gepubliceerd op 09 september 1999
Besluit van de Vlaamse regering houdende oproep tot de kandidaten inzake het verlenen van een erkenning en een subsidie aan een universitair Steunpunt Nederlands als Tweede Taal
6 JULI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende oproep tot de kandidaten inzake het verlenen van een erkenning en een subsidie aan een universitair Steunpunt Nederlands als Tweede Taal
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffene de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap inzonderheid op artikel 169bis, § 2 ingevoegd bij artikel III.38, 2° van het decreet van 18 mei 1999 betreffende het onderwijs X;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1999 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de universitaire steunpunten, inzonderheid artikel 5, § 1;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De Vlaamse regering zal een universitair steunpunt erkennen en subsidiëren in het kader van het thema Nederlands als Tweede Taal.
Art. 2.Om in aanmerking te komen voor de toekenning van de subsidie moeten de voorwaarden zoals bepaald in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1999 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de universitaire steunpunten en de documenten zoals bepaald in artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit respectievelijk nageleefd en ingediend worden.
Art. 3.De aanvragen moeten uiterlijk op 15 september 1999 ingediend worden bij de afdeling Beleidscoördinatie van het departement Onderwijs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Emile Jacqmainlaan 165, 1210 Brussel, ter attentie van Mevr. Micheline Scheys, afdelingshoofd.
Art. 4.Binnen de perken van de begroting kan de Vlaamse regering jaarlijks subsidies toekennen aan het Steunpunt Nederlands als Tweede Taal.
Het jaarlijkse bedrag van de werkingssubsidie is het bedrag dat voor deze opdrachten werd uitgetrokken op de begroting van het werkingsjaar 1999, jaarlijks aangepast aan de index der consumptieprijzen.
Overminderd de bapaling in het vorige lid, kan de Vlaamse regering voor bijkomende opdrachten beslissen om het jaarlijkse bedraag te verhogen.
De overeenkomst is jaarlijks opzegbaar.
De centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten vertegenwoordigen maximum 5 % van de totale kosten. Bij overschrijding ervan worden ze automatisch herleid tot 5 %.
De subsidie wordt aangerekend op programma 39.2 basisallocatie 33.11 van de jaarlijkse onderwijsbegroting.
Art. 5.De aanvragen worden beoordeeld op basis van volgende criteria : 1° de aanwezige expertise van de aanvrager inzake wetenschappelijk onderzoek, materiaalontwikkeling en vorming met betrekking tot het thema (aan de hand van publicaties en reeds ondernomen initiatieven);2° de kwaliteit, coherentie, planmatigheid, de meetbaarheid en het innovatief karakter van de geplande activiteiten, beschreven in de meerjarenplanning;3° de mate waarin samenwerking wordt opgezet met alle betrokken actoren in het veld en op beleidsniveau, en de wijze waarop kennis en inzichten worden overgedragen naar veld en beleid;4° de wijze waarop de aanvrager de geplande activiteiten zelf zal evalueren;5° de mate waarin de voorziene output in verhouding staat tot de beschikbare middelen.
Art. 6.De aanvragen worden beoordeeld door een internationale adviescommissie, samengesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs.
De voorzitter wordt afgevaardigd door het departement onderwijs, één deskundige door de Nederlandse Taalunie, één deskundige door de International Association of Intercultural Education, twee deskundigen door Nederlandse universiteiten en één deskundige door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.
Art. 7.De stuurgroep van het Steunpunt Nederlands als Tweede Taal wordt samengesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs en bevat leden van het departement onderwijs, de Vlaamse Onderwijsraad, deskundigen uit Vlaamse en/of Nederlandse universiteiten, de Taalunie, de International Association of Intercultural Education en de Europese Commissie.
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS