Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 29 maart 2018
gepubliceerd op 05 april 2018

Ministeriële omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018011678
pub.
05/04/2018
prom.
29/03/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


29 MAART 2018. - Ministeriële omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen


Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie, Aan Mevrouw Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, Aan de heer Voorzitter van het Controleorgaan op de politionele informatie Ter informatie : Aan de Minister van Justitie, Aan de Dames en Heren Procureurs-generaal, Aan de heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum, Aan de heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter van het Politiecollege, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mevrouw de Commissaris-generaal, Mevrouw, Mijnheer, Deze omzendbrief beoogt enerzijds het juridische kader in herinnering te brengen waarop de voorafgaande veiligheidscontroles zijn gebaseerd met het oog op de handhaving van de openbare orde en de voorkoming van misdrijven tijdens culturele, sociale, feestelijke, folkloristische of sportieve evenementen en anderzijds om de praktische modaliteiten van die controles vast te leggen.

Een genegotieerd beheer van die evenementen houdt de responsabilisering en de samenwerking van alle betrokken actoren in (overheid, organisator, politie, hulpdiensten, belangrijkste partners ...).

Onderhavige omzendbrief heeft enkel betrekking op de voorafgaande veiligheidscontroles. Wat de andere aspecten van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte betreft, verwijzen we naar omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014.

Nadat het toepassingsgebied van onderhavige omzendbrief, de verantwoordelijkheden van iedere partner en het wettelijke kader voor de voorafgaande veiligheidscontroles zijn afgebakend, zullen de nadere regels voor de uitvoering van die controles worden uiteengezet.

Het is geenszins de bedoeling om dergelijke controles op te leggen. De bedoeling is de lokale overheid een middel ter beschikking te stellen dat onder meer op basis van de ervaringen uit het verleden en de aanbevelingen van het Comité P toelaat de maatregelen van bestuurlijke politie te nemen die zo nodig geboden zijn, met inachtneming van de rechten van de burgers, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 1. Toepassingsgebied 1.1. Voorafgaande veiligheidscontroles De controles overeenkomstig deze omzendbrief betreffen de controle van personen waarbij de bestaande politionele gegevensbanken en de gegevensbanken waartoe de politiediensten wettelijk toegang hebben worden geraadpleegd teneinde zich een oordeel te vormen welke de eventueel te nemen maatregelen ten opzichte van deze personen zijn en zich ervan te vergewissen dat deze personen geen gevaar betekenen voor de openbare orde. 1.2. Betrokken evenementen Het betreft hier gebeurtenissen van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, commerciële of sportieve aard, met inbegrip van festivals, die een tijdelijk karakter hebben en die voor het publiek toegankelijk zijn. 1.3 Personen onderworpen aan de controle Door het in voege treden van de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, is het mogelijk om alle bezoekers van een evenement systematisch te onderwerpen aan een toegangscontrole door bewakingsagenten, om te vermijden dat zij wapens of gevaarlijke voorwerpen het evenement binnenbrengen.

Deze controles zijn daarentegen niet altijd mogelijk bij personen die, in welke hoedanigheid ook, meewerken aan de organisatie en het verloop van het evenement. In tegenstelling tot de bezoekers hebben die personen bovendien mogelijk toegang tot gevoelige plaatsen en/of stoffen of materialen die gevaarlijk zijn of gebruikt kunnen worden als wapen (keukengerei, gasflessen enz.) of hebben ze toegang tot het terrein van het evenement met voertuigen die stoffen of gevaarlijke voorwerpen kunnen vervoeren die gebruikt kunnen worden als een wapen.

De in deze omzendbrief bedoelde controles betreffen bijgevolg uitsluitend de personen die aan de organisatie en het verloop van het evenement deelnemen als : - dienstverleners, - leveranciers van goederen, - onderaannemers, - betaalde of vrijwillige personeelsleden van de organisator. 2. Verantwoordelijkheden De omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 stelt dat het genegotieerd beheer van de publieke ruimte in de eerste plaats het gezamenlijk zoeken naar een balans tussen de verschillende eisen, verwachtingen en belangen van alle groepen en partijen die aan een gebeurtenis deelnemen of ermee geconfronteerd worden, veronderstelt.In de tweede plaats impliceert de toepassing van dit overlegmodel dat alle betrokken actoren geresponsabiliseerd worden en actief en gecoördineerd bijdragen tot het realiseren van de voorwaarden voor een vlot en veilig verloop van de gebeurtenis, onder regie van de bevoegde bestuurlijke overheid. De dialoog en het overleg met de verschillende actoren starten daarom in een zo vroeg mogelijk stadium en eindigen wanneer alle lessen getrokken zijn. 2.1. Bestuurlijke politieoverheden Overeenkomstig artikel 135, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet (NGW) zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de openbare orde op hun grondgebied. In dat opzicht werkt hun wetgevende orgaan (de gemeenteraad) door middel van politieverordeningen en hun uitvoerende orgaan (de burgemeester) door middel van politiebesluiten.

De gemeentelijke overheid is zowel in haar uitvoeringsbevoegdheid als in haar verordeningsbevoegdheid onderworpen aan de algemene voorzichtigheids- en zorgvuldigheidsplicht Deze voorzichtigheids- en zorgvuldigheidsplicht houdt met name in dat een risicoanalyse voor het evenement wordt uitgevoerd en dat op basis hiervan de gepaste maatregelen worden genomen om een rustig en veilig verloop van het evenement te bewerkstelligen.

De aangepastheid van de maatregelen in kwestie heeft niet enkel betrekking op hun efficiëntie, maar ook, wanneer het dwangmaatregelen betreft, op de inachtneming van de principes van wettelijkheid, proportionaliteit, subsidiariteit en opportuniteit. 2.2. Organisator De organisator is de publieke of private rechtspersoon, de natuurlijke persoon of de feitelijke vereniging die het initiatief neemt om personen uit te nodigen, te mobiliseren en het evenement te organiseren. De organisator heeft als initiatiefnemer een belangrijke verantwoordelijkheid inzake veiligheid. Er wordt van hem verwacht dat hij zich gedraagt als `bonus pater familias' bij de voorbereiding, de organisatie en de nazorg van zijn evenement. Hij heeft in die zin de verplichting om alle noodzakelijke voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen te nemen om schade aan personen en goederen te voorkomen.

Teneinde een partner te zijn in het veiligheidsbeleid en met het oog op bijdragen tot het vlotte verloop van een evenement, wordt van een organisator verwacht dat hij zijn volle medewerking verleent aan de door de overheid opportuun geachte veiligheidsmaatregelen.

De medewerking bij deze veiligheidsmaatregelen wordt niet alleen verwacht, doch wordt daarenboven opgelegd aan de organisator door de bevoegde overheid als voorwaarde en/of maatregel voor het evenement.

In het kader hiervan dient een organisator dan ook te voorzien in passende contractuele bepalingen teneinde de uitvoering van deze omzendbrief mogelijk te maken, zoals hieronder aangegeven.

Zo zal er minstens dienen te worden voorzien in : - Een clausule houdende akkoordverklaring met de mededeling van de verzamelde persoonsgegevens aan de politiediensten, met het oog op een voorafgaande veiligheidscontrole in het raam van de toegang tot het evenement en de ten opzichte van elke betrokkene te nemen maatregelen; - Een clausule waarbij de toegang van betrokkene tot het evenement geweigerd wordt in geval van een negatieve beslissing vanwege de burgemeester na de voorafgaande veiligheidscontrole.

De in deze omzendbrief beoogde controles zijn geen wondermiddel die het rustig en veilig verloop van een evenement en de bescherming van de veiligheid van personen en goederen garanderen. Andere maatregelen moeten steeds worden aangemoedigd, zoals de maatregelen die de organisator neemt op basis van de wetgeving op de private en bijzondere veiligheid (interne bewakingsdienst of externe bewakingsonderneming), ongeacht of deze door de bestuurlijke politieoverheid worden opgelegd of dat hij op eigen initiatief handelt. 2.3. Politie In toepassing van artikel 14 van de wet op het politieambt (WPA) zien de politiediensten toe op de handhaving van de openbare orde, met inbegrip van de naleving van de politiewetten en -verordeningen, de voorkoming van misdrijven en de bescherming van personen en goederen.

Daartoe zorgen zij voor een algemeen toezicht en voor controles op de plaatsen waartoe zij wettelijk toegang hebben, voeren zij maatregelen van bestuurlijke politie uit en treffen zij materiële maatregelen van bestuurlijke politie waarvoor zij bevoegd zijn.

Hun rol in het raam van bestuurlijke politie houdt tevens in dat zij aan de bevoegde overheid van bestuurlijke politie informatie overmaken die deze laatste het mogelijk maakt om de nodige maatregelen te nemen teneinde de openbare orde te handhaven dan wel te herstellen, misdrijven te voorkomen en personen en goederen te beschermen (artikelen 5/1 en 5/2 WPA).

Die informatie vloeit in het bijzonder voort uit de risicoanalyse die zij uitvoeren in het kader van de voorbereiding van het politionele beheer van een evenement.

De omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 definieert de risicoanalyse als « de methode om de informatie op een gecibleerde, systematische en dynamische wijze samen te brengen, te analyseren en te gebruiken met het oog op het nemen van risico-verlagende maatregelen ».

We verwijzen naar punt 8 van de voornoemde omzendbrief OOP 41 wat de aanbevolen methode betreft om deze politionele risicoanalyse uit te voeren.

Overeenkomstig het voormelde artikel 14 WPA zijn de politiediensten belast met het tenuitvoerleggen van de maatregelen van bestuurlijke politie, zoals in casu de voorafgaande veiligheidscontroles, voorgeschreven door de overheid van bestuurlijke politie. 3. Wettelijk kader Artikel 135, § 2 NGW belast de gemeenten met het garanderen van de openbare orde op hun grondgebied. Te dien einde kan de gemeenteraad, door middel van een politieverordening genomen op basis van artikel 119 NGW, aan de organisator van een voor het publiek toegankelijk evenement (zowel op de openbare weg als op openbare plaatsen (vergaderingen, optochten, processies, betogingen en vertoningen) en ook op voor het publiek toegankelijke besloten of overdekte plaatsen (voetbalstadion, kerk, omheinde festivalweide, met fysieke hindernissen afgebakende feestzone, tent, ...)) preventieve en regulerende maatregelen opleggen. De politieverordening kan ook aan de organisator opleggen om in de overeenkomsten die hem binden met zijn werknemers, onderaannemers, dienstverleners en leveranciers clausules op te nemen met betrekking tot het overmaken van hun gegevens aan de politiediensten met het oog op een voorafgaande veiligheidscontrole, alsmede een clausule die voorziet dat de toegang tot het terrein van het evenement kan geweigerd worden op basis van de voornoemde controle. De eigenheid van de contractuele vrijheid tussen partijen maakt het mogelijk om in dergelijke clausules te voorzien In toepassing van artikel 133 NGW is de burgemeester de bevoegde overheid in het kader van bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente. Hij is belast met de uitvoering van de (politie)wetten, de (politie)decreten, de (politie)ordonnanties, de (politie)verordeningen en de (politie)besluiten en beschikt over een ruime `discretionaire' bevoegdheid van algemene bestuurlijke politie.

Op deze basis kan hij politiebesluiten en uitvoeringsmaatregelen nemen met een individuele en beperkte draagwijdte, gericht op één welbepaalde persoon of op een beperkt aantal personen, op een welbepaalde plaats, voor een welbepaalde duur. In dit kader, zelfs bij gebreke van een bepaling ter zake in de verordening van de gemeente, kan de burgemeester ook preventieve en regulerende veiligheidsmaatregelen opleggen aan de organisator van een evenement en aan diens dienstverleners, leveranciers van goederen, onderaannemers, betaalde of vrijwillige personeelsleden.

In toepassing van de artikel 14 WPA, die de politiediensten belast met de opdrachten van bestuurlijke politie en, in het kader hiervan, met de uitvoering van de politiemaatregelen voorgeschreven door de bevoegde overheid van bestuurlijke politie, artikel 34, § 3 WPA, dat aan de burgemeester toelaat om systematische identiteitscontroles voor te schrijven met als doel de openbare veiligheid, en de artikelen 44/1 en 44/7, 4° - 6° WPA, die toelaten aan de politiediensten om in het kader van de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie persoonsgegevens te verwerken en in het bijzonder om politionele gegevensbanken te creëren en te gebruiken, gebruiken de politiediensten de persoonsgegevens overgemaakt door de organisator van het evenement of vergaard tijdens een identiteitscontrole teneinde het mogelijke gevaar van de gecontroleerde personen voor de veiligheid van het evenement te evalueren.

De preventieve en regulerende veiligheidsmaatregelen opgelegd aan een organisator van een evenement moeten, van zodra ze de uitoefening van een recht of een vrijheid beperken of aan voorwaarden onderwerpen, voldoen aan de beginselen van legaliteit (moeten toegelaten worden door de wet), van subsidiariteit (moeten absoluut noodzakelijk zijn om het nagestreefde doel te bereiken), van proportionaliteit (moeten proportioneel zijn met het nagestreefde doel), van gelijkheid (gelijkaardige situaties moeten op dezelfde wijze worden behandeld) en van opportuniteit (de maatregelen mogen niet schadelijker zijn dan wanneer er niets wordt gedaan). Het is de band tussen de risicoanalyse van het evenement (hetgeen het voorwerp uitmaakt van punt 2.3 van deze omzendbrief) en de voorgeschreven maatregelen die het respect van de beginselen van subsidiariteit, proportionaliteit en opportuniteit garandeert. In casu dient de risicoanalyse aan te geven dat de voorafgaande veiligheidscontroles absoluut noodzakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde, proportioneel zijn met dit doel en opportuun.

De politiediensten communiceren, op basis van de artikelen 5/1, 5/2, en 44/1, § 4 WPA, het resultaat van hun veiligheidscontrole aan de overheid van bestuurlijke politie zodat deze zijn beslissing om welbepaalde personen niet toe te laten op het terrein van het evenement te communiceren aan de organisator.

Teneinde het principe dat elke gegevensverwerking beheert te respecteren, zal enkel de toereikende, terzake dienende en niet overmatige informatie bezorgd worden aan de overheid van bestuurlijke politie.

In toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, kan tegen de beslissing van de burgemeester een verzoek tot schorsing/nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State.

Indien de betrokken medewerker meent dat de beslissing gebaseerd is op verkeerde gegevens, dan kan hij gebruik maken van de procedure van onrechtstreekse toegang, zoals op heden voorzien in artikel 13 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, teneinde deze gegevens te laten verbeteren.

De controles voorzien in deze omzendbrief doen geen afbreuk aan de gevallen van veiligheidsverificaties en eventueel zelfs veiligheidsonderzoeken voorgeschreven door de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen of andere specifieke wetgevingen. 4. Modaliteiten van de controle Vooreerst dient te worden opgemerkt dat de controle dient te gebeuren in het algemeen in overeenstemming met de vigerende Europese en/of nationale regelgeving inzake verwerking van persoonsgegevens en in het bijzonder in overeenstemming met hoofdstuk IV, afdeling 1bis van de wet op het politieambt. Bij het uitvoeren van deze controles dient er een stappenplan/draaiboek gevolgd te worden : 1) In het kader van de voorbereiding van een evenement, gaat de politiedienst, die overeenkomstig de artikelen 7 tot 7/2 WPA belast is met het beheer ervan (hierna : "de verantwoordelijke politiedienst"), over tot het opstellen van een risicoanalyse.2) Op basis van deze risicoanalyse kan de lokale bevoegde overheid van bestuurlijke politie de strikt noodzakelijke preventieve, regulerende en controlemaatregelen bepalen, die pertinent, proportioneel en opportuun zijn voor het bewerkstellingen van het vreedzame en veilige verloop van het evenement.Een van deze maatregelen kan de veiligheidscontrole zijn, zoals beschreven in deze omzendbrief.

Bij het nemen van deze beslissing dient ook rekening gehouden te worden met de analyses van het OCAD en het Crisiscentrum, evenals elke andere relevante informatie.

Voordat over de maatregel van een voorafgaande veiligheidscontrole kan worden beslist, dienen de politiediensten de eventuele toepasselijkheid van de reglementering aangaande de gegevensbeschermingseffectbeoordeling na te gaan.

De risicoanalyse, samen met de gegevensbeschermingseffectbeoordeling, bepaalt de draagwijdte van en de aan te wenden criteria bij de veiligheidscontroles.

Tevens bepalen ze welke gegevensbanken dienen geraadpleegd te worden.

Ten slotte zullen ze ook bepalen welke personen moeten gecontroleerd worden (slechts deel van de medewerkers [vrijwilligers, leveranciers, ...], enkel voor bepaalde locaties, ...) en welke personen mogelijks reeds gecontroleerd geweest zijn op basis van andere regelgeving (bv. wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen of de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid).

De veiligheidscontrole moet worden vastgelegd in een gemeentelijke politieverordening en wordt tevens onverwijld meegedeeld aan de organisator.

De verordening moet de organisatoren ook opleggen om te voorzien dat de dienstverleners, leveranciers van goederen, onderaannemers en betaalde of vrijwillige personeelsleden op de hoogte zijn en akkoord gaan met het feit dat hun gegevens kunnen worden overgemaakt aan de politiediensten voor een veiligheidscontrole (bv. via de arbeids-, vrijwilligers- of dienstenovereenkomst of door enige andere vorm van vrijelijke en geïnformeerde schriftelijk toestemming).

De draagwijdte, de criteria en de te controleren categorieën van personen moeten voor de betrokken personen voldoende duidelijk zijn, bijvoorbeeld door ze vast te leggen in de gemeentelijke politieverordening. 3) Enerzijds op grond van de overeenkomst, afgesloten tussen de organisator en de dienstverleners, leveranciers van goederen, onderaannemers en betaalde of vrijwillige personeelsleden en anderzijds ingevolge de beslissing van de overheid van bestuurlijke politie worden de persoonsgegevens overgemaakt aan de verantwoordelijke politiedienst, dit ten laatste 6 weken voor aanvang van het evenement.De organisator moet eventuele wijzigingen zo snel mogelijk doorgeven en kan, mits akkoord van de verantwoordelijke politiedienst, na deze termijn ook nog aanvullingen doorgeven.

De volgende gegevens worden minstens overgemaakt : - Voornaam; - Naam; - Geboortedatum; - Geboorteplaats (indien beschikbaar); - Rijksregisternummer (indien beschikbaar) of INSZ nummer (indien beschikbaar); - Taak en functie tijdens het evenement.

De vorm waarin deze gegevens aan de verantwoordelijke politiediensten worden overgemaakt, wordt bepaald door de federale politie.

De verantwoordelijke politiedienst legt waar dat nog niet bestaat een register aan dat de verwerking van deze gegevens documenteert. 4) Vervolgens worden de voorafgaande veiligheidscontroles uitgevoerd door de politiediensten, gebruikmakend van de door de organisator overhandigde identiteitsgegevens van de te controleren personen. Hierbij gaan de politiediensten enkel te werk met de aan hun overhandigde persoonsgegevens, zonder dat zij instaan voor de correctheid van deze gegevens (indien zij door de organisator worden gewezen op foutieve gegevens, dienen zij deze uiteraard onmiddellijk te verbeteren indien nodig). 5) Indien er tijdens deze veiligheidscontroles elementen naar boven komen die aanleiding kunnen geven tot een negatief advies aangaande de toegang van de medewerker tot het evenement aan de burgemeester, moeten de politiediensten in overleg treden met het openbaar ministerie, de Local Task Force (indien van toepassing) en eventuele andere geëigende en bevoegde adviesorganen en -instanties.6) Na de controle geven de politiediensten hun advies aan de burgemeester omtrent het veiligheidsrisico. De eindverantwoordelijke om al dan niet een negatieve beslissing omtrent betrokkene te nemen blijft bij de burgemeester. Hij maakt deze beslissing over aan de organisator en de betrokkene, en motiveert zijn beslissing aan de betrokkene op basis van het gevaar voor de openbare orde dat zijn aanwezigheid op het evenement zou betekenen.

Deze motivatie kan geen melding maken van politionele gegevens (informatie of onderzoeksgegevens), behalve met het akkoord van de bevoegde magistraat. Conform de gecoördineerde wetten op de Raad van State moet de burgemeester hierbij aangeven dat hiertegen een verzoek tot schorsing/nietigverklaring kan worden ingediend bij de Raad van State. 7) Wanneer er een negatieve beslissing wordt genomen door de burgemeester, weigert de organisator de toegang tot het evenement aan betrokkene. Teneinde dergelijke weigering van toegang mogelijk te maken, dient de organisator ook te voorzien in de nodige bepalingen in de arbeids-, vrijwilligers- of dienstenovereenkomst.

De organisator informeert de burgemeester over het gegeven gevolg. 8) Indien betrokkene niet akkoord gaat met de beslissing, kan hiertegen een verzoek tot schorsing/nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State.Deze mogelijkheid moet conform de gecoördineerde wetten op de Raad van State aangegeven zijn in de aan de betrokkene overgemaakte beslissing.

Indien de beslissing gebaseerd is op onjuiste gegevens, kan hij via de procedure van de onrechtstreekse toegang de verbetering van zijn gegevens vragen.

Indien zou blijken dat de gegevens van betrokkene onjuist zijn, kan er een nieuwe controle worden uitgevoerd.

Bij het bovenstaande dient te worden opgemerkt dat hierdoor uiteraard wordt bijgedragen tot de veiligheid van een evenement, doch enkel op voorwaarde dat alle partijen zich houden aan deze richtlijnen.

Het uitvoeren van deze veiligheidscontroles betreft evenwel slechts een middelenverbintenis en kan geenszins de absolute veiligheid garanderen.

Brussel, 29 maart 2018.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^