24 APRIL 2024. - Bijkomend uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tot aanpassing van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 24 mei 2019 tussen de federale Staat en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 92bis;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 19/07/2019 numac 2019013445 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Vlaamse Gewest type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 03/07/2019 numac 2019030256 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de voltooiing van de GEN-werken type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 08/07/2019 numac 2019030568 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de realisatie van prioritaire spoorwegprojecten die genieten van bijkomende financiering van het Vlaamse Gewest overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen sluiten tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, artikel 2, §§ 2 en 4;

Gelet op het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 24 mei 2019 tussen de federale Staat en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;

Overwegende dat er significante wijzigingen zijn tussen de initiële en de nieuwe budgettaire schattingen en tussen de initiële en de nieuwe planningen opgesteld in het kader van de actualisatie opgesteld door Infrabel en de NMBS voor de projecten van de strategische meerjareninvesteringsplannen 2018-2031, waaronder verschillende strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;

Overwegende dat artikel 10, § 4 van het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 19/07/2019 numac 2019013445 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Vlaamse Gewest type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 03/07/2019 numac 2019030256 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de voltooiing van de GEN-werken type samenwerkingsakkoord prom. 05/10/2018 pub. 08/07/2019 numac 2019030568 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de realisatie van prioritaire spoorwegprojecten die genieten van bijkomende financiering van het Vlaamse Gewest overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen sluiten tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren vermeldt dat er een bijkomend uitvoerend samenwerkingsakkoord moet worden afgesloten in geval van significante afwijkingen ten opzichte van de prognoses, om de beoogde doelstellingen, met eerbiediging van de gewestelijke enveloppes en een spoedige realisatie van de werken maximaal te vrijwaren;

De Belgische Staat, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Alexander DE CROO, Eerste Minister, gevestigd te 1000 Brussel, Wetstraat 16, en Georges GILKINET, Minister van Mobiliteit, gevestigd te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan 50;

Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Rudi VERVOORT, Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, gevestigd te 1000 Brussel, Hertogsstraat 7-9 en Elke VAN DEN BRANDT, Brusselse Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, gevestigd te 1210 Brussel, Sint-Lazaruslaan 10. hierna de contracterende partijen genoemd, Gezamenlijk hun eigen bevoegdheden uitoefenend, komen overeen wat volgt:

Artikel 1.De bijlage 1 bij het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 24 mei 2019 tussen de federale Staat en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de vaststelling en de financiering van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, namelijk de gedetailleerde lijst van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en hun federale budgetten, voorzien in het strategisch meerjareninvesteringsplan, wordt vervangen door de bijlage 1 bij dit akkoord.

Art. 2.De fiches met de bijkomende details (scope, planning, financieringsbronnen, risico's) per project, hernomen als bijlage 2 bij hetzelfde uitvoerend samenwerkingsakkoord worden vervangen door de fiches hernomen als bijlage 2 bij dit akkoord.

Art. 3.Dit akkoord treedt in werking de dag na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Opgemaakt te Brussel, in twee exemplaren waarvan elke contracterende partij verklaart er één te hebben ontvangen op 24 april 2024.

De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Brusselse Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT

Bijlagen: - Bijlage 1: Gedetailleerde lijst van de strategische spoorwegprojecten gelet op de prioriteiten op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; - Bijlage 2: Projectfiches.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld