FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

4 APRIL 1980. - Wet betreffende overdracht van bevoegdheden voor de uitvoering van de richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de dierengeneeskunde. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van de wet van 4 april 1980 betreffende overdracht van bevoegdheden voor de uitvoering van de richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de dierengeneeskunde (Belgisch Staatsblad van 21 mei 1980), zoals ze werd gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 21 mei 1980).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER FAMILIE 4. APRIL 1980 - Gesetz zur Übertragung von Befugnissen im Hinblick auf die Ausführung der Richtlinien des Rates der Europäischen Gemeinschaften mit Bezug auf die Heilkunst, die Krankenpflege, die Heilhilfsberufe und die Tierheilkunde Artikel 1 - Um die Ausführung der Bestimmungen des Vertrages zur Gründung der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft und der Richtlinien des Rates der Europäischen Gemeinschaften zu gewährleisten, ist der König durch im Ministerrat beratene Erlasse befugt, die Gesetzesbestimmungen, die im Königlichen Erlass Nr.78 vom 10.

November 1967 über die Ausübung der Heilkunst, der Krankenpflege, der Heilhilfsberufe und über die medizinischen Kommissionen erwähnt sind, sowie die Gesetzesbestimmungen über die Tierheilkunde abzuändern, zu ergänzen und gegebenenfalls aufzuheben.

Art. 2 - Der König kann, erforderlichenfalls, die Anwendung der aufgrund von Artikel 1 ergangenen Bestimmungen durch Verwaltungs- und Disziplinarstrafen sowie durch strafrechtliche Sanktionen gewährleisten, wobei Letztere eine Gefängnisstrafe von sechs Monaten und eine Geldbusse von 5.000 [EUR] nicht übersteigen dürfen. [Art. 2 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom 29.

Juli 2000)]