GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

10 NOVEMBER 2020. - Omzendbrief betreffende de erkenning van de Brusselse regionale maatschappijen van onderlinge bijstand als Brusselse verzekeringsinstelling

Mevrouw, Heer, Gelet op, Artikel 4, eerste en tweede lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, tweede en derde lid en artikel 27, eerste en tweede lid van de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen ("de ordonnantie");

Artikel 1 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 13 februari 2020 tot verlenging met 1 jaar van de erkenning als Brusselse verzekeringsinstellingen van de Brusselse regionale maatschappijen van onderlinge bijstand ("het besluit").

Overwegende dat, 1. Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad per landsbond van ziekenfondsen één Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand als Brusselse verzekeringsinstelling erkent indien deze op het ogenblik van erkenning, evenals gedurende de hele periode van erkenning, voldoet aan de cumulatieve voorwaarden vermeld in artikel 5, eerste lid van de ordonnantie (artikel 4, eerste en tweede lid, van de ordonnantie);2. Hiertoe een aanvraag wordt ingediend bij de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid en het beleid inzake Bijstand aan Personen, vergezeld van de statuten van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand en van een lijst van de bestuurders, zoals goedgekeurd door de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen (artikel 6, eerste lid, van de ordonnantie);3. De erkenning, in voorkomend geval, wordt afgeleverd voor een onbepaalde tijd en kan worden ingetrokken overeenkomstig artikel 26, § 3 van de ordonnantie (artikel 6, tweede lid, van de ordonnantie);4. De erkenningsregeling opgenomen in de overgangsbepaling vermeld in artikel 27, eerste en tweede lid, van de ordonnantie, en in artikel 1, van het besluit, vanaf 1 januari 2021 niet meer van toepassing is. Wordt besloten dat, 1. De Brusselse regionale maatschappijen van onderlinge bijstand bij de leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, een aanvraag tot erkenning kunnen indienen;2. Deze aanvraag uiterlijk op 15 november 2020 moet worden ingediend; 3. Deze aanvraag naar keuze per aangetekend schrijven of per elektronische post met ontvangstbevestiging moet worden ingediend op het hiernavolgend adres: Iriscare, Dienst R-Mob & Restbevoegdheden Ter attentie van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, Belliardstraat 71, bus 2 1040 Brussel e-mailadres: professionelen@iriscare.brussels 4. Deze aanvraag vergezeld moet zijn van een begeleidend dossier dat minstens de volgende stukken bevat: 4.1. de link naar de website van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand, van het of de ziekenfondsen die haar vormen of de landsbond waarbij dit of deze ziekenfondsen zijn aangesloten voor raadpleging van de statuten van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand, in het Frans en in het Nederlands, zoals goedgekeurd door de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;

Indien deze statuten niet uitdrukkelijk vermelden dat de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand is opgericht met het oog op het vervullen van alle opdrachten vermeld in artikel 10 van de ordonnantie en dat de bepalingen met betrekking tot het voeren van reclame zoals vermeld in artikel 14 van de ordonnantie worden nageleefd, verbindt de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand zich ertoe de statuten te wijzigen, en deze uiterlijk op 15 november 2021 aan Iriscare over te maken; 4.2. een lijst van de bestuurders van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand, zoals goedgekeurd door de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen; 4.3. het bewijs van erkenning van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand door de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen; 4.4. de (contact)gegevens en openingsuren van de publiek toegankelijke kantoren met loketfunctie, gelegen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, die de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand inzet om de opdrachten vermeld in artikel 10 van de ordonnantie te vervullen; 4.5. een uittreksel uit het strafregister van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand, zoals bedoeld in art. 595 van het Wetboek van Strafvordering, dat niet ouder is dan één maand voorafgaand aan de aanvraag tot erkenning; 4.6. de gegevens en de contactgegevens van de door de Brusselse regionale maatschappij voor onderlinge bijstand voorziene ombudsfunctie; 4.7. een proces-verbaal van de laatst gehouden algemene vergadering van de Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand, in het Frans en in het Nederlands; 4.8. een ingevulde en ondertekende verklaring op eer, volgens het model in bijlage. 5. De Brusselse regionale maatschappijen van onderlinge bijstand, op verzoek van Iriscare, een uittreksel uit het strafregister van de leden van haar beheersorganen moeten kunnen voorleggen dat geen enkele vermelding van een veroordeling wegens een inbreuk op de sociale of fiscale wetgeving bevat.6. De erkenning, in voorkomend geval, wordt afgeleverd door het Verenigd College met ingang van 1 januari 2021 en, onverminderd een eventuele intrekking, voor onbepaalde tijd geldt. Gedaan te Brussel, op 10 november 2020, De leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, Alain MARON Elke VAN DEN BRANDT Bijlage: Model van verklaring op eer.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld