Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 30 maart 2009

Verslag over de operaties van het boekjaar 2008, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan h Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003099
pub.
30/03/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN

Rentenfonds


Verslag over de operaties van het boekjaar 2008, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds Dit verslag bevat de jaarrekening van het Rentenfonds zoals zij voor controle aan het Rekenhof is voorgelegd, samen met toelichtingen bij het verloop tijdens het boekjaar van de belangrijkste elementen van de balans, van de portefeuille overheidsfondsen en van de resultaten.

Een jaarverslag, uitgegeven door het Rentenfonds en in normale omstandigheden beschikbaar omstreeks mei 2009, zal bovendien een overzicht geven van de ontwikkelingen op de Belgische secundaire markten van de overheidsfondsen. Tevens zullen de activiteiten worden beschreven die het Fonds, in het kader van zijn regelgevende en toezichthoudende bevoegdheden, heeft verricht. Het zal ook een statistische bijlage bevatten. 1. Verloop van de voornaamste balansposten van het Rentenfonds (zie ook tabel 1 en verklarende bijlage) De boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen is gedaald van 167,4 miljoen aan het einde van het vorige boekjaar tot 156,6 miljoen aan het einde van het verslagjaar.Wegens de aantrekkende koersen tijdens de beschouwde periode is de beurswaarde in iets mindere mate ingekrompen, te weten met 8,4 miljoen tot 159,1 miljoen.

Doordat in de loop van de maand april de overgang werd afgerond van de staatsbons van de fixingmarkt naar de doorlopende markt, waarop één liquiditeitsverschaffer actief is, kon het Rentenfonds zijn portefeuille staatsbons verder verminderen, die het gros van de portefeuille overheidsfondsen uitmaken.

De voorschotten van de Belgische Staat aan het Fonds liepen van het ene tot het andere jaar terug van 32,5 miljoen tot 15,4 miljoen, vooral wegens de vermindering van zijn portefeuille. De voorschotten daalden sterker dan de boekwaarde van de portefeuille overheidsfondsen wegens de tijdens het boekjaar gerealiseerde winst, die deels wordt toegevoegd aan de reserve en deels wordt uitgekeerd aan de Schatkist. 2. Schommelingen van de portefeuille overheidsfondsen (zie tabel 2) De nominale waarde van de portefeuille overheidsfondsen is verder afgenomen van 171,4 miljoen aan het einde van het voorgaande boekjaar tot 157,9 miljoen. Het regulerende optreden van het Fonds op de fixingmarkt gaf aanleiding tot een netto-aankoop van effecten voor een bedrag van amper 9,5 miljoen, dat is ongeveer 77 pct. minder ten overstaan van het bedrag van 41,4 miljoen dat het Fonds in 2007 langs die weg in portefeuille had genomen. Deze substantiële daling is te wijten aan de hierboven vermelde afronding van de overheveling van de staatsbons naar de doorlopende markt.

Het Fonds tekende voor 29 miljoen in op staatsbons, wat iets lager uitvalt dan de vorig jaar opgetekende inschrijvingen ten belope van 33,1 miljoen. Ofschoon het Rentenfonds voor de staatsbons niet meer regulerend tussenkomt op de fixingmarkt tekent het nog in op die effecten, zij het in mindere mate dan voorheen. Hierdoor kan het Fonds staatsbons lenen aan de liquiditeitsverschaffer in de vorm van cessies-retrocessies als die met een vereffeningsprobleem wordt geconfronteerd.

De inningen van terugbetaalbare effecten beliepen 28,1 miljoen. In 2007 werd 18,1 miljoen geïnd.

De buitenbeurstransacties sloten met een nettoverkoop van 24 miljoen.

In het voorgaande jaar was een verkoopsaldo van 76,5 miljoen opgetekend. Die belangrijke terugloop houdt verband met de afronding van de overheveling van staatsbons naar de doorlopende markt in april.

Enerzijds, leidde dit op de fixingmarkt tot een zeer sterke inkrimping van de netto-aankopen van het Fonds die normaliter via buitenbeursverkopen worden geneutraliseerd. Anderzijds kon het Fonds de omvang van zijn portefeuille in de naar de doorlopende markt overgehevelde effecten terugschroeven. 3. Resultaten (zie tabel 3) 3.1 Financiële resultaten op de portefeuille Op de portefeuille overheidsfondsen werd over het boekjaar een positief financieel resultaat van 4,9 miljoen opgetekend. Het is respectievelijk samengesteld uit 5,1 miljoen lopende financiële resultaten en uit 0,2 miljoen transactieverliezen die niet recurrent zijn.

De lopende financiële resultaten op de portefeuille overheidsfondsen worden verkregen door de renteresultaten te verminderen met de interesten op de voorschotten van de Belgische Staat, die de portefeuille gedeeltelijk financieren. Het met eigen middelen gefinancierde deel van de portefeuille heeft voor 5,2 miljoen bijgedragen tot de lopende financiële resultaten. Op jaarbasis overtrof de gemiddelde financieringsvoet het gemiddelde rendement van de portefeuille. Hierdoor leverde het met vreemde middelen gefinancierde deel van de portefeuille een negatieve bijdrage tot het resultaat ten belope van 0,1 miljoen.

De lopende financiële resultaten verbeterden met 0,1 miljoen ten opzichte van het voorgaande boekjaar doordat de financieringskosten sterker daalden dan de renteresultaten dankzij de inkrimping van de portefeuille overheidsfondsen. 3.1.1 Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement is herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.

De renteresultaten van het boekjaar bedroegen 6,1 miljoen, dat is 0,3 miljoen minder dan tijdens het voorgaande boekjaar. Deze vermindering vloeit voort uit de daling van de omvang van de portefeuille vermits zijn gemiddelde opbrengstvoet met 3,74 pct. nauwelijks wijzigde tegenover 2007, toen die 3,73 pct. bedroeg. 3.1.2 Interesten op voorschotten van de Belgische Staat Het door de Europese Centrale Bank gevoerde monetaire beleid resulteerde in een stijging van de door het Rentenfonds verschuldigde gemiddelde financieringsvoet op de ontleende voorschotten van de Belgische Staat van 4 pct. in 2007 tot 4,17 pct. Een fors verminderd beroep op die voorschotten leidde tot een daling van de hierop verschuldigde interesten van 1,4 miljoen in 2007 tot 1 miljoen. 3.1.3 Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens het boekjaar verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.

Door de stijging van de rentevoeten tijdens het eerste semester bleef de beurswaarde van de meeste leningen uit de portefeuille onder hun gemiddelde boekwaarde. Net in die periode slankte het Rentenfonds zijn effectenportefeuile af waardoor die verkopen doorgaans gepaard gingen met verlies. Tijdens het tweede semester daalden de rentevoeten fors waardoor de beurswaarde van de effecten positief evolueerde tegenover hun boekwaarde maar de in deze periode bij verkopen gerealiseerde transactiewinsten waren ontoereikend om de initiële verliezen te compenseren. Per saldo werden er transactieverliezen opgetekend ten belope van 0,2 miljoen, een verbetering met 1,2 miljoen vergeleken met 2007. 3.2 Terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen Wegens de substantiële stijging van de beurskoersen van het ene jaareinde tot het andere kon 2,9 miljoen aan waardeverminderingen worden teruggenomen. Hierdoor zijn de meeste per eind 2006 geboekte waardeverminderingen aangezuiverd. 3.3 Terugneming van voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Door de pensionering van een personeelslid dat niet werd vervangen kon de voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen in een beperkte mate worden verminderd middels een terugneming in de resultatenrekening. 3.4 Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.

Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand in het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Administratie van de Thesaurie opgerichte Agentschap van de Schuld. Aan de daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen werd een bedrag van 1,4 miljoen besteed.

De andere administratieve kosten, goed voor 0,4 miljoen, omvatten in hoofdzaak de kosten verbonden aan het toezicht op de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, alsook de beurskosten. 3.5 Nettowinst van het boekjaar Het boekjaar werd afgesloten met een te bestemmen nettowinst van 6 miljoen. Zij is de resultante van de financiële resultaten op de portefeuille ten belope van 4,9 miljoen, de terugneming van waardeverminderingen op de portefeuille overheidsfondsen voor 2,9 miljoen en van diverse lasten ten bedrage van 1,8 miljoen.

Krachtens de in artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds opgenomen verdelingsregels voor het nettoresultaat, werd 2,1 miljoen bij de reserve gevoegd en wordt het saldo, namelijk 3,9 miljoen, op 31 maart 2009 aan de Schatkist gestort.

Verklarende bijlage Balans Activa Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.

De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddelde actuariële rendement bij aankoop. Indien echter de boekwaarde van een lening boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Daarentegen, indien de boekwaarde van de lening lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.

Overige activa Deze post omvat hoofdzakelijk de tijdens het beschouwde boekjaar getrokken loten die pas het volgende jaar worden uitbetaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.

Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. De rentevoet die aangerekend wordt op een voorschot is de marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) die de Europese Centrale Bank het laatst heeft vastgesteld. Elke bankwerkdag worden bij de terugbetaling van een voorschot de interesten betaald.

Cessies-retrocessies Deze rekening omvat de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet in het kader van de cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme is ingevoerd om, bij een te late levering van op het fixingsegment van de beursmarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.

Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.

Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.

Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.

Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.

Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een bedrag ten belope van 3 pct. van de dotatie, hetzij ongeveer 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.

Posten buiten balanstelling Te liquideren contantverrichtingen op effecten De gesloten contantaankopen en -verkopen van effecten waarvan de afwikkelingstermijn nog niet is verstreken worden opgenomen tegen hun boekwaarde.

Gegeven waarborgen De rekening « activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor eigen rekening » bevat de nominale waarde van de effecten die ter beschikking zijn gesteld van LCH.Clearnet in het kader van de in de passiefrekeningen van de balans beschreven cessies-retrocessies en die in pand zijn gegeven in het kader van het verrekeningsstelsel beheerd door LCH.Clearnet om de goede afloop van de transacties te garanderen.

Waarden van derden in bewaarneming De rekening « op termijn te leveren euro's » bevat de tegenwaarde van de terug te storten contanten aan LCH.Clearnet bij de afwikkeling van de met deze laatste gesloten cessies-retrocessies.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^