gepubliceerd op 07 oktober 2008
Betrekking van ombudsman voor telecommunicatie van de Franstalige taalrol Oproep tot kandidaten Met toepassing van hoofdstuk X van de wet van 21 maart 1991 tot hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd door de wette I. Functiebeschrijving De dienst « ombudsman voor telecommunicatie » is bevoegd voor de betrekki(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
Betrekking van ombudsman voor telecommunicatie van de Franstalige taalrol Oproep tot kandidaten Met toepassing van hoofdstuk X van de wet van 21 maart 1991 tot hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd door de wetten van 19 december 1997, 21 december 2006, 25 april 2007 en 15 mei 2007, en van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992 betreffende de ombudsdienst in sommige economische overheidsbedrijven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, is een betrekking van de Franstalige taalrol bij de ombudsdienst voor telecommunicatie te begeven voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
I. Functiebeschrijving De dienst « ombudsman voor telecommunicatie » is bevoegd voor de betrekkingen tussen de eindgebruiker, in de zin van de van kracht zijnde wetgeving inzake elektronische communicatie, en de volgende personen (art. 43bis, § 1, van de wet van 21 maart 1991) : 1° elke operator in de zin van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;2° elke persoon die een telefoongids vervaardigt, verkoopt of verspreidt in de zin van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;3° elke persoon die een telefooninlichtingendienst verstrekt in de zin van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;4° elke persoon die elektronische communicatiesystemen exploiteert in de zin van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;5° elke persoon die openbare versleutelingsdiensten verstrekt in de zin van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;6° elke persoon die andere activiteiten met betrekking tot elektronische communicatie aanbiedt in de zin van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie;7° elke aanbieder van omroeptransmissie- en/of omroepdistributiediensten, voor zover het klachten betreft van eindgebruikers betreffende tussentijdse facturen, de contractuele bepalingen en de algemene voorwaarden van de operator. De dienst "ombudsman voor telecommunicatie" heeft tot opdracht (art. 43bis, § 3, van de wet van 21 maart 1991) : 1° alle klachten van de eindgebruikers onderzoeken die verband houden met de activiteiten van de bovenvermelde ondernemingen. De klachten van de eindgebruikers zijn slechts ontvankelijk wanneer de klager voorafgaandelijk bij de betrokken onderneming stappen heeft ondernomen. De ombudsdienst mag weigeren een klacht te behandelen wanneer die klacht meer dan een jaar geleden werd ingediend bij de betrokken onderneming of wanneer de klacht duidelijk vexatoir is; 2° bemiddelen om een minnelijke schikking te vergemakkelijken voor geschillen tussen de bovenvermelde ondernemingen en de eindgebruikers;3° een aanbeveling richten tot de bovenvermelde ondernemingen indien geen minnelijke schikking kan worden bereikt;een afschrift van de aanbeveling wordt aan de klager toegezonden; 4° (...) 5° de eindgebruikers die zich schriftelijk of mondeling tot de dienst richten zo goed mogelijk voorlichten over hun belangen;6° op verzoek van de minister die bevoegd is voor de telecommunicatie, van de minister bevoegd voor consumentenzaken of van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie of van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie of van de Gemeenschapsministers bevoegd voor omroep en de Gemeenschaps-regulatoren voor wat betreft de aangelegenheden inzake omroep die onder de bevoegdheid van de ombudsdienst voor telecommunicatie vallen, adviezen uitbrengen in het kader van zijn opdrachten;7° van elke persoon die beweert het slachtoffer te zijn van kwaadwillig gebruik van een elektronische communicatienetwerk of -dienst, het verzoek onderzoeken om inlichtingen te krijgen over de identiteit en het adres van de gebruikers van elektronische communicatienet-werken of -diensten die deze persoon hebben lastiggevallen, voorzover die gegevens beschikbaar zijn.De ombudsdienst willigt het verzoek in indien de volgende voorwaarden vervuld zijn : a) de feiten lijken vast te staan;b) het verzoek heeft betrekking op precieze data en uren.8° samenwerken met : a) andere onafhankelijke sectoriële geschillencommissies of onafhankelijke bemiddelaars, onder meer door het doorsturen van klachten die niet ressorteren onder de bevoegdheid van de ombudsdienst voor de tele-communicatie naar de bevoegde geschillencommissie of bemiddelaar;b) de buitenlandse ombudsmannen of hiermee functioneel gelijkgestelde instanties die opereren als beroepsinstantie voor de behandeling van klachten waarvoor de ombudsdienst voor de telecommunicatie bevoegd is;c) de Gemeenschapsregulatoren. II. Toekenningsvoorwaarden De Koning benoemt de leden van de dienst "ombudsman" bij een in Ministerraad overlegd besluit, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
A. Om tot lid van de dienst "ombudsman voor telecommunicatie" te worden benoemd, moet de kandidaat (art. 44, § 2, van de wet van 21 maart 1991, gewijzigd door de wet van 19 december 1997, en artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992) : 1° de Belgische nationaliteit bezitten;2° van onberispelijk gedrag zijn en de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° houder zijn van een diploma dat bij de Rijksbesturen toegang geeft tot een ambt van niveau A;4° gedurende een periode van drie jaar voor de benoeming, geen mandaat of functie hebben bekleed in : a) het betrokken overheidsbedrijf of een ermee verbonden onderneming wat betreft de ombudsmannen bij de overheidsbedrijven;b) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43bis van deze wet of een ermee verbonden onderneming wat betreft de leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie;c) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de postsector. B. Het lidmaatschap van de dienst "ombudsman" is onverenigbaar met (art. 44, § 3, van de wet van 21 maart 1991 en art. 4 van het koninklijk besluit van 9 oktober 1992) : 1° een bezoldigd openbaar mandaat;2° een bij verkiezingen verleend openbaar mandaat;3° het beroep van advocaat;4° het ambt van notaris, magistraat of gerechtsdeurwaarder;5° een mandaat of functie in : a) het betrokken overheidsbedrijf of een ermee verbonden onderneming wat betreft de ombudsmannen bij de overheidsbedrijven;b) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43bis van deze wet of een ermee verbonden onderneming wat betreft de leden van de ombudsdienst voor telecommunicatie;c) een onderneming, bedoeld in § 1 van artikel 43ter van deze wet of een ermee verbonden onderneming voor wat betreft de leden van de ombudsdienst voor de postsector. III. Toelage Aan de leden van de dienst "ombudsman voor telecommunicatie" wordt een als wedde geldende toelage toegekend, vastgesteld in de hierna vermelde schaal : 47.360,00 - 60.780,00 22/1 x 610,00 Indien het mandaat van een lid van de dienst « ombudsman » onmiddellijk na diens eerste mandaat hernieuwd wordt, wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde schaal : 50.360,00 - 63.780,00 22/1 x 610,00 Indien het mandaat van een lid van de dienst « ombudsman » onmiddellijk na diens tweede mandaat hernieuwd wordt, wordt een wedde toegekend vastgesteld in de hierna vermelde schaal : 53.360,00 - 66.780,00 22/1 x 610,00 Voor de toekenning van de wedde, bedoeld in de vorige delen, wordt rekening gehouden met de duur van de beroepservaring die bij de aanwerving in aanmerking werd genomen. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor deze wedden. Zij zijn gekoppeld aan de spilindex 138,01.
IV. Kandidaturen De belangstellenden worden verzocht hun kandidatuur bij aangetekend schrijven, te sturen naar de heer Vincent Van Quickenborne, Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Brederodestraat 9, 1000 Brussel, binnen een termijn van tien dagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op de publicatie van dit bericht in het Belgisch Staatsblad.
De kandidaten laten geworden : 1° Een sollicitatiebrief met de opsomming van de verdiensten die de kandidaat meent te kunnen laten gelden evenals een motivatie voor de functie 2° een gedetailleerd curriculum vitae.