gepubliceerd op 23 maart 2010
Verslag over de operaties van het boekjaar 2009, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan h Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks(...)
RENTENFONDS
Verslag over de operaties van het boekjaar 2009, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.
Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2010, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook een statistische bijlage bevatten. 1. VERLOOP VAN DE VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald van euro 156,6 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot euro 151,1 miljoen aan het einde van het verslagjaar.Wegens een oplopend koerspeil tijdens de beschouwde periode is de beurswaarde in mindere mate ingekrompen, te weten met euro 3,2 miljoen tot euro 155,9 miljoen.
Ondanks de overgang van de staatsbons van de fixingmarkt naar de doorlopende markt, waarop één liquiditeitsverschaffer actief is, houdt het Rentenfonds van elke staatsbon toch nog een portefeuille aan.
Hierdoor kan het aan de liquiditeitsverschaffer effecten verkopen of uitlenen in de vorm van cessies-retrocessies als die met een tekort aan effecten in een gegeven staatsbon wordt geconfronteerd, zodat op de secundaire markt de liquiditeit in die bon gevrijwaard blijft.
Omdat de effectenvoorraad van het Fonds in elke staatsbon in omvang vergelijkbaar is en er tijdens het verslagjaar minder uitgiften zijn geteld dan terugbetalingen op eindvervaldag slonk de portefeuille van het Rentenfonds, die voor het leeuwendeel uit staatsbons bestaat.
De voorschotten van de Belgische Staat aan het Fonds liepen van het ene tot het andere jaar verder terug van euro 15,4 miljoen tot euro 10 miljoen wegens de vermindering van zijn portefeuille. De achteruitgang van de tijdens het boekjaar gerealiseerde winst vertaalde zich in een daling van het aan de Schatkist uit te keren deel ten belope van euro 2,6 miljoen terwijl de toevoeging aan de reserve onveranderd bleef op euro 2,1 miljoen. 2. SCHOMMELINGEN VAN DE PORTEFEUILLE OVERHEIDSFONDSEN (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van euro 157,9 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot euro 152,4 miljoen. Sinds de overheveling van de staatsbons naar de doorlopende markt treedt het Rentenfonds op de fixingmarkt enkel nog regulerend op in een beperkt aantal perpetuele leningen, lotenleningen en leningen met trekkingen. Waar de marktregulerende operaties in 2008, het jaar dat die overdracht werd afgerond, nog aanleiding gaven tot een netto-aankoop van effecten voor een bedrag van euro 9,5 miljoen, diende het Fonds tijdens het verslagjaar per saldo nog nauwelijks tussen te komen op de secundaire markt.
Het Fonds tekende voor euro 25,8 miljoen in op staatsbons, wat lager uitvalt dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van euro 29 miljoen. Ofschoon het Rentenfonds voor de staatsbons niet meer regulerend tussenkomt op de fixingmarkt tekent het, om de hierboven toegelichte reden, toch nog in op die effecten zij het in mindere mate dan voor hun overheveling. Bovendien werd het voorbije jaar één staatsbon minder in omloop gebracht vergeleken met 2008.
De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen euro 30,4 miljoen.
In 2008 werd euro 28,1 miljoen geïnd.
De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van amper euro 0,9 miljoen. In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van euro 24 miljoen opgetekend. Het quasi wegvallen van buitenbeursverkopen houdt uiteraard verband met de forse vermindering van marktregulerende interventies op de fixingmarkt sedert de volledige overdracht van de staatsbons naar de doorlopende markt. Het Fonds heeft wel een aantal buitenbeursoperaties uitgevoerd, vooral op verzoek van de liquiditeitsverschaffer, ten einde de vlotte werking van de doorlopende markt te ondersteunen. 3. RESULTATEN (zie tabel 3) 3.1 Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van euro 5,5 miljoen opgetekend. Het vloeit voort uit ongeveer euro 5,5 miljoen lopende financiële resultaten alsook uit een beperkt bedrag aan transactiewinsten die niet recurrent zijn.
De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk financieren. Het met eigen middelen gefinancierde deel van de portefeuille heeft voor euro 5,2 miljoen bijgedragen tot de lopende financiële resultaten en het met vreemde middelen gefinancierde deel voor euro 0,3 miljoen. Het gemiddelde rendement van de portefeuille overtrof immers de gemiddelde financieringsvoet.
De lopende financiële resultaten verbeterden met euro 0,4 miljoen ten opzichte van het voorgaande boekjaar door de forse vermindering van de financieringskosten met euro 0,8 miljoen dankzij, enerzijds, de inkrimping van de voorschotten van de Belgische Staat en, anderzijds, de substantiële daling van de kortetermijnrente waartegen het Rentenfonds zich financiert. De portefeuillevermindering verklaart de terugval van de renteresultaten met euro 0,4 miljoen. 3.1.1 Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.
De renteresultaten van het boekjaar bedroegen euro 5,7 miljoen, dat is euro 0,4 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit in hoofdzaak voort uit de daling van de omvang van de portefeuille vermits zijn gemiddelde opbrengstvoet met 3,70 pct. maar iets lager uitviel dan in 2008, toen die 3,74 pct. beliep. 3.1.2 Interesten op voorschotten van de Belgische Staat Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid resulteerde in een belangrijke daling van de door het Rentenfonds verschuldigde gemiddelde financieringsvoet op de ontleende voorschotten van de Belgische Staat van 4,17 pct. in 2008 tot 1,29 pct. Samen met een fors verminderd beroep op die voorschotten resulteerde dit in een aanzienlijke afname van de hierop verschuldigde interesten van euro 1 miljoen in 2008 tot euro 0,2 miljoen. 3.1.3 Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.
Aangezien de beurswaarde van de leningen uit de portefeuille tijdens het grootste gedeelte van het jaar boven hun gemiddelde boekwaarde uitkwam, leverden de verkopen in de meeste gevallen winst op. De transactieresultaten leverden maar een batig saldo op van ruim euro 43.000 door het relatief beperkte volume aan operaties dat het Rentenfonds het voorbije jaar op de fixingmarkt zowel als buiten beurs heeft uitgevoerd. 3.2 Terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen In weerwil van de beduidende stijging van de beurskoersen van het ene jaareinde tot het andere werd maar euro 0,1 miljoen aan waardeverminderingen teruggenomen. Dit komt doordat de meeste per eind 2006 geboekte waardeverminderingen al in 2008 werden aangezuiverd. 3.3 Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.
Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van euro 1,6 miljoen besteed.
De andere administratieve kosten, goed voor euro 0,5 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 3.4 Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van euro 3,5 miljoen. Zij is de resultante van de financiële resultaten op de portefeuille ten belope van euro 5,5 miljoen, de terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen ten belope van euro 0,1 miljoen en van diverse lasten ten bedrage van euro 2,1 miljoen.
Krachtens de in artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds opgenomen verdelingsregels voor het nettoresultaat, werd euro 2,1 miljoen bij de reserve gevoegd en wordt het saldo, namelijk euro 1,4 miljoen, op 31 maart 2010 aan de Schatkist gestort.
Verklarende bijlage BALANS Activa Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.
De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.
Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.
Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. De rentevoet die aangerekend wordt op een voorschot is de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank. Elke bankwerkdag worden bij de terugbetaling van een voorschot de interesten betaald.
Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet in het kader van de cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op de beursrentemarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.
Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.
Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.
Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.
Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.
Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.
Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 pct. van de dotatie, hetzij ongeveer euro 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.
POSTEN BUITEN BALANSTELLING Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.
Gegeven waarborgen De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.
Waarden van derden in bewaarneming De rekening « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld