gepubliceerd op 25 november 2004
Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
15 SEPTEMBER 2004. - Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 80, 5°;
Gelet op de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 5, 10, § 1, gewijzigd bij de verordening van 18 september 2002, 11, 13, 15, 18, 30, § 2, 42, gewijzigd bij de verordeningen van 19 juli 2000 en 18 september 2002, 43, 45, 49, 52quinquies, ingevoegd bij de verordening van 18 september 2002, en 52sexies, ingevoegd bij de verordening van 18 september 2002, en op de bijlage III, vervangen bij de verordening van 18 september 2002;
Na erover beraadslaagd te hebben tijdens zijn zitting van 15 september 2004, Besluit :
Artikel 1.In de artikelen 5, eerste en tweede lid, 11, derde lid, 13, § 1, c), tweede en vierde lid, 15, eerste en laatste lid, en 18, tweede lid, van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden de woorden « Dienst voor geneeskundige controle » vervangen door de woorden « Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle ».
Art. 2.In de artikelen 10, § 1, laatste lid, en 48, § 1, tweede lid, van dezelfde verordening, worden de woorden « de Kas voor werkloosheidsuitkeringen » vervangen door de woorden « de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen ».
Art. 3.In de Nederlandse tekst van de artikelen 30, § 2, laatste lid, en 45, § 2, van dezelfde verordening, worden de woorden « arbeiders in loondienst » vervangen door de woorden « werknemers in loondienst ».
Art. 4.In artikel 42 van dezelfde verordening, gewijzigd bij de verordeningen van 19 juli 2000 en 18 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt vervangen door het volgende lid : « Art.42. § 1. Onverminderd de toepassing van de aligneringsmaatregel, bedoeld in artikel 211, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996, is het gederfde loon voor de deeltijds werknemer met behoud van rechten die aanspraak heeft op een inkomensgarantieuitkering overeenkomstig de bepalingen van artikel 131bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991, gelijk aan de som van, enerzijds, het product van de vermenigvuldiging van het in artikel 30 bedoelde gederfde loon met een breuk met als teller het brutobedrag van de tijdens de refertemaand toegekende inkomensgarantieuitkering en als noemer het bedrag van de referteuitkering, vastgesteld overeenkomstig de artikelen 75bis, eerste lid en 75quater van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering en, anderzijds, het gederfde loon bedoeld in artikel 23 of, als het om een tijdelijke leerkracht gaat, in artikel 26. »; 2° § 1, tweede lid, wordt vervangen door het volgende lid : « Ingeval het in het eerste lid bedoelde loon minder is dan het loon waarop de gerechtigde aanspraak zou kunnen maken krachtens artikel 30, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering bij het verstrijken van het tijdvak van alignering, bedoeld in voormeld artikel 211, § 2, berekend op basis van laatst bedoeld loon.»; 3° § 2, tweede lid, wordt vervangen door het volgende lid : « Bij het verstrijken van het tijdvak van alignering, bedoeld in artikel 211, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996, mag het bedoelde loon echter niet lager zijn dan het loon waarop de gerechtigde aanspraak zou kunnen maken krachtens artikel 30.»
Art. 5.In artikel 43 van dezelfde verordening worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « twaalf » vervangen door het woord « vierentwintig »;2° het volgende lid wordt ingevoegd na het eerste lid : « De termijn van vierentwintig maanden bedoeld in het vorige lid wordt geschorst tijdens een tijdvak van volledige gecontroleerde werkloosheid.»
Art. 6.Artikel 45, § 3, van dezelfde verordening wordt opgeheven.
Art. 7.Artikel 49, § 2, van dezelfde verordening wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De gerechtigde die haar nabevallingsrust wenst te verlengen krachtens artikel 114, vierde lid, van de gecoördineerde wet, bezorgt bij het verstrijken van het tijdvak van nabevallingsrust aan haar verzekeringsinstelling een getuigschrift van de verplegingsinrichting waaruit blijkt dat de voorwaarden van de voormelde bepaling vervuld zijn, met vermelding van de duur van opname van de pasgeborene.
In voorkomend geval bezorgt de gerechtigde bij het einde van de verlenging, zoals bepaald in het eerste lid, aan haar verzekeringsinstelling een nieuw getuigschrift van de verplegingsinrichting waaruit blijkt dat tijdens deze verlenging de pasgeborene verder in de verplegingsinrichting heeft verbleven met vermelding van de duur van de opname.
Binnen acht dagen na afloop van voormeld tijdvak van moederschapsbescherming bezorgt de gerechtigde aan haar verzekeringsinstelling eveneens een naar behoren ingevuld, gedateerd en ondertekend bewijs, overeenkomstig het model in bijlage VIII. »
Art. 8.Artikel 52quinquies van dezelfde verordening, ingevoegd bij de verordening van 18 september 2002, wordt vervangen als volgt : «
Art. 52quinquies.§ 1. Het gederfde loon, dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de uitkering voor de zeven dagen vaderschapsverlof, bedoeld in artikel 223bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996, is het gederfde loon dat is vastgesteld overeenkomstig de artikelen 23 tot 28 dat zou zijn toegekend voor die dagen, indien de werknemer niet met vaderschapsverlof zou zijn geweest.
Om het dagloon vast te stellen bedoeld in het eerste lid, wordt evenwel geen rekening gehouden met het aantal werkdagen gelegen in de referentieperiode, maar met het aantal dagen tijdens welke de werknemer normaal gewerkt zou hebben tijdens deze periode.
Voor de uitzendkracht en voor de seizoenarbeider, bedoeld in artikel 27, wordt het gederfde loon vastgesteld overeenkomstig artikel 27, § 1, zonder dat op dit loon de op grond van die bepaling vastgestelde reductiecoëfficiënt wordt toegepast. § 2. Het gederfde loon, dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de uitkering toe te kennen voor de werkdagen van de periode van adoptieverlof, bedoeld in artikel 223ter van het koninklijk besluit van 3 juli 1996, is het gederfde loon dat is vastgesteld overeenkomstig de artikelen 23 tot 28. »
Art. 9.In artikel 52sexies, § 2, van dezelfde verordening, ingevoegd bij de verordening van 18 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid wordt vervangen door het volgende lid : « De gerechtigde stuurt het inlichtingsblad en, in voorkomend geval, de verklaring betreffende de in het kader van de sector uitkeringen gestelde voorwaarden van verzekering, beide naar behoren ingevuld en ondertekend, zo snel mogelijk terug aan zijn verzekeringsinstelling.» 2° het volgende lid wordt ingevoegd na het derde lid : « Binnen acht dagen na afloop van het tijdvak van adoptieverlof bezorgt de gerechtigde aan zijn verzekeringsinstelling het naar behoren door de werkgever ingevuld, gedateerd en ondertekend bewijs, overeenkomstig het model in bijlage VIII.»
Art. 10.In bijlage III van dezelfde verordening, vervangen bij de verordening van 18 september 2002 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in rubriek 16, wordt het punt A4 vervangen door het volgende punt : « A4.Voor de werknemer met vaderschapsverlof bedoeld in artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten : a) Geef in het rooster hieronder, de data van de tien dagen vaderschapsverlof op, met eerst de dagen betaald door de werkgever met de lettercode « BE », en daarna de andere dagen met de lettercode « VV ».b) Vul eveneens de rubrieken 7 tot 15B, 17a), 19 tot 24 in.» 2° in rubriek 16 wordt een punt A4bis, luidend als volgt, ingevoegd na het punt A4 : « A4bis.Voor de werknemer met adoptieverlof bedoeld in artikel 30ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten : a) Geef in het rooster hieronder, de periode van adoptieverlof op, met eerst de dagen betaald door de werkgever met lettercode « BE », en daarna het saldo van de periode met de lettercode « AV ».b) Vul eveneens de rubrieken 7 tot 15B, 17, 19 tot 24, en in voorkomend geval, 25 in.» 3° in rubriek 16, punt A5, wordt de kolom « Lettercodes aard van de dag » aangevuld met de volgende lettercodes : « VV = Niet-betaalde dagen vaderschapsverlof AV = Niet-betaalde dagen adoptieverlof ».4° het luik « In te vullen door de diensten die belast zijn met de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen », dat de rubrieken 26 tot 33 bevat, wordt vervangen door het luik « In te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen » dat als bijlage gaat aan deze verordening.
Art. 11.Artikel 4 van deze verordening heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003. De artikelen 6 en 7 hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2004. De artikelen 8 en 9 hebben uitwerking met ingang van 25 juli 2004. Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 25 juli 2004, met uitzondering van het punt 4° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2004.
De Voorzitter, I. Van Damme.
De Leidend ambtenaar, P. De Milt.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld