Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 december 2022
gepubliceerd op 17 januari 2023

Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer wat het instellen van een beroepsmogelijkheid tegen de immobilisering van een voertuig betreft

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2022043183
pub.
17/01/2023
prom.
06/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer wat het instellen van een beroepsmogelijkheid tegen de immobilisering van een voertuig betreft (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.- In artikel 58bis van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 9 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "hetzij op verzoek van de overtreder" vervangen door de woorden "hetzij op verzoek van de overtreder, hetzij - indien deze niet de overtreder is - op verzoek van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die bewijst dat hij de eigenaar is van het voertuig"; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het verzoek tot opheffing van de immobilisering, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt met redenen omkleed en is gericht aan de procureur des Konings of, in voorkomend geval, de bevoegde procureur-generaal, dewelke een uitspraak doet na uiterlijk vijftien dagen."; 3° een paragraaf 3/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 3/1.Indien een verzoek tot opheffing van de immobilisering door de eigenaar van het voertuig, zoals bedoeld in paragraaf 3, eerste lid, wordt afgewezen, kan de zaak worden aangebracht bij de politierechtbank die territoriaal bevoegd is voor de plaats waar het voertuig geïmmobiliseerd werd, binnen vijftien dagen na de kennisgeving van de beslissing aan de verzoeker.

De zaak wordt aangebracht middels het toezenden aan of het neerleggen op de griffie van de politierechtbank van een verzoekschrift dat wordt ingeschreven in het daartoe bestemde register.

Indien een officier van gerechtelijke politie de immobilisatie heeft bevolen, bezorgt hij onmiddellijk de stukken aan de procureur des Konings. De procureur des Konings legt de stukken ter griffie neer.

De politierechtbank doet uitspraak binnen vijftien dagen na de neerlegging van de verklaring. Deze termijn is geschorst tijdens de duur van het uitstel verleend op vraag van de verzoeker of van zijn advocaat.

De griffier stelt de verzoeker en zijn advocaat per faxpost of bij een ter post aangetekende brief, uiterlijk achtenveertig uur vooraf, in kennis van de plaats, de dag en het uur van de zitting.

De procureur des Konings, de verzoeker en zijn advocaat worden gehoord.

De verzoeker die in het ongelijk wordt gesteld, kan veroordeeld worden tot de betaling van de kosten.

De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp toezenden vooraleer een termijn van drie maanden is verstreken, te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp.".

Art. 3.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 december 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : Doc 55 2750/ (2021/2022) : 001: Wetsontwerp. 002: Amendementen. 003: Verslag. 004: Tekst aangenomen door de commissie. 005: Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Integraal verslag : 17 november 2022.

^