Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 16 februari 2023
gepubliceerd op 02 juni 2023

Samenwerkingsakkoord houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten en tot vaststelling van de procedures en modaliteiten betreffende het functioneren van het nationaal Comité

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2023042147
pub.
02/06/2023
prom.
16/02/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2023. - Samenwerkingsakkoord houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten en tot vaststelling van de procedures en modaliteiten betreffende het functioneren van het nationaal Comité


Gelet op artikel 23 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikelen 6, § 1, III, 2°, 6bis en 92bis;

Gelet het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Gelet op het decreet van 4 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2019 pub. 14/05/2019 numac 2019202348 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Gelet op het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 29/05/2019 numac 2019012547 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Gelet op de wet van 16 juni 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042301 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Gelet op de ordonnantie van 2 juli 2020 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Overwegende de Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;

Tussen: De Federale Staat, vertegenwoordigd door de federale Regering, in de persoon van de Eerste Minister, de Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk, de Vice-eersteminister van Justitie en Noordzee, de Minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal en de Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk;

De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President en de Minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, in de persoon van de Minister-President en de Minister van Leefmilieu, Bos, Erfgoed en Dierenwelzijn;

Het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, vertegenwoordigd door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, in de persoon van de Minister-President en de Minister belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie; is overeengekomen wat volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit akkoord legt de procedures en modaliteiten vast betreffende het functioneren van het nationaal Comité overeenkomstig artikel 10 van het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten.

Het bevat de volgende elementen : 1° het organiseren van het roterend voorzitterschap;2° de procedure voor het aanvragen van een advies aan het Nationale wetenschappelijke Raad voor de invasieve uitheemse soorten;3° het toezicht op het algemene werking van het Nationale wetenschappelijke Secretariaat voor de invasieve uitheemse soorten.

Art. 2.Voor de toepassing van dit akkoord verstaat men onder: 1° Samenwerkingsakkoord: het samenwerkingsakkoord van 30 januari 2019Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 30/01/2019 pub. 16/07/2020 numac 2020042317 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten sluiten tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de preventie en het beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;2° ICL: de Interministeriële Conferentie Leefmilieu, opgericht bij beslissing van het Overlegcomité Regering-Executieven van 9 mei en 13 juni 1989 tot oprichting van een Interministeriële Conferentie Leefmilieu conform artikel 31bis van de gewone wet van 9 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/08/1980 pub. 11/10/2010 numac 2010000561 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gewone wet tot hervorming der instellingen sluiten tot hervorming der instellingen;3° Comité: het Nationaal Comité voor de invasieve uitheemse soorten bedoeld in artikel 1, 13° van het samenwerkingsakkoord;4° Wetenschappelijke Raad: de Nationale Wetenschappelijke Raad voor de invasieve uitheemse soorten bedoeld in artikel 1, 14°, van het samenwerkingsakkoord;5° Gastinstelling: de instelling die instaat voor de vestiging van het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat bedoeld in artikel 16, § 2, van het samenwerkingsakkoord;6° Jaarlijks werkprogramma: het werkprogramma aangenomen door de Interministeriële Conferentie Leefmilieu overeenkomstig artikel 20 van het samenwerkingsakkoord;7° Wetenschappelijk Secretariaat: Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat van de invasieve uitheemse soorten bedoeld in artikel 1, 15°, van het samenwerkingsakkoord;8° Website: de portaalwebsite bedoeld in artikel 15, § 2, 8°, van het samenwerkingsakkoord;9° Partijen: voor dit uitvoerend samenwerkingsakkoord, uitsluitend de Federale Staat en de Gewesten;10° Effectieve leden: de leden van het Comité als bedoeld in artikel 8, § 1, 2° en 5° van het samenwerkingsakkoord;11° Waarnemers: de leden van het Comité als bedoeld in artikel 8, § 1, 6° en 7° van het samenwerkingsakkoord;12° Stakeholders: de personen bedoeld in artikel 9, § 5, van het samenwerkingsakkoord;13° Deskundigen : de personen die voor de vergaderingen van het comité kunnen worden uitgenodigd overeenkomstig artikel 8, § 1, 8° van het samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK II. - Roterend voorzitterschap

Art. 3.§ 1. Het roterend voorzitterschap van het Comité wordt georganiseerd tussen de bevoegde overheden, vermeld in artikel 8, § 1, 2° tot 5° van het samenwerkingsakkoord, op basis van de volgende volgorde : 1° Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2° Federale Staat;3° Vlaamse Gewest;4° Waalse Gewest. § 2. De volledige uitoefening van het voorzitterschap, in de volgorde vermeld in paragraaf 1, door de verschillende bevoegde overheden, komt overeen met een cyclus van acht jaar. Deze volgorde wordt gehandhaafd voor elke nieuwe cyclus, behoudens beslissing van de ICL om anders te werk te gaan.

De eerste cyclus van acht jaar start het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin het samenwerkingsakkoord van kracht wordt. § 3. Vóór het verstrijken van de twee jaar van het voorzitterschap door elk bevoegde autoriteit en om zich te vergewissen van de continuïteit van de werking van het voorzitterschap van het Comité, organiseert de voorzitter in functie zijn opvolging met de bevoegde overheid die het volgende voorzitterschap op zich moet nemen. De voorzitter stelt de ICL in kennis van de naam van de toekomstige voorzitter en van de datum waarop die in functie treedt. § 4. Overeenkomstig artikel 8, § 2, van het samenwerkingsakkoord vervangt de door de bevoegde overheid aangewezen plaatsvervanger de voorzitter in functie wanneer die verhinderd is. Bij gelijktijdige langdurige afwezigheid van de voorzitter in functie en zijn plaatsvervanger, benoemt de ICL onverwijld een nieuwe voorzitter overeenkomstig artikel 8, § 6, van het samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK III. - Coördinatie-, beraadslagings- en beslissingsprocedure

Art. 4.De voorzitter coördineert de planning van de werkzaamheden van het Comité. Hij legt aan het begin van het kalenderjaar een ontwerp van jaarlijks werkprogramma ter goedkeuring voor aan het Comité. Dit project vermeldt de belangrijkste werkthema's en vervaldatums voor het jaar met ruimte voor aanpassing aan beslissingen tijdens het jaar in kwestie. De Wetenschappelijke Raad wordt hiervan op de hoogte gesteld.

Art. 5.§ 1. De vergaderingen van het Comité worden in Brussel gehouden, behalve wanneer het Comité, op voorstel van de voorzitter, ermee instemt om de vergadering op een andere plaats te houden. § 2. De gebruikelijke werktaal van het Comité is het Engels. Het Frans en het Nederlands worden echter gebruikt wanneer het Comité officieel een voorstel van beslissing of een advies indient bij de ICL of bij om het even welke andere Belgische administratieve instelling.

Art. 6.§ 1. De voorzitter stelt het tijdschema vast en bepaalt de agenda van de vergaderingen. Hij ziet toe op de verzending via e-mail, in principe tien werkdagen op voorhand, van de uitnodiging en de nodige documentatie of de link naar het beveiligde deel van de website waar de informatie beschikbaar is.

De agenda specificeert de reikwijdte van elk agendapunt: voor informatie, voor gedachtewisseling, voor beslissing.

De voorzitter vermeldt in de uitnodiging de datum en het tijdstip van de vergadering en de plaats waar deze doorgaat. § 2. Elk effectief lid en elke waarnemer kan voor het opstellen van de ontwerp-agenda verzoeken aan de voorzitter om een of meer punten aan de agenda toe te voegen. Dit gebeurt schriftelijk binnen de door de voorzitter vastgestelde termijn of mondeling tijdens een vergadering van het comité die aan de betrokken vergadering voorafgaat.

De voorzitter van het comité stelt de ontwerp-agenda vast en stelt het comité daarvan binnen de in lid 1 genoemde termijn in kennis. § 3. Aan het begin van de vergadering gaat de voorzitter na of er nog andere punten worden voorgesteld voor toevoeging aan de agenda. Als dat het geval is, besluit het Comité bij consensus om ze aan de ontwerpagenda toe te voegen.

De ontwerpagenda, eventueel aangevuld, wordt aan het begin van de vergadering ter goedkeuring voorgelegd.

Wanneer het lid van het comité dat een punt op de agenda heeft geplaatst, niet aanwezig is op de vergadering en niet wordt vertegenwoordigd door zijn plaatsvervanger of door een andere autoriteit overeenkomstig de in artikel 9, § 1, van de samenwerkingsovereenkomst bedoelde delegatie, kan het Comité besluiten het punt uit te stellen tot een volgende vergadering. § 4. De besluiten van het Comité worden bij consensus genomen overeenkomstig artikel 9, § 2, van het samenwerkingsakkoord.

In het geval van een overeenkomstig artikel 9, § 3, van het samenwerkingsakkoord georganiseerde schriftelijke procedure wordt het voorstel van besluit geacht te zijn aanvaard indien binnen de gestelde termijn geen reactie van een lid van het comité is ontvangen.

Art. 7.§ 1. De verslagen van de vergadering vermelden: 1° de datum van de vergadering;2° de namen van de aanwezige leden en, desgevallend, van de aanwezige waarnemers en stakeholders die door het Comité werden uitgenodigd respectievelijk in overeenstemming met artikel 8, § 1, 8° en 9, § 5, van het samenwerkingsakkoord;3° de namen van de afwezige leden;4° de vaststelling dat elke bevoegde overheid als vermeld in artikel 8, § 1, 2° tot en met 5° van het samenwerkingsakkoord evenals de voorzitter of zijn plaatsvervanger vertegenwoordigd zijn;5° de agenda van de vergadering;6° beknopt, de volgens agendapunt uitgesproken opmerkingen en standpunten;7° de beslissingen;8° de datum of de periode van de volgende vergadering van het Comité;9° de naam van de verslaggever die in onderling akkoord werd aangeduid door het Comité;10° voor zover mogelijk, agendapunten te plaatsen voor de volgende vergadering moeten;11° een samenvatting van het verslag van de vergadering in het Nederlands en het Frans die de informatie bedoeld in de punten 1°, 4°, 5° en 7° omvat. § 2. Het ontwerpverslag van de vergadering wordt via elektronische weg door de voorzitter gestuurd naar de leden van het Comité en de waarnemers en stakeholders die tijdens de vergadering aanwezig waren, en dit ten laatste binnen acht werkdagen volgend op de vergadering.

De leden die tijdens de vergadering aanwezig waren, hebben, vijf werkdagen, te tellen vanaf de datum van ontvangst van het ontwerpverslag, om hun opmerkingen aan de voorzitter en de verslaggever kenbaar te maken. Als er geen enkele geschreven opmerking binnen deze termijn wordt ontvangen, wordt het verslag van de vergadering als goedgekeurd beschouwd. § 3. Na de goedkeuring van het verslag van de vergadering, vraagt de voorzitter van het Comité aan het wetenschappelijk secretariaat om het op het beveiligde deel van de website te plaatsen. Het plaatst tegelijk ook de samenvatting van het verslag van de vergadering bedoeld in paragraaf 1, 11°, op het publieke deel van de website. HOOFDSTUK IV. - Planning van de coördinatie met de Wetenschappelijke Raad en procedure voor de aanvraag van een advies gericht aan de Wetenschappelijke Raad

Art. 8.§ 1. De voorzitter van het Comité en de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad, bijgestaan door het Wetenschappelijk Secretariaat, organiseren aan het begin van elk kalenderjaar een vergadering om te bepalen voor welke dossiers er in het betrokken jaar interactie nodig is tussen de twee instellingen, met inbegrip van de planning van de adviesaanvragen.

Met het oog op de besprekingen over de planning wordt er onder andere rekening gehouden met het werkprogramma van het Nationaal Wetenschappelijk Secretariaat voor het lopende jaar, zoals dat door de ICL is goedgekeurd. Het resultaat van de besprekingen wordt ter kennis gebracht van het Comité en van de Wetenschappelijke Raad. § 2. De voorzitter van het Comité en de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad zijn belast met het vermelden van de data van de geplande vergaderingen binnen hun respectieve instelling op het beveiligde deel van de website.

Art. 9.§ 1. Het Comité kan, in overeenstemming met artikel 11 van het samenwerkingsakkoord, een advies vragen van de Wetenschappelijke Raad over elke vraag in verband met de uitvoering van de te coördineren taken bedoeld in artikel 7, § 2, van het samenwerkingsakkoord met uitzondering van artikel 7, § 2, 12°, a) en 14°.

Behalve in het geval van gemotiveerde hoogdringendheid maakt het Comité zijn aanvraag voor advies over aan de Wetenschappelijke Raad die binnen 45 werkdagen, te tellen vanaf de datum van de aanvraag, een advies geeft. De aanvraag wordt bij voorkeur per e-mail ingediend via de respectieve professionele e-mailadressen van de voorzitter van het Comité en de Wetenschappelijke Raad. Ze wordt geregistreerd in het beveiligde deel van de website. § 2. Als de Wetenschappelijke Raad oordeelt dat de toetsing van de aanvraag moeilijk tijdig uit te voeren is, dan deelt hij binnen de termijn vermeld in paragraaf 1 mee dat de mededelingstermijn van de beslissing met 15 werkdagen wordt verlengd. De verlengingsbeslissing vermeldt de reden of de redenen voor het uitstel. § 3. Bij hoogdringendheid en in afwijking van paragraaf 1 geeft de Wetenschappelijke Raad zijn advies, op verzoek van de voorzitter van het Comité, binnen 15 dagen, te tellen vanaf de datum van de aanvraag.

De voorzitter van het Comité legt in zijn aanvraag de redenen uit waarvoor de hoogdringendheid wordt gevraagd.

Als de Wetenschappelijke Raad oordeelt dat de toetsing van de aanvraag moeilijk tijdig uit te voeren is, dan deelt hij binnen de termijn van 15 dagen bedoeld in de eerste alinea mee dat de mededelingstermijn van de beslissing met 15 werkdagen wordt verlengd. De verlengingsbeslissing vermeldt de reden of de redenen voor het uitstel. § 4. Het advies wordt door de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad per e-mail naar de voorzitter van het Comité en het nationaal Wetenschappelijk Secretariaat gestuurd en wordt door die laatste op het beveiligde deel van de website geplaatst. § 5. De voorzitter van het Comité kan de voorzitter van de Raad verzoeken om het ontvangen advies te verduidelijken of aan te vullen.

De voorzitter van de Raad kan het advies mondeling voorstellen tijdens een vergadering van het Comité: 1° op verzoek van het Comité;2° ofwel op eigen initiatief.In dat geval, zet hij dit punt op de agenda via de voorzitter van het Comité. HOOFDSTUK V. - Toezicht op de algemene werking van het Wetenschappelijk Secretariaat Afdeling 1. - Uitwerking van het werkprogramma en de budgettaire

raming

Art. 10.§ 1. Met het oog op de uitwerking van het jaarlijks werkprogramma van het Wetenschappelijk Secretariaat roept de voorzitter van het Comité aan het begin van het tweede semester dat voorafgaat aan het werkjaar in kwestie de effectieve leden van het Comité en het nationaal Wetenschappelijk Secretariaat bijeen. De voorzitter van het Comité mag de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad evenals elke andere deskundige uitnodigen.

Samen met het Wetenschappelijk Secretariaat stelt het Comité de uit te voeren taken van het jaarlijks werkprogramma vast evenals de raming van het jaarlijks werkingsbudget van het Wetenschappelijk Secretariaat voor het volgende werkjaar.

Met het oog op de vaststelling van deze taken vraagt het Comité het advies van de Wetenschappelijke Raad. § 2. Na advies van de Wetenschappelijke Raad legt het Comité de raming van het jaarlijks werkingsbudget voor aan de ICL en dit in de loop van het derde trimester dat voorafgaat aan het werkjaar in kwestie, overeenkomstig artikel 18, § 3, van het samenwerkingsakkoord.

Nadat het Comité het nationaal Wetenschappelijk Secretariaat heeft geraadpleegd, legt het ten laatste tegen 30 januari van het jaar in kwestie het jaarlijks werkprogramma voor aan de ICL, overeenkomstig artikel 18, § 2, van het samenwerkingsakkoord. § 3. De voorzitter van het Comité kan zich, in bepaalde gevallen, laten bijstaan in zijn taken en voor zover het Comité hiermee akkoord ging: 1° door een ander effectief lid van het Comité;2° door het nationaal Wetenschappelijk Secretariaat;3° door een persoon die administratief of contractueel verbonden is aan de bevoegde overheid waartoe de voorzitter behoort. Afdeling 2: - Activiteitenverslag

Art. 11.Het Comité neemt ten laatste tegen 30 januari van het jaar volgend op het jaar in kwestie het activiteitenverslag aan, met inbegrip van het gebruik van het jaarlijkse werkingsbudget, dat overeenkomstig artikel 19 van het samenwerkingsakkoord door het Wetenschappelijk Secretariaat werd voorbereid.

Zodra het Comité het activiteitenverslag heeft goedgekeurd, legt het dit ter definitieve aanname voor aan de ICL. Afdeling 3: - Opvolging van de werking van het Wetenschappelijk

Secretariaat

Art. 12.§ 1. Van zodra de ICL het werkprogramma en het activiteitenverslag bedoeld in artikel 11 heeft aangenomen, belegt de voorzitter van het Comité een vergadering over de werking van het Wetenschappelijk Secretariaat. Hij nodigt de vertegenwoordiger van de Gastinstelling, de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad en de voorzitter van het Wetenschappelijk Secretariaat uit voor deze vergadering.

Een vertegenwoordiger van de financiële dienst van de Gastinstelling woont eveneens deze vergadering bij voor over alle aangelegenheden met betrekking tot de begroting. § 2. De vergadering heeft een dubbele doelstelling: 1° de balans opmaken van de werking van het Wetenschappelijk Secretariaat in het voorbije jaar, wat de volgende punten omvat: a) de evaluatie van de uitvoering van het werkprogramma van het voorbije jaar op basis van : i) het activiteitenverslag bedoeld in artikel 19 van het samenwerkingsakkoord, met inbegrip van de financiële aspecten; ii) een evaluatie door het Comité; iii) een evaluatie door de Wetenschappelijke Raad. b) elk ander punt dat een uitwisseling tussen de leden van de vergadering zou vereisen.2° het voorstellen van het werkprogramma voor het lopende jaar, met inbegrip van de financiële aspecten, zoals bedoeld in artikel 20 van het samenwerkingsakkoord. § 3. De voorzitter van het Comité stelt een ontwerp van verslag van de vergadering op en laat zich hierbij, zo nodig, bijstaan door de vertegenwoordigers van de financiële dienst bedoeld in paragraaf 1.

Hij legt dit ontwerp ter aanneming voor aan de leden die hebben deelgenomen aan de vergadering.

Eenmaal aangenomen wordt het rapport door de voorzitter van het Comité ter informatie doorgestuurd naar de andere leden van het Comité. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 13.In geval van geschil bij de toepassing van dit akkoord wordt dat ter kennis gebracht van de ICL teneinde tot een oplossing te komen. De ICL wordt met Wetenschapsbeleid uitgebreid in verband met artikel 12.

Art. 14.Dit akkoord wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 15.Dit akkoord treedt in werking de dag op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De minister van de federale overheid die bevoegd is voor Leefmilieu is belast met de bekendmaking van dit akkoord.

Opgemaakt te Brussel op 16 februari 2023, in één enkel oorspronkelijk exemplaar, dat zal worden neergelegd bij het Centrale Secretariaat van het Overlegcomité..

Voor de Federale Regering: De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Justitie en Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal, Z. KHATTABI De Staatssecretaris voor Relance en strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk, Z. DEMIR Voor het Waalse Gewest : De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bos, Erfgoed en Dierenwelzijn, C. TELLIER Voor het Brussels Hoofdstedelijke Gewest : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Klimaat- transitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

^