Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 11 juli 2002
gepubliceerd op 09 augustus 2002

Omzendbrief betreffende de verblijfsvoorwaarden voor Zwitserse onderdanen en hun familieleden

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000595
pub.
09/08/2002
prom.
11/07/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


11 JULI 2002. - Omzendbrief betreffende de verblijfsvoorwaarden voor Zwitserse onderdanen en hun familieleden


Aan de Dames en Heren Burgemeester van het Rijk, Ingevolge de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, de Bijlage I, II en III, de Protocollen en de Slotakte, gedaan te Luxemburg op 21 juni 1999, genieten Zwitserse onderdanen en hun familieleden meer voordelige bepalingen inzake toegang en verblijf.

Deze Overeenkomst werd goedgekeurd bij de wet van 13 februari 2002. De Overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden.

De omzendbrief strekt ertoe uitleg te verschaffen aangaande de nieuwe verblijfsprocedure die van toepassing is op Zwitserse onderdanen en hun familieleden. Deze procedure is beschreven in de nieuwe artikelen 69ter tot 69quinquies van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Op organisatorisch vlak zullen de dossiers van Zwitserse onderdanen en hun familieleden, die vallen onder de toepassing van deze omzendbrief met uitzondering van de afgifte van visa aan de leden van de familie, onder de bevoegdheid van de 2e Directie (bureau EF of EN) van de Dienst Vreemdelingenzaken vallen. Elk probleem aangaande desbetreffende Zwitserse onderdanen en hun familieleden moet dus aan deze diensten voorgelegd worden.

Vele van de meer voordelige bepalingen inzake toegang en verblijf die vanaf 1 juni 2002 van toepassing zijn op Zwitserse onderdanen en hun familieleden, zijn gelijkaardig aan de bepalingen die op E.U. onderdanen van toepassing zijn. Dit betekent echter niet dat Zwitserse onderdanen worden gelijkgesteld met E.U. onderdanen. Daarenboven voorziet de betrokken Overeenkomst dat gedurende ten hoogste twee jaar overgangsbepalingen worden gehandhaafd die op de arbeidsmarkt voorrang geven aan Belgen en E.U.-onderdanen. In concreto zullen in ieder geval de Zwitserse onderdanen en hun familieleden gedurende twee jaar worden onderworpen aan de arbeidskaart.

Op de Zwitserse onderdanen en hun familieleden zijn dan ook de procedures die opgenomen zijn in de hoofdstukken I tot IV van de omzendbrief van 14 juli 1998 betreffende de verblijfsvoorwaarden voor E.G. -onderdanen en hun familieleden alsmede betreffende de verblijfsvoorwaarden voor de vreemde familieleden van de Belgische onderdanen (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1998), van toepassing, evenwel onder voorbehoud van volgende uitzonderingen : - De Zwitserse onderdaan die een werkzaamheid in loondienst of een werkzaamheid anders dan in loondienst wenst uit te oefenen, dient de vereiste bewijzen voor te leggen voor zijn professionele activiteit.

Dit houdt in concreto in dat Zwitserse werknemers tot 31 mei 2004, naast een werkgeversattest, conform bijlage 19bis , een arbeidskaart A of B dienen voor te leggen, voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging.

Vanaf 1 juni 2004 moet de Zwitserse onderdaan een werkgeversattest overeenkomstig het model van bijlage 19bis van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 voorleggen, wanneer hij een werkzaamheid in loondienst uitoefent of wil uitoefenen. Zwitserse zelfstandigen dienen, behoudens afwijkende bepalingen uitgevaardigd door het Ministerie van Middenstand, een beroepskaart voor te leggen, voor het einde van de vijfde maand na de aanvraag tot vestiging. - Als familieleden van een Zwitserse onderdaan worden beschouwd : a. zijn echtgenoot;b. zijn bloedverwanten in de nederdalende lijn of die van zijn echtgenoot, beneden eenentwintig jaar of die te hunnen laste zijn;c. zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of die van zijn echtgenoot, die te hunnen laste zijn;d. de echtgenoten van de personen bedoeld in b en c ; - Als familieleden van een Zwitserse student worden beschouwd : a. Zijn echtgenoot;b. De kinderen die te hunnen laste zijn; - Een Zwitserse onderdaan kan enkel in het bezit gesteld worden van een attest van immatriculatie model A en een identiteitskaart voor vreemdeling; - Zijn familieleden kunnen enkel in het bezit gesteld worden van, naargelang het geval, een attest van immatriculatie model A of B en een identiteitskaart voor vreemdeling.

De Zwitserse onderdaan die op het Belgische grondgebied gedurende minder dan een jaar een arbeidsbetrekking heeft vervuld en werkloos wordt, en nog niet beschikt over een identiteitskaart voor vreemdeling, kan verder verblijven in het Rijk, mits hij bewijst te beschikken over voldoende financiële middelen en over een ziektekostenverzekering die de risico's in België dekt. De werkloosheidsuitkering waarop hij recht heeft overeenkomstig de nationale wetgeving wordt beschouwd als voldoende financiële middelen.

De procedure vastgelegd in Hoofdstuk III, A, 2, van de omzendbrief van 14 juli 1998 is van toepassing op de Zwitserse onderdaan en zijn familieleden.

De Zwitserse onderdaan wordt echter enkel in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie model A en een identiteitskaart voor vreemdeling, die slechts twee jaar geldig is.

Zijn familieleden kunnen enkel in het bezit gesteld worden van, naargelang het geval, een immatriculatiekaart model A of B en een identiteitskaart voor vreemdeling, die slechts twee jaar geldig is.

Tussen de dertigste en de vijftiende dag voor de vervaldatum van zijn identiteitskaart voor vreemdeling dient de Zwitserse onderdaan zich bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats aan te bieden om de vernieuwing van zijn identiteitskaart voor vreemdeling aan te vragen.

Hij dient hiervoor het bewijs te leveren dat hij valt onder de bepaling van Titel II, Hoofdstuk 1ter , artikel 69quater van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981. Wanneer dit bewezen is, dan wordt zijn identiteitskaart voor vreemdeling en die van zijn familieleden vernieuwd voor vijf jaar. Indien de financiële middelen waarover hij beschikt nog altijd werkloosheidsuitkeringen betreffen, dan wordt zijn identiteitskaart voor vreemdeling alsmede die van zijn familieleden vernieuwd voor twee jaar.

Tenslotte zijn de bijzondere bepalingen van Hoofdstuk VI van de omzendbrief van 14 juli 1998 van toepassing op de Zwitserse onderdanen en hun familieleden, met uitzondering van punt 2.

De bijlagen 19, 19ter , 19quater , 19quinquies en 22 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, werden aangepast in het licht van de betrokken Overeenkomst.

Elke inlichting aangaande het onderwerp van deze omzendbrief kan verkregen worden bij de Dienst Vreemdelingenzaken (tel : 02-206 13 00) : c. Bureau EN (voor de individuele gevallen);d. Studiebureau (voor elke vraag van juridische aard). Brussel, 11 juli 2002.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^