Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 10 december 1999
gepubliceerd op 31 december 1999

Omzendbrief betreffende de onverenigbaarheid van de gemeentebelastingen voor het bezit van schotelantennes met het gemeenschapsrecht

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000970
pub.
31/12/1999
prom.
10/12/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


10 DECEMBER 1999. - Omzendbrief betreffende de onverenigbaarheid van de gemeentebelastingen voor het bezit van schotelantennes met het gemeenschapsrecht


Aan de heer Provinciegouverneur van Luik, Deze omzendbrief is bestemd voor de gemeenten van het Duitse taalgebied.

Op 26 mei 1999 heeft de Europese Commissie aan de Belgische Staat een gemotiveerd advies bezorgd, krachtens artikel 226 van het EG-verdrag (het vroegere artikel 169), betreffende de fiscale regelgeving over het bezit van schotelantennes die van kracht is in verschillende gemeenten van het Koninkrijk.

Volgens de Commissie vormen die belastingverordeningen een schending van artikel 49 (het vroegere artikel 59 van het EG-verdrag), doordat zij het vrije verkeer van diensten inzake radio-uitzending per satelliet binnen de Europese Gemeenschap belemmeren.

Het nieuwe artikel 49 van het EG-verdrag voorziet immers in de afschaffing van elke beperking op het vrije verkeer van diensten in de Gemeenschap. Het gaat in dit geval om een fundamenteel principe van het gemeenschapsrecht.

Bovendien heeft de richtlijn 89/552/EEG (gewijzigd door de richtlijn 97/36/EG), eraan herinnerd dat de Lid-Staten van de Europese Unie de ontvangstvrijheid garanderen en de heruitzending op hun grondgebied van televisie-uitzendingen die afkomstig zijn van de andere Lid-Staten van de Europese Unie, niet belemmeren. Het hoofddoel bestaat erin de voorwaarden te creëren die nodig zijn voor het vrije verkeer van de televisie-uitzendingen.

De Europese Commissie vindt, op basis van de rechtspraak van het Gerechtshof van Luxemburg, tevens dat het de redenen van bescherming van het milieu, de esthetica en de veiligheid van de gebouwen, die de inning van de voormelde belastingen zouden kunnen rechtvaardigen, niet kan aanvaarden. Deze verordeningen blijken objectief gezien immers niet noodzakelijk te zijn voor de verwezenlijking van een reden van algemeen belang, en voldoen in elk geval aan geen enkele vereiste van proportionaliteit.

De Commissie is bovendien van mening dat dergelijke belastingen een protectionistisch doel nastreven ten voordele van de kabeltelevisiemaatschappijen, wat enerzijds leidt tot de benadeling van de activiteit van de gemeenschapsondernemingen voor heruitzending per satelliet, en anderzijds tot het invoeren van een maatregel die discriminerend is ten opzichte van bepaalde categorieën gebruikers.

Op basis van de informatie die mij meegedeeld werd, is nu gebleken dat geen van de negen gemeenten van het Duitse taalgebied belastingen geheven heeft op het bezit van schotelantennes voor de boekjaren 1997 en 1998.

Ik wil u echter verzoeken om, ter gelegenheid van de opstelling van de volgende gemeentebegrotingen, de aandacht van de gemeentebesturen van de gemeenten van het Duitse taalgebied te vestigen op de duidelijke miskenning van het gemeenschapsrecht en de gevestigde rechtspraak van het Gerechtschof die zou bestaan in de goedkeuring van belastingen op het bezit van schotelantennes.

Ik verzoek de heer Gouverneur om deze omzendbrief mee te delen aan de betrokken colleges van burgemeester en schepenen en hem bekend te maken in de volgende aflevering van het bestuursmemoriaal van uw Provincie.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^