gepubliceerd op 05 juli 2012
Ministeriële omzendbrief betreffende de technische keuring op verplaatsing
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
27 JUNI 2012. - Ministeriële omzendbrief betreffende de technische keuring op verplaatsing
In het
koninklijk besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
23/12/1994
pub.
27/04/2007
numac
2007000233
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling
sluiten tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen, laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, stelt artikel 6 dat « iedere instelling moet beschikken over minstens één uitbatingszetel met een controlestation en minstens tien inspectielijnen, die mogen verdeeld zijn over meerdere controlestations ».
Artikel 9 van het koninklijk besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1994 pub. 27/04/2007 numac 2007000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling sluiten stelt ook dat « voor de inplanting van de controlestations de instellingen ertoe gehouden zijn zich te schikken naar de richtlijnen van de Minister ».
Deze omzendbrief heeft bijgevolg tot doel om de te volgen procedure in het kader van een uitbreiding van een erkende instelling vast te leggen.
Onder keuring op verplaatsing dient men vooral te verstaan, een technische keuring, op verplaatsing van voertuigen van de klassen N2, N3, M2, M3, O3 en O4, in de lokalen van een onderneming die een samenwerkingsovereenkomst heeft ondertekend met een instelling voor autokeuring.
I. Algemeen De gedelokaliseerde lijnen moeten bijgevolg beantwoorden aan de voorschriften van artikel 8 van het voornoemde koninklijk besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1994 pub. 27/04/2007 numac 2007000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling sluiten.
De inspecteurs van de erkende instellingen voor autokeuring voeren, in de lokalen van de instellingen, de technische keuringen voorzien in het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, uit.
Het gaat om periodieke technische keuringen, eerste keuringen, herkeuringen, en APK-keuringen (algemene periodieke technische keuring op Nederlandse voertuigen) en ADR-keuringen (periodieke keuring van voertuigen die gebruikt worden voor het vervoer van gevaarlijk goederen).
Het personeel van de erkende instellingen voor autokeuring beschikt over de geschikte kwalificaties om deze keuringen uit te voeren, en de verantwoordelijken van de ploeg beschikken minstens over de graad van expert A. De volledige onafhankelijkheid van de technische keuring blijft de basis van het systeem.
De keuringslijn op verplaatsing moet dus aan dezelfde regels voldoen als deze die gelden voor de keuringslijnen in de stations van de erkende instellingen. Dit betekent onder andere concreet dat : - de keuringslijn moet bestaan uit een opeenvolging van werkzones die de uitvoering van de voorgeschreven keuringen toelaten; - geen enkele afwijking wordt toegekend ten opzichte van de regels die van toepassing zijn op de technische uitrustingen, zoals beschreven in voornoemd artikel 8, § 2 van het Koninklijk Besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1994 pub. 27/04/2007 numac 2007000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling sluiten, op de lokalen zoals beschreven in het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB), op de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de Codex over het welzijn op het werk, alsook op de elektrische installaties zoals beschreven in het Algemeen reglement op de Elektrische Installaties (AREI); - de technische uitrustingen en de lokalen moeten voortdurend toegankelijk blijven voor het personeel van de FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid (DGMVV); - deze technische uitrustingen moeten voortdurend toegankelijk blijven voor het personeel van een erkende controle-instelling, aangeduid door de Minister of zijn afgevaardigde, en belast met het nazien van deze technische uitrustingen.
Het project, bestaande uit de installatie van minimaal 20 en maximaal 30 keuringslijnen op verplaatsing, voor alle instellingen, is bedoeld als proefproject. Daarom is het belangrijk om keuringslijnen op verplaatsing te kiezen die een maximum aan verschillende aspecten bieden. Het project zal tevens evenredig verspreid worden over het heel nationaal territorium en de verschillende transportsectoren en vaklui voor het onderhoud en de herstelling van voertuigen.
Het project start in de loop van het jaar 2012 voor een periode van 12 maanden.
Bij het einde van het project zal een evaluatie van het project opgemaakt worden. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een Begeleidingscomité, voorgezeten door de Directeur-generaal van de DGMVV. Een tussenverslag wordt aan de Staatssecretaris voorgelegd na een periode van 6 maanden. Een eindverslag zal hem worden voorgelegd na een periode van één jaar.
Na deze evaluaties zal de Staatssecretaris voor Mobiliteit een beslissing treffen met betrekking tot het al dan niet voortzetten van dit project.
Bij het uitwerken van het project blijft de focus op de onafhankelijkheid, de integriteit en de objectiviteit van de keuring, alsook op de conformiteit van dit project met de opdracht die is toevertrouwd aan de erkende onderneming. Concreet betekent dit dat maximale waarborgen moeten worden voorzien voor een identieke technische kwaliteit, een identiek verloop en een identieke registratie van de keuringen, met inbegrip van het respect voor de onafhankelijkheid van de keuringsinstellingen.
Ook moeten de arbeidsomstandigheden voor de medewerkers voldoen aan de algemeen geldende criteria van het (Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB), de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de Codex over het welzijn op het werk, en het Algemeen reglement op de Elektrische Installaties (AREI)).
II. Voorwaarden voor de uitbreiding van een autokeuringsstation naar een keuringslijn op verplaatsing - Het contract getekend door de beheerder van de lokalen/het gebouw hierna te noemen de « klant » en de instelling erkend voor de technische autokeuring (zie bijlage 5); - een ethisch charter getekend door de uitbater van de lokalen (zie bijlage 3); - een ethisch charter getekend door de inspecteurs (zie bijlage 3); - een verslag van een risico-analyse (veiligheid op de werkplaats) opgemaakt door de erkende instelling; - de lijn moet overeenkomstig voornoemd artikel 8 van het koninklijk besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1994 pub. 27/04/2007 numac 2007000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling sluiten opgesteld worden; - de gehomologeerde toestellen moeten een eerste controle voor indienststelling ondergaan door een erkende controle-instelling aangeduid door de Minister of zijn afgevaardigde en, indien het project zou worden verlengd na 12 maanden, moet een jaarlijkse controle gepland worden door een erkende controle-instelling aangeduid door de Minister of zijn afgevaardigde. Ook moet een tussentijdse controle plaatsvinden tijdens het project, om een vergelijking te kunnen doorvoeren tussen de evolutie van de technische staat van de metingsapparatuur die gebruikt wordt op een keuringslijn op verplaatsing en op een keuringslijn in een autokeuringsstation; - een positief inspectieverslag afgeleverd door de Directie Inspectie en Certificatie (DCI); - een positief advies van de Contact Commissie (Administratie FIA-GOCA); - de eindgoedkeuring van de Staatssecretaris voor Mobiliteit.
III. Voorwaarden voor de keurinslijn De keuringsinstallatie moet ingeplant zijn in een overdekt, vriesvrij gebouw dat toegankelijk is voor voertuigen tot 4,50 meter hoog, 18,75 meter lang en 2,60 meter breed.
Het geheel van de keuringsoperaties moet plaatsvinden zonder de openbare weg te belemmeren. Het gebouw moet genoeg ruimte (minimum 0,8 meter) voorzien rond de voertuigen om een visuele keuring toe te laten, en de keuringszone moet het vrij en veilig verkeer van het keuringspersoneel toelaten.
Een centrum voor keuring op verplaatsing moet minstens over de volgende elementen beschikken : - een keuringslijn die beantwoordt aan artikel 8 § 1 en § 2 van het Koninklijk Besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1994 pub. 27/04/2007 numac 2007000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling sluiten; - een voldoende aantal parkingplaatsen buiten de openbare weg; - een toegang tot de sociale lokalen (sanitair, ...), die voldoen aan het ARAB voor het personeel van de keuringsonderneming en voor de klanten.
IV. Voorwaarden voor de uitrusting Onder « inspectielijn » verstaat men het geheel van de verscheidene werkzones die het uitvoeren van de voorgeschreven keuringen mogelijk maken. Deze werkzones moeten uitgerust zijn met alle voorgeschreven meet- of keuringsapparatuur, zoals vermeld in het Koninklijk Besluit van 23 december 1994Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1994 pub. 27/04/2007 numac 2007000233 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 53 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten. - Duitse vertaling sluiten en het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten.
De lijst van toestellen mag beperkt worden ter keuring van specifieke voertuigtypes.
Er zal dan ook in een beperkende bepaling voorzien worden voor deze keuringslijn (bijvoorbeeld uitsluitend voor het keuren van M2 en M3 voertuigen).
Een overzicht van de noodzakelijke toestellen moet in de locatie aanwezig zijn, zoals bepaald in bijlage 1 en in bijlage 2. Bepaalde toestellen zullen ofwel niet noodzakelijk op de locatie aanwezig zijn (in functie van de voertuigen en de uit te voeren keuringen), ofwel mogen ze door de instelling voor autokeuring meegebracht worden. De gehomologeerde toestellen opgenomen in de bijlage 2 mogen gebruikt worden. De apparatuur wordt in dienst gesteld door een controle-instelling aangeduid door de Minister of zijn afgevaardigde en - indien het project de duur van 1 jaar overschrijdt - zullen jaarlijkse verificaties noodzakelijk moeten uitgevoerd worden door de controle-instelling (aangevraagd door de instelling voor autokeuring, maar betaald door de medecontractant).
Net zoals in de stations voor autokeuring zal de eigenaar van de keuringslijn op verplaatsing een logboek van de uitrusting (FM400) bijhouden, met correcte vermelding van alle interventies. De toestellen dienen tevens minimaal te voldoen aan de eisen inzake onderhoud en kalibratie FM380 (programma met betrekking tot de ijking en het jaarlijks onderhoud per station), FM381 (nationaal overzicht van de uitrusting) van het kwaliteitssysteem GOCA ISO 9001 : 2008, en FM401 (ijking en onderhoud : controle-apparatuur voor de lichten en de rails). De instructies inzake het onderhoud en de kalibratie worden afgeleverd door de erkende instelling voor autokeuring. De interventies die hierop betrekking hebben worden ook in het logboek van de uitrusting opgenomen.
V. Specifieke voorwaarden voor de medewerkers van de instellingen voor autokeuring De technische keuringen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door inspecteurs van de erkende instellingen. Een ploeg voor een dergelijke keuring bestaat uit minimum 2 personen, van wie de verantwoordelijke minimaal de graad van expert A bezit. Op dit niveau (inspecteur expert A) kunnen de medewerkers de verantwoordelijkheid voor een keuringsstation dragen, en zijn ze dus ook bevoegd om ter plaatse definitieve beslissingen te nemen. De inspecteurs zullen eveneens een ethisch charter (zie bijlage 3) ondertekend hebben.
Vooraleer de lijn wordt opgestart moeten de inspecteurs van de erkende instelling de volgende handelingen stellen : ? de vereiste documentatie van de gebruikte keuringsapparatuur controleren; - controle van de indienststelling van de apparatuur door de erkende controle-instelling aangeduid door de Minister of zijn afgevaardigde; - het logboek van de uitrusting nakijken; - de tussentijdse controles en het dagelijks onderhoud van de keuringsapparatuur nazien, conform de kwaliteitshandleiding. ? verplichte controle van de keuringsapparatuur ter beschikking gesteld door de medecontractant om de goede werking ervan na te zien alvorens de technische keuringen van start gaan ? controle van de internetverbinding Het feit dat de inspecteur overgaat tot het gebruik van de apparatuur voor de technische keuring betekent dat hij de passende en correcte werking ervan erkent.
VI. Registratie van de keuringsverrichtingen Naast de uitreiking van een keuringsdocument identiek aan het document afgeleverd in een keuringsstation, zal voor elke keuring een fysiek dossier met alle meetresultaten bijgehouden worden. Met fysiek dossier wordt bedoeld dat de meetresultaten worden bijgehouden onder de vorm van een elektronische database en/of door middel van een print-out op papier.
Indien de keuringsresultaten bijgehouden worden via print-out, dient de printer te werken bij de aanvang van iedere keuring.
De keuringsresultaten zullen eveneens aan het centraal bureau van de erkende instelling overgemaakt worden, zodat ze aan de andere keuringsresultaten van de keuringsstations toegevoegd kunnen worden.
De toevoeging van deze resultaten moet zo vlug mogelijk gebeuren, alleszins binnen de 24 uur die volgen op de technische keuring op verplaatsing. De fluxen en de nodige informatica-uitrusting moeten het toezicht op de activiteiten in de locatie mogelijk maken en een doorstroming van de vereiste keuringsgegevens waarborgen.
In het kader van de keuring op verplaatsing dienen de herkeuringen van de voertuigen te gebeuren in hetzelfde keuringsstation ofwel in één van de keuringslijnen op verplaatsing die afhangen van het keuringsstation (en omgekeerd).
Herkeuringen zijn dus enkel mogelijk indien er een samenwerkingsakkoord bestaat tussen de erkende instelling en de lijnen Keuring op verplaatsing.
VII. Kwaliteitsbewaking De controles uitgevoerd door de toezichthoudende overheid moeten leiden tot de evaluatie van de ontwikkelingen van het project en tot de opvolging in iedere locatie om zo de correcte uitwerking van de opdracht te bevestigen. De activiteiten zullen 2 weken op voorhand worden aangekondigd aan de FOD Mobiliteit en Vervoer (Directie Inspectie en Certificatie - Autokeuring) om hun inspecteurs in staat te stellen zich ter plaatse te begeven.
Op regelmatige basis en met de grootste professionele integriteit zullen de erkende instellingen controles uitvoeren (bezoek ter plaatse tijdens de keuring, nacontroles - minimaal 2,5 % van het aantal gekeurde voertuigen - dus minstens 1 op 40 -, audit van de uitrusting, statistische controles, enz.) en zullen zij, indien nodig, de noodzakelijke maatregelen treffen.
VIII. Indiening van het project door een erkende instelling De erkende instelling dient een dossier in ter uitbreiding van haar keuringsstation met een keuringslijn op verplaatsing bij de FOD Mobiliteit en Vervoer en de Contactcommissie.
De criteria om een keuringslijn op verplaatsing toe te kennen, rekening houdend met de voorwaarden van het project, worden opgenomen in bijlage 6.
De volgende documenten dienen bij het dossier worden toegevoegd. - Een verslag van een risico-analyse (veiligheid op de werkplaats) uitgevoerd door de erkende instelling; - Een ethisch charter getekend door de uitbater van de lokalen (zie bijlage 3); - De lijst met de personeelsleden (+ graad), die het ethisch charter ondertekend hebben; - Het contract getekend door de uitbater van de lokalen en door de erkende instelling voor autokeuring (zie bijlage 5); - De lijst met de apparatuur (alle toestellen, met inbegrip van deze gecontroleerd door de controle-instelling, aangeduid door de Minister of zijn afgevaardigde, en ook de andere toestellen); - Een plan van de lijn en van de lokalen.
Het dossier wordt ingediend op basis van het document opgenomen in bijlage 4.
IX. Toe te passen tarieven De tarieven bepaald door de reglementering blijven uiteraard van toepassing, zoals ook de verschillende maatregelen bepaald in de artikelen 20 tot 25 van het KB van 23 december 1994.
Indien het totaalbedrag te betalen door de klant voor zijn gekeurde voertuigen minder dan 700,00 euro bedraagt voor een halve dag, of minder dan 1300,00 euro voor een hele dag, dan mag het verschil tussen de twee bedragen worden gefactureerd voor de bijkomende kosten gedragen door de erkende instelling voor deze bijzondere dienstverlening.
Indien echter het totaal bedrag te betalen door de klant voor de gekeurde voertuigen 700,00 euro per halve dag of 1300 euro per dag overstijgt, dan wordt het bedrag van de effectieve prestaties (overeenkomstig de tarieven voorzien door het hogervermelde koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten) toegepast.
Hieraan moeten de verplaatsingskosten worden toegevoegd. Opgemerkt moet worden dat de verleende prestaties worden gerealiseerd tijdens de uren conform het ARAB : de weekdagen van 7u tot 17u en tot 19u op maandag en donderdag.
X. Evaluatie van het project Een Begeleidingscomité, voorgezeten door de Directeur-generaal van de DGMVV, zal de follow-up van het project uitvoeren.
Het Begeleidingscomité is samengesteld uit leden van de FOD Mobiliteit en Vervoer en leden van de volgende instellingen : * AGORIA * De Lijn * FBAA * FEBETRA * FEBIAC * FEDERAUTO * GOCA * BIVV * SRWT (TEC) * MIVB * TLV * UPTR Op het einde van het project zal een evaluatie ervan plaatsvinden.
Deze evaluatie wordt uitgevoerd door het Begeleidingscomité. Een tussentijds verslag zal worden voorgelegd aan de Staatssecretaris na een periode van 6 maanden. Een eindverslag zal hem worden overgemaakt na een periode van een jaar.
De evaluatiecriteria zijn opgenomen in bijlage 7.
Na deze evaluaties zal de Staatssecretaris beslissen het project al dan niet uit te breiden.
XI. Toepassingsdatum De bepalingen van deze omzendbrief zijn van toepassing vanaf 1 juli 2012.
Brussel, 27 juni 2012.
De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld