Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 07 oktober 2008

Betrekking van ombudsman voor de postsector van de Nederlandse taalrol Oproep tot kandidaten Met toepassing van hoofdstuk X van de wet van 21 maart 1991 tot hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd door de wetten v I Functiebeschrijving De dienst "ombudsman voor de postsector" heeft tot opdracht (art(...)

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2008011439
pub.
07/10/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


Betrekking van ombudsman voor de postsector van de Nederlandse taalrol Oproep tot kandidaten Met toepassing van hoofdstuk X van de wet van 21 maart 1991 tot hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd door de wetten van 19 december 1997, 21 december 2006, 25 april 2007 en 15 mei 2007, en van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de ombudsdienst in sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, is een betrekking van de Nederlandse taalrol bij de ombudsdienst voor de postsector te begeven voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

I Functiebeschrijving De dienst "ombudsman voor de postsector" heeft tot opdracht (artikel 43ter, § 3, van de wet van 21 maart 1991) : 1° alle klachten van de gebruikers onderzoeken die verband houden met : a) de activiteiten van DE POST, met uitzondering van : -klachten waarvoor een andere onafhankelijke sectoriële geschillen-commissie of onafhankelijke bemiddelaar bevoegd is; - klachten die producten en diensten betreffen die door De Post aangeboden worden in onder-aanneming van derden. b) de postale activiteiten van de in § 1, 2° en 3°, van dit artikel bedoelde ondernemingen.2° Onder postale activiteiten wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk verstaan : a) de activiteiten die bestaan uit het leveren van postdiensten in de zin van artikel 131, 1° van deze wet, met inbegrip van postdiensten die gekenmerkt worden door één of meer bijkomende prestaties;b) de diensten die bijkomend geleverd worden door de onder-nemingen waarnaar verwezen wordt in § 1, 2° en 3°, van dit artikel daar zij noodzakelijk zijn voor hun postdiensten in de zin van artikel 131, 1°, van deze wet en die betrekking hebben op de infrastructuur van de desbetreffende onderneming of de mogelijke betaalwijzen voor hun postdiensten in de zin van artikel 131, 1°, van deze wet.3° bemiddelen om een minnelijke schikking te vergemakkelijken voor geschillen tussen de in § 1 van dit artikel bedoelde ondernemingen en de gebruikers;4° een aanbeveling richten tot de in § 1 van dit artikel bedoelde ondernemingen indien geen minnelijke schikking kan worden bereikt.Een afschrift van aanbeveling wordt aan de klager toegezonden; 5° de gebruikers die zich schriftelijk of mondeling tot de dienst richten zo goed mogelijk voorlichten over hun rechten en belangen;6° op verzoek van de minister die bevoegd is voor de postsector, of van de minister bevoegd voor consumenten-zaken, of van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, of van het raadgevend comité voor de postdiensten adviezen uitbrengen in het kader van zijn opdrachten;7° samenwerken met : a) andere onafhankelijke sectoriële geschillencommissies of onafhanke-lijke bemiddelaars, onder meer door het doorsturen van klachten die niet ressorteren onder de bevoegdheid van de ombudsdienst voor de postsector naar de bevoegde geschillencommissie of bemiddelaar;b) de buitenlandse ombudsmannen of hiermee functioneel gelijkgestelde instanties die opereren als beroepsinstantie voor de behandeling van klachten waarvoor de ombudsdienst voor de postsector bevoegd is. II. Toekenningsvoorwaarden De Koning benoemt de leden van de dienst "ombudsman" bij een in Ministerraad overlegd besluit, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

A. Om tot lid van de dienst "ombudsman voor de postsector" te worden benoemd, moet de kandidaat (artikel 44, § 2, van de wet van 21 maart 1991, gewijzigd door de wet van 19 december 1997, en artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992) : 1° de Belgische nationaliteit bezitten;2° van onberispelijk gedrag zijn en de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° houder zijn van een diploma dat bij de Rijksbesturen toegang geeft tot een ambt van niveau A;4° gedurende een periode van drie jaar voor de benoeming, geen mandaat of functie hebben bekleed in : a) het betrokken overheidsbedrijf of een ermee verbonden onderneming wat betreft de ombudsmannen bij de overheidsbedrijven;b) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43bis van deze wet of een ermee verbonden onderneming wat betreft de leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie;c) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de postsector. B. Het lidmaatschap van de dienst "ombudsman" is onverenigbaar met (artikel 44, § 3, van de wet van 21 maart 1991 en artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992) : 1° een bezoldigd openbaar mandaat;2° een bij verkiezingen verleend openbaar mandaat;3° het beroep van advocaat;4° het ambt van notaris, magistraat of gerechtsdeurwaarder;5° een mandaat of functie in : a) het betrokken overheids-bedrijf of een ermee verbonden onderneming wat betreft de ombudsmannen bij de overheidsbedrijven;b) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43bis van deze wet of een ermee verbonden onderneming wat betreft de leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie;c) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de postsector. III. Toelage Aan de leden van de dienst "ombudsman voor de postsector" wordt een als wedde geldende toelage toegekend, vastgesteld in de hierna vermelde schaal : 47.360,00 - 60.780,00 22/1 x 610,00 Indien het mandaat van een lid van de dienst « ombudsman » onmiddellijk na diens eerste mandaat hernieuwd wordt, wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde schaal : 50.360,00 - 63.780,00 22/1 x 610,00 Indien het mandaat van een lid van de dienst « ombudsman » onmiddellijk na diens tweede mandaat hernieuwd wordt, wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde schaal : 53.360,00 - 66.780,00 22/1 x 610,00 Voor de toekenning van de wedde, bedoeld in de vorige delen, wordt rekening gehouden met de duur van de beroepservaring die bij de aanwerving in aanmerking werd genomen. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor deze wedden. Zij zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01.

IV. Kandidaturen De belangstellenden worden verzocht hun kandidatuur bij aangetekend schrijven, te sturen naar de heer Vincent Van Quickenborne, Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Brederodestraat 9, 1000 Brussel, binnen een termijn van tien dagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op de publicatie van dit bericht in het Belgisch Staatsblad.

De kandidaten laten geworden : 1° Een sollicitatiebrief met de opsomming van de verdiensten die de kandidaat meent te kunnen laten gelden evenals een motivatie voor de functie 2° een gedetailleerd curriculum vitae.

^