gepubliceerd op 23 maart 2021
Verordening betreffende het label "I.M.P.A.C.T."
13 NOVEMBER 2020. - Verordening betreffende het label "I.M.P.A.C.T."
De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, College, bekrachtigen en kondigen af wat volgt : HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN Afdeling I. - Definities
Artikel 1.In de zin van deze verordening dient men te verstaan onder: 1. Begeleiding: de artistieke en culturele begeleiding sluit rechtstreeks aan op de culturele, artistieke en wetenschappelijke activiteiten, zij is erop gericht bij te dragen tot de ontwikkeling en verrijking van eenieder door en teneinde kennis te maken en in contact te treden met en zich te begeven naar plaatsen, werken en kunstenaars, maar ook dankzij de praktijken waartoe die kennismaking en contacten aanleiding geven.Zij steunt dus op de samenwerking met culturele structuren en kunstenaars; 2. Culturele democratie: de actieve deelname van de bevolkingsgroepen aan cultuur, via collectieve praktijken inzake culturele uitdrukking, cultureel onderzoek en culturele creatie gevoerd door in vrij verband met elkaar zijnde enkelingen, met als doel gelijkheid, emancipatie en maatschappelijke en politieke omvorming(1);3. Culturele democratisering: de uitbreiding en de diversificatie van het publiek, de ontwikkeling van de gelijkheid van de toegang tot werken en het vergemakkelijken van deze toegang(2);4. Culturele ontwikkeling: de uitbreiding en de intensivering van de uitoefening van het recht op cultuur door de bevolkingsgroepen van een grondgebied en de vermindering van ongelijkheid in de uitoefening van het recht op cultuur(3);5. Het College: het College van de Franse Gemeenschapscommissie;6. Het Collegelid: het lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat bevoegd is voor cultuur;7. De Operator: de artistieke instelling, het gezelschap, de uitvoerend producent of de initiatiefnemer van een project, opgericht als vereniging zonder winstoogmerk, die de leiding over het kunstproject heeft en die als rechtspersoon het aanvraagdossier indient (het werk samen met het bemiddelingsproject);8. Diensten van het College: de administratie van de Franse Gemeenschapscommissie - Dienst voor Algemene Culturele Zaken. Alle titels en functies die in deze verordening zijn vermeld, moeten zowel vrouwelijk als mannelijk worden opgevat. Afdeling II. - Algemene principes
Art. 2.Ieder jaar kiest het College twee toneelstukken die het label met de naam "I.M.P.A.C.T." krijgen.
Met het label worden de volgende zes doelstellingen nagestreefd: 1° Culturele inclusie: het label is bedoeld om het cultuuraanbod toegankelijk te maken en de deelname aan het culturele leven te bevorderen door culturele participatie, toegang tot cultuur, het recht op culturele expressie en interpretatie te waarborgen.2° Culturele bemiddeling: het label ondersteunt alle initiatieven en aanpakken die erop gericht zijn: - de toegang tot cultuur, de ontmoeting met scheppende kunstenaars, de vereenzelviging met de werken en de deelname aan het culturele leven door alle individuen en groepen te vergemakkelijken - komaf te maken met de scheiding tussen sociale categorieën, toepassingsgebieden en culturele groepen bij de beleving van cultuur; - acties op touw te zetten om de burgers en de kunst- en cultuursector met elkaar te verbinden en in dialoog te laten treden; - activiteiten en workshops te bedenken en op te zetten; - pedagogische hulpmiddelen aan te maken; - ontmoetingen te organiseren; - de stakeholders langs weerszijden bewust te maken. 3° Doelgroepen: het label strekt ertoe de aanzet te geven om de doelgroep(en) te ontmoeten en ermee in contact te treden via activiteiten die rechtstreeks verband houden met het project, een gevarieerd publiek samen te brengen en doelgroepen te vermengen. Het is de bedoeling om met het label vooral de bevolkingsgroepen die ver afstaan van de traditionele gevestigde cultuurplaatsen en -vormen, te bereiken. De prioritaire doelgroepen omvatten: 1. de Brusselaars vanaf 16 jaar;2. de leerlingen vanaf het vierde middelbaar;3. het bezoekerspubliek van de Brusselse verenigingen, en dan voornamelijk van de verenigingen die erkend zijn door of subsidies krijgen van de Franse Gemeenschapscommissie;4. mensen uit minderheden die mogelijk te lijden hebben onder discriminatie: bijvoorbeeld economisch en/of sociaal kwetsbare personen, personen met een handicap;5. de specifieke doelgroep(en) die iets te maken hebben met het thema dat het kunstproject uitdraagt of aan bod brengt.4° Toegankelijkheid: het label stimuleert een beleid om de ontdekking van cultuur te begeleiden via in het kader van toneelstukken ontwikkelde praktijken en beoogt iedereen in staat te stellen om zijn of haar recht op cultuur uit te oefenen.5° Cultuur: het label ondersteunt artistieke gezelschappen bij de culturele ontwikkeling op basis van een aanpak van permanente opvoeding en vanuit een doelstelling van culturele democratisering of culturele democratie door middel van een toneelopvoering.6° Thematiek: het label stimuleert creatie, creativiteit, de aandacht voor grote uitdagingen of hedendaagse thema's die verband houden met de samenleving in het algemeen en/of met Brussel in het bijzonder;het kan gaan om een eigentijds collectief geschreven stuk of om een bestaand werk waaraan de culturele operator een eigen invulling geeft.
Het werk moet origineel en geëngageerd zijn en bestempeld zijn als een toneelwerk (dramakunst).
Art. 3.Het label wordt toegekend om de culturele bemiddeling, de pedagogische begeleiding van het kunstproject en de verspreiding ervan onder het doelpubliek extra te ondersteunen.
Art. 4.Het werk dat het label krijgt, moet een originele en professionele toneelcreatie zijn die in het Frans op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt verspreid.
Art. 5.Het College kent het label toe op basis van het advies van de jury die omschreven is in de artikelen 12, 13 en 14 van afdeling I van hoofdstuk 3. HOOFDSTUK II. - PROCEDURE Afdeling I. - Tijdschema
Art. 6.De procedure voor de aanvraag van het label verloopt als volgt: 1. De oproep tot het indienen van aanvragen voor het jaar N+2 wordt uiterlijk op 30 september van het jaar N bekendgemaakt.2. De operatoren worden verzocht om tussen 1 en 30 oktober van het jaar N bij de diensten van het College een intentieverklaring in te dienen.3. De jury woont tussen 1 november van het jaar N en 30 juni van het jaar N+1 de voorstellingen van de voorgedragen stukken bij.4. De operatoren dienen hun aanvraag uiterlijk op 30 juni van het jaar N+1 in bij de diensten van het College.5. De jury brengt een advies uit en bezorgt dat uiterlijk op 15 september van het jaar N+1 aan het College.6. Het College beslist op basis van het advies van de jury over de toekenning van een label aan twee laureaten.7. De projecten die een label hebben gekregen, worden uitgevoerd in de jaren N+2 en N+3. Jaar N
Jaar N+1
Jaar N+2
Jaar N+3
Oproep tot het indienen van aanvragen
Intentieverklaring
Bezichtiging van de voorgedragen stukken
Aanvraagdossiers
Jury en beslissing
1ste jaar label
2de jaar label
Afdeling II. - Oproep tot het indienen van aanvragen en
intentieverklaring
Art. 7.De operator die de toekenning van het label vraagt, moet binnen het vastgelegde tijdschema met een intentieverklaring antwoorden op de oproep tot het indienen van aanvragen.
Art. 8.Na de bekendmaking van de oproep tot het indienen van aanvragen stuurt de operator naar de diensten van het College een intentieverklaring, waarin de volgende informatie moet staan: 1. naam van het stuk;2. contactgegevens van de operator; 3. voorstelling van het stuk (maximaal 4.000 tekens spaties inbegrepen) en motivering van het project (maximaal 3.000 tekens spaties inbegrepen); 4. minstens drie data waarop de jury in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt uitgenodigd om een voorstelling bij te wonen en de praktische regeling van die uitnodiging. Afdeling III. - Ontvankelijkheidscriteria voor de aanvraag
Art. 9.Een aanvraag is ontvankelijk, als zij voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. de operator is een vzw die erkend is op grond van het decreet van 13 oktober 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/10/2016 pub. 17/11/2016 numac 2016029529 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten sluiten tot wijziging van het kaderdecreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de podiumkunsten van de Franse Gemeenschap;2. de operator heeft minstens drie data tussen 1 november en 30 juni voorgesteld om het stuk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te gaan bekijken;3. de opvoering is door minstens 60% van de jury gezien;4. de operator dient slechts één aanvraag per kalenderjaar in;5. de operator heeft het label in de vorige vijf jaar niet verworven;6. de operator heeft het volledige dossier conform artikel 12 ingevuld.
Art. 10.Het voorgedragen project voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. het stuk moet klaar zijn;het mag niet gaan om een niet afgerond werk of om een creatie die nog volop vorm krijgt; 2. het mag niet meer dan drie jaar geleden zijn gecreëerd;3. het kadert in de sector van het beroepstoneel;4. het wordt voornamelijk in het Frans verspreid;5. er mag maar twee keer dezelfde aanvraag voor het label worden ingediend;6. een project kan het label maar één keer krijgen (ook al gaat het om een heropvoering of bijwerking van het stuk). Afdeling IV. - Samenstelling van het uiteindelijke dossier
Art. 11.Het volledige dossier moet conform het in artikel 6 bepaalde tijdschema elektronisch worden verstuurd naar het adres dat in de oproep tot het indienen van aanvragen is vermeld.
Het moet de volgende elementen bevatten: 1° het naar behoren ingevulde aanvraagformulier;2° een beknopt dossier met een perstekst, een overzicht of een voorstelling van de opvoering; 3° de mogelijke pedagogische invulling (minstens 3.000 tekens); 4° de gedetailleerde begroting van de geplande activiteiten van het project (ontvangsten en uitgaven) opgemaakt op basis van het rooster dat bij het aanvraagformulier is gevoegd;5° de statuten van de vzw;6° een rekeningnummer van de vzw (attest identificatie rekening) ;7° de balansen en rekeningen, alsook het activiteitenverslag van het vorige jaar;8° het bewijs van de neerlegging van de balansen en rekeningen bij de NBB of bij de ondernemingsrechtbank. De operator mag alle bijkomende informatie die nuttig kan zijn voor een beter begrip van het dossier, aan zijn dossier toevoegen.
De jury kan van de kandidaat bijkomende informatie en/of aanvullende elementen eisen, indien dat nodig wordt geacht. HOOFDSTUK III. - DE JURY Afdeling I. - Samenstelling van de jury
Art. 12.Het College duidt op voordracht van het Collegelid, nadat door laatstgenoemde een oproep tot het indienen van aanvragen is uitgeschreven, de leden aan die gedurende vier jaar zullen zetelen in de jury voor de uitreiking van het label. De samenstelling van de jury kan eenmaal hernieuwd worden. Een huishoudelijk reglement legt de opdrachten en taken van de jury vast.
Een jurylid dat ontslag wenst te nemen, moet het College daarvan verplicht op de hoogte brengen, zodat het zo spoedig mogelijk kan overgaan tot diens vervanging.
Art. 13.De jury bestaat uit tien leden die onderverdeeld zijn in twee categorieën: Categorie 1: experten uit de culturele, artistieke en associatieve sector met vakkennis over de in artikel 2 omschreven doelstellingen;
Categorie 2: leden van de diensten van het College.
Er mogen niet meer dan twee leden van categorie 2 zijn.
De voorzitter van de jury wordt door de leden van de jury aangeduid onder de leden van categorie 1. De voorzitter wordt aangeduid voor een hernieuwbare periode van twee jaar. Het secretariaat van de jury wordt waargenomen door een lid van categorie 2.
De volgende ambten zijn onverenigbaar met de hoedanigheid van jurylid: - lid van een parlement; - lid van een regering; - lid van een ministerieel kabinet.
Art. 14.Een jurylid dat een rechtstreekse of onrechtstreekse link heeft(4) met een aanvraagdossier, mag niet deelnemen aan de besprekingen, noch aan de besluitvorming over het desbetreffende project.
Art. 15.De jury komt minstens één keer per jaar samen om te beraadslagen over het aan het College te bezorgen advies. Afdeling II. - Het advies van de jury
Art. 16.Het advies van de jury omvat voor ieder ontvankelijk project minstens de volgende elementen: - een analyse op basis van de selectiecriteria bedoeld in de artikelen 17 en 18; - een analyse van de afstemming van het gevraagde budget op de in artikel 2 omschreven opdrachten, die onder meer gebaseerd wordt op de gegevens over de verdeling van de kosten, de afstemming van het budget op het project en het voorgestelde tariefbeleid; - een analyse van het bezorgde pedagogische onderdeel.
Art. 17.Dit zijn de criteria om geselecteerd te worden voor I.M.P.A.C.T.: 1. Voor wat de CULTURELE INCLUSIE betreft, onderzoekt de jury de voorstelling van het project als instrument voor mobilisering, emancipatie en reflectie door middel van cultuur.2. Voor wat de CULTURELE BEMIDDELING betreft, onderzoekt de jury de voorstelling van een volledig en gedetailleerd project voor culturele bemiddeling, van een actiemethodologie, van de pedagogische krachtlijnen, van de instrumenten en methodes, van de partners en van het pedagogische dossier.3. Voor wat het DOELPUBLIEK betreft, gaat de jury na welke concrete stappen er worden voorgesteld om de diversiteit van het publiek te waarborgen.4. Voor wat de TOEGANKELIJKHEID betreft, onderzoekt de jury de geografische spreiding en de diversiteit van de plaatsen die worden aangedaan, evenals het toegepaste tariefbeleid en het aantal vooropgestelde opvoeringen.5. Voor wat de CULTUUR betreft, kijkt de jury naar de initiatieven inzake permanente opvoeding en/of sociale cohesie die rond het project en het werk worden opgezet.6. Voor wat de THEMATIEK betreft, onderzoekt de jury de relevantie van het thema dat (of de thema's die) met het werk wordt (of worden) uitgedragen.
Art. 18.Naast de selectiecriteria worden ook de volgende aandachtspunten onderzocht: 1. de kwaliteit, de originaliteit, de vernieuwing en/of de uitmuntendheid van het project;2. de manier waarop het wordt ingepast in het kunst- en cultuurlandschap van het Brussels Gewest;3. de wijze waarop het Brusselse kunstenaars in de kijker plaatst;4. de manier waarop werknemers die te lijden hebben onder vele vormen van discriminatie, naar waarde worden geschat en in het creatieve proces worden ingeschakeld;5. het parcours en de vroegere verwezenlijkingen van de culturele operator;6. de uitvoerbaarheid van het hele project en de naleving van de sociale en fiscale wetgeving. De criteria die verband houden met de doelstellingen van het label (artikel 17), wegen mee voor 90%. De criteria die verband houden met de aandachtspunten (artikel 18), wegen mee voor 10%. HOOFDSTUK IV. - SUBSIDIERING
Art. 19.Het College kent de operatoren die het label hebben verworven, op de wijze die omschreven is in het subsidiebesluit een subsidie van 30.000 euro toe voor de uitvoering van het project.
Art. 20.De operatoren die het label hebben verworven, krijgen voor het tweede jaar waarin zij het label dragen, op de wijze die omschreven is in het subsidiebesluit een subsidie van 10.000 euro.
Die subsidie is bedoeld om de operator die het label verworven heeft, in staat te stellen de bemiddeling en de activiteiten voor de doelgroep rond dezelfde opvoering gedurende een jaar voort te zetten.
De operator die het label verworven heeft, moet die tweede steun uiterlijk op 31 mei van het jaar N+2 bij de diensten van het College aanvragen. De aanvraag moet de bijgewerkte versies van het aanvraagformulier en de begroting met betrekking tot het label bevatten.
Art. 21.Het gebruik van de subsidie dient verantwoord te worden op de wijze die in het subsidiebesluit is omschreven. HOOFDSTUK V. - UITVOERINGSVERSLAG
Art. 22.De operator stelt na elk jaar waarin hij het label draagt, een verslag op. Dat verslag bevat: 1. een algemene evaluatie van het culturele bemiddelingsproject;2. een samenvatting van de georganiseerde activiteiten, initiatieven en workshops;3. het bezoekersaantal en een beschrijving van de bereikte doelgroepen (met verdeelsleutels);4. een overzicht van de bereikte gebieden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;5. het aantal opgevoerde voorstellingen met het label en het toegepaste tariefbeleid.
Art. 23.De operator bezorgt de diensten van het College vóór 31 maart van het kalenderjaar dat volgt op het jaar van de subsidie het uitvoeringsverslag samen met het dossier met de bewijsstukken. HOOFDSTUK VI. - DIVERSE VERPLICHTINGEN
Art. 24.Door een aanvraag in te dienen, geeft de operator de Franse Gemeenschapscommissie toestemming om de inhoud van zijn dossier door middel van om het even welke techniek, op om het even welke drager en uitsluitend met het oog op de projectselectie bekend te maken aan de leden van de jury.
Art. 25.De operator is verplicht om de steun van de Franse Gemeenschapscommissie te vermelden via het officiële logo van het label of door het label op te nemen in alle vormen van communicatie en publicaties, zoals affiches, de activiteitenprogramma's en internetkanalen.
Bij het in artikel 22 vermelde uitvoeringsverslag dient een exemplaar van elke vorm van promotiemateriaal gevoegd te worden.
Art. 26.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.
Gegeven te Brussel, 13 november 2020.
De Voorzitster De Secretaris, De Griffier Brussel, 3 december 2020.
Voor de Franstalige Brusselse Regering : Minister-Presidente van de Franstalige Brusselse Regering bevoegd voor de Gezondheidspromotie, het Gezin, de Begroting en het Openbaar Ambt, B. TRACHTE Minister van de Franstalige Brusselse Regering bevoegd voor het Onderwijs, de kinderopvang, Cultuur, Personen met een Handicap, het Toerisme en het Schoolvervoer, R. VERVOORT Minister van de Franstalige Brusselse Regering bevoegd voor de Beroepsopleiding en de Internationale Betrekkingen, B. CLERFAYT Minister van de Franstalige Brusselse Regering bevoegd voor Welzijn en het Gezondheid, A. MARON Minister van de Franstalige Brusselse Regering bevoegd voor de Sociale Cohesie en de Sportinfrastructuren, N. BEN HAMOU _______ Nota's (1) Definitie overgenomen uit het decreet van 21 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014029030 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de Culturele centra sluiten betreffende de culturele centra.(2) Ibid.(3) Ibid.(4) Onder rechtstreekse of onrechtstreekse link wordt verstaan: een familielid in de eerste graad van iemand die betaald werd of wordt om het werk te creëren of te verspreiden, iemand die heeft bijgedragen aan de creatie of de verspreiding van het werk, iemand die (rechtstreeks of via een rechtspersoon voor wie hij werkt of een opdracht vervult) een contract met betrekking tot het werk in kwestie heeft gesloten met iemand die heeft bijgedragen aan de creatie of de verspreiding van het werk, een lid van de algemene vergadering of van de raad van bestuur van een vzw.Deze lijst is niet volledig.