Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 juni 1999
gepubliceerd op 01 juni 2007

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tot herziening van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, en met de Slotakte, gedaan te Florence op 18 juni 1992 en 17 september 1992 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2007015044
pub.
01/06/2007
prom.
03/06/1999
ELI
eli/wet/1999/06/03/2007015044/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JUNI 1999. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tot herziening van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, en met de Slotakte, gedaan te Florence op 18 juni 1992 en 17 september 1992 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77, eerste lid, 6°, van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tot herziening van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, en de Slotakte, gedaan te Florence op 18 juni 1992 en 17 september 1992, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Senaat : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 10 februari 1999, nr. 1-1271/1. - Verslag, nr. 1-1271/2. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1-1271/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 18 maart 1999. - Stemming, vergadering van 18 maart 1999. Kamer van volksvertegenwoordigers : Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 49-2090/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 49-2090/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 31 maart 1999. - Stemming, vergadering van 1 april 1999.(2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 15 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 2007), Decreet van de Franse Gemeenschap van 12 juli 2001 (Belgisch Staatsblad van 21 juli 2001), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 17 april 2001 (Belgisch Staatsblad van 1 juni 2001). Overeenkomst tot herziening van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DENEMARKEN, DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE PRESIDENT VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK, ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN SPANJE, DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK, DE PRESIDENT VAN IERLAND, DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK, ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN, DE PRESIDENT VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNI" EN NOORD-IERLAND, Overwegende dat het, gezien de opgedane ervaring en de vooruitzichten, wenselijk is de bestuurlijke en academische structuur van het Europees Universitair Instituut aan te passen, Hebben besloten enkele bepalingen van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut te herzien, en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen : ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN, André ONKELINX, Ambassadeur van het Koninkrijk België te Rome;

HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DENEMARKEN, Ellen HANSEN, Vertegenwoordiger van de Regering in de Raad van Bestuur van het Europese Universitaire Instituut;

DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, Konrad SEITZ, Ambassadeur van de Bondsrepubliek Duitsland te Rome;

DE PRESIDENT VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK, George CONTOGIORGIS, Vertegenwoordiger van de Regering in de Raad van Bestuur van het Europese Universitaire Instituut;

ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN SPANJE, Delfin COLOME, Directeur-Generaal voor culturele en wetenschappelijke betrekkingen;

DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK, André BAEYENS, Gedelegeerde bij de Directeur-Generaal voor culturele, wetenschappelijke en technische betrekkingen;

DE PRESIDENT VAN IERLAND, Sean NOLAN, Vertegenwoordiger van de Regering in de Raad van Bestuur van het Europese Universitaire Instituut;

DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK, Bruno BOTTAI, Secretaris-Generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG, Nic MOSAR, Ambassadeur van het Groothertogdom Luxemburg te Rome;

HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN, W.L.C.H.M. VAN DEN BERG, Vertegenwoordiger van de Regering in de Raad van Bestuur van het Europese Universitaire Instituut;

DE PRESIDENT VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK, Armando MARQUES GUEDES, Vertegenwoordiger van de Regering in de Raad van Bestuur van het Europese Universitaire Instituut;

HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNI" EN NOORD-IERLAND, David Hugh COLVIN, Minister van de Ambassade van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland te Rome;

Die, na overlegging van in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN : BEPALINGEN TOT HERZIENING VAN DE OVEREENKOMST HOUDENDE OPRICHTING VAN EEN EUROPEES UNIVERSITAIR INSTITUUT Artikel 1 1. In artikel 2, lid 1, eerste alinea, wordt de derde zin vervangen door de volgende tekst : « Bij deze werkzaamheden wordt rekening gehouden met de culturele en taalkundige pluriformiteit van Europa en met de banden met de beschavingen buiten Europa ».2. Aan artikel 2, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd : « In het kader van het algemeen programma van zijn wetenschappelijke werkzaamheden zet het Instituut inderdisciplinaire onderzoeksprogramma's op over de belangrijkste problemen waarmee de hedendaagse Europese samenleving wordt geconfronteerd, inzonderheid de problemen die verband houden met de opbouw van Europa.» Artikel 2 1. In artikel 6, lid 6, wordt punt d) punt f).2. In artikel 6, lid 6, worden de volgende punten ingevoegd : « d) de instelling van een raad voor onderzoek, waarvan hij, na raadpleging van de Academische Raad, de structuur en de bevoegdheden vaststelt;e) de oprichting en de afschaffing van interdisciplinaire centra binnen het Instituut, na raadpleging van de academische raad en de raad voor onderzoek;».

Artikel 3 Artikel 7, lid 2, derde alinea, wordt vervangen door : « Hij benoemt de afdelingshoofden, de directeuren van de interdisciplinaire centra en de andere leden van het docentencorps, aangewezen in overeenstemming met artikel 9, lid 5, onder e), en artikel 9, lid 2. » Artikel 4 Artikel 7, lid 3, wordt vervangen door : « 3. De President van het Instituut wordt na raadpleging van de Academische Raad gekozen door de Raad van Bestuur. De wijze waarop de samenwerking tussen de Raad van Bestuur en de Academische Raad bij de totstandkoming van dit besluit verloopt, wordt door de Raad van Bestuur na raadpleging van de Academische Raad met eenparigheid van stemmen bepaald.

De President wordt benoemd voor vijf jaar. Zijn ambtstermijn kan voor een periode van ten hoogste drie jaar worden verlengd bij besluit van de Raad van Bestuur na raadpleging van de Academische Raad genomen met eenparigheid van stemmen.

In de in artikel 6, lid 5, onder a), bedoelde voorschriften worden de voorwaarden vastgesteld waaronder hij, op eigen initiatief of op initiatief van het Instituut, van zijn ambt kan worden ontheven. » Artikel 5 1. In artikel 9 worden de leden 2 tot en met 5 vervangen door : « 2.Een Uitvoerend Comité, dat wordt voorgezeten door de President van het Instituut, dat wordt bijgestaan door de Algemeen Secretaris, en dat bestaat uit de President, de afdelingshoofden, de directeurs van de in artikel 11, lid 3, bedoelde centra en een vertegenwoordiger van de wetenschappelijke onderzoekers, staat de President op diens verzoek bij in de vervulling van de opdrachten van het Instituut.

Het Uitvoerend Comité bereidt de werkzaamheden van de Academische Raad voor. Het wijst de leden van het docentencorps aan, met uitzondering van die bedoeld in lid 5, onder e). Het stelt de lijst op van de leden van de toelatingscommissie en van de eindexamencommissie.

Het vervult de bijzondere taken die door de Academische Raad aan het Comité worden opgedragen.

Het brengt regelmatig verslag uit aan de Academische Raad en de Raad van Bestuur over de wijze waarop het zijn opdrachten heeft uitgevoerd. 3. Lid van de Academische Raad zijn : a) de President van het Instituut;b) de Algemeen Secretaris van het Instituut, die zonder stemrecht aan de werkzaamheden deelneemt;c) de afdelingshoofden;d) de directeuren van de interdisciplinaire centra;e) alle of een aantal van de aan het Instituut verbonden hoogleraren;f) alle of een aantal van de aan het Instituut verbonden hoofddocenten;g) vertegenwoordigers van de andere leden van het docentencorps;h) vertegenwoordigers van de wetenschappelijke onderzoekers;i) vertegenwoordigers van de leden van andere categorieën die in het kader van het Instituut deelnemen aan de vervulling van zijn opdrachten. De Raad van Bestuur kan, onder de door hem vast te stellen voorwaarden, op grond van hun bekwaamheid aangewezen personaliteiten uit de verschillende categorieën van het economische, sociale en culturele leven, die onderdaan van een Overeenkomstsluitende Staat zijn, uitnodigen deel te nemen aan de werkzaamheden van de Academische Raad. 4. In de voorschriften vermeld in artikel 6, lid 5, sub a), worden vastgesteld : a) het aantal leden van de Academische Raad die de in lid 3, onder e), f), g), h) en i), genoemde categorieën vertegenwoordigen, alsmede de wijze van hun benoeming en de duur van hun mandaat;b) de voorschriften inzake meerderheid die in de Academische Raad van toepassing zijn;c) de regels voor de werkwijze van het Uitvoerend Comité.5. De Academische Raad : a) keurt de studieprogramma's van de afdelingen en, na raadpleging van de Raad voor Onderzoek, de onderzoeksprogramma's van de afdelingen goed;b) keurt, na raadpleging van de Raad voor Onderzoek, de onderzoekprogramma's van de interdisciplinaire centra goed;c) werkt mee aan de opstelling van het ontwerp van jaarlijkse begroting, alsook van het ontwerp van driejaarlijkse financiële ramingen;d) stelt die uitvoeringsmaatregelen op het gebied van onderzoek en onderwijs vast, die niet onder de bevoegdheid van de andere organen van het Instituut ressorteren;e) wijst de afdelingshoofden, de directeuren van de interdisciplinaire centra, de hoogleraren en de hoofddocenten die voltijds deel zullen uitmaken van het docentencorps van het Instituut, aan in een zitting waaraan alleen die docenten deelnemen wier hoedanigheid ten minste gelijk is aan die der betrokken personen;f) stelt de voorwaarden vast waarop de in artikel 14 vermelde titels en getuigschriften worden verleend;g) onderzoekt het ontwerp-verslag over de werkzaamheden, dat door de President van het Instituut wordt opgesteld en aan de Raad van Bestuur wordt voorgelegd ».2. Artikel 9, lid 7, wordt geschrapt. Artikel 6 In artikel 10 worden de woorden « en waarbinnen werkcolleges georganiseerd worden » geschrapt.

Artikel 7 Aan artikel 11 wordt het volgende lid 3 toegevoegd : « 3. Het Instituut kan, rekening houdend met de bij het Instituut opgerichte afdelingen, een of meer centra voor interdisciplinaire studie en onderzoek omvatten. De oprichting of afschaffing van deze centra alsmede hun opdracht, bijzondere structuur en de algemene werkingsvoorwaarden worden vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen na raadpleging van de Academische Raad en de Raad voor Onderzoek. » Artikel 8 In artikel 12, lid 2, tweede alinea, wordt het woord « assistenten » vervangen door « hoofddocenten ».

Artikel 9 1. In artikel 14, lid 1, worden de woorden « lid 3 » vervangen door de woorden « lid 4 ».2. In artikel 14 wordt het volgende lid ingevoegd : « 2.Het Instituut is tevens gemachtigd een titel van een niveau beneden dat van doctor te verlenen aan wetenschappelijke onderzoekers die ten minste één jaar studie aan het Instituut hebben volbracht en hebben voldaan aan de bijzondere voorwaarden die overeenkomstig lid 4 voor deze titel zijn vastgesteld. » 3. Artikel 14, lid 2, wordt artikel 14, lid 3, en luidt als volgt : « 3.Onderzoekers aan wie bij het verlaten van het Instituut geen van de in de leden 1 en 2 bedoelde titels is verleend, ontvangen desgewenst van het Instituut een getuigschrift betreffende de studie- en onderzoekwerkzaamheden die zij aan het Instituut hebben verricht. » 4. In artikel 14 wordt lid 3, lid 4 en worden de woorden « de titel » vervangen door « de titels ». Artikel 10 Artikel 15, lid 1, wordt vervangen door : « 1. Het docentencorps bestaat uit de afdelingshoofden, directeuren van interdisciplinaire centra, hoogleraren, hoofddocenten en overige docenten. » Artikel 11 Artikel 23, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door : « 1. De Raad van Bestuur benoemt twee controleurs van verschillende nationaliteit voor een periode van vier jaar. Het mandaat van deze controleurs kan niet worden verlengd. » OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 12 De Raad van Bestuur kan bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de duur van het mandaat van de in functie zijnde financiële controleurs van drie tot vier jaar verlengen.

Artikel 13 Deze Overeenkomst zal worden onderworpen aan de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, vereist krachtens de grondwettelijke bepalingen der Overeenkomstsluitende Staten.

Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de ontvangst van de laatste kennisgeving door de Regering van de Italiaanse Republiek van de vervulling van deze formaliteiten.

Deze Overeenkomst, opgesteld in één enkel exemplaar in de Duitse, de Engelse, de Deense, de Spaanse, de Franse, de Griekse, de Ierse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Portugese taal, zijnde de tien teksten gelijkelijk authentiek, zal worden nedergelegd in het archief van de Regering van de Italiaanse Republiek, die een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toezendt aan de Regeringen der andere Ondertekenende Staten.

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit Verdrag hebben gesteld.

Gedaan te Florence, de achttiende juni negentienhonderd tweeën-negentig en de zeventiende september negentienhonderd tweeën-negentig.

SLOTAKTE DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE HOGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN ingevolge de bijeenkomst van de Conferentie van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Overeenkomstsluitende Staten op 20 maart 1992 te Den Haag, te Florence bijeen op 18 juni 1992 voor de herziening van de Overeenkomst van 19 april 1972 houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, hebben de tekst vastgesteld van de Overeenkomst tot herziening van de Overeenkomst van Florence van 19 april 1972 houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, hebben besloten deze Overeenkomst open te stellen voor ondertekening door de bij het Europees Universitair Insitituut aangesloten landen, door hun naar behoren gemachtigde en van volmachten voorziene vertegenwoordigers, gedurende de periode die ingaat op 18 juni 1992 en die verstrijkt op 30 september 1992, in het gebouw van het Europees Universitair Instituut te Florence.

Overeenkomst tot herziening van de Overeenkomst houdende oprichting van een Europees Universitair Instituut, en de Slotakte, gedaan te Florence op 18 juni 1992 en 17 september 1992 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^