gepubliceerd op 14 november 2006
Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij, wat betreft de uitoefening van de bevoegdheden op het gebied van de pachtwetgeving
FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER
27 OKTOBER 2007. - Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij, wat betreft de uitoefening van de bevoegdheden op het gebied van de pachtwetgeving
De Federale Staat, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Eerste Minister, de Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en de Minister van Middenstand en Landbouw, Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President van de Vlaamse Regering, Vlaams Minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van de Minister-President van de Waalse Regering en de Waalse Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Regering, in de persoon van de Minister-President van de Brusselse Regering en de Brusselse Minister van Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001, inzonderheid op de artikelen 6, § 1, V, 6, § 3bis, 5° en 92bis ;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001, inzonderheid op artikel 42;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;
Gelet op de wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkoop ten gunste van huurders van landeigendommen, gewijzigd bij de wetten van 12 juni 1975, 23 november 1978, 19 juli 1979, 10 maart 1983, 7 november 1988, 13 mei 1999 en 3 mei 2003;
Gelet op het advies in de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid van 17 september 2004;
Gelet op het akkoord van de Federale Regering van 10 december 2004;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006;
Gelet op het akkoord van de Waalse Regering van 21 april 2005;
Gelet op het akkoord van de Brusselse Regering van 27 januari 2005;
Overwegende dat op 15 december 2004 de driejaarlijkse herziening van de pachtprijscoëfficiënten moet afgerond zijn en dat administratieve maatregelen onverwijld moeten genomen worden;
Overwegende dat de vijfjaarlijkse herziening van de maximale oppervlakten voorzien bij artikel 12.7 van de pachtwetgeving moet worden aangevat na de vaststelling van de pachtprijscoëfficiënten;
Overwegende dat het van belang is om de continuïteit van het beleid inzake pachtwetgeving te verzekeren met medewerking van de Gewesten, die over de expertise inzake de opdrachten toevertrouwd aan de overheid door de pachtwetgeving beschikken na de overdrachten van landbouwbevoegdheden en personeelsleden naar de Gewesten;
Overwegende dat, hoewel de Gewesten en de Federale Staat van oordeel zijn dat de Gewesten nu reeds bevoegd zijn voor de aangelegenheden die het voorwerp zijn van dit akkoord, het toch opportuun lijkt dat te bevestigen in een samenwerkingsakkoord ten einde de rechtszekerheid te waarborgen, zijn overeengekomen wat volgt : Enig artikel. In het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij wordt een hoofdstuk 17bis, bestaande uit een artikel 44bis, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK 17bis. - Over de pachtwetgeving Artikel 44bis, § 1. De wet van 4 november 1969 tot wijziging van de pachtwetgeving en van de wetgeving betreffende het recht van voorkop ten gunste van huurders van landeigendommen gewijzigd bij de wetten van 12 juni 1975, 23 november 1978, 19 juli 1979, 10 maart 1983, 7 november 1988, 13 mei 1999 en 3 mei 2003, is een bevoegdheid van de Federale Staat. De opdrachten, die aan de overheid worden toevertrouwd bij deze wet, zijn bevoegdheden van de Gewesten overeenkomstig de bepalingen van dit artikel.
Elk Gewest kan, hetzij op verzoek van de Federale Staat hetzij op eigen initiatief, zijn advies geven aan de Federale Staat met betrekking tot de eventuele wetsvoorstellen, wetsontwerpen, parlementaire vragen, parlementaire interpellaties of briefwisseling betreffende de pachtwetgeving. § 2. De ambtenaren bedoeld in de artikelen 10, 26 en 28 van artikel I van de wet van 4 november 1969 worden aangeduid door elk Gewest. § 3. Elk Gewest doet het nodige voor de uitvoering van de wet tot beperking van de pachtprijzen. Zij verzamelt de statistische gegevens over de evolutie van de rendabiliteit in elke landbouwstreek van elke provincie, zij stelt de provinciale pachtprijzencommissies samen, zij pleegt overleg met alle betrokken sectoren, zij neemt het voorzitterschap en het secretariaat waar van de pachtprijzencommissies en zij doet het nodige voor de bekendmaking van de coëfficiënten in het Belgisch Staatsblad. § 4. Elk Gewest doet het nodige voor de vaststelling van de maximale oppervlakten voorzien bij artikel 12.7 van de pachtwet. Zij verzamelt de statistische gegevens over de evolutie van de rendabiliteit in elke landbouwstreek van elke provincie, zij legt voorstellen voor aan de provinciale landbouwkamers en aan de Nationale Landbouwraad, zij legt de maximale oppervlakten vast in een besluit van de Gewestregering en zij doet het nodige voor de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad. § 5. De ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kunnen bijdragen tot de uitvoering van de opdrachten, toevertrouwd door de pachtwetgeving aan de overheid en bedoeld bij de paragrafen 2 tot 4 van dit artikel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in akkoord met de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 6. De ambtenaren van het Ministerie van het Waalse Gewest, van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap alsmede van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overleggen met elkaar over de modaliteiten voor de uitvoering van de opdrachten, toevertrouwd door de pachtwetgeving aan de overheid en bedoeld bij de paragrafen 3 en 4 van dit artikel. » Opgemaakt te Brussel, op 27 oktober 2006.
Voor de Federale Staat : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE Voor het Vlaamse Gewest : De Minister-President van de Vlaamse Regering, Vlaams Minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Waalse Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-President van de Brusselse Regering, Ch. PIQUE De Brusselse Minister van Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE