MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN

26 APRIL 1999. - Omzendbrief nr. 474. - Aanbevelingen voor het verlenen van dienstvrijstellingen ter gelegenheid van verkiezingen

Aan de besturen en andere diensten van de ministeries en aan de instellingen van openbaar nut onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Ten einde de uitzonderlijke prestaties van de personeelsleden die bij het samenstellen van de kiesbureaus betrokken zijn te compenseren, wordt er aanbevolen een dienstvrijstelling te verlenen de dag na de verkiezingen, aan de personeelsleden die optreden als voorzitter, bijzitter of secretaris van een stembureau of een opnemingsbureau.

Het personeelslid dat kiest voor bovengenoemde dienstvrijstelling ontvangt geen presentiegeld als lid van een stembureau of een opnemingsbureau.

Ik herinner er u bovendien aan dat het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen voorziet in de toekenning van een omstandigheidsverlof voor de dag van de verkiezingen voor degenen die normaal die dag moeten werken voor wat betreft de uitoefening van het ambt van voorzitter, van bijzitter of van secretaris van een stembureau of een opnemingsbureau (artikel 15, 14°). In het geval dat de werkzaamheden tot de maandag voortgezet werden en dit behoorlijk door de voorzitter werd bevestigd, mag elke ambtenaar, ongeacht zijn arbeidsregeling, een dag omstandigheidsverlof eisen om de maandag te dekken, gevolgd door een vrijstellingsdag de volgende dag indien hij het presentiegeld weigert.

Het gelieve U deze omzendbrief mede te delen aan alle diensten en instellingen van openbaar nut onder uw gezag, controle of toezicht.

De Minister van Ambtenarenzaken, A. Flahaut.