gepubliceerd op 12 november 2007
Oproep tot de Nederlandstalige kandidaten voor het mandaat van adjunct-directeur belast met de afdeling magistraten bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding Een eerste oproep tot kandidaten werd gepubliceerd op 5 maart 2007 en dit met het In deze wet wordt een Instituut opgericht dat quasi integraal belast is met deze opleiding. Meer be(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Oproep tot de Nederlandstalige kandidaten voor het mandaat van adjunct-directeur belast met de afdeling magistraten bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding Een eerste oproep tot kandidaten werd gepubliceerd op 5 maart 2007 en dit met het oog op de samenstelling van de directie van het Instituut voor gerechtelijke opleiding ingesteld door de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding (Belgisch Staatsblad van 2 februari 2007).
In deze wet wordt een Instituut opgericht dat quasi integraal belast is met deze opleiding. Meer bepaald staat dit Instituut in voor de opstelling van de opleidingsprogramma's, de uitvoering en de evaluatie ervan.
Het Instituut heeft drie organen : de raad van bestuur, de directie en het wetenschappelijk comité.
De directie is belast met het dagelijks bestuur van het Instituut.
Zij is samengesteld uit een directeur van de gerechtelijke opleiding, bijgestaan door twee adjunct-directeurs en ze wordt collegiaal bestuurd.
De directie omvat twee afdelingen : de ene oefent de opdrachten van het instituut uit ten aanzien van de magistraten, de andere ten aanzien van het gerechtspersoneel.
Huidige oproep tot kandidaten is het gevolg van het ontslag van de nederlandstalige adjunct-directeur belast met de afdeling magistraten, benoemd bij koninklijk besluit van 27 april 2007.
De directieleden worden benoemd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op de voordracht van de Minister van Justitie en op advies van de Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie, voor een hernieuwbare termijn van zes jaar.
De adjunct-directeurs zijn van een verschillende taalrol. Aangezien de adjunct-directeur aan het hoofd van de afdeling « personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan », benoemd bij koninklijk besluit van 27 april 2007, franstalig is, diende de adjunct-directeur aan het hoofd van de afdeling « magistraten » nederlandstalig te zijn.
De adjunct-directeur aan het hoofd van de afdeling « magistraten », dient een magistraat van de rechterlijke orde te zijn.
De adjunct-directeurs hebben recht op dezelfde wedde als die van procureur-generaal bij het hof van beroep, evenals op de daaraan verbonden verhogingen en voordelen.
De directieleden oefenen hun functies voltijds uit.
Zij mogen tijdens hun mandaat geen lid zijn van de Hoge Raad voor de Justitie en zij mogen geen andere beroepswerkzaamheden verrichten. De Raad van Bestuur kan afwijkingen op dit verbod toestaan op voorwaarde dat ze de directieleden niet beletten hun opdracht naar behoren te vervullen.
De directieleden moeten houder zijn van een universitair diploma van het masterniveau.
Uiterlijk zes maanden na hun aanstelling, op straffe van beëindiging van hun mandaat, dienen de directieleden voor een examencommissie, samengesteld door de gedelegeerde bestuurder van SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, het bewijs te leveren van de kennis van de andere landstaal dan diegene waarin zij hun examen voor een universitair diploma hebben afgelegd. Dit taalexamen omvat een proef over de geschreven passieve kennis van de andere taal en een proef over de passieve en actieve mondelinge kennis van de andere taal.
Worden vrijgesteld van dit examen de kandidaten die geslaagd zijn voor het examen zoals bedoeld bij : - artikel 43quinquies, § 1, derde lid, 43quinquies, § 1, vierde lid, of 66 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de talen in gerechtszaken; - artikel 15, § 1, derde en vierde lid, 15, § 2, vijfde lid, 21, § 1, derde lid, 27, tweede en derde lid, 38, § 1, tweede lid, § 2, § 4, § 5, 43, § 3, derde lid, 43, § 4, eerste, derde en vierde lid, 43ter, § 7, eerste lid, 43ter, § 7, vijfde lid, 44, 46, § 1, 46, § 4 of 46, § 5 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, voor zover dit examen geldt voor de uitoefening van de ambten die in het niveau 1/A van het rijkspersoneel gerangschikt zijn of voor gelijkgestelde ambten van de niet tot de rijksbesturen behorende diensten.
Het competentieprofiel van de adjunct-directeur van de afdeling « magistraten » opgesteld op advies van de Hoge Raad voor de Justitie, bepaalt dat : De adjunct-directeur van de afdeling « magistraten » is een magistraat van de Rechterlijke Orde en beschikt over de professionele kwaliteiten die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten van de functie : - een relevante ervaring inzake de opleiding, evenals in het concipiëren en organiseren van opleidingsactiviteiten; - ervaring in managementtechnieken in human resources; - begrip van de organisatie van de ontwikkeling van het personeel, van opleiding en stages in de schoot van de magistratuur; - uitstekende communicatieve vaardigheden; - collegialiteits- en groepsgevoel; - kwaliteiten die het hem mogelijk maken het Instituut naar buiten toe te vertegenwoordigen.
De kandidaten voor een mandaat van adjunct-directeur van de afdeling « magistraten » moeten hun kandidatuur binnen de dertig dagen na huidige oproep tot kandidaten bij aangetekende brief bezorgen aan de FOD Justitie, ter attentie van de heer Alain Bourlet, voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie De kandidaten moeten bij hun kandidatuur een curriculum vitae voegen, evenals een brief waarin zij hun curriculum toelichten en hun motivatie uiteenzetten.