenkomstig paragraaf 3.8.2 van bijlage 2 van het akkoord van Genève 1984.

§ 3. La méthode 2 est identique à la méthode 1 décrite au § 2, sauf que:

§ 3. Die Methode 2 ist die gleiche wie die in § 2 beschriebenen Methode 1, außer dass:

§ 3. Methode 2 is identiek aan methode 1, beschreven in § 2, behalve dat:

1° la zone de service d'un émetteur est calculée, non plus sur base d'un champ utile supérieur ou égal au champ utilisable, mais sur base d'un champ utile supérieur ou égal à 60 dB (µV/m) ; 1° der Versorgungsbereich eines Senders wird nicht mehr aufgrund einer Nutzfeldstärkeberechnet, die größer als oder gleich der nutzbaren Feldstärke ist, sondern auf der Grundlage einer Nutzfeldstärke, die größer als oder gleich 60 dB (µV/m) ist; 1° de dienstzone van een zender niet meer wordt berekend op basis van een nuttig veld dat hoger is dan of gelijk aan het bruikbare veld, maar op basis van een nuttig veld dat hoger is dan of gelijk aan 60 dB (µV/m); 2° on ne tient pas compte du facteur Bi de discrimination de l'antenne de réception dans le calcul du champ utilisable. 2° der Diskriminierungsfaktor Bi der Empfangsantenne wird bei der Berechnung der nutzbaren Feldstärke nicht berücksichtigt. 2° men houdt geen rekening met discriminatiefactor Bi van de ontvangstantenne in de berekening van het bruikbare veld.

§ 4. La méthode 3 est identique à la méthode 2 décrite au § 3, sauf que les champs perturbateurs sont calculés sur base de brouillages constants (t = 50%).

§ 4. Die Methode 3 ist die gleiche wie die in § 3 beschriebene Methode 2, außer dass, die Störfelder auf der Grundlage konstanter Störungen berechnet werden (t = 50%).

§ 4. Methode 3 is identiek aan methode 2 beschreven in § 3, behalve dat de stoorvelden worden berekend op basis van constante storingen (t = 50%).

La méthode 3 est utilisée en sachant que des éléments objectifs devront être présentés pour justifier au cas par cas la prise en considération des résultats obtenus par la méthode 3.

Die Methode 3 wird angewendet, wohl wissend, dass objektive Faktoren vorgelegt werden müssen, um die durch Methode 3 erzielten Ergebnisse fallweise zu rechtfertigen.

Bij gebruik van methode 3 moeten objectieve elementen worden voorgelegd om geval per geval de resultaten van methode 3, in rekening te brengen.

Art. 5 § 1er. Les demandes de coordination introduites par les administrations étrangères, ainsi que les rappels, sont adressés à l'Institut, qui consulte les Communautés et Belgocontrol, dans les sept jours de la réception de la demande ou du rappel.

Art. 5 § 1. Anträge auf Koordinierung durch ausländische Verwaltungen und Mahnungen werden dem Institut, das die Gemeinschaften und Belgocontrol konsultiert, innerhalb von sieben Tagen nach Eingang des Antrags oder der Mahnung übermittelt.

Art. 5 § 1. De coördinatieaanvragen die worden ingediend door de buitenlandse administraties, alsook de herinneringen, worden gericht aan het Instituut, dat de gemeenschappen en Belgocontrol raadpleegt binnen zeven dagen na de ontvangst van de aanvraag of van de herinnering.

Dans un délai maximum de dix semaines à dater de la réception de la demande de coordination, les instances consultées doivent communiquer leurs observations à l'Institut.

Innerhalb von höchstens zehn Wochen nach Eingang des Koordinierungsantrags müssen die konsultierten Instanzen dem Institut ihre Bemerkungen übermitteln.

Binnen een maximumtermijn van tien weken vanaf de ontvangst van de coördinatieaanvraag moeten de geraadpleegde instanties hun opmerkingen meedelen aan het Instituut.

§ 2. En l'absence de réponse dans les sept jours qui suivent la date de réception du rappel par l'Institut, une Communauté n'ayant pas répondu est réputée avoir donné son accord sur la demande de modification.

§ 2. Wenn innerhalb von sieben Tagen nach Eingang der Mahnung beim Institut keine Antwort eingeht, wird das Einverständnis der Gemeinschaft, die nicht auf den Änderungsantrag geantwortet hat, vorausgesetzt.

§ 2. Bij uitblijven van een antwoord binnen zeven dagen na de ontvangst van de herinnering door het Instituut wordt een gemeenschap die niet heeft geantwoord, geacht zich akkoord te hebben verklaard met het verzoek om wijziging.

§ 3. L'Institut est lié par l'avis de chaque Communauté et suit l'avis le plus contrai-gnant.

§ 3. Das Institut ist an die Stellungnahme jeder Gemeinschaft gebunden und folgt der restriktivsten Stellungnahme.

§ 3. Het Instituut is gebonden door het advies van elke gemeenschap en volgt het meest beperkende advies

L'Institut adresse, dans les sept jours de l'envoi de sa réponse à l'administration demanderesse, une copie de sa réponse aux Communautés et à Belgocontrol.

Das Institut übermittelt innerhalb von sieben Tagen nach dem Versand seiner Antwort an die beantragende Verwaltung, eine Kopie seiner Antwort an die Gemeinschaften und an Belgocontrol.

Het Instituut richt binnen de zeven dagen na de verzending van zijn antwoord aan de verzoekende administratie een afschrift van zijn antwoord aan de gemeenschappen en aan Belgocontrol.

Art. 6 § 1er. Une Communauté qui souhaite appliquer les dispositions de l'article 4, à l'exception du paragraphe 4.2.3, ou de l'article 7 de l'accord de Genève 1984 envoie tous les renseignements nécessaires à l'Institut.

Art. 6 § 1. Eine Gemeinschaft, die die Bestimmungen von Artikel 4, mit Ausnahme von Absatz 4.2.3, oder von Artikel 7 des Genfer Abkommens 1984 anwenden will, übermittelt dem Institut alle erforderlichen Informationen.

Art. 6 § 1. Een gemeenschap die de bepalingen wil toepassen van artikel 4, met uitzondering van paragraaf 4.2.3, of van artikel 7 van het akkoord van Genève 1984 verzendt alle nodige inlichtingen naar het Instituut.

Après avoir consulté les autres Communautés, et reçu leur accord, l'Institut transmet les renseignements à l'Union Internationales des Télécommunications.

Nach Anhörung der anderen Gemeinschaften und nach Erhalt ihrer Zustimmung übermittelt das Institut die Informationen an die Internationale Fernmeldeunion.

Na de andere gemeenschappen te hebben geraadpleegd en hun akkoord te hebben ontvangen zendt het Instituut de inlichtingen over naar de Internationale Telecommunicatie Unie.

§ 2. L'accord de Genève 1984 ne concerne que la coordination internationale. Les stations de radiodiffusion belges dans la bande de fréquences 87,5-108 MHz sont conformes au plan national.

§ 2. Das Genfer Abkommen 1984 betrifft nur die internationale Koordinierung. Die belgischen Rundfunksender im 87,5-108 MHz-Frequenzband entsprechen dem nationalen Plan.

§ 2. Het akkoord van Genève 1984 heeft enkel betrekking op de internationale coördinatie. De Belgische radio-omroepstations in de frequentieband 87,5-108 MHz voldoen aan het nationaal plan.

§ 3. Lors de la publication d'une section spéciale conformément au paragraphe 4.2.7, c) de l'accord de Genève 1984, une Communauté qui souhaite que l'Institut intervienne auprès de l'Union Internationale des Télécommunications, doit en faire la demande au plus tard sept jours avant la date limite imposée par les dispositions de l'article 4 de l'accord de Genève 1984.

§ 3. Bei der Veröffentlichung eines besonderen Abschnitts gemäß Absatz 4.2.7, c) des Genfer Abkommens 1984 muss eine Gemeinschaft, die, die Intervention des Institutes bei der Internationalen Fernmeldeunion wünscht, spätestens sieben Tage vor Ablauf der in Artikel 4 des Genfer Abkommens 1984 festgelegten Frist, einen Antrag stellen.

§ 3. Bij de publicatie van een speciale sectie overeenkomstig paragraaf 4.2.7, c) van het akkoord van Genève 1984 moet een gemeenschap die wenst dat het Instituut tussenbeide komt bij de Internationale Telecommunicatie Unie, dat uiterlijk zeven dagen voor de uiterste datum die wordt opgelegd door de bepalingen van artikel 4 van het akkoord van Genève 1984, aanvragen.

Art. 7.Le présent accord de coopération entre en vigueur après son approbation par les Chambres législatives fédérales et les Communautés.

Art. 7.Vorliegendes Zusammenarbeitsabkommen tritt nach seiner Billigung durch die föderalen gesetzgebenden Kammern und die Gemeinschaften in Kraft.

Art. 7.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking nadat het werd goedgekeurd door de federale Wetgevende Kamers en de Gemeenschappen.

Fait à Bruxelles, le 31-8-2018, en quatre exemplaires originaux, chaque partie reconnaissant avoir reçu le sien.

Geschehen zu Brüssel am 31-8-2018 in vier Urschriften, wobei jede Partei bestätigt, ein Exemplar erhalten zu haben.

Gedaan te Brussel, op 31-8-2018 in vier originele exemplaren, waarvan elke partij verklaart haar eigen exemplaar te hebben ontvangen.

Pour l'Etat fédéral :

Für den Föderalstaat:

Voor de Federale Staat:

Le Ministre des Télécommunications,

Der Minister für Telekommunikation

De Minister van Telecommunicatie,

A. DE CROO

A. DE CROO

A. DE CROO


Pour la Communauté flamande :

Für die Flämische Gemeinschaft:

Voor de Vlaamse Gemeenschap:

Le Ministre-Président et Ministre de la Politique extérieure et du Patrimoine immobilier,

Der Ministerpräsident und Minister für Außenpolitik und unbewegliches Kulturerbe,

De minister-president en minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

G. BOURGEOIS

G. BOURGEOIS

G. BOURGEOIS

Le Ministre de la Culture, des Médias, de la Jeunesse et de Bruxelles,

Der Minister für Kultur, Medien, Jugend und Brüsseler Angelegenheiten,

De minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel,

S. GATZ

S. GATZ

S. GATZ


Pour la Communauté française :

Für die Französische Gemeinschaft:

Voor de Franse Gemeenschap:

Le Ministre-Président,

Der Ministerpräsident,

De minister-president,

R. DEMOTTE

R. DEMOTTE

R. DEMOTTE

Le Vice-président, Ministre de l'Enseignement supérieur, de la Recherche et des Médias,

Der Vizepräsident und Minister für Hochschulen, Forschung und Medien,

De vicepresident en minister van Hoger Onderwijs, Wetenschapsbeleid en Media,

J.-Cl. MARCOURT

J.-Cl. MARCOURT

J.-Cl. MARCOURT


Pour la Communauté germanophone :

Für die Deutschsprachige Gemeinschaft:

Voor de Duitstalige Gemeenschap:

Le Ministre-Président,

Der Ministerpräsident,

De minister-president,

O. PAASCH

O. PAASCH

O. PAASCH

La Vice-Ministre-Présidente et Ministre de la Culture, de l'Emploi et du Tourisme,

Die Vize-Ministerpräsidentin und Ministerin für Kultur, Beschäftigung und Tourismus,

De viceminister-president en minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme,

I. WEYKMANS

I. WEYKMANS

I. WEYKMANS


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^