Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst van 13 maart 2000
gepubliceerd op 03 mei 2000

Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022296
pub.
03/05/2000
prom.
13/03/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 2000. - Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen


Het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 22, 11°;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

Na daarover te hebben beraadslaagd in zijn vergadering van 13 maart 2000, Besluit :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt een hoofdstuk VIIquater decies ingevoegd luidend als volgt : "HOOFDSTUK VIIquater decies Modaliteiten en termijnen voor de aanvraag en de beslissing inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in de "prijs per tenlastenemingsdag" in een medisch-pediatrisch centrum Art. 9 vicies. In dit hoofdstuk wordt verstaan : a) onder "College", het College van geneesheren-directeurs bedoeld in artikel 23 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;b) onder "Centrum", één van de medisch-pediatrische centra bedoeld in artikel 34, 9°, a), van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen;c) onder "kennisgeving van tenlasteneming", het formulier van kennisgeving van tenlasteneming en betalingsverbintenis bedoeld in artikel 9 vicies bis, § 1, van deze verordening;d) onder "prijs per tenlastenemingsdag", de tegemoetkoming van de geneeskundige verzorging in de kosten voor de plaatsing, bedoeld in artikel 37, § 11, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Art. 9 vicies bis. Voor elke nieuwe aanvraag om verzekeringstegemoetkoming in de "prijs per tenlastenemingsdag" in een Centrum, 1° versturen de administratief verantwoordelijke en de geneesheer van het Centrum een kennisgeving van tenlasteneming en betalingsverbintenis naar de verzekeringsinstelling waarbij de rechthebbende is aangesloten of ingeschreven, binnen de drie werkdagen vanaf de eerste dag van de tenlasteneming van de rechthebbende in het Centrum, hetgeen door de afstempeling bewezen wordt.Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt deze kennisgeving van tenlasteneming en betalingsverbintenis opgemaakt in vier exemplaren, naar behoren ingevuld en conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 87a, 87b, 87c en 87d; 2° verstuurt de geneesheer van het Centrum, via de adviserend geneesheer van deze verzekerings instellingen ter attentie van het College van geneesheren-directeurs een omstandig medisch rapport dat bewijst dat de rechthebbende aan de door de overeenkomst tussen het Centrum en het Verzekeringscomité voorziene voorwaarden van tenlasteneming door het Centrum voldoet.Dit omstandig medische rapport moet binnen de éénentwintig kalenderdagen vanaf de eerste dag van de tenlasteneming door de verzekeringsinstelling ontvangen worden.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het opgemaakt conform het model dat is opgenomen in de bijlage 88.

Art. 9 vicies ter. § 1. Binnen de vijf werkdagen vanaf hun ontvangst door de verzekeringsinstelling verstuurt deze drie van de exemplaren van de kennisgeving van tenlasteneming naar het College. § 2. Binnen de drie werkdagen vanaf hun ontvangst door het College stuurt dit naar de verzekeringsinstelling twee van de exemplaren van de kennisgeving van tenlasteneming terug, met vermelding van zijn voorlopige beslissing over de verzekeringstegemoetkoming in de "prijs van de tenlastenemingsdag" voor de betroffen rechthebbende. § 3. Binnen de vijf werkdagen vanaf hun ontvangst door de verzekeringsinstelling verstuurt deze naar het Centrum één exemplaar van de kennisgeving van tenlasteneming, vermelding van de voorlopige beslissing van het College.

Art. 9 vicies quater. § 1. Voor zover het Centrum de in artikel 9 vicies bis, 1°, voorziene modaliteiten nageleefd heeft, is elke gunstige voorlopige beslissing geldig vanaf de eerste dag van de tenlasteneming en op zijn vroegst twee werkdagen vóór de datum van verzending van de kennisgeving van tenlasteneming door het Centrum naar de verzekeringsinstelling.

De gunstige voorlopige beslissing van het College, voorzien van de vermelding door de verzekeringsinstelling dat de betrokkene recht heeft op tegemoetkoming in de onkosten betreffende zijn tenlasteneming in het Centrum, geldt als betalingsverbintenis. Onverminderd de bepalingen over de definitieve beslissing van het College en onverminderd de bepalingen over de verzending van een omstandig medisch rapport en de sanctie in geval van buiten termijn verzending, is deze betalingsverbintenis geldig voor de tijdsduur van de tenlasteneming. § 2. Elke ongunstige voorlopige beslissing die alleen op het onderzoek van de kennisgeving van tenlasteneming gegrond is, moet door het Centrum ontvangen worden binnen de tweeëntwintig kalenderdagen vanaf de verzending van de kennisgeving van tenlasteneming door het Centrum naar de verzekeringsinstelling; ze wordt van kracht vanaf de eerste dag van de tenlasteneming.

Elke ongunstige voorlopige beslissing wordt gemotiveerd en bij ter post aangetekend schrijven betekend. § 3. Voor zover het Centrum de in artikel 9 vicies bis, 1°, voorziene modaliteiten naleefde en indien het de voorlopige beslissing niet binnen de dertig kalenderdagen vanaf de datum van verzending van de kennisgeving van tenlasteneming ontvangt heeft, wordt de betalingsverbintenis als verworven beschouwd vanaf de eerste dag van de tenlasteneming en op zijn vroegst twee werkdagen vóór de datum van verzending van de kennisgeving van tenlasteneming door het Centrum naar de verzekeringsinstelling. § 4. De verzekeringsinstelling kan de nietigheid van een al betekende aangezegde of als verworven beschouwde betalingsverbintenis wegens verzekerbaarheid niet aanvoeren.

Art. 9 vicies quinquies. § 1. Elke definitieve beslissing van het College is gegrond op het onderzoek van het omstandige medische rapport bedoeld in artikel 9 vicies bis, 2°. § 2. Voor elke definitieve beslissing tot toestemming stelt het College de datum van het begin en van het einde van de periode van verzekeringstegemoetkoming in de "prijs van de tenlastenemingsdag" vast, waarbij de datum van het begin overeenkomt met deze die in de voorlopige beslissing vastgesteld wordt. § 3. Elke definitieve beslissing tot weigering die op het onderzoek van het omstandige medische rapport gegrond is, wordt van kracht, voor de ambulante rechthebbende, de dag die zijn opname in het Centrum volgt, en voor de interne rechthebbende, zeven kalenderdagen na de datum van zijn opname in het Centrum. § 4. Elke definitieve beslissing van het College wordt aan het Centrum door de verzekeringsinstelling betekend.

Elke definitieve beslissing tot weigering wordt gemotiveerd en bij ter post aangetekend schrijven betekend. § 5. Als het omstandige medische rapport niet in de in artikel 9 vicies bis, 2°, vastgestelde termijnen door de verzekeringsinstelling ontvangen wordt, wordt de betalingsverbintenis ambtshalve vanaf de tweeëntwintigste kalenderdag vanaf de eerste dag van de tenlasteneming nietig.

Art. 9 vicies sexter. § 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid moet de aanvraag tot verlenging van de periode van verzekeringstegemoetkoming in de "prijs van de tenlastenemingsdag", die door het College overeenkomstig artikel 9 vicies quinquies, § 2, vastgesteld wordt, opgemaakt worden door de geneesheer van het Centrum in de vorm van het omstandige medische rapport bedoeld in artikel 9 vicies bis, 2°, en minstens vijftien kalenderdagen voor de datum van het einde van deze periode, ten behoeve van het College, naar de verzekeringsinstelling waarbij de rechthebbende is aangesloten of ingeschreven, verstuurd worden. § 2. De verzekeringsinstelling betekent de beslissing van het College aan het Centrum, ten laatste op de dag die aan de datum van het einde van de oorspronkelijk vastgestelde periode van verzekeringstegemoetkoming in de "prijzen per tenlastenemingsdag" vooraf gaat. In geval van niet-naleving van deze termijn door de verzekeringsinstelling is een voorlopige verlenging beschouwd als verworven. § 3. Elke beslissing tot weigering van verlenging van de periode van verzekeringstegemoetkoming in de "prijzen per tenlastenemingsdag" wordt van kracht, voor de ambulante rechthebbende, de dag die zijn opname in het Centrum volgt, en voor de interne rechthebbende, zeven dagen na de datum van zijn opname in het Centrum.

Elke beslissing tot weigering wordt gemotiveerd en wordt bij ter post aangetekend schrijven betekend. § 4. Bij gebrek aan een ingediende aanvraag van verlenging binnen de in § 1 vastgestelde termijn, is het einde van de periode van verzekeringstegemoetkoming in de "prijzen per tenlastenemingsdag" beschouwd als bereikt vanaf de door het College vastgestelde datum, behoudens kennisgeving van het einde van de tenlasteneming, in twee exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 89a en 89b, naar de verzekeringsinstelling binnen de twee werkdagen die de dag volgt waarop de rechthebbende voortijdig het Centrum verlaten heeft.

Art. 9 vicies septer. § 1. Voor de toepassing van deze verordening, - worden de zaterdag en de zondag niet beschouwd als werkdagen - onderbreken de "dagen terugkeer in het gezin" vastgesteld in naleving van de overeenkomst tussen het Verzekeringscomité en het Centrum, de periode van verzekeringstegemoetkoming in de "prijzen per tenlastenemingsdag" niet. § 2. In geval van herhaalde niet-naleving van de aan het Centrum door deze verordening opgelegde termijnen en modaliteiten voor elke indiening van een aanvraag van tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, kan de Voorzitter van het College van geneesheren-directeurs het Centrum bij ter post aangetekend schrijven waarschuwen voor het feit dat, als in de loop van de twaalf maanden die de verzending van dit ter post aangetekend schrijven volgen, zich meer dan drie gevallen van niet-naleving voordoen, het College de ontbinding van de met het Centrum afgesproken overeenkomst aan het Verzekeringscomité voor geneeskundige verzorging zal kunnen voorstellen. »

Art. 2.Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 13 maart 2000.

De Leidend Ambtenaar, F. PRAET De Voorzitter, D. SAUER Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^