gepubliceerd op 26 februari 2002
Omzendbrief PLP 13ter betreffende de budgetten van de politiezones. - Controle conformiteit van de gemeentelijke dotaties
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
23 JANUARI 2002. - Omzendbrief PLP 13ter betreffende de budgetten van de politiezones. - Controle conformiteit van de gemeentelijke dotaties
Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Ter informatie : Aan de Dames en Heren Burgemeesters Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, 1 Inleiding In het kader van het opstellen van de Koninklijke besluiten « 248 » houdende de oprichting van de lokale politie, controleren mijn diensten in het bijzonder of de begrotingsgegevens conform zijn met de bepalingen van het Koninklijk besluit van 24 december 2001 tot vaststelling van de minimale begrotingsnormen (Belgisch Staatsblad van 29 december 2001).
Dit Koninklijk besluit benadrukt namelijk dat de gewone uitgavenbegroting 2002 van het lokaal politiekorps, goedgekeurd door de gemeenteraad of de politieraad, ten minste de totale kostprijs bevat van de gemeentepolitie begroot in 2001 door de gemeente of door de gemeenten in geval van een meergemeentezone, verminderd, enerzijds, met wat ze gebudgetteerd hebben in 2001 in het raam van de uitvoering van de veiligheids- en samenlevingscontracten en, anderzijds, de buitengewone uitgaven.
Behalve dit Koninklijk besluit betreffende de minimale begrotingsnormen, laat het Koninklijk besluit van 16 november 2001 (gekend als « 60-20-20 ») de gemeenten toe de verdeelsleutel te bepalen van hun bijdrage in de begroting van de zone. Dit besluit laat de gemeenten vrij om zelf hun intrazonale verdeelsleutel te bepalen en biedt indien nodig een tabel tot verdeling (aanvullende norm).
Het blijkt dat het gecombineerd lezen van de voormelde besluiten leidt tot interpretatieverschillen bij de bepaling van de gemeentelijke dotaties aan de politiezones. Hoewel deze principes al uitdrukkelijk geformuleerd werden in de voormelde omzendbrieven, tracht de huidige omzendbrief een laatste keer klaarheid te brengen in de te nemen maatregelen op budgettair niveau in het kader van deze twee besluiten. 2 Gecombineerde toepassing van de besluiten van 16 november 2001 en 24 december 2001 2.1 Omzendbrieven PLP 13 van 26 oktober 2001 en PLP 13bis van 6 december 2001 De omzendbrieven PLP 13 van 26 oktober 2001 en PLP 13bis van 6 december 2001 stellen de lokale overheden in staat om hun budgetten op te stellen en in het bijzonder de gemeentelijke dotatie te bepalen die aan de politiezone dient te worden uitbetaald.
De omzendbrief PLP 13 benadrukt dat in toepassing van artikel 40, zesde lid, van de WGP, nadere regels dienen te worden bepaald door de Koning inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in een meergemeentezone. Deze vereiste maakt het onderwerp uit van het voormelde Koninklijk besluit van 16 november 2001.
Wat betreft de minimale begrotingsnormen die de politiezones dienen na te leven in uitvoering van artikel 39, vierde lid, en 40, eerste lid, van de WGP, werden de bepalingen van de omzendbrief PLP 13bis nadien vertaald in voormeld Koninklijk besluit van 24 december 2001. 2.2 Planning opstelling budget en bepaling gemeentelijke dotaties 2.2.1 Bepaling van de gewone uitgaven Het evenwicht binnen de gewone dienst wordt gerealiseerd door de dotatie van de gemeente(n) aan de politiebegroting, welke gelijk is aan het verschil tussen de gewone uitgaven en de gewone ontvangsten van de politiebegroting, de gemeentelijke dotatie is bijgevolg het sluitstuk van de politiebegroting. 2.2.2 Schatting kostprijs van de gemeentepolitie in 2001 Vele budgetten zijn bepaald op basis van de kostprijzen van de gemeentepolitie in 1998, 1999 of 2000. Deze bedragen worden herhaaldelijk geïndexeerd om het budget 2002 op te maken.
Deze methode is niet in overeenstemming met het voormelde Koninklijk besluit van 24 december 2001, waarin wordt vastgelegd dat de gewone uitgavenbegroting 2002 van het lokaal politiekorps, goedgekeurd door de gemeenteraad of de politieraad, ten minste de totale kostprijs bevat van de gemeentepolitie begroot in 2001 door de gemeente of door de gemeenten in geval van een meergemeentezone, verminderd, enerzijds, met wat ze gebudgetteerd hebben in 2001 in het raam van de uitvoering van de veiligheids- en samenlevingscontracten en, anderzijds, de buitengewone uitgaven. 2.2.3 Bepaling van de gemeentelijke dotaties Derhalve is het bij de bepaling van de gemeentelijke dotaties aangewezen erop toe te zien dat elke gemeente van de politiezone een dotatie toekent aan de lokale politie, die niet kleiner mag zijn dan haar kostprijs « politie » van het jaar 2001 (cf. punt 2.2.2), geïndexeerd. De index van de consumptieprijzen voor de maand juli 2001 bedroeg 109.54 tegenover 106.71 voor de maand juli 2000. De verhouding tussen beide indexcijfers is gelijk aan 1.0265204. Dit resulteert bijgevolg in een minimale toe te passen indexatie van 2,65204 %, hetzij, afgerond tot de tweede decimaal, 2,65 %.
De toepassing van de intrazonale verdeelsleutel, hetzij bepaald in onderlinge overeenstemming door de gemeenteraden van de zone, hetzij voortvloeiend uit de toepassing van het Koninklijk besluit van 16 november 2001, mag niet leiden tot een vermindering van de bijdrage van één of meerdere gemeenten van de zone.
De intrazonale verdeelsleutel is bedoeld om de politiezones in staat te stellen de budgettaire last te verdelen onder de gemeenten van de zone, zonder daarbij echter de een of andere gemeente van de zone toe te laten te desinvesteren in 2002. Er is geen intrazonale verdeling nodig indien de som van de berekende minima, op grond van punt 2.2.2, de gewone uitgaven 2002 ten laste van de gemeenten dekt. 3 Besluiten 3.1 Geen enkele Belgische gemeente mag desinvesteren in 2002. 3.2 De gemeenten die alleen zijn (ééngemeentezone) en de gemeenten van een meergemeentezone zijn derhalve onderworpen aan dezelfde verplichting om minstens evenveel te investeren als in 2001. 3.3 Voortaan is het dus mogelijk om in de begroting ontvangsten op te nemen die hoger liggen dan hetgeen de zone nodig heeft om te kunnen functioneren (cf. punt 2.2.3). In dat geval beschikt de politiezone over een grotere bewegingsvrijheid. In dit geval kan de gemeente die verplicht is een bedrag uit te betalen dat hoger ligt dan de verdeelsleutel, bepaald door de gemeenteraden of eventueel bij koninklijk besluit van 16 november 2001, bijvoorbeeld bijzondere politionele inspanningen vereisen in het kader van het zonaal veiligheidsplan. 3.4 Door deze werkwijze vermijdt men dat « belangrijke » gemeenten, die moeten samenwerken met « kleine » gemeenten, hen een grote financiële last opleggen enkel op basis van de verdeelsleutel bepaald door de gemeenteraden of eventueel bij Koninklijk besluit van 16 november 2001. 3.5 In de politiezones waar de voormelde principes niet werden nageleefd, kan ik enkel de politieraden of de gemeenteraden verzoeken over te gaan tot een nieuwe deliberatie (overeenkomstig het Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale begrotingsnormen) betreffende het budget 2002 van de politiezones. Hierbij verzoek ik de Gouverneurs hun toezichthoudende bevoegdheden uit te oefenen.
Ik zou u dankbaar zijn indien u de politiezones van uw ambtsgebied dringend op de hoogte brengt van het voorgaande.
Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. Duquesne