gepubliceerd op 11 april 2013
Omzendbrief betreffende de begrotingsbehoedzaamheid voor het begrotingsjaar 2013
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE
26 MAART 2013. - Omzendbrief betreffende de begrotingsbehoedzaamheid voor het begrotingsjaar 2013
Aan de dames en heren Ministers en Staatsecretarissen 1. Inleiding In de notificaties bij de initiële begroting 2013 heeft de Ministerraad op 30 november 2012 een onderbenutting van kredieten gepland voor de begrotingsjaren 2013 en 2014.De Minister van Begroting werd gevraagd een dossier aan de Ministerraad voor te leggen over de aanpak van de begrotingsdiscipline en de ermee samenhangende omzendbrief.
Bij deze omzendbrief wordt de aanpak en de methode toegelicht waarmee de vooropgestelde doelstelling in 2013 kan worden gehaald.
De maatregelen inzake begrotingsbehoedzaamheid die hier worden uiteengezet zijn bewarend van aard. Ze kunnen worden bijgestuurd bij de begrotingscontroles in het licht van de werkelijke ontwikkeling van de economische en budgettaire toestand. 2. Toepassingssfeer Deze omzendbrief geldt voor de FOD's, de POD's, het Ministerie van Defensie, de Federale Politie en de Regie der Gebouwen. Ook de instellingen van openbaar nut en gelijkgestelden die van de federale overheid afhangen en de openbare instellingen van sociale zekerheid worden volgens de hierna verduidelijkte voorwaarden eraan onderworpen. 3. Toepassing op de FOD's, de POD's, het Ministerie van Defensie, de Federale Politie en de Regie der Gebouwen 3.1. Principes Rekening houdend met de notificatie bij de initiële begroting 2013 m.b.t. de onderbenutting van 800 miljoen euro, tot bewaring en in afwachting van een voorstel van het College van Voorzitters zullen de kredieten van de begroting 2013 gedeeltelijk vrijgemaakt worden. De hoogte van de vrijmaking hangt af van het soort krediet. Deze gedeeltelijke vrijmaking zal voornamelijk via een administratieve blokkering van 400.000 k worden gerealiseerd. De verdeling van de administratieve blokkering per departement vindt u terug in bijlage 1 (1A voor de vastleggingskredieten en 1B voor de vereffeningskredieten). - Basisallocaties 11.xx en gelijkgestelde (12.xx.48, 12.xx.99) : vrijmaking ten belopen van 98 %;
De gedeeltelijke vrijmaking van de kredieten geldt voor de basisallocaties. Ze heeft echter geen invloed op de berekening van de personeelsenveloppen zoals bepaald in de omzendbrief 623 van 11 januari 2013 betreffende de personeelsenveloppen 2013. Bij de uitvoering van hun personeelsplan zullen de FOD's / departementen er dus voor zorgen dat niet meer dan 98 % van de kredieten ingeschreven op de begroting 2013 wordt verbruikt. Dit laatste geldt niet voor de entiteiten voor wie een uitzondering op bijlage 1 geldt. - Basisallocaties 12.xx en gelijkgestelde (11.xx.05 en andere basisallocaties van sociale diensten) : vrijmaking ten belope van 85 %; - Basisallocaties 7x.xx, niet opgenomen in het investeringsprogramma : vrijmaking ten belope van 80 %; - Basisallocaties van de Regie der Gebouwen, opgenomen in het investeringsprogramma : 59,45 %
Investissements
19
55
2
1
61
41
3
Investeringen
Institutions Europe & Internat
19
55
2
4
61
41
4
Europese & internationale instellingen
- Interdepartementale provisie in vereffeningen : - Vrije marge: 17.000 k - Provisie van 150 miljoen: 19.140 k.
Wij herinneren er aan dat het principe van de vrijmaking per schijf van het investeringsprogramma wordt behouden. Dit betreft volgende basisallocaties :
Lib FR
SPF
DO
Prog
Act
SEC1
SEC2
NO
dc
doelc
Lib NL
FOD
OA
Prog
Act
SEC1
SEC2
Volgnr
dc
doelc
TIC-investissement e-gov
5
31
1
0
74
22
50
30
22
ICT-investeringen e-gov
Subv.Bru. équip.spéc. incendie
13
54
2
0
63
21
7
30
51
Toel.Bru. bijz.brandweermat.
Invest.mat.gén.serv. incendie
13
54
2
0
63
21
8
30
51
Invest.mat.alg.werking brandw.
Infrastruct. Sécurité Civile
13
54
2
0
74
10
25
30
22
Infrastruct. Civ.Veiligh.
Infrastr. Sec. Civ.
13
54
2
0
74
22
25
30
22
Infrastr. Civ. Veiligh
Achats ambass. consulats
14
42
0
4
71
32
1
30
22
Aankoop gebouwen ambassades
Construction ambass.consulats
14
42
0
4
72
00
1
30
22
Bouw gebouwen ambassades
Investissements Coperfin
18
40
0
2
74
22
8
30
21
Investeringen Coperfin
Achat de scanners à containers
18
80
0
2
74
22
6
30
32
Aankoop van containerscanners
Investissement
19
55
2
1
61
41
3
30
32
Investering
Institutions Europe & Internat
19
55
2
4
61
41
4
30
32
Europese & intern. instelling.
Invest réseau télématique AMU
25
52
2
1
74
22
3
30
21
Investering Telem netwerk DGH
Equipement AMU
25
52
2
1
74
22
10
30
21
Uitrusting DGH
Dépenses patrimoniales
25
56
4
2
72
00
1
30
22
Vermogensuitgaven
Dép. Brevets par base données
32
43
3
0
74
22
20
30
22
uitg. Octrooien via databanken
Service de la métrologie
32
46
0
4
74
22
5
30
22
Metrologische dienst
Acquisition de terrains
33
52
4
1
71
12
10
30
52
Verwerven van gronden
Achat biens meubles durables
33
53
0
2
74
22
1
30
21
Aankoop duurzame goederen
Investissements informatiques
33
53
0
2
74
22
4
30
21
Investeringsuitg. informatica
Fonctionnement homologation
33
56
4
5
74
22
4
30
21
Werking homologatie
inv. informatique
33
56
5
0
74
22
34
30
22
investeringen informatica
Andere kredieten: vrijmaking ten belope van 100 % Uitzonderingen : 1) De basisallocaties voor de variabele kredieten van de begrotingsfondsen 2) De basisallocaties die in onderstaande tabel worden opgenomen :
Lib FR
SPF
DO
Prog
Act
SEC1
SEC2
NO
Lib NL
FOD
OA
Prog
Act
SEC1
SEC2
Volgnr
Primes syndicales
02
32
3
1
11
12
01
Vakbondspremies
Frais location cellules à l'étranger
12
51
0
2
12
12
34
Kosten inhuring cellen buitenland
Loyer
14
21
0
1
12
12
01
Huur
Loyer des biens immobiliers
14
42
0
2
12
12
01
Huur van onroerende goederen
Loyer des biens immobiliers
14
42
1
1
12
12
01
Huur van onroerende goederen
Frais divers de fonction. 16
50
1
2
12
11
01
Algemene werkingskosten
Frais divers de fonction.
16
50
1
3
12
11
01
Algemene werkingskosten
Frais divers de fonction.
16
50
1
4
12
11
01
Algemene werkingskosten
Frais divers de fonction.
16
50
1
5
12
11
01
Algemene werkingskosten
Frais de mission
16
50
1
5
12
11
99
Forf. onkostenverg. pers.
Achat d'armes destr. et munit
16
50
2
1
13
00
01
Aank. verniet. wapens en mun.
Achat d'armes destr. et mun.
16
50
2
2
13
00
01
Aank. verniet. wapens en mun.
Achat de terrains et des bâtiments
16
50
3
1
71
12
01
Aankoop van gronden en gebouwen
Biens non durables et services
16
50
5
1
12
11
01
Niet duurzame goederen en diensten
Achat d'équip. spéc. milit.
16
50
5
1
13
00
01
Aankoop spec. militair mater.
Frais de fonct. PO fed. 2007-2013
23
40
6
4
12
11
01
Werkingskosten fed. PO. 2007-2013
Office nat. d'alloc.familiales
24
58
7
1
11
31
50
Rijksdienst voor kinderbijslag
Commissions
51
45
1
0
12
11
05
Commissies
De FOD Budget en Beheerscontrole berekent de vrijgave van de blokkeringen, rekening houdend met de uitzonderingen, per basisallocatie. Er zal een Exceltabel worden overgemaakt aan de departementen met de verdeling per basisallocatie. Het departement kan binnen een bepaalde kredietsoort, de blokkeringen herverdelen. Indien het departement een herverdeling van de blokkering (binnen een bepaalde kredietsoort) wenst door te voeren, dan kan het hiervoor een aanvraag indienen bij de FOD B&B. De aanvraag moet vergezeld zijn van het gunstig advies van de Inspectie van Financiën. Gedurende het jaar kunnen meerdere herverdelingen aangevraagd worden.
Blokkeringen op de basisallocaties 12.xx en 7x..xx zullen ze echter onderling kunnen herverdelen, uitgezonderd voor de BA waarvoor de twee onderstaande uitzonderingen zijn gemaakt.
Indien het voor een departement door de blokkeringen onmogelijk wordt om de verplichte (1) en onvermijdbare (2) uitgaven uit te voeren, kan het een uitzondering bij de Minister van Begroting aanvragen.
Vóór 19 april 2013 zullen de bedoelde diensten aan de FOD Budget en Beheerscontrole een tijdschema voorleggen voor hun vastleggingen en hun vereffeningen. Daarin zullen ze aantonen dat ze voorrang verlenen aan de verplichte en onvermijdbare uitgaven. Dit schema zal aan de Inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij het departement overgemaakt worden.
De bij het departement geaccrediteerde inspecteur gaat na of er onder de geblokkeerde kredieten geen uitgaven zijn die duidelijk verplicht zijn. Hij gaat dit na per basisallocatie en niet per dossier. 3.2. Controle en monitoring Bij deze begrotingsbehoedzaamheid wordt een procedure van bewaking van het verbruik van de kredieten en van de vooruitzichten van het verbruik ingesteld. Deze monitoring zal gebeuren op 1 mei, 1 juli, 1 oktober, 1 november en 1 december op initiatief van de departementen aan de hand van de gegevens over het kredietverbruik uit FEDCOM. De departementen zullen met andere woorden het verslag over het kredietverbruik aanvullen met hun planning voor het verbruik van de kredieten voor de rest van het jaar per basisallocatie. Het rapport wordt gevalideerd door de Inspectie van Financiën en vervolgens overgemaakt aan de FOD B & B. Deze zal hen een modelverslag bezorgen om dit werk te vergemakkelijken.
Op basis van een analyse van de gegevens van de departementen zal de FOD Budget en Beheerscontrole een verslagontwerp opstellen.
Nadat het College van de Voorzitters van de directiecomités van de Federale Overheidsdiensten en van de Programmatorische Overheidsdiensten de haalbaarheid van de onderbenutting van 800 miljoen euro geëvalueerd heeft, wordt een definitief verslag aan de Minister van Begroting bezorgd.
Het College van de Voorzitters kan aan de Minister van Begroting concrete voorstellen voorleggen die de realisatie van de onderbenutting zullen waarborgen. Indien deze voorstellen toereikend worden geacht, kan de bewarende maatregel bedoeld onder punt 3.1. gelicht worden. 4. Toepassing op de instellingen van openbaar nut en gelijkgestelde instellingen die van de federale overheid afhangen De instellingen van openbaar nut en de gelijkgestelde instellingen die van de federale overheid afhangen, moeten ook een bijkomende onderbenutting van 1,4 miljoen euro realiseren, i.e. een totale onderbenutting vastgelegd op 134,7 miljoen euro.
Deze onderbenutting zal met name in een gedeeltelijke vrijmaking resulteren : - Van de personeelskredieten ten belope van 98 % - Van de werkingskredieten ten belope van 85 % - Van de investeringskredieten ten belope van 80 % Deze gedeeltelijke vrijmaking geldt enkel voor het deel van de uitgaven dat door een dotatie van de federale overheid wordt gedekt.
Deze moet dus pro rata berekend worden.
Deze onderbenutting zal op basis van het bijgevoegd overzicht in bijlage 2 vastgesteld worden. Dat zal door de Inspectie van Financiën of door de afgevaardigde van de Minister van Begroting worden gevalideerd. Deze laatste zullen ermee belast worden deze blokkeringen uit te voeren in de interne begrotingen van de entiteiten.
Op een kwartaalbasis zal een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van het College van de leiders van de instellingen van openbaar nut en van de FOD Budget en Beheerscontrole de uitvoering van de begroting van de instellingen opvolgen en de haalbaarheid van de onderbenutting evalueren.
Het College van de Voorzitters kan aan de Minister van Begroting concrete voorstellen voorleggen die de realisatie van de onderbenutting zullen waarborgen. Indien deze voorstellen toereikend worden geacht, kan de bewarende maatregel gelicht worden. 5. Toepassing op de openbare instellingen van sociale zekerheid Overeenkomstig de beslissing van de Ministerraad van 30 november 2012 m.b.t. de initiële begroting 2013 dienen de openbare instellingen van sociale zekerheid een bijkomende onderbenutting van 7,2 miljoen euro in 2013 te realiseren. De totale onderbenutting word op 110,2 miljoen euro vastgelegd.
Op basis van de cijfergegevens bezorgd bij het kwartaaloverleg tussen de Voogdijministers, de Minister van Begroting en het College van administrateurs-generaal van de OISZ, zoals voorzien in de administratieovereenkomsten, zal een prospectieve evaluatie verricht worden, waarmee de realisatiegraad van de globale onderbenutting zal kunnen worden gecontroleerd. Zo nodig zullen verbeteringsmaatregelen voorgesteld worden. 6. Wanneer wordt deze omzendbrief van kracht ? Deze omzendbrief gaat in op de datum van de ondertekening.7. Bekendmaking Deze omzendbrief zal in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt worden.(1) Verplichte uitgaven : uitgaven waarvoor de verleende dienst gedurende het vorige boekjaar voor echt verklaard werd maar waarvoor geen betaling werd verricht. (2) Onvermijdbare uitgaven : uitgaven waarvoor geen bedrag voor vorige jaren werd vastgelegd maar zeker voor het betrokken boekjaar en ten belopen van een omvang van Vastleggingskredieten en Vereffeningskredieten die dient te worden bepaald (uitgaven voor het personeel in dienst, uitgaven verbonden aan de implementatie van de wetten, internationale verordeningen en overeenkomsten, uitgaven die strikt nodig zijn om de continuïteit van de dienstactiviteit te waarborgen : energie-uitgaven (water, elektriciteit, brandstoffen,...) huurprijzen, verzekeringen, onderhoud, terugbetaling van leningen, uitgaven uit overheidsopdrachten die aanvullend of terugkerend zijn, aanhangsels, afrekeningen,...).
De Minister van Begroting, O. CHASTEL
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld