gepubliceerd op 04 juli 1998
Omzendbrief nr. 455bis. - Opvang en opleiding van de personeelsleden van de rijksbesturen
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN
30 JUNI 1998. - Omzendbrief nr. 455bis. - Opvang en opleiding van de personeelsleden van de rijksbesturen
Aan de besturen en de andere diensten van de federale ministeries en aan de openbare instellingen die onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat staan Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, Mijn aandacht wordt erop gevestigd dat zich bepaalde moeilijkheden zouden voordoen bij de toepassing van mijn omzendbrief nr. 455 van 3 december 1997 betreffende de opvang en opleiding van de personeelsleden van de rijksbesturen (Belgisch Staatsblad 16 januari 1998).
Deze omzendbrief beoogt uitsluitend toelichting te verschaffen voor de toepassing van het koninklijk besluit van 15 september 1997 betreffende de opvang en de opleiding van de personeelsleden van de rijksbesturen.
In het tweede lid, 2°, van deze omzendbrief wordt vermeld dat « de beroepsprocedure van artikel 2bis van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid vervalt ».
Ik leg er de nadruk op dat hiermee enkel bedoeld wordt dat deze beroepsprocedure vervalt voor de beslissingen in verband met de vormingsverloven en de dienstvrijstellingen, zoals deze omschreven werd in artikel 11 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1991 betreffende het onthaal en de opleiding van het rijkspersoneel, dat in- middels werd opgeheven bij artikel 33 van het hiervoor vermeld nieuw koninklijk besluit van 15 september 1997.
Zolang geen nieuwe reglementering betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de rijksambtenaren is uitgevaardigd, blijft deze beroepsprocedure evenwel onverkort van toepassing voor de andere beslissingen waarvoor zij ingesteld werd, nl. inzake : - stage of proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst of gelijkgestelde dienst, alsook kandidaatsstelling voor de parlements- of provincieraadsverkiezingen (art. 11 koninklijk besluit 1 juni 1964, verloven); - verminderde prestaties gewettigd door sociale of familiale redenen (art. 26, § 2, derde lid, koninklijk besluit 1 juni 1964, verloven); - verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid (art. 31, § 1, vierde lid koninklijk besluit 11 juni 1964, verloven); - disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden (art. 17bis koninklijk besluit 13 november 1967 betreffende de stand disponibiliteit van het rijkspersoneel); - familiaal verlof (art. 1bis koninklijk besluit 26 mei 1975 betreffende de afwezigheden van lange duur gewettigd door familiale redenen).
De Minister van Ambtenarenzaken, A. Flahaut.