PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE

17 FEBRUARI 2014. - Omzendbrief betreffende artikel 60, § 7, verhoogde staatstoelage 2014

Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Er kan een verhoogde staatstoelage toegekend worden voor begunstigden van maatschappelijke integratie of financiële hulp wanneer zij conform art 60, § 7, tewerkgesteld worden bij initiatieven in de sociale economie.

Om de continuïteit van het activeringsbeleid bij de O.C.M.W.'s te waarborgen, heb ik beslist de maatregelen vermeld in de omzendbrief van 15 maart 2013 betreffende artikel 60, § 7, verhoogde staatstoelage 2013 te verlengen.

In afwachting van de geplande regionalisering van het arbeidsbeleid en dus ook het instrument van artikel 60, § 7, zijn wijzigingen op dit moment niet aan de orde. Concreet blijft het budget dat voor 2013 werd toegekend voor alle O.C.M.W.'s, ongewijzigd in 2014.

Ik wil er op wijzen dat bij de toekenning van het budget voor 2013 werd uitgegaan van de volgende logica : het beschikbare budget is equivalent aan 3 000 voltijdse arbeidsplaatsen. Op basis van de terugbetalingsgegevens van de POD MI wordt per O.C.M.W. een gemiddelde berekend op basis van het bedrag dat werd terugbetaald tijdens de jaren 2010, 2011 en 2012. Per O.C.M.W. wordt het relatieve gewicht berekend in functie van het gemiddelde terugbetaalde bedrag in 2010, 2011 en 2012. Het federale budget van 3000 plaatsen wordt tot slot herverdeeld in functie van dit relatieve gewicht.

Deze logica biedt de O.C.M.W.'s meer flexibiliteit dankzij een vereenvoudigde administratieve procedure. Bovendien geeft dit de O.C.M.W.'s de nodige autonomie. Zo kunnen O.C.M.W.'s schommelingen in de bezetting voortaan beter opvangen en binnen het aan het O.C.M.W. toegekende budget herverdelen. Ik denk hierbij aan afwezigheidsperiodes, bijvoorbeeld door ziekte, waarvoor geen terugbetaling is voorzien.

De lijst met het maximumbedrag voor 2014 per O.C.M.W. voor art. 60, § 7, verhoogde staatstoelage kan u in de bijlage terugvinden of raadplegen op de website van de POD MI. (http://www.mi-is.be).

Tot slot blijven volgende voorwaarden van toepassing voor de toekenning van de verhoogde staatstoelage in het kader van art. 60, § 7 : - Het O.C.M.W. dient op de lijst in bijlage voor te komen; - Het O.C.M.W. kan enkel aanspraak maken op de verhoogde staatstoelage voor een tewerkstelling binnen een erkend sociale economie-initiatief.

Het O.C.M.W. moet hiertoe een overeenkomst sluiten met dit initiatief.

Als een O.C.M.W. blijvend met eenzelfde sociale economie-initiatief samenwerkt, wordt aangeraden om de overeenkomst jaarlijks te herzien; - Het moet gaan om nieuwe aanwervingen, niet om vervangingen. De werknemers, ter beschikking gesteld van sociale economie-initiatieven, moeten aangeworven gerechtigden op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp zijn die niet reeds in een artikel 60, § 7 - statuut tewerkgesteld waren. Het O.C.M.W. mag dus niet zijn bestaande aantal werknemers, aangeworven met toepassing van artikel 60, § 7, waarvoor de normale staatstoelage geldt, geleidelijk aan vervangen door aanwervingen van werknemers voor wie de verhoogde staatstoelage geldt; - Ook binnen de context van het sociale economie-initiatief moet het om bijkomende tewerkstelling gaan. Daarom voorziet de overeenkomst tussen het O.C.M.W. en het sociale economie-initiatief in een overzicht van het personeelsbestand van het sociale economie initiatief én moet het sociale economie-initiatief daarbij uitdrukkelijk verklaren dat dit personeelsbestand niet zal worden afgebouwd zolang de terbeschikkingstelling duurt. Het O.C.M.W. dient aan de hand van dit overzicht op te volgen of het sociale economie-bedrijf deze verbintenis daadwerkelijk naleeft; - Het O.C.M.W. kan hoogstens één vierde van het haar toegekende bedrag gebruiken voor de ter beschikking stelling aan sociale economie-initiatieven die door een O.C.M.W. zelf worden ingericht; - De verhoogde staatstoelage dient om het volledige brutoloon van de werknemer te dekken. Gezien het O.C.M.W. bij deze vorm van ter beschikking stelling zelf geen loonkosten dient te dragen, kan het O.C.M.W. geen financiële bijdrage vragen aan het sociale economie-initiatief voor een ter beschikking stelling in dit kader; - Werkzaamheden waarvoor dienstencheques worden uitgereikt, mogen niet worden verricht door werknemers, aangeworven met toepassing van artikel 60 § 7, overeenkomstig artikel 2quater, § 4, eerste lid, 14° van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 22/12/2001 numac 2001013259 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van financien Koninklijk besluit betreffende de dienstencheques sluiten betreffende de dienstencheques.

In het kader van deze omzendbrief hebben de O.C.M.W.'s bovendien de mogelijkheid hun budgettaire middelen 2014 voor de aanstelling van gerechtigden op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp, conform artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten, die ter beschikking worden gesteld van sociale economie-initiatieven, te bundelen.

Deze mogelijkheid is evenwel strikt gebonden aan de volgende voorwaarden : ? Het gemeenschappelijk beheer van de financiële middelen is enkel toegestaan voor een O.C.M.W. dat territoriaal bevoegd is voor de werknemer conform artikel 60, § 7, die ter beschikking wordt gesteld van sociale economie-initiatieven; ? Enkel O.C.M.W.'s die in de bijgevoegde lijst voorkomen, komen voor deze mogelijkheid in aanmerking, hetzij als schenker, hetzij als begunstigde; ? O.C.M.W.'s die in dit kader als schenker willen optreden, zijn verplicht afstand te doen van hun budgettaire enveloppe 2014. Hiertoe moet de Raad voor maatschappelijk welzijn van het betrokken O.C.M.W. een formele beslissing genomen hebben; ? Het betrokken O.C.M.W. moet de volledige toelage 2014 waarop het recht heeft, afstaan aan het begunstigde O.C.M.W.. Het is niet toegelaten slechts een deel van de in het kader van deze omzendbrief toegekende budgettaire enveloppe af te staan.

In de praktijk De O.C.M.W.'s die aan de voornoemde voorwaarden voldoen, stellen samen een aanvraag tot verzaken op. In de bijlage vindt u een model van aanvraag tot verzaking.

Een kopie van deze aanvraag wordt binnen de 5 dagen na de ondertekening van de aanvraag aan de POD bezorgd via question@mi-is.be. Alle aanvragen moeten voor 31 oktober 2014 aan de POD worden bezorgd.

Binnen de 5 werkdagen na ontvangst van de kopie van de aanvraag gaat de POD na of de O.C.M.W.'s die de aanvraag hebben ondertekend weldegelijk de voorwaarden vervullen om tot de overdracht van de financiële middelen te mogen overgaan.

Indien de aanvraag niet ontvankelijk is, zal de POD de O.C.M.W.'s die de omstreden aanvraag hebben ondertekend een behoorlijk gemotiveerde brief sturen.

Op basis van de ontvankelijke aanvraag zal de POD tegen 31 oktober 2014 een lijst opstellen met de NIS-code van de O.C.M.W.'s die hun budget afstaan, van de O.C.M.W.'s die een budget ontvangen en van het over te dragen budget. De aan de O.C.M.W.'s toegekende bedragen zullen worden aangepast in de applicatie Nova-prima.

De betrokken O.C.M.W.'s zullen rechtstreeks op de hoogte worden gebracht van de aanpassing van de bedragen in de toepassing en ontvangen een herinnering inzake de toekenningsvoorwaarden voor de verhoogde staatstoelage in het kader van artikel 60 § 7.

De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Mevr. M. DE BLOCK Verzoek tot afstand Het O.C.M.W. van . . . . . vertegenwoordigd door de heer/mevrouw . . . . . hierna de "verzoeker" genoemd, verklaart hiermee dat het budget verhoogde staatstoelage voor de aanwerving van gerechtigden op maatschappelijke integratie of gerechtigden op een financiële maatschappelijke hulp, conform artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten, die ter beschikking worden gesteld van sociale economie-initiatieven, conform de Omzendbrief van 15 maart 2013 ten belope van het bedrag van . . . . . €, werd toegekend aan verzoeker.

Hierbij verklaart de verzoeker afstand te willen doen van dit budget en vraagt de verzoeker aan de Staatssecretaris om dit budget toe te kennen aan het O.C.M.W. van . . . . ., vertegenwoordigd door de heer/mevrouw . . . . ., hierna de `begunstigde' genoemd.

Opgemaakt in . . . . . exemplaren; één exemplaar voor elke betrokken partij.

VOOR DE VERZOEKER; het O.C.M.W. van . . . . ., vertegenwoordigd door de heer/mevrouw . . . . .

Handtekening Datum : . . . . .

VOOR DE BEGUNSTIGDE; het O.C.M.W. van . . . . . vertegenwoordigd door de heer/mevrouw . . . . .

Handtekening Datum : . . . . .

Demande de renonciation Le C.P.A.S. de . . . . . représenté par madame/monsieur . . . . ., ci-après dénommé le « demandeur », déclare par la présente que le budget subvention majorée de l'Etat pour le recrutement d'ayants droit à l'intégration sociale ou d'ayants droit à une aide sociale financière, conformément à l'article 60, § 7, de la loi organique du 8 juillet 1976, mis à la disposition d'initiatives d'économie sociale, conformément à la circulaire du 15 mars 2013 à hauteur d'un montant de . . . . . .€, a été accordé au demandeur.

Le demandeur déclare par ailleurs vouloir renoncer audit budget et demande à la secrétaire d'Etat d'octroyer ce budget au C.P.A.S. de . . . . ., représenté par madame/monsieur . . . . ., ci-après dénommé(e) le « bénéficiaire ».

Fait en . . . . . exemplaires, chacune des parties ayant reçu le sien.

POUR LE DEMANDEUR; le C.P.A.S. de . . . . ., représenté par madame/monsieur . . . . .

Signature Date : . . . . .

POUR LE BENEFICIAIRE; le C.P.A.S. de ......................................................................................., représenté par madame/monsieur . . . . .

Signature Date : . . . . .

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld