Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 21 december 2000
gepubliceerd op 29 december 2000

Omzendbrief PLP 2 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentezone

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2000001131
pub.
29/12/2000
prom.
21/12/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


21 DECEMBER 2000. - Omzendbrief PLP 2 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentezone


Aan de Dames en Heren gouverneur, Aan de Dames en Heren burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de burgemeester, De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (Belgisch Staatsblad, 5 januari 1999, hierna verkort tot WGP) treedt op 1 januari 2001 in werking. Alhoewel op lokaal vlak de lokale politie per groep van politiezones pas wordt ingesteld wanneer de Koning vaststelt dat de in artikel 248 WGP bepaalde voorwaarden vervuld zijn - en dat derhalve tot op dat ogenblik de gemeentepolitie in iedere gemeente blijft bestaan - bestaat in rechte de meergemeentezone, die de rechtspersoonlijkheid heeft (artikel 9, tweede lid, WGP), en moet vanaf 1 januari 2001 in die meergemeentezone de politieraad en het politiecollege worden verkozen, respectievelijk samengesteld.

Deze omzendbrief strekt er toe een aantal nadere toelichtingen te verstrekken inzake de verkiezing en de inplaatsstelling van de leden van de politieraad die in het begin van het jaar 2001 moeten plaatsvinden in elke gemeente die deel uitmaakt van een meergemeentezone. De vorming van het politiecollege vergt geen nadere toelichtingen : uit artikel 23 WGP blijkt immers dat het mandaat van lid van het politiecollege aanvangt op het ogenblik van de eedaflegging als burgemeester. Het maakt er immers een wettelijk acccessorium van uit.

Voor een goede lezing van deze omzendbrief moet niet alleen rekening worden gehouden met de artikelen 12 tot en met 24 van de WGP (1), maar ook met de besluiten tot uitvoering ervan, inzonderheid het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad. Ook met betrekking tot de berekening van de verkiezing van het aantal leden waarop een gemeenteraad recht heeft binnen de politieraad wordt een koninklijk besluit voorbereid. 1. Toepassingsgebied 1.Zoals uit de WGP blijkt, bestaan enkel in de meergemeentezone de politieraad en het politiecollege. In deze publieke rechtspersoon oefenen deze organen respectievelijk de bevoegdheid uit van de gemeenteraad inzake de organisatie en het beheer van het lokaal politiekorps en van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester (artikel 11 WGP). In de zogenaamde "eengemeentezone" of politiezone bestaande uit één gemeente, blijft de publieke rechtspersoon ongewijzigd de gemeente. Een "eengemeentezone" bestaat juridisch derhalve niet en is in rechte niet te onderscheiden van de gemeente. A fortiori bestaan er aldaar de politieraad en het politiecollege niet, aangezien te dezen de bevoegdheden ter zake (blijven) toekomen aan de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en de burgemeester. 2. Deze omzendbrief richt zich derhalve alleen tot de meergemeentezones en inzonderheid tot de gemeenten die er met toepassing van artikel 9, eerste lid, WGP, deel van uitmaken.Deze gemeenten blijken uit de volgende, met toepassing van artikel 9, eerste lid, WGP bepaalde koninklijke besluiten : koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het administratief arrondissement van Brussel-Hoofdstad in politiezones (Belgisch Staatsblad, 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen in politiezones (Belgisch Staatsblad , 4 augustus 2000, gew. K.B.14 juli 2000, Belgisch Staatsblad 4 augustus 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Antwerpen in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Limburg in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000) (2); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Waals-Brabant in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Henegouwen in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Luik in politiezones (Belgisch Staatsblad, 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Namen in politiezones (Belgisch Staatsblad, 29 juli 2000); koninklijk besluit van 28 april 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie Luxemburg in politiezones (Belgisch Staatsblad , 29 juli 2000). 2. De samenstelling van de politieraad en het bepalen van het aantal leden ervan 2.1. Aantal leden van de politieraad 2.1.1. Effectieve leden 3. De lokale politie in een meergemeentezone wordt bestuurd door een politieraad.De politieraad kent twee soorten leden : enerzijds leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen en anderzijds de burgemeesters van die gemeenten.

De eerstgenoemde leden van de politieraad worden verkozen. De burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de meergemeentezone, zijn van rechtswege lid van de politieraad (artikel 12, laatste lid, WGP). Zij maken overigens van rechtswege (ook) deel uit van het politiecollege (artikel 23, WGP). 4. Het aantal leden van de politieraad, verkozen uit de gemeenteraadsleden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen, wordt bepaald in functie van het aantal inwoners van de betrokken meergemeentezone.Het zijn (artikel 12, eerste lid, WGP) : 13 leden in een meergemeentezone die de 15 000 inwoners niet overschrijdt; 15 leden voor een bevolking van 15 001 tot 25 000 inwoners; 17 leden voor een bevolking van 25 001 tot 50 000 inwoners; 19 leden voor een bevolking van 50 001 tot 80 000 inwoners; 21 leden voor een bevolking van 80 001 tot 100 000 inwoners; 23 leden voor een bevolking van 100 001 tot 150 000 inwoners; 25 leden voor een bevolking van meer dan 150 000 inwoners.

De burgemeesters - die dus lid zijn van de politieraad én van het politiecollege - worden derhalve niet meegerekend in dit aantal (artikel 12, laatste lid, in fine, WGP). 5. Het vastleggen van de categorie van de meergemeentezone en derhalve van het aantal leden, kan geen moeilijkheden opleveren.Voor het bepalen ervan worden de bevolkingscijfers in aanmerking genomen die als basis hebben gediend voor het bepalen van de samenstelling van de verschillende gemeenteraden in de overeenkomstige meergemeentezone (artikel 13 WGP). Het volstaat de bevolkingscijfers samen te tellen van de gemeenten die deel uitmaken van een meergemeentezone, zoals die, voor de gemeenteraden die bij de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000 werden verkozen, zijn vastgesteld bij ministerieel besluit van 14 mei 2000 tot vaststelling per provincie en per gemeente van de bevolkingscijfers op 1 januari 1999 (Belgisch Staatsblad 31 mei 2000, 2e Ed.). 2.1.2. Opvolgers 6. Luidens artikel 12, vijfde lid, WGP heeft elk effectief lid een of twee opvolgers.De WGP heeft derhalve het aantal opvolgers uitdrukkelijk beperkt. Zoals hierna wordt toegelicht, wordt over de aanwijzing van de opvolgers niet gestemd (zie infra, nrs. 34 en 42). 2.2. De proportionele verdeling 7. De samenstelling van de politieraad uit leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen, geschiedt evenredig op basis van de respectievelijke bevolkingscijfers van de gemeenten.Elke gemeenteraad beschikt bovendien over minstens één vertegenwoordiger in de politieraad (artikel 12, tweede lid, WGP).

Ook voor het verdelen van het aantal leden wordt het hiervoor bepaalde bevolkingscijfer (supra, nr. 5) in aanmerking genomen dat als basis heeft gediend voor het bepalen van de samenstelling van de gemeenteraad in de overeenkomstige meergemeentezone (artikel 13 WGP). 8. Een koninklijk besluit wordt voorbereid betreffende de berekeningswijze van het aantal leden waarover een gemeenteraad beschikt in de politieraad.In afwachting dat dit besluit genomen wordt, kan verwezen worden naar de memorie van toelichting bij de WGP (artikel 12) voor de methode volgens dewelke exact kan worden berekend hoeveel leden iedere gemeenteraad kan aanwijzen binnen het aantal voorzien in artikel 12, eerste lid, WGP. Het is een berekening in een aantal stappen : 1° Voor iedere tot de meergemeentezone behorende gemeente wordt het bevolkingscijfer dat als basis heeft gediend voor het bepalen van de samenstelling van de gemeenteraad vermenigvuldigd met het aantal leden waaruit de meergemeentezone overeenkomstig artikel 12, eerste lid, WGP is samengesteld;2° Dit getal wordt daarna gedeeld door het totaal aantal inwoners van alle gemeenten die tot de meergemeentezone behoren;3° Iedere gemeenteraad beschikt over het aantal zetels dat wordt aangewezen door het gehele getal in het quotiënt.De eventuele restzetels worden één per één toegekend aan de gemeenten waarvan het getal achter de komma in het quotiënt het hoogste is; 4° indien de toepassing van deze evenredige verdeling geen vertegenwoordiging van een gemeenteraad in de politieraad zou toelaten, wordt één bijkomend lid toegekend om hierin te voorzien.Het aantal leden van de politieraad, zoals bepaald overeenkomstig artikel 12, eerste lid, WGP (zie supra, nr. 4) wordt in dit geval telkens vermeerderd met één eenheid (artikel 12, vijfde lid, WGP).

Een praktisch voorbeeld : Neem een meergemeentezone die is samengesteld uit 4 gemeenten : Gemeente A heeft 5 000 inwoners, gemeente B 12 000, gemeente C 31 000 en gemeente D 7 000. In totaal hebben deze gemeenten dus een bevolkingscijfer van 55 000 inwoners. Volgens artikel 12, eerste lid, WGP, zal de politieraad van deze meergemeentezone dus uit 19 leden bestaan.

Nu kan voor iedere gemeente het quotiënt worden berekend : gemeente A : 5 000 x 19/55 000 = 1,72727 gemeente B : 12 000 x 19/55 000 = 4,14545 gemeente C : 31 000 x 19/55 000 = 10,70909 gemeente D : 7 000 x 19/55 000 = 2,41818 Van de negentien zetels gaan er dus 10 naar gemeente C, 4 naar gemeente B, 2 naar gemeente D en 1 naar gemeente A. Dit vormt een totaal van 17 zetels. Er zijn dus twee restzetels. Deze gaan naar gemeente A en C vermits het decimaal van het resultaat van deze gemeenten respectievelijk het hoogste en het tweedehoogste is.

Gemeente A zal uiteindelijk dus 2 zetels tellen en gemeente C 11. 2.3. Verkiesbaarheidsvoorwaarde 9. Artikel 14 WGP stelt een verkiesbaarheidsvoorwaarde in : de kandidaat moet om te kunnen worden verkozen tot werkend of plaatsvervangend lid van de politieraad, op de dag van de verkiezing van de leden van de politieraad deel uitmaken van een van de gemeenten die de meergemeentezone vormen (artikel 14 WGP). Andere verkiesbaarheidsvoorwaarden zijn er niet. 2.4. Onverenigbaarheid 10. Effectieve leden van de politieraad mogen geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de derde graad, noch door de echt verbonden zijn (artikel 15, eerste lid, WGP).Op te merken valt dat deze onverenigbaarheid slechts bestaat tussen de effectieve leden van de politieraad. Tot zolang de opvolger, die bloed- of aanverwant in de verboden graad is van een effectief lid, zelf niet geroepen is om effectief lid te worden, is het genoemde artikel 15, eerste lid, WGP niet van toepassing.

Bovendien stelt aanverwantschap die na de verkiezing tot stand komt onder de leden van de politieraad, geen einde aan hun mandaat (artikel 15, tweede lid, WGP). Wanneer bijvoorbeeld na hun aanwijzing, een effectief lid huwt met een ander effectief lid, zal geen van beiden van zijn mandaat vervallen worden verklaard daar het hier een huwelijk betreft dat na de verkiezing is voltrokken. 11. Wie zou zijn verkozen doch wiens verkiezing geen uitwerking kan krijgen, wordt wegens onverenigbaarheid vervangen door zijn opvolger (artikel 17, tweede lid, WGP).3. Datum waarop tot de verkiezing van de leden van de politieraad moet worden overgegaan 12.Op grond van artikel 18 WGP heeft de verkiezing van de leden van de politieraad plaats in openbare vergadering de derde maandag nadat de gemeenteraad die tot de verkiezing van de leden van de politieraad moet overgaan, geïnstalleerd is.

Wanneer aldus de nieuwe gemeenteraad, ontstaan uit de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000, wordt geïnstalleerd in de week van 1 tot en met 7 januari 2001, zal de verkiezing van de leden van de politieraad plaatsvinden op maandag 22 januari 2001.

Wordt de nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd in de week van 8 tot en met 14 januari 2001, dan zal de verkiezing van de leden van de politieraad plaatsvinden op maandag 29 januari 2001.

Zolang de nieuwe gemeenteraad niet kan worden geïnstalleerd, moeten de oud-gemeenteraadsleden hun ambt verder blijven waarnemen. Zij hebben echter niet het recht de leden van de politieraad te verkiezen, aangezien alleen de nieuwe aangestelde gemeenteraad hiertoe bevoegd is. In dit verband vestig ik er evenwel de aandacht op dat de nieuwe gemeenteraad moet worden geïnstalleerd, alhoewel het niet uitgesloten is dat de Raad van State alsnog de verkiezingsuitslag vernietigt. Het beroep bij de Raad van State tegen de geldigverklaring van de verkiezingsuitslag van de gemeenteraadsleden door de bestendige deputatie heeft immers geen schorsend karakter (artikel 76bis, van de Gemeentekieswet). Aangezien deze nieuwe gemeenteraad al zijn wettelijke bevoegdheden uitoefent dient hij ook - overeenkomstig artikel 18 WGP - op het wettelijk bepaalde tijdstip over te gaan tot de verkiezing van de leden van de politieraad. 13. Welke ook de datum is waarop de nieuwe gemeenteraad wordt geïnstalleerd, moet in ieder geval op de derde maandag die daarop volgt, de verkiezing van de leden van de politieraad plaatsvinden (artikel 18 WGP). 4. Indiening van de kandidatenlijsten 4.1. De voordracht door één of meer gemeenteraadsleden 14. Met toepassing van artikel 16, eerste lid, WGP worden de kandidaat-effectieve leden en de kandidaat-opvolgers in elke gemeenteraad schriftelijk voorgedragen door één of meer gemeenteraadsleden.De kandidaten stemmen in door een ondertekende verklaring op de akte van voordracht.

Alhoewel de wetgever, met uitzondering van het aantal opvolgers dat wettelijk is beperkt tot ten hoogste twee (zie supra, nr. 6), in geen enkele beperking inzake de voordrachten heeft voorzien, kan worden verondersteld dat in de praktijk elke politieke partij die vertegenwoordigd is in de gemeenteraad, een lid hiervan zal afvaardigen om slechts het aantal kandidaten voor te dragen dat zij voor zichzelf bij de verkiezing haalbaar acht en zeker niet meer dan het maximum van het aantal leden dat met toepassing van artikel 12 WGP proportioneel aan de gemeente toekomt in de toekomstige politieraad (zie supra, nrs. 3-8). 4.2. Inhoud van de voordrachtakte 15. Luidens artikel 4 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad vermeldt de voordrachtakte de naam, de voornamen, de geboortedatum en het beroep van de kandidaat-effectieve leden en de (twee) kandidaat-opvolgers.De voordrachtakte vermeldt voor elke kandidaat-effectief lid de kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde waarin deze zijn voorbestemd om het te vervangen. De identiteit van de vrouwelijke kandidaat die gehuwd of weduwe is, mag worden voorafgegaan door de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot.

De voordrachtakte vermeldt eveneens de naam, de voornamen en het volledig adres van het of de gemeenteraadsleden die de voordracht doen. Onderaan de voordrachtakte tekenen de kandidaten voor akkoord met hun voordracht (art. 4, van het K.B. betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). 16. Luidens artikel 5 van het voornoemde koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, mag een gemeenteraadslid niet meer dan een voordrachtakte voor dezelfde verkiezing ondertekenen.Een zelfde persoon kan tegelijk als kandidaat-effectief lid en als kandidaat-opvolger worden voorgedragen. 4.3. Datum en wijze van indiening 17. Overeenkomstig artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, moet elke akte van voordracht van kandidaten, in dubbel exemplaar, op het gemeentehuis worden ingediend de dertiende dag voor de stemming, tussen 16 en 19 uur.D.i., bij wege van voorbeeld, op dinsdag 9 januari 2001 indien de verkiezing van de leden van de politieraad op 22 januari 2001 plaatsheeft, of op dinsdag 16 januari indien de verkiezing van de leden van de politieraad op 29 januari 2001 plaatsheeft.

De termijn van dertien dagen heeft enkel tot doel enerzijds een termijn te bepalen om de voorbereidende maatregelen mogelijk te maken van de verkiezing die plaats moet vinden op de in artikel 18 WGP bepaalde datum en om anderzijds de burgemeester in staat te stellen de voordrachtakten te onderzoeken of zij voldoen aan de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad. Heeft derhalve in concreto het buiten deze termijn indienen van de voordrachtakte op het gemeentehuis, noch de aan de verkiezing voorafgaande voorbereidende verrichtingen, noch de mogelijkheid in hoofde van de burgemeester om de regelmatigheid van de voordrachtakten te onderzoeken, verhinderd, dan heeft deze onregelmatigheid de geldigheid van de verkiezingen niet gevitieerd (zie R.v.St., verkiezing o.c.m.w. Neupré, nr. 54132, 30 juni 1995 : een dag te laat doch in het concrete geval heeft dit de werkzaamheden niet verhinderd). Dit is uiteraard een feitenkwestie die zaak is van het met de geldigverklaring van de verkiezingen belaste rechtscollege. 18. Bevoegd om de akte in te dienen is, hetzij het gemeenteraadslid of een van de gemeenteraadsleden die haar ondertekenden, hetzij de persoon die daartoe door het voormelde gemeenteraadslid of de voormelde gemeenteraadsleden aangewezen is (artikel 2 koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).19. De burgemeester, bijgestaan door de gemeentesecretaris en in tegenwoordigheid van een gemeenteraadslid van elke politieke fractie die een kandidatenlijst indient, neemt de voordrachtakten in ontvangst (artikel 16, eerste lid, WGP en artikel 2 koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).Bij de overhandiging van de voordrachtakten onderzoekt de burgemeester of zij voldoen aan de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van het genoemde koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad) (zie supra, punt 4.2.). Hij kan hierbij de verbetering of de aanvulling van de voordrachtakten aanbevelen (artikel 6 koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).

Deze bevoegdheid van de burgemeester is echter zeer beperkt. Zo kan hij geenszins de ontvankelijkheid van de voordrachtakten beoordelen (R.v.St., verk. OCMW Aalter, nr. 18279, 25 mei 1977). De burgemeester dient alle akten in ontvangst te nemen en kan deze niet weigeren. Het spreekt evenwel voor zich dat indien de gemelde onregelmatigheden niet werden verbeterd door de indieners van de lijst, het risico bestaat dat, indien de vastgestelde onregelmatigheden gegrond blijken te zijn, de verkiezingen achteraf ongeldig worden verklaard 20. De indiener van de voordrachtakte krijgt het tweede exemplaar terug nadat hierop voor ontvangst werd getekend (artikel 2, tweede lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).Dit ondertekenen voor ontvangst geschiedt door de burgemeester en de gemeentesecretaris. 4.4. Model van de voordrachtakte 21. Alhoewel wettelijk noch reglementair aan enige geijkte vorm gebonden, moet de voordrachtakte volledig zijn en zo zijn gesteld dat het formulier aan de hiervoor gestelde voorwaarden beantwoordt (R.v.St., verkiezing OCMW Aalter, nr. 18279, 25 mei 1977). Het formulier A dat hierbij gaat, kan nuttig als model dienen. 5. Bijkomende kiesverrichtingen voor de stemming 5.1. Opmaken van de "kandidatenlijst" 22. Onmiddellijk na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de voordrachtakten (i.e. dezelfde avond na 19 uur), sluit de burgemeester de kandidatenlijst af en rangschikt de kandidaat-effectieve leden in alfabetische orde. De naam van elk kandidaat-effectief lid wordt gevolgd door de naam of namen van de kandidaat-opvolgers in de precieze orde zoals die is vermeld in de voordrachtakte (artikel 7 koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).

Indien ondanks de vereiste nauwgezetheid, per abuis de kandidaat-effectieve leden in strijd met het voorgaande niet alfabetisch zouden gerangschikt te zijn, zal volgens de rechtspraak van de Raad van State deze onregelmatigheid enkel tot de ongeldigverklaring van de verkiezing kunnen leiden indien de niet-alfabetische volgorde "het normaal verloop van de stemming en het resultaat ervan heeft beïnvloed" (R.v.St., verkiezing OCMW Ham-sur-Heure-Nalinnes, nr. 23481, 16 september 1983). Dit is een feitenkwestie, derwijze dat het uiteraard aanbeveling verdient om met de meeste nauwlettendheid toe te zien op de correcte naleving van deze reglementaire bepaling, ten einde latere betwistingen ter zake maximaal uit te sluiten. 5.2. Inzage en mededeling van de kandidatenlijst 23. De voordrachtakten en de door de burgemeester opgemaakte kandidatenlijst worden op de gemeentesecretarie neergelegd waar, vanaf de elfde dag voor de stemming, de gemeenteraadsleden en de kandidaten er tijdens de diensturen kennis van kunnen nemen. 5.3. Opmaak van de stembiljetten 24. Overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, laat de burgemeester de stembiljetten drukken of vermenigvuldigen.Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken (artikel 9, tweede lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).

Deze biljetten moeten eenvormig van kleur en van formaat zijn. Het stembiljet vermeldt in alfabetische volgorde de namen van de kandidaat-effectieve leden, alsook de namen van hun kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde zoals vermeld in de voordrachtakte. De stemvakjes worden evenwel alleen geplaatst naast de namen van de kandidaat-effectieve leden (artikel 9, eerste lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). 25. Voor het overige zijn deze stembiljetten niet aan enige wettelijke of reglementaire vorm onderworpen.. Het formulier B dat hierbij gaat, kan nuttig als model dienen. 5.4. De oproeping 26. De verkiezing van de leden van de politieraad vindt plaats in gewone gemeenteraadszitting.Bijgevolg is artikel 87 N. Gem. W. toepasselijk. De oproeping moet gebeuren minstens zeven vrije dagen voor de dag van de vergadering. Een exemplaar van de kandidatenlijst dient gevoegd te worden als bijlage bij de brief die de gemeenteraadsleden oproept voor de vergadering waarop de verkiezing zal plaatshebben (artikel 8, tweede lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). 6. De verkiezing 6.1. Verkiezing in openbare vergadering 27. Overeenkomstig artikel 18 WGP moet de verkiezing van de leden van de politieraad in openbare vergadering plaatsvinden.De burgemeester, bijgestaan door de twee jongste gemeenteraadsleden in leeftijd, is belast met het verzekeren van de goede gang van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming die in de openbare vergadering plaatsvinden (artikel 10, eerste lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). 6.2. Deelneming van de gemeenteraadsleden : quota 28. Alle aanwezige en regelmatig aangestelde gemeenteraadsleden nemen aan de verkiezing deel.Er bestaat op dat stuk geen enkele verbodsbepaling.

Uit het feit dat de gemeenteraadsleden vrij de leden van de politieraad verkiezen, dat de stemming geheim is en dat de WGP een vaste datum stelt voor de verkiezing, maakt de omstandigheid dat er gemeenteraadsleden zijn die b.v. wegens ziekte of andere geldige redenen de gemeenteraadszitting niet kunnen bijwonen, op zich niet dat de verkiezing onregelmatig zal zijn en een reden zou zijn om de verkiezingen uit te stellen (R.v.St., verkiezing COO Zingem, nr. 2976, 7 december 1953; R.v.St., verkiezing OCMW Staden, nr. 18390, 13 juli 1977). De verkiezing van de leden van de politieraad is evenwel een gewone gemeenteraadsbeslissing die weliswaar op een bepaalde dag moet genomen worden, maar die onderworpen is aan alle voorschriften die van toepassing zijn op alle beslissingen van de gemeenteraad. Bij gebreke aan uitdrukkelijke afwijking ter zake van de wetgever, doet artikel 18 WGP omtrent de datum van de verkiezing van de leden van de politieraad, dan ook geen afbreuk aan het vereiste vervat in artikel 90, eerste lid, N. Gem.W., m.n. dat geen beslissing - en dus ook de verkiezing van de leden van de politieraad niet - kan worden genomen wanneer de meerderheid van de raadsleden niet aanwezig is (R.v.St., verk. OCMW Nevele, nr. 54445, 10 juli 1995). Is deze meerderheid niet aanwezig, dan moet derhalve worden gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 90, tweede en derde lid, N. Gem. W. 6.3. Het "Bureau" voor de kiesverrichtingen 29. Luidens artikel 10 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, is de burgemeester, bijgestaan door de twee jongste gemeenteraadsleden, belast met het verzekeren van de goede gang van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming die in de openbare vergadering plaatsvinden.De gemeentesecretaris neemt het secretariaat waar en is belast met het opmaken van het proces-verbaal.

Dit artikel houdt geen verbodsbepaling in voor eventuele kandidaten.

Het lijkt evenwel aangewezen dat het zich in dit geval bevindend gemeenteraadslid de plaats ruimt voor de mandataris die na hem de jongste in leeftijd is (cfr. R.v.St., COO Mechelen, nr. 15868, 10 mei 1973). 6.4. De verkiezing geschiedt in één stemronde 30. De verkiezing van de leden van de politieraad geschiedt in één enkele stemronde (artikel 16, derde lid, WGP). Naar analogie van de rechtspraak die de Raad van State heeft ontwikkeld inzake de verkiezing van de leden van het OCMW, sluit deze vereiste niet uit dat een stemming niet mag worden overgedaan indien daarvoor ernstige redenen bestaan en op voorwaarde dat de vrijheid van de kiezer en het geheim van de stemming volledig gewaarborgd blijft (zie R.v.St., verkiezing OCMW Scherpenheuvel-Zichem, nr. 23383, 20 juni 1983; R.v.St., OCMW Westerlo, nr. 32709, 6 juni 1989; in casu had een gemeenteraadslid, nadat het de stembrieven in de stembus gestopt, vooraleer de stemming beëindigd was en in alle geval vooraleer de stembriefjes waren geopend, laten weten dat het zich vergist had).

In dezelfde zin houdt, naar analogie van die rechtspraak inzake de verkiezing van de leden van het OCMW, het voorschrift dat de verkiezing dient plaats te vinden in één enkele stemronde op zich niet in dat de gemeente in één stemronde evenveel titularissen moet aanwijzen als er mandaten te begeven zijn. De gemeenteraadsleden zijn immers vrij hun stem naar believen uit te brengen. Dit kan een blanco-stem zijn of een stem voor om het even welke kandidaat. Brengt deze vrijheid van stemmen in hoofde van de individuele gemeenteraadsleden met zich mee dat het aantal kandidaten dat stemmen heeft bekomen, onvoldoende is om alle mandaten in één verkiezingsgang toe te wijzen, dan is een aanvullende stemming of een volledige herkiezing aangewezen. De verkiezing van de leden van de politieraad in een gemeente, gehouden in één stemronde, kan dan ook niet onregelmatig zijn om de enkele reden dat de uitslag van de stemming niet toelaat de raad volledig samen te stellen. De enige stemronde, waarbij de evenredige vertegenwoordiging mogelijk was, zal dan worden gevolgd door een nieuwe, vervolledigende verkiezing, waarbij de resterende mandaten op dezelfde wijze worden toegekend "in een stemronde" en met dien verstande dat verkozen is de kandidaat die de meeste stemmen heeft bekomen, ervan uitgaande dat het stemmenaantal waarover de gemeenteraadsleden beschikken, wordt beperkt in functie van het aantal nog te begeven mandaten, zoals bepaald in artikel 16 WGP (zie R.v.St., verkiezing OCMW Diksmuide, nr. 54580, 13 juli 1995, T. Gem. 2000, 366, noot B. THYS). 6.5. De stemming is geheim 31. De WGP bepaalt niet hoe het geheim moet worden gewaarborgd.Het is zaak van de met de geldigverklaring van de verkiezingen belaste overheid, in elk geval afzonderlijk na te gaan of de gemeenteraadsleden in volkomen onafhankelijkheid, zonder enige dwang van buiten uit, hebben kunnen uitoefenen.

Telkens zal aan de hand van de feitelijke gegevens van de zaak moeten worden nagegaan of het geheim van de stemming al dan niet werd bewaard. Hierbij zal men steeds voor ogen moeten houden dat elk gemeenteraadslid op het ogenblik van de stemming zijn stemgedrag moet kunnen onttrekken aan de blikken van anderen en dat aan de hand van de stembriefjes niet mag kunnen worden nagegaan aan welke kandidaat een lid zijn stem heeft gegeven (Cfr. J. COTTYN, "De verkiezing van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn", T. Gem. 1995, (25) 34). Zo werd beslist dat het geheim van de stemming niet wordt miskend wanneer gemeenteraadsleden publiekelijk hun voorkeur voor een bepaalde kandidaat of hun aversie voor een andere hebben laten blijken, indien, na deze verklaringen, elk gemeenteraadslid zijn stem geheim heeft kunnen uitbrengen op een wijze dat de identificatie van zijn stembiljet uitgesloten is (R.v.St., verk. OCMW Dour, nr. 53933, 21 juni 1995). 32. Dat de verkiezing heeft plaatsgehad bij geheime stemming moet uitdrukkelijk worden vermeld in het proces-verbaal van de zitting (artikel 13, tweede lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). 6.6. Aantal stemmen waarover elk gemeenteraadslid beschikt 33. De stemming geschiedt overeenkomstig het principe van het meervoudig stemrecht.Het aantal stemmen waarover een gemeenteraadslid beschikt, hangt af van het aantal te verkiezen leden.

Met toepassing van artikel 16, tweede lid, WGP, heeft elk gemeenteraadslid : één stem indien er minder dan vier leden te verkiezen zijn; drie stemmen indien er vier of vijf leden te verkiezen zijn; vier stemmen indien er zes of zeven leden te verkiezen zijn; vijf stemmen indien er acht of negen leden te verkiezen zijn; zes stemmen indien er tien of elf leden te verkiezen zijn; acht stemmen indien er twaalf of meer leden te verkiezen zijn. 6.7. Wijze van stemmen 34. Op grond van artikel 16, derde lid, van de WGP, brengt het gemeenteraadslid op elk stembiljet dat hij ontvangen heeft een stem uit voor een effectief lid.Op elk stembiljet mag derhalve slechts voor één kandidaat effectief lid worden gekozen.

De gemeenteraadsleden zijn verder vrij hun stem naar believen uit te brengen. Dit kan een blanco-stem zijn of een stem voor om het even welke kandidaat.

Door de verkiezing van de effectieve leden zijn meteen de opvolgers van die leden verkozen. Overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, wordt elk kandidaat effectief lid immers samen met zijn opvolgers voorgedragen. 35. De stemming geschiedt volgens het principe van het meervoudig stemrecht.Deze techniek zorgt er voor dat elke kandidaat die het verkiesbaarheidscijfer haalt, effectief verkozen is. Het verkiesbaarheidscijfer bekomt men door het resultaat te nemen van de volgende breuk : in de teller vermenigvuldigt men het aantal gemeenteraadsleden met het aantal stemmen dat elk gemeenteraadslid mag uitbrengen en in de noemer verhoogt men het aantal leden van de politieraad dat moet verkozen worden met één. De uitkomst van deze breuk geeft het minimum aantal stemmen weer dat een kandidaat moet behalen om zeker verkozen te zijn. 7. De verrichtingen na de stemming 7.1. De stemopneming 36. Waneer de stemming is gesloten, wordt staande de vergadering, overgegaan tot de stemopneming (artikel 12, eerste lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad), wat inhoudt dat men daartoe overgaat tijdens de vergadering onmiddellijk na de stemming.37. De geldige stembiljetten worden gerangschikt en geteld volgens de naam van het kandidaat-effectief lid waarvoor een stem is uitgebracht. De blanco of ongeldige stemmen worden apart gelegd (artikel 11 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).

De WGP voorziet in een kandidaatstelling en een voordracht van kandidaten, zodat het uitbrengen van een stem op een naam van een persoon die niet op de kandidatenlijst voorkomt, als ongeldig moet worden beschouwd. De Raad van State verduidelijkte in een oud arrest - dat te dezen mutatis mutandis toepasselijk is - dat de gemeenteraad niet de bevoegdheid heeft om bij de stemopneming de verkiesbaarheid van een verkozen lid te betwisten (R.v.St., COO Paturages, nr. 11848 van 27 mei 1966). 7.2. Het opmaken van de lijst der verkozenen 38. Na de stemopneming stelt de burgemeester de lijst op van de verkozen effectieve leden en van hun opvolgers (artikel 12 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad).39. De kandidaten die met toepassing van de principes van het meervoudig stemrecht de meeste stemmen hebben bekomen, zijn verkozen tot effectieve leden (artikel 17, eerste lid, WGP).40. Bij staking van stemmen moet voor het bepalen van de lijst van de verkozen effectieve leden de voorrangsregel van artikel 17, eerste lid, WGP worden gerespecteerd.Aldus wordt bij staking van stemmen in dalende volgorde de voorkeur gegeven aan de volgende kandidaten : 1° aan de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, een mandaat in de politieraad uitoefent.Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren wordt de voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking zijn mandaat het langst heeft uitgeoefend; 2° aan de kandidaat die voorheen een mandaat in de politieraad heeft uitgeoefend.Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren, wordt voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking het langst zijn mandaat heeft uitgeoefend, en bij gelijke duur, aan degene die het het laatste heeft beëindigd; 3° aan de oudste kandidaat in jaren die nog geen zestig jaar is;4° aan de jongste kandidaat boven de zestig jaar. Voor de bepaling van de leeftijd in artikel 17, eerste lid, 3° en 4°, WGP - al dan niet zestig jaar - moet de datum van de verkiezing als uitgangspunt genomen worden. Uit de samenlezing van artikel 17, eerste lid, 3° en 4°, WGP volgt dat een kandidaat die geen zestig jaar oud is voorrang heeft op een kandidaat die deze leeftijd heeft overschreven (R.v.St., OCMW Zoersel, nr. 18498 van 19 oktober 1977). 41. Er weze wel opgemerkt dat, om verkozen te kunnen worden, een kandidaat daadwerkelijk stemmen moet hebben behaald bij de verkiezing. Minstens één gemeenteraadslid moet één stem op de kandidaat hebben uitgebracht. Het feit dat iemands kandidatuur wordt voorgedragen is niet voldoende om verkozen te worden : hij moet ook iemands voorkeur wegdragen. Er kan dan ook geen sprake zijn van staking van stemmen onder kandidaten die geen stemmen hebben bekomen. De gemeenteraad mag aldus, bij aanwijzing van een verkozene, in geen enkel opzicht rekening houden met de kandidaten die geen enkele stem behaalden (R.v.St., verk. OCMW Diksmuide, nr. 54580, 13 juli 1995, T. Gem. 2000, 366, noot B. THYS). Er kan dan ook geen sprake van zijn dat, wanneer er minder kandidaten stemmen hebben bekomen dan er mandaten te begeven zijn, de resterende mandaten met toepassing van de voorrangsregels bedoeld in artikel 17, eerste lid, WGP, worden verdeeld onder de voorgedragen kandidaten die geen stemmen hebben behaald. De "staking van stemmen" die tot de toepassing van de voorrangsregels aanleiding geeft, kan zich derhalve alleen voordoen tussen kandidaten die effectief stemmen, ten minste één, hebben behaald (Cf. B. THYS, "De verkiezing van de leden van de Raad voor maatschappelijk welzijn" (noot onder R.v.St., verkiezing Diksmuide, nr. 54580, 13 juli 1995), T. Gem. 2000, (373) 374). In voorkomend geval zal in dit geval moeten worden opgetreden als hiervoor reeds is toegelicht (supra, nr. 30). 7.3. De opvolgers 42. Zoals reeds werd opgemerkt (supra, nr.34) wordt enkel voor de kandidaat effectieve leden gestemd. Met de verkiezing van de effectieve leden zijn meteen de opvolgers van die leden verkozen. Met toepassing van artikel 17, in fine, WGP, zijn de kandidaten die als opvolgers van een verkozen effectief lid worden voorgedragen, van rechtswege de opvolgers van het voornoemde lid. De opvolgers worden derhalve in dezelfde volgorde vermeld als voorgesteld in de voordrachtakte. 7.4. Het proces-verbaal van de kiesverrichtingen 43. Luidens artikel 13, eerste lid, van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad, over het hele verloop van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming wordt, staande de vergadering, een proces-verbaal opgemaakt dat wordt overgeschreven in het register der notulen van de gemeenteraad.Het moet uitdrukkelijk vermelden dat de stemming geheim was (artikel 13, tweede lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad en supra, nrs. 31 en 32). Het proces-verbaal wordt ondertekend door de burgemeester, de gemeenteraadsleden die hem bijstaan en de gemeentesecretaris, alsmede door de gemeenteraadsleden die daartoe de wens uitdrukken (artikel 13, derde lid, koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). 44. Aangezien van elke vergadering van de gemeenteraad notulen worden opgesteld (artikelen 89 en 108 N.Gem. W.) is het derhalve logisch en verantwoord dat ook het proces-verbaal van de kiesverrichtingen overgeschreven moeten worden in het register der notulen van de gemeenteraad. 45. De redactie van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen geschiedt "staande de vergadering" (zie supra, nr.36 wat dit begrip betreft). Om conform te zijn met het bepaalde in artikel 89, laatste lid, N. Gem. W. is daarom bepaald dat de gemeenteraadsleden die daartoe de wens uitdrukken, het proces-verbaal mede ondertekenen. 46. Het hoort dat een volledig verslag van alle verrichtingen gegeven wordt en onder meer een zo getrouw mogelijke weergave van de discussies en de motieven die hebben geleid tot het aanvaarden of het ongeldig verklaren van betwiste stembiljetten. Buiten het vermelden dat de verkiezing heeft plaatsgehad bij geheime stemming, in een stemronde en in openbare vergadering, zal het proces-verbaal de volgende gegevens bevatten : - totaal aantal gemeenteraadsleden en het aantal hiervan dat aan de stemming heeft deelgenomen; - aantal door de gemeente te verkiezen leden van de politieraad en aantal stemmen waarover elke gemeenteraadslid beschikt; - de lijst van de kandidaten; - totaal aantal uitgebrachte stembiljetten waarvan de stemopneming zal gebeuren; - totaal aantal blanco en ongeldige stembiljetten; - totaal aantal vernietigde stembiljetten die tijdens de stemming vervangen worden; - naam, voornamen, geboortedatum en beroep van de verkozen effectieve leden; aantal stemmen door elk van hen bekomen en eventueel de reden waarom, bij staking van stemmen, voorrang werd verleend; - naam, voornamen, geboortedatum en beroep van de opvolgers, met aanduiding van het verkozen effectief lid van wie zij opvolger zijn, alsook van hun orde van voordracht en dus ook van voorrang; - in voorkomend geval, vermelding van de verkozenen die zich in een toestand van onverenigbaarheid (artikel 17, tweede lid, WGP) bevinden en de reden hiervan. 47. Het model van proces-verbaal is niet aan enige wettelijke of reglementaire vorm onderworpen.Het formulier C dat hierbij gaat, kan nuttig als model dienen.

Niets belet dat de gemeentesecretaris reeds voor de vergadering die gedeelten invult waarvan de gegevens hem bekend zijn (bijvoorbeeld de inhoud van de voordrachtakten en de kandidatenlijst).

Er is overigens geen enkele verplichting dit model van proces-verbaal in zijn geheel over te nemen. Indien derhalve het daarin voorziene hernemen van de voordrachtakten en van de kandidatenlijst te omslachtig zou zijn, kan dit verholpen worden door een afschrift van de bedoelde documenten (gewaarmerkt door dezelfde personen die het proces-verbaal ondertekenen) toe te voegen en van deze aangehechte stukken melding te maken in het verslag. 7.5. De afkondiging van de verkiezingsuitslag 48. De burgemeester kondigt de verkiezingsuitslag af in openbare zitting, onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal.Dat aan deze vereiste van afkondiging is voldaan, zal moeten blijken uit de notulen van de gemeenteraadszitting zoals die bij artikel 89 N.Gem.W. zijn voorgeschreven. 49. Deze afkondiging is geen geldigheidsvereiste voor de verkiezingen tenzij deze niet-uitgevoerde formaliteit tot doel had de stemming nadien te manipuleren (R.v.St., verkiezing OCMW Pecq, nr. 23331, 3 juni 1983). 8. Toezending van het dossier aan de bestendige deputatie 50.Het dossier van de verkiezing van de leden van de politieraad wordt door elke gemeente onverwijld toegezonden aan, naargelang het geval, de bestendige deputatie of het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.

Het dossier bevat twee afschriften van het proces-verbaal met de stembiljetten, zowel de geldige als de ongeldige, en alle nodige bewijsstukken (artikel 15 van koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad). Alle uitgereikte stembiljetten en dus ook de vernietigde die vervangen werden en de blanco stembiljetten moeten bij het verkiezingsdossier worden gevoegd, alsook de stukken die toelaten te bepalen dat de verkozenen aan de voorwaarde van verkiesbaarheid voldoen. Kortom, het dossier moet alle stukken bevatten die, naargelang het geval, de bestendige deputatie of het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen nodig heeft om te oordelen over de regelmatigheid van de kiesverrichtingen (3). 9. Installatie van de nieuwe politieraad 51.Overeenkomstig artikel 20, eerste lid, WGP, vangt het mandaat van de leden van de politieraad aan de eerste werkdag van de derde maand volgend op de datum van het aantreden van de verkozen gemeenteraden na een volledige vernieuwing of ten laatste de eerste werkdag van de tweede maand volgend op de maand waarin de uitslag van hun verkiezing definitief is geworden.

De eerstgenoemde datum is normaal toepasselijk. De andere datum doelt enkel op de hypothese dat er een geschil hangende was in verband met de verkiezing van de leden van de politieraad in een bepaalde gemeente die deel uitmaakt van de politiezone.

Onder werkdag wordt begrepen elke dag met uitzondering van de zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag. Normalerwijze zal de installatie van de nieuwe politieraad dus plaatshebben op 2 april 2001. 52. Alvorens in functie te treden, worden de gemeenteraadsleden die overeenkomstig artikel 18 WGP verkozen zijn om deel uit te maken van de politieraad, tot de eedaflegging opgeroepen door de voorzitter van het politiecollege.De wetsontwerpen ingediend bij het parlement, waarover sprake in de inleiding bij deze omzendbrief, voorzien in een precieze regeling met betrekking tot deze eedaflegging.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, mag ik u verzoeken deze richtlijnen dringend te willen overzenden aan de burgemeesters van uw provincie en de gemeentebesturen van uw provincie uit te nodigen de grootste aandacht te willen besteden aan deze commentaar, opdat de verkiezing van de politieraden zo goed mogelijk zou kunnen verlopen.

Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, in het Bestuursmemoriaal te willen vermelden.

Aan de betrokken gemeentebesturen werd ook rechtstreeks een exemplaar van deze omzendbrief toegestuurd.

De Minister A. DUQUESNE

Twee wetsontwerpen werden bij het parlement ingediend om deze bepalingen aan te vullen en te wijzigen namelijk : het wetsontwerp tot wijziging van de wet op het politieambt, de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en tot wijziging van overige wetten inzake de inplaatsstelling van de nieuwe politiestructuren en het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus en tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

De tenuitvoerlegging van dit koninklijk besluit is op dit ogenblik evenwel geschorst door de Raad van State.

De hiervoor vernoemde bij het parlement ingediende wetsontwerpen bevatten een regeling die de bestendige deputatie bevoegd maken voor het geldig verklaren van de verkiezingen. Indien nodig, zullen hierover nadere instructies volgen.

De namen van de kandidaten B effectieve leden : in alfabetische volgorde : de namen van hun kandidaten-opvolgers : in de precieze orde zoals vermeld in de voordrachtakte.

Wanneer een verkozen kandidaat de verkiesbaarheidsvoorwaarden niet vervult, kan de gemeenteraad niet terugkomen op zijn verkiezing.

Alleen de bestendige deputatie (en in hoger beroep eventueel de Raad van State) kan een onregelmatige verkiezing vernietigen.

Inzake de onverenigbaarheden maakt de raad slechts een gewone opsomming. De onverenigbaarheden moeten immers nog bestaan op het ogenblik van de eedaflegging om de installatie van het betrokken lid te verhinderen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^