Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juni 1999
gepubliceerd op 15 oktober 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022672
pub.
15/10/1999
prom.
14/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/14/1999022672/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957;

Gelet op de wet van 4 april 1980 betreffende de overdracht van bevoegdheden voor de uitvoering van de Richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de diergeneeskunde;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, gewijzigd door de wetten van 26 april 1973, 17 december 1973, 20 december 1974, 13 december 1976 en 30 december 1977, het koninklijk besluit van 8 juni 1983, de wetten van 14 mei 1985 en 26 december 1985, het koninklijk besluit van 26 december 1985, de wetten van 19 december 1990, 22 augustus 1991 en 26 juni 1992, het koninklijk besluit van 9 november 1992, de wetten van 6 augustus 1993, 22 februari 1994, 6 april 1995, 20 december 1995, 29 april 1996, 17 maart 1997, 13 november 1997, 10 december 1997, 22 februari 1998 en 16 april 1998;

Gelet op Richtlijn 77/452/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij de Toetredingsakten van Griekenland, en van Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 81/1057/EEG, 89/594/EEG, 89/595/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;

Gelet op Richtlijn 77/453/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, gewijzigd bij Richtlijn 89/595/EEG;

Gelet op Richtlijn 78/686/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de beoefenaar der tandheelkunde, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij de Toetredingsakten van Griekenland, en van Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 81/1057/EEG, 89/594/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;

Gelet op Richtlijn 78/687/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de coördinatie van de wetteIijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de beoefenaar der tandheelkunde, gewijzigd bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;

Gelet op Richtlijn 80/154/EEG van de Raad van 21 januari 1980 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de verloskundige, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij Richtlijn 80/1273/EEG, bij de Toetredingsakte van Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 89/594/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;

Gelet op Richtlijn 80/155/EEG van de Raad van 21 januari 1980 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van verloskundige, gewijzigd bij Richtlijn 89/594/EEG;

Gelet op Richtlijn 85/432/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied;

Gelet op Richtlijn 85/433/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging voor bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied, gewijzigd bij Richtlijnen 85/584/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;

Gelet op Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten;

Gelet op Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG, gewijzigd bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en bij Richtlijnen 94/38/EG, 95/43/EG en 97/38/EG;

Gelet op Richtlijn 93/16/EEG van de Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels, gewijzigd bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en bij Richtlijnen 97/50/EG, 98/21/EG en 98/63/EG;

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, ondertekend te Porto op 2 mei 1992, gewijzigd bij het Protocol, ondertekend te Brussel op 17 maart 1993;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 inzake de sluiting van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Polen, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 inzake de sluiting van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Hongarije, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Bulgarije, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1994 betreffende de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en de Slowaakse Republiek, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 inzake de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Letland, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 inzake de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Litouwen, anderzijds;

Gelet op het Besluit van de Raad en de Commissie van 19 december 1997 inzake de sluiting van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en Estland, anderzijds;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 mei 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister belast met Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, wordt hoofdstuk IVbis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juni 1983 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 december 1985, 9 november 1992 en 6 april 1995, vervangen door de volgende bepalingen : « HOOFDSTUK IVbis. - Toepassing van Europese reglementering Afdeling 1. - Definities

Art. 44bis.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;2° "Directie Geneeskundepraktijk" : de Directie Geneeskundepraktijk van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;3° "Europees diploma" : een diploma, certificaat of andere titel, afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap dan België, van Noorwegen, van IJsland of van het Vorstendom Liechtenstein, en vallend onder het toepassingsgebied van de Eerste of van de Tweede Algemene Richtlijn, en waarmee men beroepsactiviteiten wenst uit te oefenen die gereglementeerd zijn in het kader van dit besluit;4° "Richtlijn "Artsen" : Richtlijn 93/16/EEG van de Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels, gewijzigd bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en bij Richtlijnen 97/50/EG, 98/21/EG en 98/63/EG;5° "Richtlijnen "Verpleegkundigen" : - Richtlijn 77/452/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij de Toetredingsakten van Griekenland, en van Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 81/1057/EEG, 89/594/EEG, 89/595/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en - Richtlijn 77/453/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, gewijzigd bij Richtlijn 89/595/EEG;6° "Richtlijnen "Tandartsen" : - Richtlijn 78/686/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de beoefenaar der tandheelkunde, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij de Toetredingsakten van Griekenland, en van Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 81/1057/EEG, 89/594/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en - Richtlijn 78/687/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de beoefenaar der tandheelkunde, gewijzigd bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;7° "Richtlijnen "Vroedvrouwen" : - Richtlijn 80/154/EEG van de Raad van 21 januari 1980 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de verloskundige, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij Richtlijn 80/1273/EEG, bij de Toetredingsakte van Spanje en Portugal, bij Richtlijnen 89/594/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en - Richtlijn 80/155/EEG van de Raad van 21 januari 1980 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van verloskundige, gewijzigd bij Richtlijn 89/594/EEG;8° "Richtlijnen "Apothekers" : - Richtlijn 85/432/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied, en - Richtlijn 85/433/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging voor bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied, gewijzigd bij Richtlijnen 85/584/EEG en 90/658/EEG, en bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden;9° "Eerste Algemene Richtlijn" : Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten;10° "Tweede Algemene Richtlijn" : Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG, gewijzigd bij de Toetredingsakte van Oostenrijk, Finland en Zweden, en bij Richtlijnen 94/38/EG, 95/43/EG en 97/38/EG. Afdeling 2. - Toepassing van Specifieke Richtlijnen.

Art. 44ter.§ 1. Wat betreft de uitoefening van de geneeskunde, wordt gelijkgesteld met de houder van een Belgisch diploma van arts, de Europees onderdaan die houder is van een diploma, certificaat of andere titel van arts dat beantwoordt aan de bepalingen vastgesteld door de Minister, conform de bepalingen van de Richtlijn "Artsen", en dat werd erkend door de Minister conform artikel 44octies, § 1. § 2. Onverminderd de toepassing van de bepalingen van § 1 en met het oog op het toekennen van dezelfde rechtsgevolgen als deze verbonden aan de Belgische erkenning als geneesheer-specialist, wordt gelijkgesteld met de houder van dergelijke erkenning, de Europees onderdaan die houder is van een diploma, certificaat of andere titel van geneesheer-specialist, dat beantwoordt aan de bepalingen vastgesteld door de Minister, conform de bepalingen van de Richtlijn "Artsen", en dat werd erkend door de Minister conform artikel 44octies, § 1.

Art. 44quater.Wat betreft de uitoefening van de verpleegkunde wordt gelijkgesteld met de houder van het Belgisch diploma van ziekenhuisverpleger of -verpleegster, de Europees onderdaan die houder is van een diploma, certificaat of andere titel van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger dat beantwoordt aan de bepalingen vastgesteld door de Minister, conform de bepalingen van de Richtlijnen "Verpleegkundigen", en dat werd erkend door de Minister conform artikel 44octies, § 1.

Arit. 44quinquies. Wat betreft de uitoefening van de tandheelkunde wordt gelijkgesteld met de houder van een Belgisch diploma van tandarts, de Europees onderdaan die houder is van een diploma, certificaat of andere titel van beoefenaar der tandheelkunde dat beantwoordt aan de bepalingen vastgesteld door de Minister, conform de bepalingen van de Richtlijnen "Tandartsen", en dat werd erkend door de Minister conform artikel 44octies, § 1.

Art. 44sexies.Wat betreft de uitoefening van het beroep van vroedvrouw wordt gelijkgesteld met de houder van het Belgisch diploma van vroedvrouw, de Europees onderdaan die houder is van een diploma, certificaat of andere titel van verloskundige dat beantwoordt aan de bepalingen vastgesteld door de Minister, conform de bepalingen van de Richtlijnen "Vroedvrouwen", en dat werd erkend door de Minister conform artikel 44octies, § 1.

Art. 44septies.Wat betreft de uitoefening van de artsenijbereidkunde wordt gelijkgesteld met de houder van het Belgisch diploma van apotheker, de Europees onderdaan die houder is van een diploma, certificaat of andere titel op het terrein van de farmacie dat beantwoordt aan de bepalingen vastgesteld door de Minister, conform de bepalingen van de Richtlijnen "Apothekers", en dat werd erkend door de Minister conform artikel 44octies, § 1.

Art. 44octies.§ 1. Na zich ervan vergewist te hebben dat de ingediende documenten echt zijn en conform aan de bepalingen van de respectieve ministeriële besluiten, bedoeld in de artikelen 44ter tot 44septies, en uiterlijk drie maanden nadat het dossier volledig werd ingediend, levert de Minister een erkenning af. § 2. Wanneer de Minister oordeelt dat niet aan alle voorwaarden voldaan is om een erkenning te verlenen, deelt hij dit per aangetekende brief mee aan de belanghebbende.

Art. 44novies.§ 1. De personen die de erkenning zoals bedoeld in artikel 44octies, § 1, verkregen hebben, hebben het recht gebruik te maken van de overeenkomstige Belgische beroepstitel wanneer het dragen van deze titel gereglementeerd is in het kader van dit besluit. § 2. Onverminderd de bepalingen van het volgende lid, hebben de personen die de erkenning zoals bedoeld in artikel 44octies, § 1, verkregen hebben, het recht gebruik te maken van hun wettige opleidingstitel en, eventueel, van de afkorting daarvan, in de originele taal, gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of de examencommissie die hem heeft verleend.

Nochtans zullen de houders van het Franse "diplôme d'Etat de chirurgien-dentiste", van het Franse "diplôme d'Etat de docteur en chirurgie dentaire" en van het Luxemburgse "diplôme d'Etat de docteur en médecine dentaire", de titel voeren van "tandarts" of "dentiste" gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of de examencommissie die het diploma heeft verleend, zoals ook de houder van het Nederlands diploma van verloskundige de titel zal voeren van "vroedvrouw" of "accoucheuse" gevolgd door de naam en de plaats van de examencommissie die het diploma heeft verleend, en zoals ook de houder van het Franse "diplôme d'Etat de docteur en pharmacie" de titel zal voeren van "pharmacien" of "apotheker" gevolgd door de naam en de plaats van de universiteit die het diploma heeft verleend.

Art. 44decies.De Europees onderdaan die in een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap dan België, in Noorwegen, in IJsland of in het Vorstendom Liechtenstein gevestigd is als arts, als verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, als tandarts of als verloskundige en aldaar op wettige wijze zijn beroep uitoefent, mag in België respectievelijk daden van geneeskunde, van verpleegkunde, van tandheelkunde of activiteiten van vroedvrouw verrichten zonder de erkenning te bezitten zoals bepaald in artikel 44octies, § 1, en zonder de formaliteiten van artikel 44septies decies, te hebben vervuld.

Nochtans mag hij deze handelingen slechts verrichten als hij vooraf een verklaring indient bij de Directie Geneeskundepraktijk aan de hand van een formulier waarvan het model door de Minister wordt goedgekeurd.

Bij dit document moeten volgende stukken gevoegd worden die niet ouder mogen zijn dan twaalf maanden en die, eventueel, vergezeld moeten zijn van een door een beëdigd vertaler opgemaakte en conform verklaarde vertaling in één van de officieel in België gebruikte talen : - een bewijs van nationaliteit; - een bewijsstuk afgeleverd door de bevoegde overheid van de Staat waar hij gevestigd is, waaruit blijkt dat de betrokkene aldaar het desbetreffende beroep wettig uitoefent en het of de diploma(s), certifica(a)t(en) of andere titel(s) bezit dat (die) voor het verrichten van de bedoelde diensten is (zijn) vereist.

In spoedgevallen moet de zoëven vermelde verklaring zo snel mogelijk na de dienstverrichting worden ingediend.

De Directie Geneeskundepraktijk registreert de dienstverrichting en brengt de bevoegde Geneeskundige Commissie, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en, in voorkomend geval, de bevoegde Orde ervan op de hoogte. Afdeling 3. - Toepassing van Algemene Richtlijnen

Art. 44undecies.Europese onderdanen, houders van een Europees diploma, die in België beroepsactiviteiten wensen uit te oefenen die gereglementeerd zijn in het kader van dit besluit en voor zover zij niet vallen onder de bepalingen van Afdeling 2, dienen hun diploma eerst door de Minister te laten erkennen overeenkomstig de bepalingen van artikel 44duodecies.

Hiertoe dienen zij bij de Directie Geneeskundepraktijk een aanvraag in, vergezeld van de nodige bewijsstukken.

Art. 44duodecies.§ 1. Na zich ervan vergewist te hebben dat de aanvrager in aanmerking komt om te kunnen genieten van de Eerste of de Tweede Algemene Richtlijn, en nadat werd vastgesteld dat de aanvrager de nodige kwalificaties en/of beroepservaring bezit die, in overeenstemming met de bepalingen van deze Algemene Richtlijnen en volgens door de Koning vastgestelde modaliteiten, mag gevraagd worden om desbetreffende beroepsactiviteiten in België uit te oefenen, levert de Minister een erkenning af. § 2. Wanneer de Minister oordeelt dat niet aan alle voorwaarden voldaan is om een erkenning te verlenen, deelt hij dit per aangetekende brief mee aan de belanghebbende. § 3. De procedure voor het onderzoek van de aanvraag moet uiterlijk vier maanden na de indiening van het volledig dossier worden afgesloten op de wijze vermeld in § 1 of § 2.

Art. 44terdecies.De personen die de erkenning zoals bedoeld in artikel 44duodecies, § 1, verkregen hebben, hebben het recht gebruik te maken van de overeenkomstige Belgische beroepstitel wanneer het dragen van deze titel gereglementeerd is in het kader van dit besluit, en tevens hebben zij het recht gebruik te maken van hun wettige opleidingstitel en, eventueel, van de afkorting daarvan, in de originele taal, gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of de examencommissie die hem heeft verleend. Afdeling 4. - Toepassing van de artikelen 48 en 52 van het EG-Verdrag

Art. 44quaterdecies.Europese onderdanen, houders van één van de diploma's, certificaten of andere titels, bedoeld in de artikelen 44ter tot 44septies, maar die niet beantwoorden aan de bepalingen van de respectieve ministeriële besluiten, bedoeld in de artikelen 44ter tot 44septies, en die hun beroep wensen uit te oefenen, dienen aan te tonen dat de tekorten in hun opleiding later werden aangevuld ofwel door een bijkomende opleiding ofwel door een passende beroepservaring in die domeinen waar de tekorten zich voordeden.

Hiertoe dienen zij een aanvraag in, gestaafd met de nodige documenten, bij de Directie Geneeskundepraktijk.

Art. 44quinquies decies. § 1. Na zich ervan vergewist te hebben dat de aanvrager in aanmerking komt om te genieten van de artikelen 48 en 52 van het EG-Verdrag, en nadat werd vastgesteld dat de aanvrager de nodige kwalificaties en/of beroepservaring bezit die mag gevraagd worden om de desbetreffende beroepsactiviteit uit te oefenen, levert de Minister een erkenning af. § 2. Wanneer de Minister oordeelt dat niet aan alle voorwaarden voldaan is om een erkenning te verlenen, deelt hij dit per aangetekende brief mee aan de belanghebbende. § 3. De procedure voor het onderzoek van de aanvraag moet uiterlijk vier maanden na de indiening van het volledig dossier worden afgesloten op de wijze vermeld in § 1 of § 2.

Art. 44sedecies.De in overeenstemming met artikel 44quinquies decies, § 1, erkende personen hebben het recht gebruik te maken van de overeenkomstige Belgische beroepstitel en tevens hebben zij het recht gebruik te maken van hun wettige opleidingstitel en, eventueel, van de afkorting daarvan, in de originele taal, gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of de examencommissie die hem heeft verleend. Afdeling 5. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 44septies decies. Voor zover deze vereisten in andere bepalingen van dit besluit worden opgelegd voor het uitoefenen van bepaalde activiteiten, mogen ook de in de artikelen 44ter, § 1, 44quater, 44quinquies, 44sexies, 44septies, 44duodecies, § 1, en 44quinquies decies, § 1, bedoelde beoefenaars alleen hun beroep uitoefenen indien zij vooraf hun erkenningstitel hebben laten viseren door de bij artikel 36 bepaalde geneeskundige commissie, bevoegd overeenkomstig de plaats waar zij zich wensen te vestigen, en zo daartoe aanleiding bestaat, hun inschrijving op de lijst van de voor hun beroep bevoegde Orde bekomen hebben.

Art. 44octies decies. De overtredingen van de bepalingen van dit hoofdstuk, waarop de strafbepalingen van hoofdstuk IV niet toepasselijk zijn, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderdvijftig tot duizend frank of met één van die straffen alleen. ».

Art. 2.Onze Minister belast met Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Volksgezondheid, L. VAN DEN BOSSCHE

^