gepubliceerd op 07 april 2003
Omzendbrief nr. 2003/MINFP/002 betreffende het vaderschapsverlof en de bortsvoedingspauzes
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST
27 FEBRUARI 2003. - Omzendbrief nr. 2003/MINFP/002 betreffende het vaderschapsverlof en de bortsvoedingspauzes
Mijnheer de Minister-President, Mevrouw en Mijne Heren Ministers, Mijne Heren Secretarissen-Generaal, Mevrouwen en Mijne Heren leidende ambtenaren bevoegd voor personeelszaken, Aan de diensten van de Waalse Regering en aan de instellingen van openbaar nut die onder het gezag of de controle van het Waalse Gewest vallen en waarvan het personeel onder het statuut van de ambtenaren van het Gewest ressorteert.
De procedure voor de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen inzake verlof en andere afwezigheden ten gunste van de personeelsleden is momenteel lopende. De Waalse Regering heeft het ontwerp van de Waalse Ambtenarencode die aan de federale Minister van Pensioenen en aan de Afdeling Wetgeving van de Raad van State is overgemaakt, goedgekeurd.
Aangezien de vaderschapsverlofregeling bij de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven reeds van toepassing is op de werknemers uit de privé-sector en de invoering van de borstvoedingspauzes voor werkneemsters in de privé-sector eveneens reeds van toepassing is, heeft de Waalse Regering ermee ingestemd om vooruit te lopen op de inwerkingtreding van de bepalingen van de Waalse Ambtenarencode betreffende vaderschapsverlof en borstvoedingspauzes.
Bijgevolg heeft de Regering mij ermee belast om u de inhoud van die bepalingen bij deze omzendbrief mede te delen, die in werking treden de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. 1. Vaderschapsverlof Een belangrijke wijziging in het ontwerp van de Waalse Ambtenarencode (Boek III) is de invoering van een vaderschapsverlof met een duur van 15 werkdagen, vergoed tegen 100 %, ten gunste van het statutaire en het contractuele personeelslid bij bevalling van de echtgenote of bij geboorte van een kind indien de afstamming van dat kind te zijnen opzichte vastgesteld is. Dat verlof dient te worden opgenomen binnen de 30 dagen volgende op de geboorte. Het wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Daarnaast wordt er eveneens een identiek vaderschapsverlof toegekend aan het statutaire en aan het contractuele personeelslid om een kind op te vangen in het kader van een adoptie. Dat verlof dient te worden opgenomen binnen de 30 dagen volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de de gemeente waar het verblijft, als zijnde deel van diens gezin.
Het statutaire of het contractuele personeelslid komt in aanmerking voor het vaderschapsverlof van 15 dagen indien de geboorte of de inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister plaatsvindt te rekenen van de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking van deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad .
Vanzelfsprekend kunnen de contractuele personeelsleden de voordelen van deze omzendbrief niet cumuleren met de voordelen voortvloeiend uit de wet van 10 augustus 2001 voorvermeld. Op hen is de gunstigste regeling van toepassing, namelijk de regeling waarin deze omzendbrief voorziet.
Indien de geboorte of de inschrijving in het register plaatsvindt vóór die datum plaatsvindt, geldt : - het statutaire personeelslid komt steeds in aanmerking voor de 4 dagen vergoed omstandigheidsverlof; - in toepassing van artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidscontracten komt het contractuele personeelslid in aanmerking voor 10 dagen omstandigheidsverlof waarvan 3 tegen 100 % betaald door de werkgever (gewest of instelling van openbaar nut) en 7 in het kader van de verzekering gezondheidszorgen en vergoedingen tegen 82 % van de wedde, beperkt tot maximum 2.579,96 EUR per maand (huidige index). Het verlof kan in meerdere keren worden opgenomen, maar binnen de dertig dagen volgend op de geboorte. Het contractuele personeelslid bevindt zich in dienstactiviteit tijdens de periode van schorsing van het arbeidscontract dat door de werkgever is vergoed en tijdens de periode van schorsing van het arbeidscontract dat niet door de werkgever is vergoed. 2. Borstvoedingspauzes In boek III voorziet het ontwerp van de Waalse Ambtenarencode eveneens in de mogelijkheid voor statutaire en contractuele personeelsleden die minstens 4 uur per dag presteren, om een dienstvrijstelling te krijgen om hun kind met moedermelk te voeden of melk af te kolven, tot zeven maanden na de geboorte, buiten de werkplek. In uitzonderlijke medische omstandigheden (bijv. vroeggeboorte), kan die periode met maximum twee maanden worden verlengd.
Ik wijs erop dat de mogelijkheid om het kind met moedermelk te voeden niet betekent dat het vrouwelijk personeelslid daarom ook op de werkplek voor het kind mag zorgen tijdens de rest van de werkdag.
De bortsvoedingspauze mag maximum een half uur duren. Het vrouwelijk personeelslid dat voltijds werkt, heeft het recht om twee pauzes te nemen tijdens dezelfde dag. Die twee pauses kunnen in een eenmalige pauze van één uur genomen worden. De arbeidsuren die meegerekend worden om het aantal pauzes te bepalen dat het personeelslid per werkdag kan nemen, zijn de op de dag daadwerkelijk gepresteerde uren.
De duur van de pauzes wordt meegerekend om de daadwerkelijke prestaties te bepalen.
Voorbeelden : - Voor de dag waarop het vrouwelijk personeelslid 3 u. 48 m. werkt, heeft zij geen recht op een pauze omdat haar arbeidsprestaties lager dan 4 uur liggen. - Voor de dag waarop zij 6 u. 00 werkt, heeft zij recht op een pauze omdat ze daadwerkelijk meer dan 4 uur werkt. - Voor de dag waarop zij 7 u. 36 m. werkt, heeft zij recht op twee pauzes. Zij kan kiezen tussen één pauze van één uur of twee pauzes van 30 minuten.
Het vrouwelijk personeelslid dient de overheid waaronder zij ressorteert twee maanden op voorhand in te lichten, tenzij de overheid op verzoek van betrokkene met een kortere termijn akkoord gaat. Zij zal eveneens het bewijs moeten verstrekken dat ze daadwerkelijk borstvoeding geeft. Daartoe kan zij een attest van een consultatiebureau voor zuigelingen (O.N.E., Dienst für Kind und Familie) of een medisch getuigschrift voorleggen. Elke maand dient dat bewijs opnieuw te worden voorgelegd. Zij zal eveneens een akkoord moeten bereiken met de overheid waaronder zij ressorteert over het (de) ogenblik(ken) van de dag waarop die pauze genomen kan worden.
Die maatregel treedt eveneens in werking de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Namen, 27 februari 2003.
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL