gepubliceerd op 14 oktober 2004
Tweede oproep tot de kandidaten teneinde de Nationale Tuchtraad samen te stellen Aangezien de aanwijzingen en verkiezingen uitgevoerd naar aanleiding van de oproep tot de kandidaten van 19 mei 2004 zelfs ontoereikend zijn om de leden door lo De verkiezingen en aanwijzingen uitgevoerd naar aanleiding van de oproep tot de kandidaten van 19 m(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Tweede oproep tot de kandidaten teneinde de Nationale Tuchtraad samen te stellen Aangezien de aanwijzingen en verkiezingen uitgevoerd naar aanleiding van de oproep tot de kandidaten van 19 mei 2004 zelfs ontoereikend zijn om de leden door loting aan te wijzen, wordt een tweede oproep tot de kandidaten gedaan, overeenkomstig artikel 18, § 1, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot vaststelling van het aantal plaatsvervangers en van de regels die gelden bij de vervanging van de vaste leden van de Nationale Tuchtraad, tot bepaling van de wijze van de verkiezingen, van de loting en van de aanwijzingen, alsmede van het aantal bij loting aan te wijzen leden en tot vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2004.
De verkiezingen en aanwijzingen uitgevoerd naar aanleiding van de oproep tot de kandidaten van 19 mei 2004, blijven geldig.
De Nationale Tuchtraad is ten aanzien van de magistraten, van de referendarissen bij het Hof van Cassatie, van de referendarissen en van de parketjuristen bedoeld in artikel 156ter van het Gerechtelijk Wetboek, van de attachés van de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie, van de griffiers, van de secretarissen en van het personeel van de griffies en parketsecretariaten bevoegd voor het onderzoeken van feiten die in aanmerking komen om te worden gestraft met een zware tuchtstraf, alsmede voor het uitbrengen van een niet-bindend advies over de in dat geval op te leggen straf.
De Nationale Tuchtraad bestaat uit een Nederlandstalige kamer en uit een Franstalige kamer die ieder zijn samengesteld uit : - 3 vaste leden van de zittende magistratuur en 6 plaatsvervangende leden van de zittende magistratuur; - 2 vaste leden van het openbaar ministerie en 4 plaatsvervangende leden van het openbaar ministerie; - 2 vaste advocaten of universiteitsprofessoren en 4 plaatsvervangende advocaten of universtiteitsprofessoren; - 1 vast griffier en 2 plaatsvervangende griffiers; - 1 vast secretaris en 2 plaatsvervangende secretarissen.
Aangezien de Minister van Justitie de 6 Nederlandstalige en de 6 Franstalige griffiers die deelnemen aan de loting heeft aangewezen, heeft deze oproep tot de kandidaten geen betrekking op deze categorie leden.
Men kan zich kandidaat stellen op voorwaarde dat men geen tuchtstraf heeft opgelopen en men, naar gelang van het geval, sedert ten minste tien jaar het ambt van magistraat, van secretaris, van advocaat of van universiteitsprofessor die het recht doceert, uitoefent.
Het lidmaatschap van de Nationale Tuchtraad is onverenigbaar met de uitoefening van een politiek mandaat en met de hoedanigheid van lid van de Hoge Raad voor de Justitie.
De aanwijzing of verkiezing met het oog op de loting wordt uitgevoerd : - voor de magistraten van de zittende magistratuur, door hun algemene vergadering; - voor de magistraten van het openbaar ministerie, door hun korpsvergadering; - voor de secretarissen, door de Minister van Justitie; - voor de advocaten, door de raad van de Orde; - voor de universiteitsprofessoren die het recht doceren, door de raad van bestuur van de universiteit.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het supra bedoeld koninklijk besluit van 18 maart 2003, kan elke algemene vergadering en elke korpsvergadering slechts één kandidaat verkiezen.
Elke raad van de Orde van advocaten kan slechts één kandidaat aanwijzen. De raden van bestuur van de universiteiten mogen 2 kandidaten aanwijzen.
De Minister van Justitie moet nog een Franstalig secretaris en vier Nederlandstalige secretarissen aanwijzen met het oog op de loting.
De algemene vergaderingen, de korpsvergaderingen, de Minister van Justitie, de raden van de Orde van advocaten en de raden van bestuur van de universiteiten handelen overeenkomstig de bepalingen van het supra bedoeld koninklijk besluit van 18 maart 2003 voor de aanwijzingen en verkiezingen.
De kandidaturen moeten binnen een termijn van 30 dagen na de bekendmaking van deze oproep bij ter post aangetekende brief worden verzonden : - voor de leden van de zittende magistratuur, aan de voorzitter van hun algemene vergadering; - voor de magistraten van het openbaar ministerie, aan de voorzitter van hun korpsvergadering; - voor de secretarissen, aan de Minister van Justitie op het volgend adres : Federale Overheidsdienst Justitie, Aanwijzing Nationale Tuchtraad, Juridische Cel van het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, Waterloolaan 115, 1000 Brussel; - voor de advocaten, aan hun stafhouder; - voor de universiteitsprofessoren die het recht doceren, aan de voorzitter van de raad van bestuur van de universiteit waar zij het recht doceren.
Het proces-verbaal van aanwijzing en verkiezing moet binnen een termijn van 80 dagen volgend op de oproep tot de kandidaten bij gewone brief worden toegestuurd aan het volgende adres : Federale Overheidsdienst Justitie, Aanwijzing Nationale Tuchtraad, Juridische Cel van het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, Waterloolaan 115, 1000 Brussel.
Een loting georganiseerd door de Federale Overheidsdienst Justitie, zal uiteindelijk bepalen wie van de magistraten, van de griffiers, van de secretarissen en van de advocaten of van universiteitsprofessoren die het recht doceren, zal zetelen in de Nationale Tuchtraad hetzij als vast lid, hetzij als plaatsvervangend lid.
Teneinde het in voornoemd koninklijk besluit bepaalde aantal leden en plaatsvervangende leden te bereiken, worden zoveel oproepen tot de kandidaten gedaan als nodig is. De Nationale Tuchtraad kan evenwel werken zodra de wet van 7 juli 2002 tot oprichting ervan in werking is getreden, te weten op 14 februari 2005, ingeval is voorzien in alle mandaten van de leden.