gepubliceerd op 15 juni 2007
Omzendbrief met betrekking tot de toepassing van Titel VII, Hoofdstuk VII van de programmawet van 27 april 2007 houdende invoering van de milieuheffing
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
8 JUNI 2007. - Omzendbrief met betrekking tot de toepassing van Titel VII, Hoofdstuk VII van de programmawet van 27 april 2007 houdende invoering van de milieuheffing
Bij Titel VII, Hoofdstuk VII van de programmawet van 27 april 2007 werd een nieuwe milieubelasting geïntroduceerd, met name de milieuheffing.
Deze nieuwe belasting is verschuldigd vanaf 1 juli 2007.
De milieuheffing is een taks die gelijkgesteld is met accijnzen, welke wordt geheven wegens de CO2-uitstoot die wordt voortgebracht bij de productie van aan deze taks onderworpen producten.
Gelet op het feit dat de milieuheffing betrekking heeft op producten die voorheen niet aan een federale belasting onderworpen waren en dat de betrokkenen niet vertrouwd zijn met de uitvoeringsmodaliteiten ter zake, worden hierna richtlijnen verstrekt ter verduidelijking. 1. Toepassingsgebied De milieuheffing wordt geheven op vier categorieën van producten. 1.1. Wegwerptassen en -zakken van kunststof bestemd voor het vervoer van goederen gekocht in de kleinhandel, van de GN-code 39.23.
Deze categorie producten omvat de zakken die geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd uit plastiek van de soort welke doorgaans beschikbaar zijn als eindverpakking voor de aankopen aan de kassa van supermarkten in het bijzonder. De plastieken plooizakken die vergelijkbaar zijn met deze die verkocht of verkregen worden in deze supermarkten en die beschouwd worden als herbruikbaar alsook deze die doorgaans in de gespecialiseerde handel gebruikt worden als eindverpakking voor aankopen, vallen niet onder het toepassingsgebied van deze wet.
Dit betekent dat dergelijke plastieken zakken die dienen als eindverpakking voor het geheel van de aankopen van groenten, fruit, vlees,... in de kleinhandel ook onderworpen zijn aan de milieuheffing.
Daarnaast omvat deze categorie producten tevens de biologisch afbreekbare plastieken zakken.
De doorzichtige plastieken zakken die worden gebruikt in het kader van de veiligheidsmaatregelen voor handbagage op de luchthaven en die door de verkopers van luchthavenboetieks of aan boord van vliegtuigen worden verzegeld, vallen daarentegen niet onder het toepassingsgebied van de milieuheffing. 1.2. wegwerpeetgerei, van kunststof van de GN-code 39.24.
Deze categorie producten omvat alle bestek en andere artikelen voor tafelgebruik (messen, vorken, lepels, borden, tassen, glazen of bekers, allerlei schalen en schotels, alsmede bierkruiken) van plastiek die als dusdanig door de consument zelf gebruikt worden bij speciale aangelegenheden met het doel om deze slechts éénmaal te gebruiken en daarna weg te gooien. 1.3. Platen, vellen, foliën, stroken, strippen en andere platte producten, zelfs zelfklevend, van kunststof, ook indien op rollen, voor huishoudelijk gebruik van de GN-code 39.19.
Deze categorie producten omvat enkel de plastiekfolie (« versheidsfolie ») op rollen die als dusdanig door de consument wordt aangekocht voor eigen gebruik, zijnde het in/verpakken van goederen. 1.4. Bladaluminium, ook indien bedrukt of op een drager van papier, van karton, van kunststof of op dergelijke dragers, met een dikte van niet meer dan 0,2 mm (de dikte van de drager niet meegerekend), ook indien op rollen, voor huishoudelijk gebruik van de GN-code 76.07.
Deze categorie producten omvat enkel de aluminiumfolie (« het zilverpapier ») op rollen die als dusdanig door de consument wordt aangekocht voor eigen gebruik, zijnde het in/verpakken van goederen. 2. Tarieven De tarieven verschillen naargelang de categorie van producten, doch worden allen uitgedrukt per kilogram.3. Belastbaar feit De milieuheffing is verschuldigd op het moment van het in het verbruik stellen van de hiervoor genoemde producten. Naar analogie met de milieutaks moet het moment van in verbruik stellen worden beschouwd als het moment van materiële levering van producten onderworpen aan de milieuheffing aan kleinhandelaars, door ondernemingen die gehouden zijn zich te laten registreren bij de directeur-generaal.
Als kleinhandel moet worden beschouwd, iedere natuurlijke of rechtspersoon die overgaat tot het wederverkopen op gewone wijze in eigen naam en voor eigen rekening van goederen aan consumenten (kleine gebruikers of particulieren), zonder deze goederen een behandeling te doen ondergaan, dan die welke in de handel gebruikelijk zijn. De kleinhandelaar is de laatste schakel in de handelsketting. 4. Belastingplichtige Als belastingplichtige moet worden beschouwd iedere natuurlijke of rechtspersoon die overgaat tot het in het verbruik brengen van producten onderworpen aan milieuheffing. Concreet betekent dit elke levering van producten onderworpen aan milieuheffing aan de kleinhandel.
Het betreft : - elke fabrikant gevestigd in België die aan milieuheffing onderworpen producten rechtstreeks levert aan de kleinhandel; - elke persoon gevestigd in België die aan milieuheffing onderworpen producten invoert of binnenbrengt in België en die deze rechtstreeks levert aan de kleinhandel; - elke groothandel gevestigd in België die aan milieuheffing onderworpen producten levert aan de kleinhandel; - een buitenlandse belastingplichtige die aan milieuheffing onderworpen producten invoert of binnenbrengt in België en die deze via een fiscaal vertegenwoordiger rechtstreeks levert aan de kleinhandel; - een kleinhandelaar die zich zelf rechtstreeks gaat bevoorraden in het buitenland (invoer of binnenbrengen) zal zelf eveneens als belastingplichtige worden beschouwd.
Opmerking !! *Een groothandel die niet alleen levert aan de kleinhandel doch ook rechtstreeks aan particulieren of kleine gebruikers moet volgens de letter van deze wet respectievelijk als belastingplichtige en als kleinhandelaar worden beschouwd.
Gelet op het feit dat geen sprake kan zijn van indeplaatsstelling en gelet op de vele problemen die zouden ontstaan, worden dergelijke groothandelaars steeds als kleinhandelaars beschouwd voor het ganse gamma producten. De leverancier van aan milieuheffing onderworpen producten aan dergelijke groothandelaars wordt aldus beschouwd als belastingplichtige. 5. Inning van de milieuheffing De inning van de milieuheffing geschiedt door middel van een aangifte ten verbruik ACC-4 die moet worden ingereikt uiterlijk de 15de van de maand volgend op de maand van inverbruikstelling van de aan de milieuheffing onderworpen producten. Een kopie van de leveringsfacturen moet bij deze aangifte ten verbruik worden gevoegd.
De milieuheffing moet onmiddellijk worden betaald bij de neerlegging van de aangifte ten verbruik. 6. Registratie Het inreiken van de eerste aangifte ten verbruik geldt als registratie als belastingplichtige inzake milieuheffing. Brussel, 8 juni 2007.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS