gepubliceerd op 04 oktober 2007
Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gewesten betreffende het programma ter bevordering van de kennisoverdracht op strategisch belangrijke gebieden
24 MEI 2006. - Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gewesten betreffende het programma ter bevordering van de kennisoverdracht op strategisch belangrijke gebieden
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6bis, § 1 en § 2, 1° en 5°, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en 92bis § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Overwegende de besluiten van de Raad van Lissabon in 2000 alsmede het heractiveren in 2005 van deze strategie die is gericht op groei en werkgelegenheid en die van innovatie een prioriteit maakt;
Overwegende het Nationaal hervormingsprogramma 2005-2008 van de Strategie van Lissabon die naar meer groei en werk streeft, aangenomen op 26 oktober 2005 door het "Overlegcomité federale Regering - Gemeenschaps- en Gewestregeringen";
Overwegende alle internationale overeenkomsten en strategische plannen en de Europese richtlijnen waaraan België zich op de betrokken gebieden moet conformeren en die samenhangen met het bevorderen van kennis en innovatie;
Overwegende de verschillende in uitvoering en in voorbereiding zijnde beleidsplannen en -strategieën op nationaal en federaal niveau;
Overwegende de verschillende (sectorale en transsectorale) beleidsplannen en -strategieën uitgewerkt op het niveau van de Gewesten;
Overwegende de Regeerverklaring van oktober 2005 en met name de punten die betrekking hebben op de herleving van onze economie (bevorderen van innovatie en creativiteit);
Overwegende de vaststelling dat innovatie een complex proces is waarin kennisoverdrachten stapsgewijs plaatsvinden, vanaf het fundamenteel onderzoek, het themaonderzoek tot het precompetitief onderzoek om tegemoet te komen aan de behoeften die naar voren komen;
Overwegende de rol van de overheid in de ontwikkeling van de kennis en de dynamiek van de overdracht ervan en de totstandbrenging van het partnerschap, meer in het bijzonder indien deze overdracht risicovol is;
Overwegende het gezamenlijk op touw zetten van themaprogramma's en van mechanismen die een actieve kennisoverdracht mogelijk maken;
Overwegende de beslissing van 1 juni 2001 van de federale Regering een eerste fase op te zetten van het programma "Technologische Attractiepolen " (TAP), dat tot doel heeft bij te dragen aan het verbeteren van de overdracht van de resultaten van onderzoek op veelbelovende gebieden;
Overwegende het succes van de eerste fase van het TAP-programma qua deelnemingspercentage, kwaliteit van de voorgestelde projecten alsmede octrooiaanvragen met betrekking tot de resultaten van dit onderzoek;
Overwegende dat de federale Ministerraad tijdens zijn vergadering van 14 oktober 2005 ingestemd heeft met de uitvoering van een tweede fase genaamd "programma ter bevordering van de kennisoverdracht op strategisch belangrijke gebieden". Deze domeinen zijn de volgende : normalisatie, telecommunicatie, ruimtevaart, schone technologieën (Clean Tech - openbaar vervoer) en de nieuwe materialen (supergeleidend materiaal);
Overwegende dat in een samenwerkingsakkoord de wijze nader moet worden toegelicht volgens welke de Gewesten betrokken zullen worden bij het volgen van de uitvoering van dit Programma voor de bevoegdheden waarvoor de federale overheid niet exclusief bevoegd is;
Overwegende de beslissing van 31 maart 2006 van de Interministeriële Conferentie voor Wetenschapsbeleid inzake de tenuitvoerlegging van het programma ter bevordering van de kennisoverdracht op strategisch belangrijke gebieden;
De Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid;
Het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;
Het Waals Gewest, vertegenwoordigd door de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen;
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de Minister van Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, zijn overeengekomen wat volgt :
Artikel 1.Algemene bepalingen.
Het huidige akkoord voorziet de voorwaarden tot samenwerking voor de uitvoering van het "programma ter bevordering van de kennisoverdracht op strategisch belangrijke gebieden", hierna genoemd het Programma, op het vlak van de schone technologieën en de nieuwe materialen, dat het voorwerp uitmaakt van de beslissing van de federale Ministerraad van 14 oktober 2005.
Art. 2.Stuurcomité.
Er wordt een stuurcomité opgericht, belast met de opvolging en de valorisatie van het hele Programma.
Het stuurcomité is samengesteld uit ambtenaren van de federale en gewestbesturen, betrokken bij de problematiek die in het Programma aan bod komt.
Het stuurcomité bestaat uit 4 leden aangewezen door de Staat, 2 leden aangewezen door het Vlaams Gewest, 2 leden aangewezen door het Waals Gewest en 2 leden aangewezen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Naast de "leden" als bedoeld in de 3e alinea, mag iedere betrokken overheid ambtenaren aanwijzen die behoren tot andere besturen dan die van de leden. Deze ambtenaren zullen, naargelang van de agenda, zitting hebben als "waarnemer".
Iedere overheid zal aan de Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid de lijst meedelen van de door haar aangewezen leden voor het stuurcomité, alsmede de verantwoordelijke ambtenaren van de besturen die waarnemers voor dit comité zouden kunnen aanwijzen.
Tijdens zijn eerste bijeenkomst zal het stuurcomité de lijst van zijn leden en waarnemers vastleggen.
Het comité wordt voorgezeten door de Voorzitter van de POD Wetenschapsbeleid of zijn afgevaardigden. Het secretariaat ervan wordt waargenomen door de POD Wetenschapsbeleid.
De adviezen van dit comité komen tot stand bij consensus van de "leden". Indien geen consensus wordt bereikt, zal het advies vermelden op welke punten de meningen uiteenlopen.
Art. 3.Evaluatie en selectie.
Een openbare oproep voor voorstellen zal worden voorbereid door de POD Wetenschapsbeleid en afgehandeld door het stuurcomité. Hij zal in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden voor de verschillende onderzoeksgebieden van het Programma, zoals beschreven in de beslissing van de Ministerraad van 14 oktober 2005. Hiernaast brengt de POD Wetenschapsbeleid de wetenschappelijke en universitaire instellingen rechtstreeks op de hoogte van die oproep.
De voorstellen waarbij instellingen uit minstens twee Gewesten of twee Gemeenschappen dienen betrokken te zijn, worden ingediend bij de POD Wetenschapsbeleid op de manier en volgens het tijdschema bepaald in de oproep voor voorstellen. De POD Wetenschapsbeleid maakt ze aan het stuurcomité over.
De voorstellen die worden ingediend ten gevolge van die oproep worden, door toedoen van de POD Wetenschapsbeleid, ter beoordeling voorgelegd aan onafhankelijke buitenlandse experts.
De resultaten van die evaluatie alsmede het voorstel van selectie van de projecten, dat door de POD Wetenschapsbeleid in samenspraak met de beleidscel Wetenschapsbeleid verricht wordt, worden ter kennis gebracht van het stuurcomité dat ter zake een advies uitbrengt. De voorgestelde selectie houdt rekening met de beperkingen die worden opgelegd door de in artikel 4 van dit akkoord vastgelegde verdeelsleutel.
Indien het advies van het stuurcomité niet éénparig is, zullen de verschillende standpunten meegedeeld worden en de federale Minister van Wetenschapsbeleid zal de knoop doorhakken.
Deze uiteindelijke selectie wordt ter kennis gebracht van het stuurcomité.
Art. 4.Verdeelsleutel.
De verdeelsleutel van de financiële middelen wordt vastgesteld op 56 % N/44F.
Art. 5.Opvolging van het Programma.
Het stuurcomité van het Programma komt minstens eenmaal per jaar samen om het verloop van het Programma in zijn geheel op te volgen en alle nuttige aanbevelingen dienaangaande te doen.
Het ziet erop toe dat de in het kader van het Programma opgezette acties coherent zijn en dat alle resultaten ervan doelmatig worden overgedragen naar de externe gebruikers.
Art. 6.Duur van het akkoord.
Dit akkoord wordt gesloten voor een periode van zes jaar.
Art. 7.Inwerkingtreding.
Dit akkoord treedt in werking op 1 mei 2006.
Opgemaakt te Brussel, in acht exemplaren, op 24 mei 2006.
Voor de Staat : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN Voor het Waals Gewest : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET Voor het Vlaams Gewest : De Minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. F. MOERMAN Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister van Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE