Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 28 juni 2007
gepubliceerd op 02 augustus 2007

Samenwerkingsakkoord tussen de federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de toekenning van de middelen uit het tijdelijk herstructureringsfonds overeenkomstig Verordening nr. 320/2006 in het kader van de stopzetting van de inulinestroopproductie

bron
vlaamse overheid
numac
2007036262
pub.
02/08/2007
prom.
28/06/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JUNI 2007. - Samenwerkingsakkoord tussen de federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de toekenning van de middelen uit het tijdelijk herstructureringsfonds overeenkomstig Verordening (EG) nr. 320/2006 in het kader van de stopzetting van de inulinestroopproductie


Gelet op Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op Verordening (EG) nr. 968/2006 van de Commissie van 27 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 houdende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de betaling van de eerste tranche van de herstructureringssteun in het kader van artikel 19, paragraaf 2, van Verordening nr. 968/2006, in overeenstemming met artikel 10, paragraaf 4, van Verordening (EG) nr. 320/2006 moet gebeuren vóór einde juni 2007 en dat het vereist is dat de taakverdeling en de modaliteiten voor de toekenning van de steun voor die datum zijn vastgesteld;

Overwegende dat het passend is om de taakverdeling en de modaliteiten voor de toekenning van de steun uit het herstructureringsfonds vast te stellen, in het bijzonder voor de stopzetting van inulinestroopproductie in de fabrieken van Orafti en Warcoing Industrie ;

Overwegende dat bij beslissing van de PW-ICLB van 10 april 2006 een « herstructureringscommissie » is opgericht die uitspraak doet over de ontvankelijkheid van ingediende dossiers;

Overwegende dat de fabrieken van Orafti en Warcoing Industrie in juli 2006 elk een aanvraag voor herstructureringssteun hebben ingediend.

Deze dossiers omvatten onder andere een sectoraal akkoord waarin het gedeelte voor de telers en loonwerkers werd vastgesteld op 17 % voor Orafti en 13,5 % voor Warcoing Industrie ;

Overwegende dat de herstructureringscommissie de beide aanvragen op 30 augustus 2006 steunwaardig heeft bevonden;

Overwegende dat de federale en gewestelijke ministers die bevoegd zijn voor landbouw de diensten van de Europese Commissie op 18 september 2006 op de hoogte hebben gebracht dat beide dossiers waren ingediend;

Overwegende dat de diensten van de Europese Commissie op 29 september 2006 hebben meegedeeld dat de geschatte in het tijdelijke herstructureringsfonds beschikbare financiële middelen toereikend zijn om herstructureringssteun toe te kennen voor alle voor het verkoopseizoen 2006/2007 ingediende en door de lidstaten steunwaardig bevonden aanvragen. (mededeling 2006/C 234/04);

Overwegende dat op 26 maart 2007 in Brussel een vergadering plaatsvond tussen de « Division de la Politique agricole (DPA), de Division des Aides à l'Agriculture (DA) », het Departement Landbouw en Visserij (DLV), het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV), de planters van Orafti en de loonwerkers van Orafti om de toekenning van de steun te bespreken;

Overwegende dat op 3 april 2007 in Brussel een vergadering plaatsvond tussen de DPA, de DA, het DLV, het ALV, de planters van Warcoing Industrie en de loonwerkers van Warcoing Industrie om de toekenning van de steun te bespreken;

De federale Overheid en in het bijzonder het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB) Trierstraat 82, te 1040 Brussel, vertegenwoordigd door Sabine Laruelle, federaal Minister van Middenstand en Landbouw, Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Yves Leterme, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Benoît Lutgen, de Waalse minister van Landbouw, Platteland, Milieu en Toerisme, Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Benoît Cerexhe, Minister van Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid, Hierna « de partijen » genoemd, zijn het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I. - Betaalorganen

Artikel 1.De lidstaat waar de zetel van de fabriek zich bevindt, staat in voor de integrale uitbetaling van de herstructureringssteun aan die fabriek, met inbegrip van de steun aan de telers en loonwerkers waarvan het correspondentieadres, in het leveringscontract en in de loonwerkfactuur, zich in die lidstaat bevindt.

Art. 2.Het BIRB betaalt het gedeelte van de herstructureringssteun, dat bestemd is voor de inulinestroop producerende ondernemingen waaraan vóór 1 juli 2006 een quotum is toegekend. De gewestelijke betaalorganen, het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) voor het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de « Division des Aides à l'Agriculture (DA) » voor het Waalse Gewest betalen het gedeelte van de steun aan de telers van cichorei en aan de loonwerkbedrijven.

Art. 3.De partijen verbinden zich er toe de betaalopdracht voor de eerste schijf, zoals bedoeld in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 968/2006, uit te voeren op 28 juni 2007. HOOFDSTUK II. - Herstructureringssteun aan de inulinestroopfabriek in Oreye (Orafti )

Art. 4.Op 1 juli 2006 bedroeg het productiequotum inulinestroop van Orafti 131.330,30 ton (droge stof, uitgedrukt in equivalenten suiker/isoglucose).

Voor het verkoopseizoen 2006/2007 is het eenheidsbedrag per ton op grond van artikel 3, lid 5b, van Verordening (EG) nr. 320/2006, gelijk aan 547,50 EUR/ton.

De totale som van de herstructureringssteun bedraagt 547,50 x 131.330,30 = 71.903.339,25 EUR.

Art. 5.De referentieperiode, bedoeld in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 320/2006, is het jaar 2005 (verkoopseizoen 2005/2006). Het percentage van de herstructureringssteun dat bestemd is voor de telers van cichorei en voor de loonwerkers, waarnaar verwezen wordt in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 320/2006, is 17 %. Het steungedeelte bestemd voor de herstructurering van de fabriek bedraagt aldus 83 %. De referentieperiode evenals het toepasselijke percentage zijn opgenomen in het sectoraal akkoord van 7 juli 2006 na raadpleging van de betrokken partijen. Beide keuzes werden bevestigd bij brief van Minister van Landbouw, Platteland, Milieu en Toerisme Benoit Lutgen (referentie : BL/JM/RP/07.2006/359 van 14 juli 2006).

Het percentage van de herstructureringssteun dat bestemd is voor zowel de telers van cichorei als voor de loonwerkers (17 %) wordt, na correctie voor de betalingen in Frankrijk, verder verdeeld in 85,2 % voor telers en 14,8 % voor loonwerkers (sectoraal akkoord afgesloten in de vergadering van 26 maart 2007 te Brussel).

In de referentieperiode 2005 bedroeg het totaal van alle contracten 538 685 ton cichoreiwortelen verbouwd op 12.121 hectare, waarvan 6 642 ton cichoreiwortelen verbouwd op 169 hectaren, door telers met correspondentieadres in het leveringscontract in Frankrijk.

Het gedeelte van de herstructureringssteun, dat bestemd is voor de telers van cichorei en voor de loonwerkers is 17 % van 71.903.339,25 EUR, hetzij 12.223.567,67 EUR. Het steungedeelte bestemd voor de herstructurering van de fabriek bedraagt 83 % van 71.903.339,25 EUR, hetzij 59.679.771,58 EUR. Van de steun voor de telers van cichorei en de loonwerkers is 0,013942744 % (resultaat van de breuk 169 ha/12 121 ha) bestemd voor telers in Frankrijk, hetzij 12.223.567,67 EUR x 0,013942744 % = 169.907,59 EUR. Dit bedrag dient in mindering gebracht te worden van de 12.223.567,67 EUR voor telers en loonwerkers. Het bedrag voor telers en loonwerkers wordt aldus 12.053.660,08 EUR. Aan de telers van cichorei met correspondentieadres in het leveringscontract in de referentieperiode 2005 in België wordt 85,2 % van de steun aan telers en loonwerkers toegekend, hetzij 10.269.718,39 EUR. Aan de loonwerkers wordt 14,8 % van de steun aan telers en loonwerkers toegekend hetzij 1.783.941,69 EUR. Toekenning van de steun aan telers en loonwerkers op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria

Art. 6.Aan de telers die in de referentieperiode 2005 cichoreiwortelen hebben geleverd aan Orafti wordt, binnen de voor de telers beschikbare enveloppe, herstructureringssteun toegekend pro rata van de gecontracteerde hoeveelheden (in ton) in het leveringscontract. Hierbij wordt de totale enveloppe voor de telers gedeeld door de totale gecontracteerde hoeveelheid (in ton) in de referentieperiode 2005. Het bekomen bedrag per ton wordt voor elke teler vermenigvuldigd met de individuele gecontracteerde hoeveelheid (in ton) voor de referentieperiode 2005.

Voor telers die in gezamenlijk akkoord met de fabriek, wegens overmacht, geen leveringscontract voor de referentieperiode 2005, maar wel voor 2004 hebben, wordt de referentieperiode op 2004 vastgesteld.

Art. 7.Aan de loonwerkers die in de referentieperiode 2005 zaai- en oogstwerkzaamheden hebben uitgevoerd voor telers van cichorei wordt, binnen de voor de loonwerkers beschikbare enveloppe, herstructureringssteun toegekend pro rata van de omvang van het bewerkte areaal (in hectare) waarbij de wegingcoëfficiënt, gesteund op de werkelijke kosten van de werken, voor zaaiwerkzaamheden 0,17 en voor oogstwerkzaamheden 0,83 bedraagt. Telers van cichorei die zelf de zaai en/of oogstwerkzaamheden hebben uitgevoerd worden met loonwerkers gelijkgesteld. Hierbij wordt de totale enveloppe voor de loonwerkers gedeeld door het totale bewerkte areaal cichoreiwortelen in de referentieperiode 2005. Het bekomen bedrag per hectare wordt voor elke loonwerker vermenigvuldigd met de individuele bewerkte hectares in de referentieperiode 2005 en met de bovengenoemde wegingcoëfficiënten. HOOFDSTUK III. - Herstructureringssteun aan de inulinestroopfabriek in Warcoing (Warcoing Industrie Belgische producenten)

Art. 8.Op 1 juli 2006 bedroeg het productiequotum inulinestroop van Warcoing Industrie 83.915,50 ton (droge stof, uitgedrukt in equivalenten suiker/isoglucose).

Voor het verkoopseizoen 2006/2007 is het eenheidsbedrag per ton op grond van artikel 3, lid 5b, van Verordening (EG) nr. 320/2006, gelijk aan 547,50 EUR/ton.

De totale som van de herstructureringssteun bedraagt 547,50 x 83.915,50 = 45.943.736,25 EUR.

Art. 9.De referentieperiode, zoals bedoeld in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 320/2006, is het jaar 2003 (verkoopseizoen 2003/2004). Het percentage van de herstructureringssteun dat bestemd is voor de telers van cichorei en voor de loonwerkers, waarnaar verwezen wordt in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 320/2006, is 13,5 %. Het steungedeelte bestemd voor de herstructurering van de fabriek bedraagt aldus 86,5 %. De referentieperiode evenals de percentages zijn opgenomen in het sectoraal akkoord van 7 juli 2006 na raadpleging van de betrokken partijen. De keuzes werden bevestigd bij brief van Minister van Landbouw, Platteland, Milieu en Toerisme Benoit Lutgen (referentie : BL/JM/RP/07.2006/358 van 14 juli 2006).

Het gedeelte van de totale herstructureringssteun, dat bestemd is voor zowel de telers van cichorei als voor de loonwerkers (13,5 %) wordt verder verdeeld in 85,8 % voor telers en 14,2 % voor loonwerkers (sectoraal akkoord afgesloten in de vergadering van 3 april 2007 te Brussel).

Het gedeelte van de herstructureringssteun, dat bestemd is voor de telers van cichorei en voor de loonwerkers is 13,5 % van 45.943.736,25 EUR, hetzij 6.202.404,39 EUR. Het steungedeelte bestemd voor de herstructurering van de fabriek bedraagt 86,5 % van 45.943.736,25 EUR, hetzij 39.741.331,86 EUR. Het sectoraal akkoord van 7 juli 2006 bevat, na raadpleging van de betrokken partijen, de herverdeling van de enveloppen voor het landbouwgedeelte voor de fabrieken Warcoing Industrie (België : 13,5 %) en Chamtor (Frankrijk : 17 %), om rekening te kunnen houden met Franse en Belgische leveringen aan de fabriek van Warcoing Industrie.

Op basis van de verwerkte hoeveelheden cichoreiwortelen (in ton) afkomstig van Frankrijk en België voor het verkoopseizoen 2003/2004, werd de som van deze twee landbouwenveloppen, herverdeeld in 50,56 % voor de Belgische telers en loonwerkers en 49,44 % voor de Franse telers en loonwerkers. Het percentage van 50,56 % voor de Belgische telers en loonwerkers bedraagt dus 4.674.504,82 EUR (i.p.v. 6.202.404,39 EUR).

Aan de telers van cichorei met correspondentieadres in het leveringscontract in de referentieperiode 2003 in België wordt 85,8 % van de steun aan telers en loonwerkers toegekend, hetzij 4.010.725,14 EUR. Aan de loonwerkers wordt 14,2 % van de steun aan telers en loonwerkers toegekend hetzij 663.779,68 EUR. Toekenning van de steun aan telers en loonwerkers op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria

Art. 10.Aan de telers die in de referentieperiode 2003 cichoreiwortelen hebben geleverd aan Warcoing wordt, binnen de voor de telers beschikbare enveloppe, herstructureringssteun toegekend pro rata van de de gecontracteerde hoeveelheid (in ton) in het leveringscontract. Hierbij wordt de totale enveloppe voor de telers gedeeld door de totale gecontracteerde hoeveelheid (in ton) in de referentieperiode 2003. Het bekomen bedrag per ton wordt voor elke teler vermenigvuldigd met de individuele gecontracteerde hoeveelheid (in ton) voor de referentieperiode 2003.

Art. 11.Aan de loonwerkers die in de referentieperiode 2003 zaai- en oogstwerkzaamheden hebben uitgevoerd voor telers van cichorei wordt, binnen de voor de loonwerkers beschikbare enveloppe, herstructureringssteun toegekend pro rata van het bewerkte areaal (in hectare) waarbij de wegingcoëfficiënt, gesteund op de werkelijke kosten voor de werken, voor zaaiwerkzaamheden 0,17 en voor oogstwerkzaamheden 0,83 bedraagt. Telers van cichorei die zelf de zaai- en/of oogstwerkzaamheden hebben uitgevoerd worden met loonwerkers gelijkgesteld. Hierbij wordt de totale enveloppe voor de loonwerkers gedeeld door het totale bewerkte areaal cichoreiwortelen in de referentieperiode 2003. Het bekomen bedrag per hectare wordt voor elke loonwerker vermenigvuldigd met de individuele bewerkte hectares in de referentieperiode 2003 en met de bovengenoemde wegingcoëfficiënten. HOOFDSTUK IV. - Uitvoeringsmodaliteiten Steun aan telers van cichorei

Art. 12.De fabrieken Orafti en Warcoing Industrie leveren, op verzoek van de gewestelijke betaalorganen, een bestand van alle telers waarmee voor het jaar 2005 (verkoopsseizoen 2005/2006) respectievelijk het jaar 2003 (verkoopsseizoen 2003/2004) een leveringscontract werd afgesloten, vergezeld van een verklaring waarin de gegevens betrouwbaar en juist worden genoemd.

De bestanden omvatten tenminste gegevens over het GBCS-landbouwernummer, naam en adres van de teler van cichorei, het BTW-nummer, de hoeveelheid cichoreiwortelen (in kg) en het areaal (in ha) zoals vermeld in het leveringscontract in de referentieperiode, de werkelijk geleverde hoeveelheid cichoreiwortelen in de referentieperiode en een vermelding die aangeeft dat de zaai- en/of oogstwerkzaamheden al dan niet in loonwerk werden uitgevoerd.

Art. 13.Na ontvangst van de bestanden wordt de identificatie van de begunstigden door de betaalorganen op juistheid gecontroleerd. Indien nodig worden begunstigden die nog niet geregistreerd zijn in het GBCS geïdentificeerd.

Uit de identificatie volgt of de DA dan wel het ALV de betaling zal verrichten.

De verkregen gegevens worden naar alle betrokkenen verstuurd met de vraag om binnen de vijf dagen te reageren indien men niet akkoord zou gaan.

Art. 14.Na afronden van de bezwaarprocedure wordt het eenheidsbedrag per ton bepaald in gezamenlijk akkoord tussen de betaalorganen ALV en DA, rekening houdend met een beperkte werkreserve, en wordt de betaling binnen de tijdslimiet uitgevoerd. In elk geval ontvangt de teler van cichorei op wiens naam het leveringscontract werd opgesteld in de referentieperiode de betaling, ook al is hij op het ogenblik van de betaling niet meer actief.

Steun aan loonwerkers

Art. 15.Het bedrag dat iedere begunstigde loonwerker ontvangt wordt berekend in functie van zijn aandeel in het totale aantal gezaaide of geoogste hectaren. Hierbij krijgen de gezaaide en geoogste hectaren een verschillende wegingsfactor omdat oogsten meer kost dan zaaien (zaaien : 0,17 - oogsten : 0,83).

Art. 16.Agroservice levert, op verzoek van de gewestelijke betaalorganen, voor de fabrieken Orafti en Warcoing Industrie een bestand van alle loonwerkers die in de referentieperiode voor de betrokken fabriek gezaaid en/of geoogst hebben voor de telers waarmee de betrokken fabriek in dat jaar een leveringscontract had afgesloten, vergezeld van een verklaring waarin de gegevens betrouwbaar en juist worden genoemd en de belofte dat men de loonwerkfacturen tot en met 2013 zal bijhouden.

De bestanden van de loonwerkers omvatten tenminste gegevens over het GBCS-landbouwernummer van de telers aan wie werd gefactureerd, evenals hun naam, correspondentieadres en BTW-nummer, het aantal aan deze teler gefactureerde ingezaaide hectaren en geoogste hectaren, het factuurnummer, de naam en het correspondentieadres van de loonwerker die de factuur heeft opgemaakt, evenals, in voorkomend geval zijn GBCS-landbouwernummer, en zijn BTW-nummer.

Art. 17.Na ontvangst van de bestanden wordt de identificatie van de begunstigden op juistheid gecontroleerd. Indien nodig worden begunstigden die nog niet geregistreerd zijn in het GBCS geïdentificeerd.

Uit de identificatie volgt of DA dan wel ALV de betaling zal verrichten.

De verkregen gegevens worden naar alle betrokkenen verstuurd met de vraag om binnen de vijf dagen te reageren indien men niet akkoord zou gaan.

Art. 18.Het aantal geoogste en het aantal gezaaide hectare per teler en per loonwerker dat in rekening gebracht wordt voor de steunberekening wordt als volgt bepaald : Voor de loonwerker is het aantal gezaaide en het aantal geoogste hectare gelijk aan de gezaaide respectievelijk geoogste hectaren in het bestand van Agroservice.

Voor de teler wordt ervan uit gegaan dat hij zijn oogstwerkzaamheden ofwel integraal in loonwerk liet uitvoeren, ofwel integraal zelf uitvoerde. Voor de zaaiwerkzaamheden kan het gebeuren dat een deel van het areaal van een teler in loonwerk en een ander deel zelf werd uitgevoerd.

Als het aantal gezaaide en geoogste hectare van de teler niet voorkomt in het bestand van Agroservice dan is het aantal gezaaide en geoogste hectare gelijk aan het aantal hectare zoals vermeld in het leveringscontract.

Als het aantal geoogste hectare van de teler voorkomt in het bestand van Agroservice dan is het aantal door de teler geoogste hectare gelijk aan nul. Het aantal door de teler gezaaide hectare is gelijk aan het verschil tussen het aantal in loonwerk geoogste hectare en het aantal in loonwerk gezaaide hectaren zoals vermeld in het bestand van Agroservice.

Als het aantal geoogste hectare van de teler niet voorkomt in het bestand van Agroservice dan is het aantal door de teler geoogste hectare gelijk aan het aantal hectare zoals vermeld in het leveringscontract. Het aantal door de teler gezaaide hectare is gelijk aan het verschil tussen het aantal hectare in het leveringscontract en het aantal in loonwerk gezaaide hectaren zoals vermeld in het bestand van Agroservice.

Art. 19.Na afronden van de bezwaarprocedure wordt het eenheidsbedrag per hectare bepaald in gezamenlijk akkoord tussen de betaalorganen ALV en DA, rekening houdend met een beperkte werkreserve, en wordt de betaling binnen de tijdslimiet uitgevoerd. In elk geval ontvangt de teler van cichorei op wiens naam het leveringscontract is opgesteld in de referentieperiode of de loonwerker die zaai- en oogstwerkzaamheden heeft uitgevoerd in de referentieperiode de betaling, ook al is hij op het ogenblik van de betaling niet meer actief.

Art. 20.Wanneer, als gevolg van een wijziging van de in aanhef genoemde Raads- en Commissieverordeningen, de steun aan de gerechtigde suikerverwerkende ondernemingen, evenals de steun aan telers en loonwerkers zou gewijzigd worden, dan zullen de betalingen worden aangepast in overeenstemming met die verordeningen en rekening houdend met de al betaalde bedragen.

Art. 21.Dit Samenwerkingsakkoord heeft uitwerking met ingang van 27 juni 2007.

Brussel, 28 juni 2007.

De federale Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Waalse Minister van Landbouw, Platteland, Milieu en Toerisme, B. LUTGEN De Brusselse Minister van Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Landbouwbeleid, B. CEREXHE

^