Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 12 maart 2020
gepubliceerd op 13 maart 2020

Omzendbrief nr. 681

bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
numac
2020030263
pub.
13/03/2020
prom.
12/03/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING


12 MAART 2020. - Omzendbrief nr. 681


Bijkomende richtlijnen ter voorbereiding op de uitbraak van een coronaviruspandemie (COVID-19) voor het personeel van de diensten van het federaal administratief openbaar ambt, zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken Geachte collega's, Geachte mevrouw, Geachte heer, Hieronder vindt u bijkomende richtlijnen in verband met situaties waarmee de personeelsleden te maken kunnen krijgen naar aanleiding van de coronaviruspandemie (COVID-19). Deze richtlijnen vullen de richtlijnen vermeld in omzendbrief 680 van 1 maart 2020 aan en volgen met name de aanvullende maatregelen die de nationale veiligheidsraad op 10 maart 2020 heeft uitgevaardigd.

Situatie 1: het personeelslid is niet ziek.

Zolang het personeelslid niet ziek is, blijft hij gewoon werken. De mogelijkheid van telewerken wordt echter aangemoedigd met instemming van de hiërarchische meerdere, wanneer de functie dit toelaat en zolang dit gebeurt in overeenstemming met een goede organisatie van de diensten. Ter herinnering: het huidige reglementaire kader staat telewerk gedurende een langere periode toe. Het is immers op jaarbasis dat de telewerkperiodes niet meer mogen bedragen dan 3/5 van de werktijdregeling. De diensten zullen echter worden gevraagd deze perioden van telewerken in het kader van deze richtlijn niet op te nemen inde berekening van de 3/5 van de arbeidstijd op jaarbasis.

Om het woon-werkverkeer tijdens de spitsuren te vermijden, wordt ook de spreiding van de werkuren aangemoedigd in overeenstemming met de eisen van de dienst en in overleg met de dienstverantwoordelijken.

Situatie 2: het personeelslid is een erkend patiënt besmet met het coronavirus (COVID-19) en beschikt over een doktersattest.

De afwezigheid van het personeelslid komt overeen met een ziekteverlof en alle rechtsregels met betrekking tot de administratieve en geldelijke toestand van het personeelslid inzake ziekte blijven van toepassing.

Situatie 3: het personeelslid voelt zich grieperig, heeft nog niet de gelegenheid gehad om naar zijn dokter te gaan en heeft geen doktersattest.

Het personeelslid gaat niet naar zijn werk of krijgt eventueel de toestemming om het werk te verlaten om voor het einde van de dag naar huis te gaan en krijgt in dit laatste geval een dienstvrijstelling voor deze dag.

Hij neemt onmiddellijk contact op met zijn dokter.

Afhankelijk van de diagnose van de dokter hervat het personeelslid zijn werk of krijgt hij een medisch attest dat zijn arbeidsongeschiktheid rechtvaardigt.

Situatie 4: het personeelslid heeft rechtstreeks contact gehad met iemand, uit zijn privé- of professionele omgeving, die positief heeft getest op het coronavirus - COVID-19.

Het personeelslid gaat niet naar zijn werk of krijgt eventueel de toestemming om het werk te verlaten om voor het einde van de dag naar huis te gaan; hij krijgt een dienstvrijstelling voor deze dag.

Hij neemt onmiddellijk contact op met zijn dokter. Afhankelijk van de diagnose van de dokter hervat het personeelslid zijn werk of worden de regels toegepast die zijn vastgelegd voor de situaties 1 tot 3.

In afwachting van een diagnose door de arts moeten de volgende regels worden gevolgd: a) het personeelslid doet telewerk;b) als de functie van het personeelslid het niet toelaat om telewerk te doen wordt de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde verzocht om, in overleg met het personeelslid, hem andere taken te geven die hij kan uitvoeren in het kader van thuiswerk;c) als de functie van het personeelslid het niet toelaat om telewerk te doen en het evenmin mogelijk is om het personeelslid tijdelijk andere taken te geven in het kader van thuiswerk kent de leidend ambtenaar het personeelslid een dienstvrijstelling toe in toepassing van artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/11/1998 pub. 28/11/1998 numac 1998002123 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen sluiten betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen. In voorkomend geval kunnen de richtlijnen beschreven in de punten a), b) en c) hierboven gecumuleerd worden. De leidinggevende ambtenaar of zijn afgevaardigde past deze richtlijn ook toe op personeelsleden die rechtstreeks contact hebben gehad met een ander personeelslid voor wie het vermoeden bestaat dat het coronavirus - COVID-19 door de arts is vastgesteld.

Situatie 5: het personeelslid moet naar het buitenland of bevindt zich in het buitenland om beroepsredenen.

Men moet de volgende richtlijnen in acht nemen: a) men moet de aanbevelingen van de FOD Buitenlandse Zaken inzake reizen naar het buitenland volgen;b) in overleg met de hiërarchie moet in elk geval worden nagegaan of het niet mogelijk is om de opdracht in het buitenland uit te stellen;c) als het personeelslid positief test op het coronavirus (COVID-19) terwijl hij zich in het buitenland bevindt, is de regel die in situatie 2 werd beschreven van toepassing. Het personeelslid ontvangt dezelfde vergoedingen, onder dezelfde voorwaarden, als een personeelslid dat erkend is als patiënt in België. d) als het personeelslid quarantaine wordt geplaatst door een buitenlandse overheidsinstantie of dokter, blijft hij zijn salaris en de vergoedingen voor verblijfkosten die in het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.voorzien zijn ontvangen.

Situatie 6: het personeelslid moet in het kader van zijn functie regelmatig verplaatsingen doen of heeft regelmatig contact met het publiek en zijn collega's.

De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde moet in overleg met de dienstverantwoordelijken en in overeenstemming met de bepalingen betreffende het welzijn op het werk, de situaties geval per geval analyseren die aanpassingen vragen qua functionering, bijvoorbeeld door voorkeur te geven aan de organisatie van televergaderingen en e-learningopleidingen of door onnodige vergaderingen te annuleren.

Deze ziet er echter ook te allen tijde op toe dat de continuïteit van de openbare dienst verzekerd blijft.

Varia Het is van het grootste belang dat alle praktische hygiënetips op www.info-coronavirus.be en op www.sciensano.be worden gevolgd.

Iedere leidend ambtenaar controleert zijn crisisplan en past het indien nodig aan zodat het in overeenstemming is met de instructies van de regering en het crisiscentrum.

De personeelsleden worden verzocht hun hiërarchische meerdere zo snel mogelijk te informeren wanneer hun arts een besmetting met het coronavirus (COVID-19) vermoedt of bevestigt.

Voor de personeelsleden die gebruik hebben gemaakt van het jaarlijks verlof of het recuperatieverlof overeenkomstig punt 4 van de omzendbrief nr. 680 van 1 maart 2020, worden de opgenomen dagen automatisch omgezet in een dienstvrijstelling overeenkomstig artikel 3, lid 1, van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/11/1998 pub. 28/11/1998 numac 1998002123 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen sluiten betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

Wees ervan verzekerd, beste collega's, mevrouw, mijnheer, dat ik, zoals ik reeds in de omzendbrief van 1 maart 2020 aangaf, in real time op de hoogte blijf van de evolutie van de situatie. Deze wordt dagelijks opnieuw geëvalueerd. Afhankelijk van hoe ze evolueert, zullen er nieuwe richtlijnen worden doorgevoerd.

De Minister van Ambtenarenzaken, D. CLARINVAL

^