gepubliceerd op 03 december 1999
Omzendbrief nr. 484. Evaluatie van de overuren
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN
23 NOVEMBER 1999. - Omzendbrief nr. 484. Evaluatie van de overuren
Aan de besturen en andere diensten van de ministeries en aan de instellingen van openbaar nut die onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat vallen Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, In zijn omzendbief nr. 448 van 4 juli 1997, die werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1997, heeft mijn voorganger verzocht hem de gegevens te verschaffen die noodzakelijk waren voor een evaluatie van de overuren die in 1994, 1995 en 1996 verricht werden.
Met het intersectoraal akkoord 1999-2000, dat vervat is in het protocol nr. 108/4 dat op 10 juni 1999 in het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten ondertekend werd, heeft de overheid er zich toe verbonden om tegen uiterlijk 30 juni 2000 de resultaten te evalueren van het beheersen der overuren.
Ik wil u dan ook vragen tegen uiterlijk 1 maart 2000 de volgende inlichtingen te verschaffen aan de Dienst van Algemeen bestuur, Rijksadministratief Centrum, Pachecolaan 19, bus 2, 1010 Brussel : - een uitvoerig overzicht per niveau (van niveau 1 tot niveau 4) en per graad, van het aantal overuren dat tijdens de jaren 1997, 1998 en 1999 verricht is; - de jaarlijkse kosten van deze overuren, per niveau en per graad, tegen 100 %.
Ik herinner er u aan dat onder overuur dient te worden verstaan elke arbeidstijd die bovenop de 38 uren/week verricht is (afgezien van overschrijdingen die mogelijk gemaakt worden door de toepassing van de variabele werktijd, welke tot compensaties kan leiden in de vorm van inhaalrust, overschrijdingen die dus met overuren niets te maken hebben). Voor de personeelsleden die deeltijdse prestaties uitoefenen zullen de 38 uren als grondslag voor de berekening verminderd worden in verhouding tot de gepresteerde arbeidstijd.
De Minister van Ambtenarenzakenen Modernisering van de Openbare Besturen, L. Van Den Bossche.